Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1919
(1919)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 140]
| |||||||||||||||||
Vergadering van 16 Juli 1919.Zijn aanwezig de heeren: Z.E. Kan. Amaat Joos, bestuurder; Jhr. Mr. Nap. de Pauw, onderbestuurder, en Edw Gailliard, bestendige secretaris; de heeren: Karel de Flou, Prof. Dr. Ad. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, eerw. Dr. Hugo Verriest, Is. Teirlinck, Prof. Dr. C. Lecoutere, Dr. Leo Goemans, Prof. Dr Jos. Mansion, Omer Wattez, Prof. Dr. Leo van Puyvelde, Prof. Dr. Lod. Scharpé. Prof. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Dr. A. Vermeylen en Dr. A-J.-J. Vandevelde, werkende leden; de eerw. heer Jos. Jacobs, briefwisselend lid, en de heer Prof. Dr. Logeman, buitenlandsch eerelid.
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de Junivergadering, dat wordt goedgekeurd.
***
Plechtige ontvangst door den heer M. Lippens, gouverneur der provincie Oost-Vlaanderen. - 8 Juli. - De heeren Kan. Am. Joos, bestuurder, en Jhr. Mr. Nap. de Pauw, onderbestuurder, waren verhinderd de Ontvangst bij te wonen. In naam van de Koninklijke Vlaamsche Academie, heeft de Bestendige Secretaris, samen met den heer Prof. Dr. Ad. de Ceuleneer, den heer Gouverneur geluk gewenscht met zijn hoogst vereerende benoeming: hij hoopte, zegde hij, dat onze Instelling altijd op zijn welwillende genegenheid zal mogen rekenen. De Heer Gouverneur bedankte hartelijk voor de uitgesproken gevoelens en verzekerde de heeren Gailliard en de Ceuleneer dat hij zich gaarne ten dienste van onze Koninklijke Instelling zal stellen.
*** | |||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||
Aangeboden boeken. - De Bestendige Secretaris legt de lijst over van de boeken aan de Academie geschonken:
Door de Regeering: Woordenboek der Nederlandsche Taal. 3de deel, 29ste afl. (5de van het 3de stuk). Fatsoeneeren-Flauw, bewerkt door Dr. J.A.N. Knuttel. 's Gravenhage en Leiden, 1919. - 7de deel, 9de afl. Kamper- Kansel, bewerkt door Dr. A. Beets. Id. - 13de deel, 7de afl. Roggeteunis-Rommelkamer, bewerkt door Dr. R. van der Meulen. Id.
Tijdschriften. - Arbeidsblad, no 5, 1919. - Revue Sociale Catholique, nos 3-4, 1919.
Door de ‘Académie Royale d'Archéologie de Belgique’, te Antwerpen: Bulletin, 1914, nos 1-2. Annales, 6e série, Tome VI, nos 1-4.
Door den heer Omer Wattez, werkend lid, te Brussel: Wattez (Omer). - Beelden uit België. Sonnetten door Omer Wattez, Lid der Koninklijke Vlaamsche Academie. Parijs, 1918.
Door den heer Taco H. de Beer, buitenlandsch eerelid: Beer (Taco H. de). - De Waarheid aangaande den tegenwoordigen oorlog. Geput uit: 1. De kleurboeken der oorlogvoerende staten. - 2. De Geschiedenis. - 3 Den Bijbel. - 4. Het Woordenboek der Nederlandsche taal, door Taco H. de Beer. Amersfoort, z.j. (1915.)
Door den Z.E.H.Ch. Caeymaex, Plebaan Deken, te Mechelen: Caeymaex (Ch.). - Précis d'éloquence sacrée, à l'usage des élèves du Grand Séminaire de Malines. Malines, 1916. - Over het bijwonen der H. Mis. - Andermaal over het H. Misoffer. - De Geheimen der Mis. - Liturgie der H. Mis. - Om de H. Mis met godsvrucht bij te wonen. Vijf overdrukken uit De Bode van den H. Franciscus van Assisië. - Sprokkelingen op het Gebied der Kanselwelsprekendheid. Overdruk uit La Vie diocésaine. Leuven, 1914. - La Cartabelle de Malines pour l'an 1916. Malines, 1915. - Nouveau supplément au cours de Méthodologie à l'usage des èlèves du Grand Séminaire de Malines. - Troisième supplément id. - Complément id. - Complément B, id.
