Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1921
(1921)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering van 19 Januari 1921.Zijn aanwezig de heeren: Prof. Dr. C. Lecoutere, bestuurder, Omer Wattez, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris.
de heeren: Karel de Flou, Dr. L. Simons, Prof. Dr. A. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. Amaat Joos, Is. Teirlinck, Dr. Leo Goemans, Prof. Dr. J. Mansion, Prof. Dr. Leo van Puyvelde, Prof. Dr. L. Scharpé, Prof. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Dr. A.-J.-J. Vandevelde en J. Jacobs, werkende leden;
de heeren Herman Teirlinck en Prof. Dr. Frans Daels, briefwisselende leden; en de heer Prof. Dr. H. Logeman, buitenlandsch eerelid.
De heeren Kan. Dr. Jac. Muyldermans, die de lijkplechtigheid van Dr. Jan Bols, binnenlandsch eerelid, te Aarschot is gaan bijwonen, en Dr. Hugo Verriest, werkende leden, Dr. A. Fierens, briefwisselend lid, hebben laten weten dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen. ***
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de December-vergadering 1920, dat wordt goedgekeurd.
***
Dr. Jan Bols, binnenlandsch eerelid, overleden. - De Bestendige Secretaris heeft den 17 Januari een telegram van de familie Bols ontvangen, hem meldende dat Pastoor Bols, ons geacht binnenlandsch eerelid, te | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aerschot, den Zaterdag 15n dezer, overleden was. De lijkdienst heeft heden, dag onzer maandelijksche vergadering, om 10 uur, plaats en wordt door Dr. Muyldermans, namens de Academie bijgewoond. De betreurde afgestorvene had den wensch geuit dat bij zijne begrafenis geene lijkrede zou uitgesproken worden. - De Bestuurder brengt hulde aan Pastoor Bols en herinnert aan het ijverig deel die hij aan de werkzaamheden der Academie genomen heeft. Zijn Liederen van Dokkum, waarvan de voortzetting aan den heer Dr. Leo van Puyvelde werd toevertrouwd, zal eerlang van de pers komen. De naam van Bols zal in de Academie nooit vergeten worden. - Bij het ontvangen van het doodsbericht, had de Bestendige Secretaris, tot teeken van rouw, aan den gevel der Academie het nationaal vaandel laten hijschen. Er wordt beslist, dat een brief van rouwbeklag aan de familie Bols zal gezonden worden. Op zijn vriendelijk aanbod, wordt Kan. Dr. Jac. Muyldermans met het schrijven van een levensschets van Dr. Bols voor het Jaarboek der Academie belast.
***
Toespraak door den heer Bestuurder. - De Bestuurder richt een korte toespraak tot de Leden, vestigt hun welwillende aandacht op verschillende kwestiën die de Academie aanbelangen en hoopt wel, gedurende zijn bestuursjaar, tot het welgelukken daarvan te kunnen medewerken. ***
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden: Door de Regeering: Académie Royale de Belgique. Commission Royale d'Histoire. Cartulaire historique et généalogique des Artevelde. par Napoléon | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Pauw, procureur général honoraire à Gand, président de la Commission Royale d'Histoire, ancien directeur de l'Academie Royale Flamande, Grand Officier de l'Ordre de Leopold. Bruxelles, 1920. Académie Royale de Belgique. Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques. Mémoires, collection in-4o. Deuxième série, Tome VII, Fasc. II: Hubert, (Eug.). Notes et documents sur l'histoire du protestantisme dans le duché de Luxembourg au XVIIIe siècle. - Fasc. III: Hubert (Eug.). Les préliminaires de la Révolution brabançonne. Un complot politique à Bruxelles, octobre 1789. Id. Mémoires, collection in-8o. Deuxième série, Tome XI. Fasc. II: Ortroy (Fern. van). - Bio-Bibliographie de Gemma Frisius, fondateur de l'Ecole belge de Géographie, de son fils Corneille et de ses neveux les Arsenius. - Fasc IV: Verhulst (Louis). La Lorraine belge. Documents concernant la Principauté de Liège (1230-1532), spécialement au début du XVIe siècle, extraits des papiers du cardinal Jérome Aleandre (Manuscrit Vatican latin 3881 et manuscrit de l'Université de Bologne, 954, t. III). Publiés par Alfred Cauchie et Alphonse van Hove, Professeurs à l'Université de Louvain. Tome II. Bruxelles, 1920. Royaume de Belgique. Ministère de l'Industrie, du Travail et du Ravitaillement. Secrétariat général. Statistique des accidents du travail, élaborée d'après les documents fournis en exécution de la loi du 24 décembre 1903 sur la réparation des dommages résultant des accidents du travail. Année 1909. Bruxelles, 1920. Rapport spécial sur le fonctionnement de la Commission centrale des récoltes. Commission centrale des récoltes. 1914-1919. Bruxelles, 1920. Woordenboek der Nederlandsche Taal. 8ste dl., 18de afl. (Lof-Lood), bewerkt door Dr. Heinsius, - 12de dl., 9de afi. (Penning-Perkament), bewerkt door Dr. G.J. Boekenoogen. - 13de dl., 10de afl. (Rook-Roseeren), bewerkt door Dr. R. van der Meulen. - 14de dl., 1ste afl. (S.-Schaap), bewerkt door Dr. J.A.N. Knuttel.
