| |
| |
| |
Vergadering van 18 Juni 1919.
Zijn aanwezig de heeren: Eerw. Kan. Amaat Joos, bestuurder; Jhr. Mr. Nap. de Pauw, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren: Karel de Flou, Dr. Lod Simons, Prof. Dr. Ad. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Dr. Hugo Verriest, Is. Teirlinck, Prof. Dr. C. Lecoutere, Dr. Leo Goemans, Prof. Dr. Jos. Mansion, Omer Wattez, Prof. Dr Leo van Puyvelde, Prof. Dr. Lod. Scharpé, Prof. J Vercoullie, Mr. Leonard Willems en Dr. A. Vermeylen, werkende leden.
De heeren Minister J. Helleputte en Mgr. Rutten, werkende leden, en Jos. Jacobs, briefwisselend lid, hebben laten weten dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De Bestendige Secretaris geeft lezing van het verslag over de Mei-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
***
De eerw. Heer Dr. J. Bols, werkend lid, neemt zijn ontslag: hij wordt tot binnenlandsch eerelid benoemd. - De heer Bestuurder geeft lezing van den hieronder volgenden brief, gisteren bij den heer Bestendigen Secretaris toegekomen:
Aarschot, 14 Juni 1919.
Weledele Heer Secretaris,
Gelief aan de heeren Leden van het Bestuur en de andere collega's mede te deelen dat, om wille van de voortdurende, eilaas steeds toenemende krankheid mijner oogen, ik
| |
| |
mij genoodzaakt vind om mijn ontslag in te dienen van werkend lid der Academie. Het spijt mij diep deze beslissing te moeten nemen.
Met mijne vriendelijke groeten.
J. Bols.
De heer Bestuurder richt hier tot de Vergadering een warm woord van deelneming in de droevige omstandigheden, die den heer Bols verplichten van zijne collega's afscheid te nemen; hij zegt:
Dat die beslissing den heer Bols diep spijt, is licht te begrijpen. O! Zoo zeer is hij aan de Academie gehecht! Gij kent zijn stiptheid op onze vergaderingen, gij kent zijn talrijke verdienstelijke bijdragen van velerlei aard. Jammer dat zijn krankheid hem niet meer toelaat eenig toezicht te hebben over de begonnen uitgave van Liederen van Dokkum. De Academie was voor den heer Bols een tweede familie. En, als een onzer medeleden door den dood werd weggerukt, was het altijd zijn eerste zorg, gelijk men doet voor familieleden, een of ander gedenkenis van den overledene te bezitten om zijn geheugen langer en levendiger in den geest te bewaren.
Ons allen ook spijt zijn heengaan diep. Hij kon hier niet anders dan vrienden hebben, hij die zoo hartelijk was voor iedereen, die nooit een driftig woord over zijn lippen liet komen en in wien elke lezer of spreker, welke ook de behandelde stof mocht wezen, een eerbiedigen en aandachtigen toehoorder vond.
En, zoo 't mij toegelaten is hier een woord van mij zelven te spreken, zal ik zeggen dat ik met bijzonder leedwezen zijn plaats zal ledig zien. Toen ik nog student en een vreemde voor hem was, moedigde hij mij in mijn eerste letterkundige proeven aan en gaf mij wenken die ik dankbaar heel mijn leven gevolgd heb.
Mijnheer Bols, dunkt me, is te zeer aan ons verknocht dan dat wij niet zouden wenschen hem ten minste in den geest onder ons te behouden. Daarom stel ik u voor hem tot binnenlandsch eerelid uit te roepen.
De ziekte zijner oogen maakt zijn verder leven tot een donkere eenzaamheid. Weze die titel voor hem gelijk een blijde lichtstraal in de droeve duisternis die hem overvalt;
| |
| |
wcze die titel voor hem gelijk een geestelijk gezelschap in zijn gedwongen eenzaamheid.
Het voorstel van den heer Bestuurder wordt geestdriftig toegejuicht. Mededeeling zal daarvan aan den heer Bols gegeven worden.
- In de Juli-vergadering zal er tot de verkiezing van den opvolger van den heer Bols overgegaan worden.
***
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Royaume de Belgique. Ministère de l'Industrie, du Travail et du Ravitaillement. Le Secours aux chomeurs. Compte rendu des travaux et des conclusions de la Commission spéciale du chomage. Avril 1919. Bruxelles, 1919.
Tijdschriften. - Arbeidsblad, nr 4, 1919. - Revue Néo-Scolastique, août, 1914.
Door Prof. Ad. de Ceuleneer, werkend lid Ceuleneer (Ad. de). - Les Serrure, par Adolf de Ceuleneer. Extrait de la Biographie Nationale, t. XXII, col. 242-272.
Id. - L'Autel d'Hercule du Musée de Termonde, par Adolf de Ceuleneer. Termonde, 1914.