Door Jhr. R. Schoorman, Staatsarchivaris, te Gent: Schoorman (Robert), conservateur des archives de l'Etat, à Gand. - Philippe de la Kethulle. Quelques notes au sujet d'un Généalogiste Gantois au début du XVIIe siècle. (Supplément à l'Indicateur Généalogique, Héraldique et Biographique. Juillet 1914.)
Door de heeren A. en V. Van der Schelden, boekhandelaars, te Gent: | |||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||
Taelsleutel (De). Tweede leesboek. Het Vaderlijke Huis. Met kerkelijke goedkeuring. Sint Truiden, 1855. Vandenbossche (J.-J.), onderwijzer in Aelst. - Spel-konst (Nieuwe Nederduytsche) ofte Wóorden-schat ter bespiegeling aen de leerzugtige jongheyd voorgedraegen. Gend, 1816. Histoire littéraire et poétique. De l'ancienne poésie teutonique. (Overdruk.) Rijk (J.A. de) pr. - Aan de nagedachtenis van Maria Stuart op den derden eeuwaag van haar overlijden, 18 Februasi 1887 (Overdruk.) Klaroen (De) van 't Noorden. Geïllustreerd nummer. Mei 1912. Nr 19. Eekloo z.j. (1912.) A.N.A. - Verzameling van opstellen; 1ste deel. - Tweede druk. Antwerpen, 1846. Tremerie (H. de). - Nieuwe Verzameling van opstellen, toegepast op al de regels van de Syntaxis der Fransche Spraakleer van den eerw. heer Blieck. door H. de Tremerie. Gent, z.j. (1871.) Joos (Am.). - Vlaamsche Spraakleer ten gebruike van het middelbaar en normaal onderwijs. 3de uitgaaf. Gent, 1901. Katholiek (De). Godsdienstig, geschied- en letterkundig maandschrift. Mei, 1887.
Door den heer Dr. E Wiersum, archivaris van Rotter dam: Wiersum (Dr. E.). - Het receptenboek van Barent Hovius, chirurgijn te Rotterdam, door Dr. E. Wiersum (Overgedrukt uit het Nederl. Tijdschrift voor Geneeskunde Jg. 1918, tweede helft, no 16.) Id. - Alchemie te Middelburg in 1604. door Dr. E. Wiersum. (Overgedrukt uit het Archief uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1918.)
Door de Redactie: Mnemosyne, nr 3, 1919. Tijdschrift der Gemeentebesturen, nrs 4-7, 1919.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Paeuw (Leo de). - De Hervorming van het Volksonderwijs in Belgie, door Leo de Paeuw, inspecteur-generaal van het lager onderwijs in België. Met een woord vooraf van Fernand van Langenhove, wetenschappelijk secretaris van het Sociologisch Instituut Solvay, te Brussel. Groningen, 1918. Storme (Jules), advocaat bij 't Beroepshof te Gent, Doctor in Wijsbegeerte en Letteren. - Maatschappelijke Vrede en Economische Wederopbloet. I. België vóor den Oorlog. II. België en de Wereldramp. III Nieuwe tijden - Nieuwe wegen. Bekroond antwoord op de prijsvraag in 1918 uitgeschreven door den Katholieken Werkliedenbond ‘Het Volk’ te Gent. Gent, z.j. (1919.) | |||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||
Beeckman (B.G.). - Prijsvraag over het Vraagstuk der Werkherneming, uitgeschreven den 9 Februari 1918, door den Antisocialistischen Werkliedenbond van 't Arrondissement Gent-Eecloo. Verslag van den Keurraad, door heer advokaat B.-G. Beeckman, Schrijver van den Keurraad. Gevolgd door een kortbondig geschiedkundig overzicht nopens den prijskamp. Gent, z.j. 1918.
