| |
| |
| |
Vergadering van 5 Augustus 1920.
Zijn aanwezig: de heeren Prof. Dr. C. Lecoutere, onderbestuurder, waarnemend bestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren: Karel de Flou, Dr. L. Simons, Prof. Dr. Ad. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Kan. Amaat Joos, Dr. Hugo Verriest, Is. Teirlinck, Dr. Leo Goemans, Prof. Dr. J. Mansion, Omer Wattez, Prof. Dr. Lod. Scharpé, Prof. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Dr. A.-J.-J. Vandevelde en J. Jacobs, werkende leden.
De heer Prof. Dr. Leo van Puyvelde, werkend lid, heeft laten weten dat hij verhinderd is de vergadering bij te wonen.
***
De Bestendige Secretaris geeft lezing van het verslag over de vergadering van 22 Juli, dat wordt goedgekeurd.
***
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Université de Gand. Recueil de Travaux publiés par la Faculté de philosophie et lettres. 48e fasc. Histoire économique de la Belgique à la fin de l'ancien régime, par Hubert Van Houtte, professeur à l'Université de Gand. Gand, 1920.
Tijdschriften. - Annales des travaux publics, Juin 1920. - Arbeidsblad, nr 12, 1920.
| |
| |
Door de ‘Commissie van Advies voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën’, te 's-Gravenhage:
Andries Vierlingh. Tractaet van Dyckagie, uitgegeven door Dr. J. de Hullu, archivaris aan het Algemeen Rijksarchief, en Jr. A.G. Verhoeven, ingenieur der Domeinen in Zeeland. (Nr 20 der kleine serie.) 's-Gravenhage, 1920.
Platen, behoorende bij Andries Vierlingh, Tractaet van Dyckagie. Nr 20a.)
Door de Académie Royale d'Archéologie de Belgique, te Antwerpen:
Bulletin, No 4, 1919.
Door den heer Prof. Ad. de Ceuleneer, werkend lid:
La Flamandisation de l'Université de Gand. Brochure de Propagande, éditée par la Commission pour la Flamandisation de l'Université de Gand. 1920. Anvers.
Door Dr. Maurits Sabbe, werkend lid:
't Kwartet der Jacobynen, door Maurits Sabbe. Bussum, 1920.
Door den heer Prof. Flor. van Duyse, hoogleeraar te Gent:
Drie bundels behoorende tot de nalatenschap van den heer Prudens van Duyse en behelzende:
1o) Gedichten van Vrouwe van Ackere en gedichten van Prudens van Duyse aan Vrouwe van Ackere.
2o) Briefwisseling van vrouwen met Prudens van Duyse:
Vlaamsche brieven van Ju fr. Petronella Moens (Utrecht);
Fransche brieven van Vve Stappaerts Dierckx (Leuven);
Vlaamsche brieven van Henriette Croiset ('s-Gravenhage).
3o) Briefwisseling van Lod. van Roo en Maria Doolaeghe met Prudens van Duyse.
Door de Redactie:
Ontvoogding, 1 Aug. 1920.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatstverschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Nederlandsch Archievenblad, Nr 3, 1919-1920. - Biekorf, Nr 7, 1920. - Neerlandia, Nrs 8-12, 1914; jgg. 1915-1919 en Nrs 1-8, 1920. - De Schoolgids, Nrs 21-22, 1920. - La Vie diocésaine, juillet 1920.
| |
| |
| |
Mededeeling door den Bestendigen Secretaris.
Karel Boury-Fonds. Bekroonde liederen. - Van den heer Omer Wattez, die met een laatste onderzoek daarvan gelast was, de bekroonde liederen, bepaald goedgekeurd, den 26 Juli terugontvangen. (Zie beneden op blz. 612.)
Mededeelingen namens Commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. - De heer Prof. J. Vercoullie, secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Aanwezig de heeren: Edw. Gailliard, Karel de Flou, Is. Teirlinck, Dr. J. Mansion, leden, Mr. Leonard Willems, hospiteerend lid, en J. Vercoullie, lid-secretaris. - Bij afwezigheid van den voorzitter, zit de heer Gailliard, als oudste lid, de vergadering voor.