Id. - Les Monuments de Termonde. Rapport présenté à la séance du 9 août 1915 de la ‘Commission provinciale des Monuments de la Flandre Orientale’, par le Prof. Ad. de Ceuleneer.
Door den heer Dr. Alf. Fierens, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum, te Brussel:
Fierens (Dr. Alfons). - Het Belgische Vaderland. Een Bijdrage tot de Wijsbegeerte der Vlaamsche Beweging. Grimbergen, 1919.
Door Pater Ed. Fraussen, Minderbroeder, te Lokeren:
Fraussen (P. Ed.), candidaat in de Germaansche Philologie, leeraar aan het St.-Antoniuscollege te Lokeren. - Nederlandsche Spraakkunst voor het middelbaar en normaal onderwijs. Gent, 1919.
Door den heer Th. Sevens, letterkundige, te Kortrijk:
Sevens (Theodoor). - De Duitschers in Belgie. Kortrijk, z.j. (1919.)
| |
| |
Door Mej. J.W.P. Drost, te Amsterdam:
Drost (J.W.P.). - Het Nederlandsch Kinderspel vóór de zeven tiende eeuw. 's-Gravenhage, 1914.
Door den heer Michelangelo Billia, te Florentië:
Billia (Michelangelo). - Il vero Uomo. Estratto dalla Rivista ‘Bilychnis’, fasc. di Febbraio 1919.
Door de Redactie:
Mnemosyne. Bibliotheca philologica Batáva. Nova Series, 1918, pars IV; 1919, pars I-II.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Célis (Gab.) pr., werkend lid der Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde van Gent. - Geschiedkundige bijdragen. I. De Blijde Inkomsten der Graven van Vlaanderen in de Sint-Pieters abdij van Gent. Gent, 1919.
II. Het Klooster van den Nieuwenbosch. (1201-1797.) Id.
Heyse (Théod.). - L'Occupation allemande en Flandre. Index Documentaire. Tome I L'Université flamande, par Théodore Heyse, avocat à la Cour d'Appel de Gand Préface de M. Georges vanden Bossche, avocat à la Cour d'Appel de Gand, professeur à l'Université. Second fascicule. Gand, 1919.
Visart (Comte Amédée), Bourgmestre et Député de Bruges. - La Belgique bilingue. Bruxelles-Bruges, 1919,
Ruildienst. Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatstverschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Dietsche Warande en Belfort, nr 4, 1919. - Tijdschrift der Gemeentebesturen, nr 10, 1914; nrs 2-3, 1919.
Voor den Aug. Beernaert-prijskamp werden de hieronder volgende boeken ingezonden.
Tijdvak 1916-1917.
Door den heer Ernest Claes, Poststraat, 58, te Brussel:
Claes (Ern.). - Uit den Oorlog. Namen 1914, door Ernest Claes. Antwerpen, z.j. (1917.)
Door den heer Alf. Sevens, Steurstraat, 7, te Gent:
Sevens (A.). - Bij Brave Menschen. Hedendaagsche roman, door Alfons Sevens. Antwerpen, z.j. (1916.)
| |
| |
Id. - Vergeet-me-nietjes. Drie novellen. Antwerpen, z.j. (1917.)
Door den heer Louis De Graeve, Beeldekensstraat, 200, te Antwerpen:
Graeve (Louis De). - Naweeën. Tooneelspel in drie bedrijven. Antwerpen, 1917.
Id. - Op Drijfzand, door Louis De Graeve. Antwerpen, 1917.
Door den heer Felix Timmermans, Keizerstraat, 34, te Scheveningen (Nederland):
Timmermans (Felix). - Pallieter. 7de druk. Amsterdam, z.j. (1917.)
Id. - Het Kindeken Jesus in Vlaanderen, door Felix Timmermans 3de druk. Amsterdam, z.j. (1917.)
Tijdvak 1918-1919.
Door den heer Ernest W. Schmidt, Kerkstraat, 59, te Antwerpen:
Schmidt (Ernest W.). - Het Kindernummer, Solstuk in drie bedrijven door Ernest W. Smidt (sic). Antwerpen, 1918.
Id. - Een Eiland. Stuk in één akt, door Ernest W. Schmidt. Antwerpen, 1918.
Id. - De Uitra's. Satiriek Blijspel in eén bedrijf, door Ernest W. Schmidt. Antwerpen, 1918.
Door den heer Fritz Francken Schulstraat, 7, te Antwerpen:
Francken (Fritz). - Het Heilige Schrijn. Deze verzen werden geschreven aan 't front, in de sectors van Ramscappelle, Pervyse, Boesinghe, Merchtem, Steenstraete, De Panne, 1918.
Id. - De vijf Glorierijke Wonden. De Panne, 1919.