Tijdschriften. - Académie Royale de Belgique. Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques, nos 9-10, 1920. - Bulletin de la Classe des Beaux-Arts, nos 9-10, 1920. Annales des Travaux publics, Déc. 1921. Arbeidsblad, nrs 21-22, 1920. Tooneelgids, VIe jaar, nrs 6-7.
Door deKoninklijke Academie van Wetenschappen, te Amsterdam: Verhandelingen. Afd. Letterkunde. Nieuwe Reeks. Deel XIX, no 1. - Ded XVIII, no 2. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verslagen en Mededeelingen. Afd. Letterkunde. 5de reeks, 3de deel. Jaarboek 1917.
Door de Vereeniging ‘Het Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres’, te Amsterdam: Handelingen van het Eerste Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres, uitgegeven door het Bestuur. (Id. van het 2de tot het 8ste en van het 10de tot het 17de Congres.)
Door het Groningsch Studentenkorps ‘Vindicat atque polit’: Groningsche Studentenalmanak voor 1921, 93ste jg.
Door de Gentsche Afdeeling van het Davidsfonds: De Duitschers te Gent. 1914-1918. (Overdruk uit Oorlogsboek van het Davidsfonds, IIe deel.) Brugge, z.j. (1920.)
Door den heer Edw. Gailliard, bestendig secretaris: Bulletin du Comité flamand de France. 1895-1899; 1901-1904: 1907-1914 en enkele afzonderlijke nrs van de jaren 1890, 1892-1895, 1900, 1905-1906 en 1919. Handvesten, privilegien, vrijheden, voorregten, octrooijen en costumen; midsgaders sententien, verbonden, overéénkomsten en andere voornaame handelingen der stad Dordrecht. Opgezogt, overgezien, met de oorspronkelijke Stukken vergeleeken en met Geschieden Oudheidkundige Aanmerkingen opgehelderd door Mr Pieter Hendrik van de Wall, Lid van den Oudraad der Stad Dordrecht. Dordrecht, 1770-1778 (2 dll. in-folio).
Door den Z.E. Kan. Dr. Jac. Muyldermans, werkend lid: Die Leiche und Lieder des Schenken Ulrich von Winterstetten, herausgegeben von Dr. J. Minor. Wien, 1882. Jaarboek van de rederijkkamer De Pioen, te Mechelen, voor 1894. Blond en Blauw. Fiore della Neve. Amsterdam, z.j.
Door den Z.E. Kan. Am. Joos, werkend lic: Een erfdeel van Moeder (door Kan. Am. Joos).
Door den heer Alf. de Cock, briefwisselend lid: Spreekwoorden, zegswijzen en uitdrukkingen op volksgeloof berustend, folkloristisch toegelicht door A. de Cock. I. Antwerpen, 1920.
Door den heer M. Sabbe, briefwisselend lid: Sabbe (Maurice). Christophe Plantin. (Uit la Collection d'études Les Grands Belges.) Het sonnet ‘Le Bonheur de ce monde’, toegeschreven aan Chr. Plantin, door Maurits Sabbe. (Overdruk uit Het Boek.)
