| |
| |
| |
De school met schriftelijke leergangen
door Omer Wattez.
Iets nieuws in onzen tijd is de school met schriftelijke leergangen door middel van briefwisseling.
Is het mogelijk school te houden zonder dat meester en leerlingen in een gebouw of op eene plaats te zamen komen? Is het eene school, waar elk van zijnen kart te huis blijft, terwijl de leerlingen toch de lessen van den meester volgen? Zoo men aan iemand deze vragen stelde, zou hij misschien zonder nadenken antwoorden, dat zulke school tot het rijk der verbeelding behoort Als men hem nu uitlegt. dat althans in groote steden talrijke scholen met schriftelijke leergangen bestaan, dat de leerlingen zelden of nooit de school bezoeken, soms veraf wonen, zelfs in andere landen of werelddeelen, dan zal hij misschien toch nog betwijfelen of zulke scholen wel dienst kunnen bewijzen en niet van die nieuwigheden zijn, welke de tijd, de mode en de zucht naar verandering bij den mensch invoeren En hij zal u wellicht ongeloovig aankijken, terwijl gij hem uitlegt hoe zulke scholen gesticht worden, in werking komen, blijven voortbestaan, en er alle dagen nieuwe aangekondigd worden.
Het onderwijs met schriftelijke leergangen is nochtans zulk geene nieuwigheid als men wel zou denken. Het dagteekent uit den tijd toen het schrift werd uitgevonden, en de eene mensch aan den anderen op een stuk papier zijne meening, zijne kennis of zijne gevoelens mededeelde. Dat kon nog geene school geheeten worden; toch was het onderwijs. Wie aan iemand schrijft, onderricht hem, en dat is de grond, waarop de school met schriftelijke leergangen is gesteund Het woordelijk onderwijs is ouder, want de mensch kon spreken eer hij kon schrijven Een mensch die goed kon spreken kreeg toehoorders, maakte school, eerst wellicht in open lucht, later in bepaalde gebouwen. Zoo een gebouw noemde men de school De school met schriftelijke leergangen is ontstaan uit het briefschrijven en het verzenden der brieven met de post De geschiedenis er van is zou eenvoudig als het vertelseltje van het ei van Colombus. Het is uiterst gemakkelijk een ei op zijn puntigste uiteinde te doen staan; maar men moet eerst een ei hebben en er moet iemand meê beginnen.
| |
| |
Men is met de school met schriftelijke leergangen begonnen in de groote steden, waar tal van leeraars in alle vakken te vinden zijn, die over tijd beschikken om te huis het werk van leerlingen te verbeteren, het op een bureau te laten brengen, van waar het aan de leerlingen wordt teruggezonden.
De school met schriftelijke leergangen is eerder eene handelsonderneming dan eene zaak van opvoeding.
Toen de oorlog aan gang was en ik in November 1914, uit Nieuwpoort met de mijnen werd verbannen, nam ik de wijk naar Parijs, waar ik familie had. En daar ik mijnen tijd niet in ledigheid zocht door te brengen, richtte ik mij tot zulke school, waarvan de advertenties in alle dagbladen staan. Ik stelde mij voor als leeraar in de levende talen en gaf mijn naamkaartje. Ik werd dadelijk aan 't werk gesteld; als Belg was ik welkom, en bij mijn vertrek vroeg ik een getuigschrift, dat ik als eene gedenkenis bewaar. Ik was leeraar in de school Pigier te Parijs, welke er niet minder dan drie groote instellingen heeft in de voornaamste straten.
