Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1919
(1919)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 298]
| |
Kleine verscheidenheden.I.
| |
[pagina 299]
| |
elck die in ghebreke is verbeuren de boete van..., ende bovendien betaelen schaeden ende intresten an partyen... Het is klaar dat hier niet Agieren, maar wel Ayieren te lezen is. De tekst dagteekent van 1629: bij velen was het begrip van het woord reeds verloren gegaan. Ongetwijfeld is er spraak van ‘Partyen ayieren ofte dienen ter vierschaere’, en wel in den zin van Zijnen dag ‘Ayeren ende achtervolghen’ (Keure, IV 435), van Der lieden ‘zaken ayeren’ van ‘Volghen ende haeyeren’, van ‘Procederen ende ayeren’ enz., waarvan voorbeelden in Verslagen, jaarg. 1914 blz. 390-392.
De ‘procureurs’ der ‘vierschaere tot Meulestede’ werden o.m., volgens eene akte van 6 October 1693, ‘ghewaerschauwt ende bevolen van poinctuelyck ende vrough, emmers voor de wethauders, hun te laeten vinden in alle de vierschaeren, die by de selve weth ghehouden worden’, dit op de boete daartoe staande. (D. Berten, Cout. Seign. enclav. Vieuxbourg de Gand, Introd., blz. 637.) ***
‘Jhr. Phs. vanden Cathulle ‘(van den Kethulle) was, ten jare 1607, tot voorman van het Collegie van den ‘Audburch’ van Gent benoemd geworden. In het jaar 1615, bad hij zich echter ‘begeven ten huwelicken binnen der stede van Aeth’. Daarop nam genoemd ‘Collegie’ een besluit als volgt:
D. Berten, Cout. Vieuxbourg de Gand, Introd., blz. 235-236: ‘Dat mits dabsentie van Jor Phs. vanden Cathulle..., nu cortelyns hem hebbende begheven ten huwelicken.., het collegie onvoorsien is van voorman ende by dien niet gheayiert als naer auden costumen wel behoirt...’ | |
[pagina 300]
| |
Nogmaals werd er evenwel bij misslag gheagiert gedrukt: Gheayiert beteekent hier eigenlijk Beholpen (Gebaat, Gediend) zijn. ***
Uit eene ‘Ordonnancie ghemaect by die vander wet upde gaissoenen vander stede van Brugghe’. van het jaar 1523, welke in handschrift op het Stadsarchief aldaar bewaard wordt, blijkt dat Ayeren in den grond wijst op Dienen, Ten dienste staan: ‘Ten lyne dat myn heeren de Burchmeesters ende die vander wet van hemlieden ghedient worden, ende dat zij onder mallecanderen paeys, vriendscepe ende reghele houden ende part en dienen alzoot behoort’. Men lette op de volgende plaatsen aan dat stuk ontleend:
Fol. 1 vo (art. iiij): ‘Item der ghelycke als de burchmeesters ter camere commen, zullen (de garssoenen) hem ayeren ende vander camere niet scheiden alzo langhe als hij binnen es...’ Fol. 2 vo art. viij): ‘Item, dat de drie garssoenen die ghewuene zijn te dienene scepenen vander waerheden ende den clercken vander taflen, ghehouden worden de zelve scepenen ende clercken te ayerene omme partien ende oorconden te dachvaerdene...’
Vandaar de uitdrukking Ayeren zyn weke, spr. van de verplichting voor genoemde ‘garssoenen’ (‘stede garssoenen’), gedurende eene week, in eigen persoon, dienst te doen:
Fol. 4 (art. xiiij): ‘Item, dat niemende vanden voorseyden garssoenen gheoorloven en zal te dienene voor eenen anderen, zonder expres consent vanden burchmeestre. Maer wert elck ghehouden, wien hy behoort te dienene, zelve in persoon te ayerene zijn weke, up peine van gheprivert of andersins ghecorrigiert te zyne...’
Ook Syn dienstweke ayeren, waarover beneden.
Verder nog een voorbeeld met Knaepweke ayeren, in het formulier van den eed der ‘Stedegarssoenen’ van Brugge:
Brugge, Stadsarchief, Formulier van eeden. XVIe eeuw, fol. xiiij: ‘Den eedt vanden garssoenen. Dit zweere ic garssoen te zijne van deser stede van Brugghe...; tsecreet dat tmynder kennesse commen zal, niet te revelerene, myn knaepsweke wel ende naerstelic te ayerene...’