Door den heer Dr. H. Logeman, buitenlandsch eerelid: A Commentary, critical and explanatory on the Notwegian text of Henrik Ibsen's Peer Gynt, its language, literary associations and | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
folklore, bij H. Logeman, Ph.D., Hon. L.L.D. (Glasg.), professor in the Belgian State University of Ghent. The Hague, 1917.
Door den heer J. Cuvelier, Rijksarchivaris te Brussel: Notice sur Guillaume-Joseph-Charles Piot, par Joseph Cuvelier, membre de l'Académie Royale de Belgique. Bruxelles, 1920.
Door den heer L. Brounts, leeraar aan het Athenaeum, te Gent: Schetsen uit het vluchtoord Uden, door Louis Brounts. Met een voorwoord van Senator Edgar Vercruysse, met portretten en illustraties. Leiden, 1918.
Door de Redactie:
Nederlandsche Bibliographie, Sept. 1920. - Pro Flandria, Dec. 1920. - Tijdschrift der Gemeentebesturen, 1e-2e afl., 1921. - Tooneelgids, VIe jaar, nr 8. - De kleine Vlaming, nrs 1-2, 1921. - Het Westland en de Hopboer, nrs 7-8, 1920.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Annales du Comité flamand de France. 13 jgg. Documents inédits relatifs à l'histoire de la Province de Namur, publiés par ordre du Conseil Provincial. Cartulaire de la commune de Bouvignes, recueilli et annoté par Jules Borgnet, Archiviste de l'Etat. Tomes I-II. Namur, 1862. Id. Cartulaire de la commune de Fosses, par le mème. Id., 1867. Id. Cartulaire de la commune de Ciney, par le même. Id., 1869. Id. Cartulaire de la commune de Couvin, recueilli et annoté par Stanislas Bormans, Archiviste de l'Etat, Membre correspondant de l'Académie royale de Belgique, Membre de la Commission royale d'histoire. Id., 1875. Id. Cartulaire de la commune de Namur, recueilli et annoté par J. Borgnet et S. Bormans, Archivistes dc l'Etat. Tome I, 1e livr.: Introduction. Id., 1876. - Tome I, 2e livr., par Jules Borgnet: Période des Comtes particuliers (1118-1430). Id. 1871. - Tome II, par J. Borgnet et S. Bormans: Période des Comtes particuliers (1118-1430). Id. 1873. - Tome III, par Stanislas Bormans: Période bourguignonne (1429-1555). - Tome IV, par D.D. Brouwers, conservateur des Archives de l'Etat: 1555-1620. Supplément 1263-1529. Id. 1920. Id. Cartulaire des petites communes. Analyses des pièces, publiées par le même. Id., 1878. Id. Cartulaire de la commune de Dinant, recueilli et annoté par Stanislas Bormans, Tome I, 2e livr: 1060-1449. Id., 1880. - Tome | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II: 1450-1482, Id. 1881. - Tome III: 1482-1555. Id., 1882. - Tome IV: 1556-1620, par Léon Lahaye, Archiviste de l'Etat, à Namur. Id., 1891. - Tome VIII: Annexes et extraits des comptes, par D.D. Brouwers. Id., 1908. Id. Cartulaire de la commune de Walcourt, receuilli et annoté par Léon Lahaye, Archiviste de l'Etat, à Namur. Id., 1888. Id. L'Administration et les Finances du Comté de Namur du XIIIe au XVe siècle. Sources. I: Cens et rentes du Comté de Namur au XIIIe siècle, publiés par D.D. Brouwers. Id., 1910. - II: Id., par le même. Tome II, 2e partie. Id., 1911. - IV: Chartes et Règlements, par le même. Tome I: 1196-1298; Tome II: 1299-1337. Id. 1913-1914. Histoire générale de Paris. Registres des délibérations du Bureau de la ville de Paris, publiés par les soins du service historique. Tome I XIV. Paris, 1883-1908. Id. Cartulaire général de Paris ou Recueil de documents relatifs à l'histoire et à la topographie de Paris, formé et publié par Robert de Lasteyrie. Tome I: 528-1180. Paris, 1887. Id. La Faculté de décret de l'Université de Paris au XVe siècle, par Marcel Fournier, professeur agrégé à la Faculté de Droit de Caen, archiviste paléographe. Tome I (2e section). - Tome II, par le même et Léon Dorez, ancien membre de l'École française de Rome, sous-bibliothécaire au Département des manuscrits de la Bibliothèque nationale. - Tome III, par les mêmes (publié