Onderwijs wordt er mondeling en schriftelijk gegeven in alle vakken van het leerprogramma der Fransche onderwijs-gestichten, vooral met het oog op een examen, of voor de praktijk in den handel of de nijverheid. Voor het schriftelijk onderwijs door middel van briefwisseling zijn de lessen op bladen gedactylographiëerd of gedrukt, en worden gewoonlijk met reeksen van twee of vier, met voorgaande verbeterd werk aan de leerlingen gezonden De vragen worden schriftelijk beantwoord, de problema's opgelost, de regels en stellingen beredeneerd, het stijlwerk gemaakt en alles wordt op onbepaalde termijnen naar de schoolinrichting gezonden, die het werk aan de leeraars-verbeteraars ui deelt. Deze schrijven op 't blad de uitleggingen, opmerkingen en verklaringen, die zij noodig achten. Voor elken leerling heeft het bestuur der school eene ‘fiche’ en een ‘dossier’. Er wordt nota gehouden van de waarde van het werk, van het getal lessen en van den vooruitgang van den leerling. Het werk dat de leerling inzendt, is het werk van ééne week; maar er is geen tijd bepaald om het af te maken. Men werkt als men kan, omdat de negen tienden der personen, welke deze leergangen volgen, volwassen menschen, meerderjarigen zijn, die een beroep hebben, een bedrijf uitoefenen, een ambt bekleeden en die slechts hun vrijen tijd aan hunne lessen kunnen
| |
| |
besteden. De inschrijving voor de leergangen geschiedt ten allen tijde. De leerling mag zijne lessen eindigen als hij wil, en hij moet niet meer dan vier lessen op voorhand betalen. Den leerling worden de handboeken aangeduid, die hij voor zijn werk noodig heeft. De school kan ze hem bezorgen; maar hij koopt ze waar hij wil.
***
Ik had reeds twee jaar in de school Pigier gewerkt, Duitsche en Engelsche schriftelijke leergangen gemaakt; want elk leeraar mag zijne leergangen maken, gelijk hij het verlangt. - toen ik in Januari 1917 het bezoek ontving van den heer Weemaes, secretaris van den Minister van Wetenschappen en Kunsten, die in Le Havre verbleef Hij wenschte over de school met schriftelijke leergangen ingelicht te worden. Er zou misschien middel zijn, zei hij, om onze soldaten op 't front, in de hospitalen en de besturen, de gelegenheid te bezorgen wat werk des geestes te kunnen verrichten, dat hun later zou ten goede komen. Die oorlog duurde lang en de soldaten moesten weken, maanden, jaren op dezelfde plaats blijven, en dat was noodlottig voor hunne gemoedsstemming. Onderwijs zou hun misschien wat afleiding bezorgen en zedelijk opbeuren. Naar een school konden zij echter niet gaan; zij moesten op wacht blijven in de loopgraven, of aan hun werk in de talrijke legerinrichtingen, maar somwijlen hadden zij niets te doen, moesten geduldig weken wachten, zonder te weten waar zij heen zouden gestuurd worden, en dat was hoogst vervelend en stemde slecht Ofwel ze lagen gekwetst in hospitalen, waren aan de beternis, doch moesten lang stil blijven. En zij waren verspreid, overal, in alle diensten en op alle punten van het Fransche grondgebied, van aan de vuurlijn tot aan de Middellandsche zee.
De school met schriftelijke leergangen zou misschien iets voor die moedige jongens kunnen doen, zei de heer Weemaes. Ik legde den heer secretaris de zaak uit, toonde hem leergangen en werk van leerlingen en hij was er zeer mede ingenomen. Ik voegde er bij, dat schriftelijke leergangen vooral pasten voor degenen, die degelijk lager of middelbaar onderwijs hadden genoten en tot het betere gedeelte van de leerlingen eener klasse hadden behoord, die zich in een of ander vak wenschten te bekwamen, of een speciaal vak begeerden aan te leeren. Ik zei
| |
| |
hem, dat de school met schriftelijke leergangen minder afval of kaf naliet dan bij de leerlingen in een gesticht met schoolgangers; dat de acht tienden, die een leergang begonnen, dezen gewoonlijk op zeer voldoende wijze eindigden, dat er velen onder waren, die zich desnoods zelf met boeken in de wetenschappen of kunsten zouden kunnen inwerken, naar den stelregel van Carlyle: the best University is a good collection of books; maar dat zij verkozen zekerder te werken onder de leiding van een ervaren meester.
De heer secretaris Weemaes vertrok naar Le Havre en eenigen tijd nadien was, met goedkeuring van den Minister van Wetenschappen en den Minister van Oorlog, de Belgische School voor 't leger met schriftelijke leergangen door middel van briefwisseling ingericht, uitsluitend voor het Belgisch leger.
Met de school Pigier werd overeengekomen voor den dienst der verzending van lessen, dactylographiëeren van leergangen, klasseeren van fiches, onderhoud der dossiers der leerlingen, enz. Dit was noodig om geen tijd te verliezen, en Pigier was van alles voorzien.