De ‘Ordonnantie ende Reglement voor de Stede Garsoenen der Stede van Brugghe’, van 1701Ga naar voetnoot(1), geeft ons voor het | |
[pagina 301]
| |
w. Ayeren de nadere bepalingen zooals hieronder, die de speciale beteekenis ervan duidelijk vaststellen:
Dienen ende ayeren, en Volghen ende ayeren:
Ordonnantie ut supra, blz. 5, op artikel iv: ‘Hoe sy de Burghmeesters sculdigh syn te dienen ende ayeren ten sy anders ghelast worden (in de rechter marge) - Desghelyckx soo wanneer de Burghmeesters ter Collegie-camer kommen, hem-lieden te volghen ende ayeren tot aen de Camer, ende daer van niet te gaen, soo langhe als sy binnen sijn, ten waere dat men hem-lieden van weghen de Wet last gave te gaen daer 't hem-lieden gheordonneert wort, op de boete van twaelf grooten, ende die eene gheheele voor noene ofte achter noene absent waere van de Burghmeesters, sonder oorlof, sal verbeuren twintigh grooten...’
Ayeren schepenen, en Schepenen ende clercken ayeren ende op passen om.....
Ordonnantie ut supra, blz. 6, op artikel vii: ‘t'Ayeren Schepenen van der Waerheden etc. (in de linker marge). - Voorts dat drye Garsoenen wiens toer het wesen sal ofte gewoone sijn te dienen Schepenen van der Waerheden ende Clercken van de Tafele, de selve Schepenen ende Clercken t'ayeren ende op te passen om partyen ende d'oirconden te Daghvaerden, ende daer sy in ghebreke bleven, dat sy t'elcker reyse sullen verbeuren de boete van twalf grooten.’
Syn dienstweke ayeren, ook Sijne dienst-weke Ayeren ende gadeslaen, nl het doen van ‘alle maeninghen ende daginghen’ in persoon, gekleed met hun gewoon gewaad of ‘ordinaire keerel’:
Ordonnantie ut supra, blz 10-11. op artikel xviii: ‘In persoone syn dienstweke te averen (in de linker marge). - Ende wort elck | |
[pagina 302]
| |
Garsoen gehouden te dienen in persoone ende sijne dienst-weke t'a eren ende gadeslaen, ende alle maeninghen ende daginghen ten huyse te doen ex officio als andersints die hem gelast zyn met hunne ordinaire keerel, op pene van suspensie ofte ander arbitraire correctie ter discretie als vooren.’
Spr. van de ‘ban-dagen ende t'ommegaen van de Waerheden met schepenen’, luidt het die Bedienen ende ayeren:
Ordonnantie ut supra, blz. 11, op artikel xix: ‘Voorts alsoo by de oude Ordonnantien vanden jaere 1523 geseyt is dat de twalf Garsoenen eens jaers moeten loten tot bedienen ende averen van de twee Ban-dagen ende t'ommegaen van de Waerheden met schepenen ende Clercken, Soo is 't dat sy daer in sullen moghen onderhouden het jegenwoordigh ghebruyck.’
Men lette nog op de uitdrukking Hof ende dinghedaghen ayeren:
D. Berten, Cout. Vieuxbourg Gand, blz 223: ‘Ende souden ooc de selve bailliu, mannen ende huerlieder secretaris bedwonghen zyn tselve hof ende de dinghedaghen, ter beliefte van partyen, te moeten averenGa naar voetnoot(1) ende stofferen in vullen ghetaele van zevene...’ (1550) (Men zie ook een gelijken tekst van het jaar 1563, blz. 260.)
Saken, querelen..... bewaeren, volghen ende ayieren, uit de onderstaande volmacht, gegeven den 13 April 1580, door die van de wet van den ‘Oudenburch’ van Gent, beteekende, voor hem aan wien de volmacht gegeven was, de plicht die ‘te vervolghene... thove, tzij binnen den lande van Vlaendren oft daer buuten..., ende up dat noodt es over hemlieden te compareren, de requesten, libellen, antwoorden, repliequen ende duplicquen oft andere ghescriften (die) hem ghesonden sullen werden te presenteren, de appostillen ende andere acten erup dienende te vervolghene, de depeschen danof te lichtene, de saecken in rechte te concluderene, recht te versouckene ende te anhoorene alle manieren van sententien..., tappeleren als noodt werdt...., generalic ende specialic over de Casselrie te doene alle vervolghen ende persecutien die behooren sullen...’ (Op. ut infra, blz. 309-310):
Id., id., Introd., blz. 309: ‘... hebben hem (Joos Coperman) gheconstitueert, ghestelt, constitueren ende stellen denselven... | |
[pagina 303]
| |
omme te bewaerene, volghen ende avierene (bij misslag gedrukt als: agierene) int generale ende speciale alle saken, querelen ende sticken die de voors. casselrie zullen overcommen..’ (1580.)