De Gids, nrs 6-12, 1919. Een groote Vlaming. Deken De Bo. Zijn leven en zijn werken. Kortrijk 1914
Voor den Aug. Beernaert-prijskamp werden de hieronder volgende boeken ingezonden: | |||||||||||||||||
1916-1917.Door den Heer L. De Pestele, Gentsche Steenweg 8. te Kortrijk: Jonge Eiken, onuitgegeven Novelle over Vakbeweging. Hs. in dubbel. Ingezonden onder kenspreuk Utile dulci: Piet Vos' Kinderverhalen. nr III, De Duivelsbrug. Op rijmdicht vrij bewerkt naar eene volkslegende. Gent, September 1917. | |||||||||||||||||
1918-1919.Door den heer J.-L. Singelijn, rustend onderwijzer aan de Rijks Middelbare Jongensschool, Gheeraerdtsstraat 1. te Aalst: Singelijn (J L). - Najaarsvruchten Fabels en Gedichten voor de Jeugd, door J.-L. Singelijn. Brussel, z.j. (1919.)
***
Ingekomen brieven. - Vervolgens stelt de Bestendige Secretaris de Vergadering in kennis met de hieronder volgende ingekomen brieven:
| |||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||
Brief van 20 Juni, waarbij de heer Frans van Cauwelaert den Bestendigen Secretaris zijn oprechten dank betuigt voor het bericht van zijne benoeming tot briefwisselend lid van de Academie. ‘Deze onderscheiding - zegt hij - viel mij zeer onverwacht te beurt. Ik stel ze destemeer op prijs en zal gaarne, naar mijn best vermogen, deelnemen aan de werkzaamheden van onze leidende Vlaamsche taal- en letterkundige Instelling.’
Brief van 20 Juni, waarbij de heer Fierens den Bestendigen Secretaris hartelijk dank zegt voor zijn vereerende mededeeling. ‘Ten zeerste waardeer ik het - aldus luidt het in zijn brief - door de geleerde Instelling, waarvan gij met zooveel gezag het bestendig secretariaat waarneemt, geroepen te worden om in haar schoot te zetelen. Aan de geheele Academie mijn eerbiedige erkentenis! Naar de mate mijner krachten, zal ik het mijne bijdragen om in en door uwe Vereeniging mijn land en mijn volk te dienen.’
Brief van 22 Juni, waarbij Mejuffrouw Virginie Loveling, bij hare verkiezing tot briefwisselend lid, dank zegt voor de bewezen eer en verklaart die zeer gaarne aan te nemen. | |||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||
Brief van 23 Juni, waarbij Mejuffrouw Maria E. Belpaire den Bestendigen Secretaris bericht, dat zij het tot een aangenamen plicht rekent de Koninklijke Vlaamsche Academie te bedanken voor de eer welke zij haar wel wil aandoen.
Brief van 23 Juni, waarbij de heer Karel van de Woestyne den Bestendigen Secretaris verzoekt, zijn oprechten dank voor zijn vereerende benoeming van briefwisselend lid aan de heeren Leden der Academie te betuigen.
Brief van 12 Juli, waarbij de heer Herman Teirlinck ontvangst bericht van het schrijven van den Bestendigen Secretaris aangaande zijn benoeming tot briefwisselend lid der Academie. ‘Ik onderstel - zegt hij - dat deze verheffing tot eene waardigheid, waarmede mijne al te geringe praestaties op wetenschappelijk gebied zich bezwaarlijk aankleeden kunnen, eigenlijk bedoeld is om mijn bescheiden litteraire pogingen aan te moedigen. Als dusdanig is zij mij eene eer waarover ik mij ten zeerste verheug en welke op zeer levendige wijze mijne dankbaarheid wekt.’
4o) Nieuwverkozen buitenlandsche eereleden. - Brief van 19 Juni, waarbij de heer Dr. A.J. Eymael zijn diepgevoelden dank betuigt voor zijn benoeming tot buitenlandsch eerelid. ‘Moge het mij - schrijft hij - met het oog op mijnen gevordenden leeftijd en mijn wankele gezondheid, gegeven zijn aan de verplichtingen, welke deze benoeming mij oplegt, zij het in geringe mate te voldoen.’