De Belgische Regeering meende aan eenige honderden jongens bij 't leger een dienst te bewijzen met hen tot die leergangen voor een lagen prijs toe te laten; - er kwamen er duizenden.
Van 1 Augustus 1917 tot 1 Januari 1919 werden er meer dan 12.000 ingeschreven: soldaten, onder-officieren en officieren. De prijs der lessen werd voor de soldaten zeer laag gesteld: de jongens konden op hunne soldij al niet veel besparingen doen. En toch hadden er velen nog wat geld over om iets te leeren. De school was ingericht met leergangen voor de levende talen, welke noodzakelijk waren voor 't verkeer in 't leger der bondgenooten of voor den handel na den oorlog: Nederlandsch, Fransch, Engelsch, Italiaansch, Spaansch en Russisch.
De verbetering der lessen was toevertrouwd aan uitgeweken Belgische leeraars en leeraressen onzer athenea en middelbare scholen en vrije gestichten. Deze werden naar Parijs geroepen, en toen er werk in overvloed kwam, werden enkele leeraars en onderwijzers van het gesticht voor verminkten te Port-Villez ter hulp geroepen voor de leergangen van Fransch en Nederlandsch, die vele inschrijvers telden.
Meer dan een paedagoog zal me opwerpen dat, van al de vakken van onderwijs de levende talen het minst geschikt zijn
| |
| |
voor schriftelijke leergangen, dat levende talen mondeling moeten onderwezen worden. Zeer waar, maar als dat nu niet kan gedaan worden, dan moet er gewerkt worden met de middelen waarover men beschikt, en men doet het met de zoo dikwijls gelaakte methode van thema's en overzettingen, die, wat men er ook over zeggen moge, zoo slecht niet is, als sommigen beweren.
En of er gewerkt werd door onze soldaten. Dat zouden de duizenden brieven, die in de dossiers gelegd werden, kunnen getuigen. Verder de mondelinge getuigenissen van zoovele frontsoldaten met verlof, die ons te Parijs kwamen bezoeken en die met hunne leeraars in betrekking werden gesteld De brieven met inschrijvingen waren van den beginne af druk ingekomen.
Een soldaat uit de loopgraven voegde bij zijnen brief, getiteld ‘Beste Vriend’, een gedroogd ‘bloempje van het vaderland’, gelijk hij het heette. Andere spraken over hunne familien en hunne lotgevallen, soms over tragische gebeurtenissen; sommige verschoonden zich dat het papier, waarop hunne lessen geschreven waren, er niet al te zuiver uitzag, dat het in de soldatenkeuken was geweest, of dat de ratten en muizen er aan geknaagd hadden. Hoevelen zijn er niet geweest, die boeken en papier door 't bombardement verloren; anderen wier lessen ons teruggezonden werden, omdat zij niet konden besteld worden. Wij wisten wat dat zeggen wilde, en wij hielden eene eerelijst van degenen, die op 't front gesneuveld waren. Een brief deel ik hier in zijn geheel mede. Hij toont ons welke geest die jongens aan 't front bezielde. Hij is gedagteekend 6 October 1918.
- ‘Beste vriend, ik heb nog de 4e en de 5e les niet terug ontvangen, of hebt ge ze misschien ingehouden met den offensief? Zend ze maar op, ik ben er doorgekropen. Vele groeten van uwen Vriend Henri.’
Voor elke taal waren er drie leergangen, opzettelijk praktisch bewerkt: een aanvankelijke leergang, een letterkundige leergang, en een leergang van handelsbriefwisseling. Elke leergang bestond uit 25 lessen. Enke les legde een werk op van driemaal de uitgebreidheid van gewone schoolwerken.
De heer Mi ister Poullet, die te Parijs de school was komen instellen, had er bijzonder op gedrukt, dat alle leergangen moesten kunnen gevolgd worden door degenen, die het Nederlandsch als voertaal verkozen. Zulke leergangen werden door mijne medewerkers en door mij vervaardigd, en dit was geene
| |
| |
kleine taak, daar wij in Parijs geene Nederlandsche methoden konden vinden, en de school zoo gauw mogelijk in werking moest treden.