par Léon Dorez). Paris, 1895-1913. Id. Recueil d'actes notariés relatifs à l'histoire de Paris et de ses environs au XVIe siècle, par Ernest Coyecque. I. 1498-1545: articles I-XXVI. Nos 1-3608. Paris, 1905. Id. Inventaire des registres des insinuations du châtelet de Paris. Règnes de François Ier et de Henri II, par Emile Campardon et Alexandre Tuetey, chefs de section aux Archives nationales. Paris, 1906. Id. Artistes parisiens du XVIe et XVIIe siècles. Donations, contrats de mariage, testaments, inventaires, etc. tirés des insinuations du Châtelet de Paris, publiés et annotés par Jules Guiffrey. Paris, 1915. Viertalig Zeemanswoordenboek - (schepen-scheepsmachines-scheepvaart), - volgens een nieuwe methode en naar de beste bronnen bewerkt, door H.G.C. Kuwert-Coppen, Commandant van 't Opleidingsvaartuig ‘Comte de Smet de Naeyer’ te Antwerpen, en G. Bly-Pastur. 1e Luitenant bij 's Rijks-Zeewezen te Oostende, Antwerpen, 1920. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatstverschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen: Nederlandsch Archievenblad, nr 1, 1920-1921. - Biekorf, nr 12, 1920. - Sint.-Cassianusblad, nr 1, 1921. - Franciscana, nr 1, 1921. - Neerlandia, 9e-12e afll. 1920. - Neophilologus, nr 2, 1921. - De Opvoeder, nr 34. 1920 en nrs 1-2, 1920. - De Schoolgids, nrs 17-18 en 20-21, 1920. - De Student, Kerstnummer, 1920-1921. - Studiën, Januari 1921. - La Vie diocésaine, X1 et X2 1920. - Dietsche Warande en Belfort, nr 12, 1920.
***
Voor den Aug. Beernaert-Prijskamp (1920-1921) werd het hieronder volgende boek ingezonden:
Claes (Ernest). - De Witte, met 12 penteekeningen van J. Leonard. Amsterdam, 1920.
***
Ingekomen brieven. - De Bestendige Secretaris stelt de Vergadering in kennis met de hieronder volgende ingekomen brieven:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 13]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Letterkundige mededeeling,door den heer Dr. A.-J.-J. Vandevelde, ter gelegenheid van het schenken aan de Academie van de verzameling der Handelingen van de Vereeniging ‘Het Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres’:
Het eerste Nederlandsch Congres voor natuuronderzoekers en geneeskundigen werd gehouden te Amsterdam op 30 September en 1 October 1887, onder het bestuur van B.J. Stokvis voorzitter, J.W. Gunning ondervoorzitter, A.A.G. Guye, Hugo de Vries, Max Weber bestuursleden, J. Campert 1e secretaris en C. Kerbert 2e secretaris-penningmeester. In de openingsrede behandelde de voorzitter het vraagstuk dat de wetenschap geene grenzen kent, een internationaal karakter heeft, en dat niettemin er betrekking bestaat tusschen nationaliteit en natuurwetenschap, zoodat de wetenschap der natuur verplichtingen heeft aan de natiën en de natiën plichten tegenover haar hebben te vervullen. Nagenoeg een jaar later, den 14 November 1888, werd het Instituut Pasteur te Parijs ingehuldigd en bij deze plechtige gelegenheid, in de aanwezigheid van Staatspresident Carnot, sprak Pasteur de volgende historisch geworden woorden uit: ‘Si la science n'a pas de patrie, l'homme de science doit en avoir une, et c'est à elle qu'il doit reporter l'influence que ses travaux peuvent avoir dans le monde’. Met dezen nationalen geest ontstonden dan de Nederlandsche Natuur- en Geneeskundige Congressen, waarvan het eerste reeds een goed vijftigtal mededeelingen telde. Beroemde namen treft men onder de sprekers: B.J. Stokvisch, W.B. Beyerinck, C.A. Pekelharing, J. Bosscha, J.H. van 't Hoff, H.W. Bakhuis Roozeboom, H.A. Lorentz, Hugo de Vries, F.C. Donders, en anderen. Enkele Belgen namen ook deel aan het Congres, en wel namelijk Prof. K. Van Bambeke (Gent), Prof. R. Boddaert (Gent), Prof. N. Dumoulin (Gent), Prof. J. Mac Leod (Gent), Prof. G. Verriest (Leuven), Prof. C. Verstraeten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 