Aan de dagorde staat:
a] Verzameling Sermoenen en Homiliën: Twee handschriften uit de 15de eeuw, door den heer J. Kleyntjens, uit het Sint-Willebrords-College, te Katwijk aan den Rhijn, aan de Academie ter uitgave aangeboden. - Door het Bestuur om advies naar de Commissie verzonden. - Bespreking.
Na bespreking, geeft de Commissie als haar oordeel: de Academie zou eerst van die hss. inzage moeten krijgen, doch moet doen opmerken dat er, wegens het vele achterstallige drukwerk en de hooge kosten, in afzienbaren tijd niet aan drukken kan gedacht worden.
b] Etymologisch Kleingoed, door den heer Prof. J. Vercoullie: Sinaasappel is niet Chinaasappel, maar Messinaasappel; - pree is niet verkort uit premie, maar ontleend aan prêt; - paardje (klein stukje brood enz.) is niet verkleinw. van part, maar van paard.
| |
| |
- De Commissie stelt aan de Academie voor, deze stukjes in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. - Door de Academie in pleno vergaderd aangenomen.
2o) Bestendige Commissie voor Nieuwere Taalen Letterkunde. - De heer Omer Wattez legt het h'eronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Aanwezig de heeren: Is. Teirlinck, voorzitter; Dr. Jac. Muyldermans, Gustaaf Segers, Dr. Hugo Verriest, Dr. Lod Scharpé, Dr. A. Vermeylen, leden, Mr. Leonard Willems, hospiteerend lid, en Omer Wattez, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
a] Voorstel tot opneming onder de uitgaven van het Van de Ven-Heremans-Fonds, van: Leidraad voor lessen over de voeding van den mensch, voor hooger huishoudkundig onderwijs, door Dr. A.-J.-J. Vandevelde. - Door het Bestuur naar de commissie om advies verzonden. - Verslagen door de heeren Is. Teirlinck en Prof. Dr. Lod. Scharpé.
De lieeren Teirlinck en Scharpé lezen hun Verslag dat gunstig is: zij besluiten dat de Academie het werk van Dr. Vandevelde zou opnemen onder de uitgaven van het Van de Ven-Heremans-Fonds:
| |
1o) Verslag van den heer Is. Teirlinck.
Vele woorden zijn niet noodig om den degelijken arbeid van Dr. Vandevelde aan te bevelen:
Want hier hebben wij een merkwaardig, beknopt en toch volledig handboek over de Voeding van den Mensch; een zekeren leidsman voor leeraars en leeraressen in hooger huishoudkundig onderwijs; een werk teenemaal op de hoogte der moderne wetenschap en geschreven door een geleerd vakman.
Ik hoop dat de Koninklijke Vlaamsche Academie dezen nuttigen, ik durf zeggen onmisbaren Leidraad, onder de uitgaven van het Van de Ven-Heremans-Fonds zal opnemen.
| |
| |
| |
2o Verslag van Prof. Dr. L. Scharpé.
Ik heb met veel belangstelling kennis genomen van den Leidraad voor Lessen over de Voeding van den Mensch, door Dr. A.-J.-J. Vandevelde. De uiteenzetting munt uit door duidelijkheid, en het werk lijkt goed geschikt om de leeraars en leeraressen in huishoudkunde den weg te wijzen bij hun studie over de ingewikkelde vraagstukken der menschelijke voeding, en om ze een betrouwbaar overzicht te geven over het veelzijdige onderwerp.
De heer E.H. Walravens, landbouwingenieur-scheikundige, consulent van den Belgischen Boerenbond, die op mijn verzoek het Hs. gelezen heeft, sprak zich al even vleiend erover uit, als onze Collega de H. Is. Teirlinck.
‘We bezitten wel reeds werken over dierenvoeding’, zooschrijft hij, ‘maar nog geen degelijk handboek over de voeding van den mensch. Des te meer hoeven wij ons te verheugen om dit werk, dat van groote belezenheid blijk geeft, en tevens bijzonder knap is opgesteld. Wellicht zullen sommige uitweidingen op scheikundig gebied, over energie, geschiedenis der microben, bouwformulen van organische stoffen, te hoog gaan voor het begrip van gewone gebruikers, doch de tafels van de scheikundige samenstellingen zullen zelfs aan specialisten nuttig kunnen zijn, en 't is altijd beter toch wat te veel dan wat te weinig: en het kan bovendien onbetwistbaar zijn voordeel hebben ook dat de gewone gebruikers af en toe tot bescheidenheid worden gemaand over hun verworven kennis, door het besef van de ingewikkeldheid der oprijzende problemen.