Om niemand met te veel cijfers en statistiek lastig te vallen, zal ik alleen het getal werken aangeven, welke gedurende anderhalf jaar door de 12 000 inschrijvers ter verbetering werden gezonden Er waren er tot Januari 1919 ongeveer 80 000 welke omtrent 240 000 gewone schoolwerken voorstellen. Het Engelsch komt aan de spits met meer dan de helft. Daarna het Fransch met 22.192. Het Nederlandsch 10.144; het Spaansch 5287; het Italiaansch 2775 en het Russisch 1462. Deze drie laatste talen werden vooral geleerd door personen bij 't leger, die volledige humaniora hadden gedaan, of de universiteit hadden bezocht. Hun werk was over 't algemeen uitstekend gemaakt. Van de 12.000 leerlingen heeft nagenoeg de helft volledige leergangen gevolgd; ongeveer een derde bleef steken, bij gebrek aan voldoende kennis van hunne moedertaal om eene vreemde taal aan te leeren. Hier hebben wij goed kunnen vaststellen, dat vele Vlaamsche jongens, die Fransch of Engelsch wilden leeren, toch zoo gebrekkig hunne moedertaal schrijven. Anderen vormden groepen, bepaalden zich tot het aanvragen van lessen en papier en verbeterden hun werk met dat van eenen makker, of lieten het door een geletterden kameraad verbeteren. Zoo oefenden zij zich ook met makkers of vreemde soldaten in de uitspraak der vreemde talen, en ik ken er, die tot verrassende uitslagen kwamen.
En zoo werkte te Parijs de Belgische School met schriftelijke leergangen van welke mij het bestuur werd toevertrouwd, nadat de heer Adant, prefekt aan 't athenaeum te Brugge, enkele maanden bestuurder was geweest. Hij was ziek en stierf te Parijs in 1918, zoo dat ik metterdaad van den beginne af de zaak beredderd had.
Daar zoovele onzer leerlingen bij het eindigen van hunnen leergang schriftelijk hunne voldoening hebben uitgesproken, en mijne medewerkers en mij hebben bedankt voor de ontvangen lessen, acht ik het op mijne beurt tot mijn plicht de Belgische Regeering en vooral den heer Minister Poullet en zijn secretaris, den heer C. Weemaes, dank te zeggen voor wat zij voor onze soldaten hebben gedaan, zij, die gedurende meer dan vier jaar, van alle intellectuëel werk waren verwijderd, en van welke er zoo velen hunne studiën hadden moeten laten steken.
| |
| |
Het geld, dat de regeering daaraan heeft besteed, zal zeker niet verloren zijn. Honderden Waalsche soldaten leerden onze taal, en honderden Vlamingen volgden de Fransche leergangen; wederzijds toonden zij hun goeden wil om het Belgische talenvraagstuk op te lossen en door de studie der vreemde talen gaven zij bewijs, dat zij weten waar België's plaats is in het wereldverkeer en dat zij er eens wilden deel aan nemen.
Ik neem ook deze gelegenheid te baat om mijne ambtgenooten, de leeraressen en leeraars, te bedanken voor hunne hooggeschatte medewerking. Het waren de heeren Lejeune, Toussaint, Bontinck, leeraars aan de koninklijke athenea, Honhon, schoolopziener, Derboven, leeraar te Brussel, Gyselinek, ingenieur, Renoz, journalist te Londen, de dames de Marès, Herssens, Bertrand, Claessens, gediplomeerde regentessen, de dames Causi (Sparje), Breitmann (Rusland), en Voukovitch (Servie), gediplomeerde leeraressen, en eindelijk de heeren de Dombrowski (Rusland) en Bauthière, licenciaten in de handelswetenschappen van het Instituut te Antwerpen De eerste was leeraar in het Russisch en de laatste nam het ambt waar van secretaris-schatmeester. Beiden zijn vrijwilliger-soldaat geweest, werden gekwetst, de eerste aan den Yser, de tweede bij Verdun in de rangen van het vreemdenlegioen in Frankrijk. Verder, zooals ik gezegd heb, waren ons nu en dan de leerkrachten van het verminkten-gesticht te Port-Villez behulpzaam.
Dit is, hooggeachte collega's, de mededeeling, welke ik wenschte te doen over de Belgische school met schriftelijke leergangen, ingericht te Parijs door de regeering van Le Havre voor het Belgisch leger.
Brussel, den 23 September 1919.
|
|