14]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Gent). Julius Mac Leod deed, in de tweede sectie voor natuurlijke historie en biologie, eene mededeeling over de bevruchting der bloemen door de insecten met statistische beschouwingen. Dan, om de twee jaren, werd het Congres regelmatig gehouden; ik had het voorrecht van 1903 af de Nederlandsche Congressen bij te wonen, en als enkele Belg die op het Congres van den Haag in 1903 aanwezig was, heb ik in een verslag aan de Société chimique de Belgique mijne bewondering uitgedrukt over de sterke ontwikkeling der wetenschappelijke studiën en opzoekingen bij onze Noorderburen. Ik acht het een verheugend feit dat de Bibliotheek van onze Academie de handelingen der Nederlandsche Congressen bezit, waarin natuuronderzoekers en geneeskundigen eene prachtige verzameling geschriften met veel vrucht kunnen raadplegen. Het was ons diepbetreurd medelid Julius Mac Leod die ons den weg wees van de Nederlandsche Wetenschap, en die nagenoeg op dezelfde wijze als de Nederlandsche, onze Vlaamsche Natuur- en Geneeskundige Congressen stichtte. Evenals ik de lijst dezer Vlaamsche Congressen mededeel in een kort geschiedkundig overzichtGa naar voetnoot(1), dat in het Jaarboek van onze Academie voor 1921 zal verschijnen, geef ik heden de lijst der Nederlandsche Natuur- en Geneeskundige Congressen met enkele bibliographische aanteekeningen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op 16 April 1912 werd te Amsterdam, onder voorzitterschap van Prof. W.K. Behrens (Delft), een buitengewone algemeene vergadering voor de herdenking van het 25-jarig bestaan der Vereeniging ‘Het Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres’, gehouden. Dr. H. Zwaardemaker schetste dan in eene voordracht, getiteld ‘de Voetstappen onzer Wetenschap’, de geschiedenis en de ontwikkeling der Nederlandsche Congressen gedurende 25 jaren. Den 26 September 1897 werd te Gent het eerste Vlaamsch Natuur- en Geneeskundig Congres gehouden, het Congres waarvan in Mei van het zelfde jaar het ontstaan door Prof. Mac Leod, Prof. Bouqué, Dr. C. De Bruyne, Dr. De Buck, Dr. Jan De Windt, Dr. H. Sabbe, Apoth. G. Staes en Dr. A.-J.-J. Vandevelde werd beslist. In Mei of in September 1922 zal zonder twijfel het 25-jarig bestaan van ons Vlaamsch Congres, dat gedurende den oorlog niet werd gehouden, worden gevierd. Dan zal men zich de woorden van den onvergetelijken stichter Julius Mac Leod herinneren, en wijzen op ‘het feit dat hier de taal van het volk wordt gebruikt, wat de hoop doet ontstaan, dat de wetenschap niet alleen wil vooruitgaan, maar dat ze tevens uit hare afzondering wil treden en ook in de Vlaamsche provinciën van België wil worden, wat zij in andere landen sedert lange jaren is, een levend orgaan van het maatschappelijk organisme’; het is ook de nationalisatie van de internationale wetenschap, zooals het door Stokvis bij de opening van het 1e Nederlandsch Natuuren Geneeskundig Congres werd uitgesproken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mededeelingen namens Commissiën.1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer Prof. Dr. J. Mansion, secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren: Mr. L. Willems, voorzitter, Karel de Flou, Edw. Gailliard, Prof. A. de Ceuleneer, en Is. Teirlinck, leden, en Prof. Mansion, lid-secretaris. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan de dagorde staat:
- De Commissie stelt voor dat de lezingen in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen worden. - Door de Academie in pleno vergaderd goedgekeurd.
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Gustaaf Segers, secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zijn aanwezig de heeren: Dr. Leo Goemans, voorzitter, Prof. de Ceuleneer, Kan. Amaat Joos, Prof. C. Lecoutere, Omer Wattez en J. Jacobs, leden, en Gustaaf Segers, lid-secretaris.