***
Ayeren, Haijeren of Stellen ende haijeren werden ook toegepast op het ‘Onderhouden’ van een uurwerk of een ‘orlogie’, o.m. in de rekeningen ‘van de prochie van Eessene’ in het Veurensche, d.w.z. op het regelen en schoon houden daarvan, wat elders De clocke temperen heetteGa naar voetnoot(1):
Staatsarchief te Brugge, Register nr 2948 of Rekening ‘van de prochie van Eessene’ van 1637-1638, fol. 1 vo: ‘Betaelt Maerten Zoete, coster, over het stellen vande oorloggie, met het haijeren van diere, vanden jaere gheexpireert den laetsten april 1638...’
Id., id, Rek. id van 1634-1635, fol. 1: ‘Te betaelen den zelven (Maerten Zoete, coster ende schoolmeestre deser prochie) over een jaer dienst van het stellen ende haijeren vande orlogie...’
Id, Register nr 12358 of Rekening ‘vande kercke van Jabbeke’ van 1580-1581, fol. xv: ‘Betaelt den zelven Jan Maryn ter cause ende over tayeren de oorloige vande kercke...’
Id, id., Rek. id. van 1655-1656. fol. 9 vo: ‘Betaelt an Mr Pieter van Duijfhuijs, over drie maenden dienst als schoolmeestre, t'onderhouden vande horlogie ende het schrijven van...’
Zelfs werd Ayeren ende toesien gezegd van het toezicht op het stipt uitvoeren van zekere godsdienstige stlchting in de Sint-Gilliskerk te Brugge:
La Flandre, II. 56: ‘Ontfaen van der wedewe van H., x gr., ende dat voor tayeren ende toesien over die van der Commune, dat zij t' Sondaechs zinghen zouden O salutaris, x gr.’ (Rek. der Sint-Gilliskerk, te Brugge, over 1534-35.)
***
In het Fransch is het woord overgeloopen tot Aisier. Onzes inziens, heeft dit in den onderstaanden tekst eigenlijk niets te maken met Mettre à son aiseGa naar voetnoot(2). Aisier beteekent | |
[pagina 304]
| |
hier, spr van zieken, die Behandelen, Hanteeren, Bezorgen, inzonderheid die Verplegen, Verzorgen (van het noodige, zoowel zorg als voedsel, voorzien):
Staatsarchief te Brugge, Fonds van het Sint-Janshospitaal aldaar, Charters, oud nr 7085, voorloopig blauw nr 2662: ‘... les grans misions et frez que les dis supplians (freres et seurs de lOspital Saint-Jehan à Bruges) susportent de jour en jour oudit hospital, pour aisier les povres qui y viennent, qui sont grant nombre..’ (Minute van een brief, geschrift der 14de-15de eeuw.)
Men vergelijke met Aaisier, dat beteekent, naar Scheler, Gloss. op Froissart, Fournir du nécessaire (boire, manger, logement). Overigens dit Aisier komt overeen met Hantieren uit den tekst hieronder:
Gab Celis, Het Klooster van den Nieuwenbosch (te Gent), blz. 4: ‘Om te stichten ende maecken een hospitael, om alle arme srecken crancken menschen vande voors. stede. in haeren uittersten noodt ende cranckheyt eenen toevlucht te hebbene om ghehantiert ende van alle nodruft besorght te worden...’
Met ons Ayeren en varianten staat voorzeker in verband het Fransche woord Haier, dat niet, naar La Curne de Sainte-Palaye, Faire une hare beteekent:
La Curne, Dict., vo Haier: ‘Toutes gens estoient retrait en la haie dou Louvion et avoient là mené à sauveté, et copé et havet le bois de tel maniere que on ne povoit venir à euls fors à grant malaise.’ (Froissart, III, 36.)
De tekst is duidelijk: de in het bosch gevluchte lieden hadden dit zoodanig ‘gehanteerd’, dat men moeilijk tot hen geraken kon.
Evenmin is Haier: Chasser dans un bois fermé de haies:
‘Icellui chevalier donna congié et licence de chacier et haier ès garennes de nostre dit frere’. (Archives Nationales, JJ, 106, p. 224, an. 1374)
De bedoeling is trouwens, dat de ridder aan eenieder toelating had verleend, om in de warande van zijn broeder te jagen, die warande te ‘hanteeren’. Edw. Gailliard. |
|