De toepassingen en raadgevingen, in sommige lessen (melk, boonen, aardappelen, enz.) kwamen me zoo nuttig voor, dat ik ze gaarne ook elders had aangetroffen, zoo b.v. waar gehandeld wordt over ontsmetting, verduurzamen van eetwaren, temperatuur voor mikrobenkultuur bij bakken, melk bewaren, enz. En waarom ook niet een woordje over de voedende (?) waarde van alkohol, ten behoeve van hen die wetenschappelijk willen ingelicht zijn over het vraagstuk van alkoholgebruik en -misbruik. Ik vat mijn indruk samen in de volgende woorden: een degelijk leerboek, dat bij het huishoudkundig onderwijs uitstekende diensten zal bewijzen; 't werk van een geleerde, die zijn onderwerp ten volle beheerscht, en steeds bedacht blijft op de behoeften van de practijk.’
Deze beschouwingen van E.H. Walravens bevestigen dus ten volle het gunstig oordeel van den eersten verslaggever, waarbij ik dan ook de eer heb mij aan te sluiten.
b] Het dagboek van de waardige Johanna van Randeraedt (1610-1684) teruggevonden. Lezing door den heer Mr. Leonard Willems.
| |
| |
De heer L. Willems maakt ons bekend met eene eigenaardige figuur uit de 17e eeuw, de waardige Johanna Randeraedt, geestelijke dochter. Zij hield een dagboek, dat als een soort van gewetensonderzoek voorkomt en zeer karakteristieke dingen bevat over personen en toestanden van haren tijd.
De Voorzitter wenscht M. Willems geluk met zijne lezing en stelt aan de Commissie voor die op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen.
- Dit voorstel wordt door de Academie in pleno vergaderd goedgekeurd.
| |
Dagorde.
1o) Commissie voor prijsvragen. - Verslag door den Bestendigen Secretaris namens de Commissie. - Vaststelling van de uit te schrijven prijsvragen en bepaling der toe te kennen prijzen. - (Ingevolge art. 50 van de Wet der Academie, werd het verslag gedrukt en aan de heeren werkende Leden vertrouwelijk medegedeeld.) - De lijst der prijsvragen, zooals zij door de Commissie werd voorgesteld, wordt door de Academie aangenomen.
2o) Van de Ven-Heremans-Fonds. - Opneming onder de uitgaven van Mayombeesch Idioticon, door den heer L. Bittremieux, missionnaris in Congo. - Verslagen door de heeren Prof. J. Vercoullie en Prof. J. Mansion. - Tot de September-vergadering uitgesteld.
3o) Vereenvoudiging van de Schrijftaal. - Verslag door de Commissie. Bespreking. - Met het doel die bespreking te vergemakkelijken, deed de Bestendige Secretaris het stuk zetten en liet, den 29 Juli, een exemplaar er van aan de Leden geworden.
Er wordt tot de bespreking overgegaan.
De heer Gustaaf Segers heeft geenen vrede met het voorstel onzer Academische Commissie.
| |
| |
Hij handelt in korte woorden over de spellingkwestie. De spelling De Vries-Te Winkel schonk ons de eenheid van spelling, die wij lang te vergeefs hadden betracht. Het Koninklijk Besluit van den 21 November 1864, dat dit spellingstelsel in de openbare besturen van België voorschreef, was eene weldaad voor ons volk. Het spellingstelsel Kollewijn, ook wel de ‘Vereenvoudigde Spelling’ genoemd, stelde voor daar merkelijke veranderingen aan toe te brengen. De Nederlandsche Regeering weigerde deze Vereenvoudigde Spelling aan te nemen. Zij stelde eene Staatscommissie in, die bemiddelingsvoorstellen deed. De maatschappij: ‘Vereniging tot Vereenvoudiging onzer Schrijftaal’ weigert volstrekt de voorstellen der Staatscommissie aan te nemen. Wij stonden dus voor drie spellingstelsels. Nu treedt onze Academische Commissie andermaal met wijzigingen aan de voorstellen der Staatscommissie op; dus staan wij voor vier stelsels. En daar onze Commissie voorstelt met de ‘Nederlandsche Staatscommissie’ en de Nederlandsche Regeering een vergelijk te treffen, zou dit getal stelsels tot vijf kunnen stijgen.