Brief van 20 Juni, waarbij de heer Prof. Dr. Logeman den Bestendigen Secretaris bericht dat hij zijn benoeming tot buitenlandsch eerelid volgaarne aanneemt, en hem verzoekt aan de Leden der Academie kennis van zijn antwoord te willen geven.
Brief van 25 Juni, waarbij de heer Dr. Jac. van Ginneken S.J., den Bestendigen Secretaris dank zegt voor | |||||||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||||||
de vriendelijke mededeeling der hem te beurt gevallen onderscheiding. ‘Wil aan de leden der Koninklijke Vlaamsche Academie - schrijft hij - mijn erkentelijkheid betuigen voor het in mij gestelde vertrouwen’.
Brief van 26 Juni, waarbij de heer Eug Cortyl, onder-voorzitter van het Comité Flamand de France, den Bestendigen Secretaris verzoekt de heeren Leden der Academie te bedanken voor zijn benoeming tot buitenlandsch eerelid onzer Koninklijke Instelling. De Academie heeft aldus hulde willen brengen aan het ‘Comité Flamand de France’, dat sedert ruim zestig jaar heeft medegewrocht tot het in eere houden van de Vlaamsche overleveringen in het Noorden van Frankrijk en tegen het uitsterven van onze oude Vlaamsche taal geworsteld heeft.
Brief van 29 Juni, waarbij de heer Felix de Coussemaker, lid van het Comité Flamand de France, den Bestuurder der Academie voor zijne benoeming tot buitenlandsch eerelid hartelijk dank zegt. Door zijne verkiezing heeft ongetwijfeld, schrijft hij, de Academie willen herinneren aan de vele verdiensten van zijn bloedverwanten, de heeren Edmond en Ingenaas de Coussemaker, die, gedurende jaren, zich met geschied- en letterkundige studiën over Fransch-Vlaanderen hebben onledig gehouden. Zijne benoeming zal hem nog meer hechten aan het Vlaamsche land, dat, zoowel in Frankrijk als in België, onder den laatsten oorlog zoo schrikkelijk beproefd werd.
Brief van 5 Juli, waarbij de heer Mr. P.J.M. Aalberse, minister van Arbeid, te 's Gravenhage, ontvangst bericht aan den Bestendigen Secretaris van zijn schrijven van 18 Juni, waarin deze hem de vereerende mededeeling doet, dat de Koninklijke Vlaamsche Academie hem tot buitenlandsch eerelid verkozen heeft. ‘Ik behoef u wel niet te zeggen - schrijft hij dat wanneer de koninklijke bekrachtiging mij bekend zal zijn geworden, het mij een eer zal zijn deze benoeming, welke ik op hoogen prijs stel, te aanvaarden.’ | |||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||
Brief van 14 Juli, waarbij Prof. Dr. C.G.N. de Vooys dank zegt voor de eervolle onderscheiding die hem vanwege de Koninklijke Vlaamsche Academie te beurt valt. ‘De vriendschappelijke betrekkingen, die ik - zegt hij - sinds jaren met de Zuid-Nederlandse vakgenoten onderhield, zullen er, naar ik hoop, door versterkt worden.’ | |||||||||||||||||
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.1o) Verzending van uitgaven. - Werden, den 24 Juni, verzonden aan de verschillende personen die de uitgaven der Academie ontvangen:
2o) Boekerij der Academie. - Boeken door den heer Dr. W. de Vreese in bruikleen genomen. Ontbrekende boeken. (Zie boven blz. 77.) - Het hieronder volgende boek is ingekomen:
Marcus Mastelinus. Necrologium monasterii Viridis Vallis. | |||||||||||||||||
Mededeelingen namens Commissiën.1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer Dr Jos. Mansion, secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel, over de morgenvergadering door de Commissie gehouden: | |||||||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||||||
Zijn aanwezig de heeren: L. Willems, voorzitter, Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Edw. Gailliard, Kan. Muyldermans, K. de Flou, Is. Teirlinck, leden, en Jos. Mansion, lid-secretaris.
Er wordt voorgesteld beide lezingen in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. (Goedgekeurd.)