De Secretaris leest eene nota over de onderwijstaal in de lagere scholen van Groot-Brussel. Hij gaat van het standpunt uit, dat in deze onderwijsinrichtingen onze beide landstalen grondig moeten en kunnen aangeleerd worden, omdat de kinderen daar de gelegenheid hebben beide talen in hunne omgeving te hooren, en ook, omdat de meerderheid hunner die later zullen kunnen spreken. De secretaris doet het aantal uitsluitend Nederlandschsprekenden, uitsluitend Franschsprekenden en tweetaligen van deze gemeente, kennen. Hij ziet niet in hoe het mogelijk zou zijn aan al deze kinderen, bij het onderwijs, onze twee landstalen te gebruiken. Aangezien de moedertaal de voertaal hoeft te zijn, doet hij het aantal Nederlandsche en Fransche klassen kennen in verhouding der bevolking. Voor de kinderen, wier ouders tweetalig zijn, en die verklaard hebben gewoonlijk Fransch te spreken, zal de voertaal het Fransch zijn: het Nederlandsch zal de onderwijstaal zijn voor die kinderen, wier ouders gewoonlijk die taal spreken. Maar er moet op gedrukt worden: het onderwijs zou zoo ingericht worden, dat de leerlingen, na het verlaten der school, beide landstalen behoorlijk kennen.
De bespreking over dit onderwerp wordt voortgezet. M. Wattez verklaart, dat zijn stelsel niet bestaat in tweetalig gelijktijdig onderwijs door denzelfden leeraar in dezelfde klassen. Na de aanvangsjaren, binnen welke het onderwijs in de moedertaal zou gegeven worden, zou men een of meer vakken in de twee talen onderwijzen - om deze dan na een of twee jaren in de eerste te hernemen.
- De heer Voorzitter stelt voor deze nota in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. - Door de Academie in pleno vergaderd goedgekeurd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dagorde.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 18]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hij stelt het uitsterven vast van het Oude-Renaissance-individualisme en ziet in de gebeurende ontwikkeling het zich al meer en meer vestigen van eene breed-uitgezette gemeenschapskunst. Spreker licht zijne beweringen toe met eene reeks schilderijen van vlaamsche, hollandsche, fransche, finsche, poolsche, russische en japansche kunstenaars.
- Bij de laatste omvraag vraagt Prof. Dr. H. Logeman het woord voor een korte mededeeling. In de eerste plaats wenscht hij zich te verontschuldigen over de omstandigheid dat hij in 't afgeloopen jaar zoo dikwijls de vergaderingen der Academie verzuimd heeft bij te wonen en dan nog wel meer dan eens zonder zijn medeleden daarvan te verwittigen. Hij verzoekt hen dit niet aan onverschilligheid te wijten maar alleen aan den staat zijner gezondheid. Nu deze in de laatste tijden merkelijk verbeterd is, heeft hij alle hoop voortaan geregeld de zittingen te kunnen bijwonen. Aan die afwezigheid is dan ook te danken dat hij nog steeds nagelaten heeft - welk verzuim hij nu goed wenscht te maken - aan de Academie voor hare boekerij een exemplaar aan te bieden van een werk door hem in de oorlogsjaren geschreven: A commentary, critical and explanatory on the Norwegian text of Henrik Ibsen's Peer Gynt, its language, literary associations and folklore (Den Haag, Martinus Nijhoff, 1917). In de tweede plaats wil hij de aandacht vestigen op een bericht overgenomen uit de dagbladpers in het laatst verschenen nummer van het Ned rlandsch Tijdschrift van Volkskunde (blz. 180), volgens hetwelk er voor de provincie Brabant een Commissie gevormd zou zijn ter verzameling van gegevens voor de folklore van dat gewest. Spreker veroorlooft zich aan de Academie de vraag te onderwerpen of het niet op haar weg zou liggen, gelijk hij nog meent, om voor het geheele Vlaamsche land dergelijke pogingen in te leiden of waar zij bestaan te centraliseeren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- De Vergadering drukt haar instemming met den Spreker uit en er wordt besloten de uitvoering er van voorloopig op te dragen aan de Commissie voor Geschiedenis en des noodig een Commissie uit de verschillende afdeelingen met het beoogd doel samen te stellen.
- De Vergadering wordt te 4 1/2 gesloten. |