Spreker bestrijdt de voorstellen der Academische Commissie:
1o | omdat het buiten alle waarschijnlijkheid ligt, dat de Nederlandsche Regeering en de Nederlandsche Staatscommissie met onze Commissie tot een vergelijk zullen geraken; |
| |
2o | omdat in België geene spellingbeweging bestaat, en de spelling De Vries-Te Winkel er algemeen gevolgd wordt; |
| |
3o | omdat, in dien toestand, zelfs als een vergelijk met de Nederlandsche Regeering en de Nederlandsche Staatscommissie getroffen werd, de groote meerderheid onzer schrijvers aan het stelsel De Vries-Te Winkel zou getrouw blijven; |
| |
| |
4o | omdat, zoowel het stelsel der Nederlandsche Staatscommissie, als dat onzer Academische Commissie naar het radicale Kollewijnstelsel voert, dat in zich de kiemen bevat van een nog verder gaande radikalismus in zake van spelling; |
| |
5o | omdat dit stelsel in onze volksscholen niet mogelijk is, daar de klankleer, waarop het berust, al te zeer met de onze verschilt, en al te zeer afwijkt van de spelling, welke in al de boeken, dag- en weekbladen, openbare en private geschriften gebruikt wordt; |
| |
6o | omdat de tijd minder dan ooit geschikt is om wijzigingen aan onze spelling voor te stellen. De twisten, die daardoor zouden ontstaan, op het oogenblik, dat al de Vlamingen vereenigd zijn, om onze taal in al de takken van het bestuur de plaats te doen bekleeden, waarop zij recht heeft, kunnen zulke gevolgen hebben, dat deze enkele bedenking in mijne oogen voldoende is, om thans geene wijzigingen aan ons spellingstelsel toe te brengen. |
Het besluit van den heer G. Segers luidt in dezer voege:
Aangezien de spelling De Vries en Te Winkel in België algemeen wordt gebruikt, zoowel in de letterkunde, als in het openbaar en privaat leven;
Aangezien deze spelling in Noord-Nederland insgelijks door een aanzienlijk deel der letterkunde, in de dagbladpers, de openbare en bijzondere briefwisseling gebruikt wordt;
Aangezien de talrijke spellingstelsels, welke thans besproken worden, ons de volstrekte eenheid niet laten verhopen;
De Koninklijke Vlaamsche Academie besluit, dat er, vooral thans, geene aanleiding bestaat, om aan de spelling De Vries en te Winkel wijzigingen toe te brengen.
De heer Mr. Leonard Willems geeft vervolgens lezing van een uitvoerige nota, die hij noemt ‘Verslag der minderheid’ en waarin hij de aandacht vestigt op de wijze waarop de Académie Française hervormingen aan
| |
| |
de Fransche spelling toebrengt: zij verandert gestadig maar met kleine wijzigingen, en vermijdt ineens groote veranderingen op te dringen. Hierdoor vermijdt zij een spellingsoorlog.
Spreker is het niet eens met het stelsel dat Dr. Kollewijn volgt om de geslachten der woorden te bepalen: hij houdt staan dat ‘de’ beschaafde taal eigenlijk niet bestaat en dat ieder sociale kring zijn beschaafde taal heeft, welke verschilt van de beschaafde taal der andere kringen: om het geslacht van een woord te bepalen moet men zich richten naar het spraakgebruik van den socialen kring die het woord dagelijks gebruikt en niet naar de beschaafde taal (scheepstermen, landbouwtermen, enz.).
Spreker is het niet eens met de meerderheid der Vlaamsche Commissie op de volgende punten:
1o | i-klank-notatie in: bizonder, muzikant, kievit, enz., welke volgens Kollewijn zouden moeten genoteerd worden biezonder, muziekant, kieviet, enz.; |
2o | afschaffing der sch waar deze niet uitgesproken wordt. |
- Er ontstaat verder een bespreking waaraan de heeren Lecoutere, Goemans, Scharpé, Vercoullie en Vermeylen deel nemen.
De bespreking zal in de September-vergadering voortgezet worden.
- De vergadering wordt te 4 uur gesloten.
|
|