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Gustaaf Segers, secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel, over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren: Dr. Leo Coemans, voorzitter; Omer Wattez, ondervoorzitter; Prof. Dr. Ad de Ceuleneer. Kan. D. Jac. Muyldermans, Kan. Am. Joos, Dr. Hugo Verriest Prof Dr. C. Lecoutere, Jos. Jacobs, leden, en G. Segers, lid-secretaris.
| |||||||||||||||||
[pagina 149]
| |||||||||||||||||
- De bijdrage van den heer Segers wordt onder de leden der Commissie besproken. Zij vallen t' akkoord dat het stuk in de Verslagen en Mededeelingen en in het Bijblad zal opgenomen worden. (Goedgekeurd.) | |||||||||||||||||
Dagorde.1o) Uitsluiting van den heer Dr. Eug. van Oye. - Na den heer Bestuurder gehoord te hebben en op voorstel door het Bestuur gedaan, beslist de Vergadering den heer Dr. Eug van Oye, werkend lid, uit de Academie te sluiten.
2o) Verkiezing van een werkend lid, tot vervanging van de heeren Dr. Jan Bols en Dr. Eug. van Oye. - Worden door den Bestuurder als stemopnemers aangewezen, de heeren Dr. Jac. Muyldermans en Karel de Flou.
Worden verkozen:
tot vervanging van den heer Dr. J. Bols, de heer Jos. Jacobs, briefwisselend lid; en
tot vervanging van den heer Eug. van Oye, de heer Karel van de Woestyne, ambtenaar aan het Ministerie van Wetenschappen en Kunsten, te Brussel. | |||||||||||||||||
[pagina 150]
| |||||||||||||||||
3o) Plechtige openbare vergadering van Zondag, 4n October. - De Academie beslist den heer Minister Joris Helleputte, werkend lid, te verzoeken als feestredenaar te willen optreden, met een lofrede ter verheerlijking van ons geliefd Belgische Vaderland.
4o) Wedstrijden voor de jaren 1915, 1916, 1917, 1918 en 1919 uitgeschreven. - Op de uitgeschreven prijsvragen, die, naar een aankondiging in het Staatsblad en in ettelijke dagbladen geplaatst, dienden ingezonden, zijn enkel vijf antwoorden binnengekomen. - Benoeming van de keurraden.
a] Voor 1915: Prijsvraag over de Klankleer van het Hollandsch dialect in de middeleeuwen. - Den 15 Juli 1919 is ingekomen een antwoord met kenspreuk: Die scriven soude int openbaer,
Dat elken mensche te wille waer,
Die soude vro op moeten staen.
Dirc. Potter, Der Minnenloep.
Worden tot leden van den keurraad aangewezen, de heeren Prof Vercoullie, Prof. Dr. C. Lecoutere en Dr. Leo Goemans.
b] Voor 1915: Prijsvraag over de Germanismen. - Den 25 Februari 1919 is ingekomen een antwoord met kenspreuk: Geen rijker kroon dan eigen schoon.
Worden tot leden van den keurraad aangewezen, de heeren Jos. Jacobs, Gust Segers en Prof. Dr. Mansion.
c] Voor 1915: Prijsvraag over de Geschiedenis van het Lager Onderwijs onder de Oostenrijksche Regeering. - Den 2 Mei 1919 is ingekomen een antwoord met kenspreuk: Eenvoud.
Worden tot leden van den keurraad aangewezen de heeren G Segers, Dr. Jac Muyldermans en Omer Wattez | |||||||||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||||||||
d] Voor 1916: Prijsvraag over de Lakenweverij. - Den 27 Augustus 1915 is ingekomen een antwoord met kenspreuk: Lakenweverij.
Worden tot leden van den keurraad aangewezen, de heeren Dr Leo van Puyvelde en de heeren van Vlaanderen en van Speybroeck, vakkundigen te Gent.
d] Voor 1918: Prijsvraag over het Gentsch Idioticon. - Den 15 Mei 1919 is ingekomen een antwoord met kenspreuk: A.M.G.G. - Enkel de letter A (beslaande 19 pakjes met fiches) werd ingezonden. Daarbij gaat een Memorie van toelichting, gedagteekend van 15 Mei 1919, gericht tot de ‘Heeren Voorzitter en Leden der Koninklijke Vlaamsche Academie te Gent’, waarbij Schrijver eenige vragen stelt omtrent de wijze waarop het gevraagd Idioticon dient opgemaakt, en uitleggingen geeft over de door hem gevolgde wijze van samenstelling van zijn werk.
Worden tot leden van den keurraad benoemd de heeren Dr. Leo Goemans, Prof. Mansion en Prof. Dr. C. Lecoutere: zij worden verzocht het ingezonden deel van het handschrift na te zien, de vragen door de Memorie van toelichting gesteld te beantwoorden, en te beslissen of zij, ja dan neen, aan de Academie zullen voorstellen de prijsvraag opnieuw uit te schrijven.
*** - Het Bakkersbedrijf. Prijsantwoord in vergadering van 18 Juni 1913 bekroond. Er werd alsdan beslist, dat de schrijver van het stuk zich de aan- en opmerkingen van den heer G Segers, derden verslaggever, moest ten nutte maken. - Te dien einde werd het antwoord, den 30 Juni, aan den schrijver den Heer Ach. Quicke, thans bestuurder der Middelbare school te Boom, medegedeeld. Het stuk is teruggekomen: eer het ter pers gaat, wordt het, als gevolg op de beslissing der Academie, aan een laatste onderzoek van genoemden heer Segers onderworpen. | |||||||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||||||
5o) Minister Aug. Beernaert-prijs. Voorstel van het Bestuur. - Gedurende den Oorlog werden voor den Beernaert-prijskamp maar weinig boeken ingezonden.
Voor het:
Wanneer de Academie nu in aanmerking neemt, dat voor het eerste tijdvak (1912-1913) 83 werken aan den wedstrijd deel namen, dan zal zij wellicht er toe besluiten het tweede, het derde en het vierde tijdvak tot één tijdvak samen te brengen en desnoods twee prijzen van duizend frank toe te kennen. De uitslag zou op de Plechtige Vergadering van het jaar 1920 openbaar gemaakt worden. - Dit voorstel maakt wel is waar inbreuk op het reglement van het Fonds (Zie Jaarboek voor 1914, blz. 193-194), maar het is door de omstandigheden zeer wel te wettigen. Men lette op art. 7 van het Reglement, dat zegt: ‘Wordt de prijs niet toegekend, dan wordt het beschikbaar bedrag bij het kapitaal gevoegd, of wel kunnen, na afloop van het volgende tijdvak, twee prijzen worden toegekend, ter beoordeeling van de Academie’. Dat artikel is thans van toepassing. Overigens zou de Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten om de noodige toelating verzocht worden. (Goedgekeurd.)
6) Lezing door den heer Prof. J. Vercoullie: Over verdubbeling en te dezer gelegenheid over kabouter, pantoffel, duffel en stof. - De heer J. Vercoullie handelt over reeksen verdubbelingen, waarin men, in plaats van de herhaling van den beginmedeklinker en van de volgende klanken van het gegeven woord, vaste | |||||||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||||||
medeklinkers en klinkers heeft, die kunnen volstaan om aan te duiden dat er een verdubbeling bedoeld wordt. Hij verklaart dan o.a. Ndl. Kabouter (d.i. ka-balder of ka-bolder) als een verdubbeling van balderen, bolderen, bulderen, waardoor het een synoniem wordt van poltergeist, - en Fr. pantoufler (waarvan pantoufle een verbaal naamwoord is) alsook mitoufler als een verdubbeling van *toufler, ontleend aan den Mdd. vorm van ons doffelen, duffelen. Ndl.-Hgd. toffel en ons duffel zijn verbale naamwoorden van hetzelde doffelen, duffelen, en Fr. étoffer (waarvan étoffe eveneens een verbaal naamwoord is) is ontleend aan den Mdd. vorm van het simplex doffen.
- De heer Bestuurder stelt voor de lezing van den heer Vercoullie in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen.
- De heer Jos. Jacobs bedankt de Academie voor zijn vereerende benoeming tot werkend lid. (Toejuiching.)
- De vergadering wordt te 4 uur gesloten. |