Door den heer Ernest Claes, Poststraat, 58, te Brussel:
Claes (Ernest) - Oorlogsnovellen, door Ernest Claes, met een voorwoord van J. de Cock. Leiden, 1919.
***
Ingekomen brieven. - Vervolgens stelt de Bestendige Secretaris de Vergadering in kennis met de hieronder volgende ingekomen brieven:
1o) | Begrooting voor 1919. Vermeerdering van toelage. - Brief van 24 Mei, waarbij de Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten den Bestendigen Secretaris bericht, dat hij op het ontwerp van begrooting
|
| |
| |
| der Koninklijke Vlaamsche Academie voor 1919 een vermeerdering van toelage heeft nedergeschreven. |
| |
2o) | Drukwerk. - Brief van 7 Juni, waarbij de Weled. Heer Minister, van Wetenschappen en Kunsten den Bestendigen Secretaris machtigt, voor het drukken der Verslagen en Mededeelingen, met den heer W. Siffer te onderhandelen op grondslag van het ontworpen contract. |
| |
3o) | De Oorlog. - Brief van 15 Mei, uitgaande van het bureel van de Nederlandsche Maatschappij voor Oudheidkunde, te 's Gravenhage, waarbij aan de Academie, ter beantwoording wordt gezonden een exemplaar van het ‘Projet de questionnaire relatif à la protection des oeuvres d'art en temps de guerre’. - Het stuk wordt ter tafel neergelegd. |
| |
4o) | Koninklijke Academie van Wetenschappen, te Amsterdam (Academia Regia Disciplinarum Neerlandica). Wedstrijd ‘ex Legato Hoeufftiano’. - Gedrukte brief van 15 April 1919, ondergeteekend G. Snouck Hurgronje, ‘Ord. lit. Acad. reg. praeses’, houdende mededeeling van den uitslag van den wedstrijd voor 1919 en van het programma van den wedstrijd voor 1920. |
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.
1o) Ed. de Dene's Testament. (Zie Versl. en Meded., jaarg. 1908, blzz. 90-92.) - Bij brieve van 31 Mei, heeft de Bestendige Secretaris aan den heer L. de Wolf, apotheker, te Brugge, het Hs. teruggezonden.
2o) Ingekomen prijsantwoorden. - Karel Boury-Fonds. Prijskamp voor dichters. (Zie Versl. en Meded., jaarg. 1914, blz. 798.) - Is den 26 Mei ingekomen, een antwoord met kenspreuk Alver Haegen.
Den 2 Juni, een id met kenspreuk Madeliefje.
Den 16 Juni, een id. met kenspreuk Utile dulci.
| |
| |
| |
Dagorde.
1o) Bestendige Commissiën: Besturen, bij overgangsmaatregel voor de jaren 1919-1920-1921. - Mededeeling van den uitslag der-verkiezing. - Naar mededeeling gedaan door den Secretaris van ieder der Bestendige Commissiën, werden in vergadering van heden morgen de hieronder volgende heeren verkozen:
I. | - Door de Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde:
Voorzitter: Heer Kan. Am Joos; |
Ondervoorzitter: Heer Dr. L Simons; |
Secretaris: Heer Prof. Vercoullie. |
|
| |
II. | - Door de Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde:
Voorzitter: Heer Is. Teirlinck; |
Ondervoorzitter: Heer Dr Jac. Muyldermans; |
Secretaris: Heer Omer wattez. |
|
| |
III. | - Door de Bestendige Commissie voor Geschiedenis- Bio- en Bibliographie:
Voorzitter: Heer Mr. Leonard Willems; |
Ondervoorzitter: Heer Dr. Jac. Muyldermans; |
Secretaris: Heer Prof Dr. Jos. Mansion. |
|
| |
IV. | - Door de Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch:
Voorzitter: Heer Dr. Leo Goemans; |
Ondervoorzitter: Heer Omer Wattez; |
Secretaris: G. Segers. |
|
2o) Lidmaatschap der Academie. Verkiezingen. Stemopnemers: Worden door den Bestuurder aangewezen, de heeren Dr. C. Lecoutere en O. Wattez
| |
| |
| |
I. - Openstaande plaatsen van Briefwisselend Lid. Worden verkozen:
|
tot vervanging van heer |
|
mejuffrouw Belpaire, te Antwerpen, |
Hipp. Haerynck; |
|
heer Fr. van Cauwelaert, volksvertegenwoordiger, te Antwerpen. |
Raphaël vanden Berghe; |
|
heer Fierens, leeraar aan het K. Athenaeum te Brussel, |
Dr. Is Bauwens; |
|
mej. Virginie Loveling, te Gent, |
Prof. Dr. L. van Puyvelde; |
|
heer Maurits Sabbe, leeraar aan het K. Athenaeum, Antwerpen, |
Prof. Dr. Lod. Scharpé; |
|
heer Herman Teirlinck, leeraar aan Staatsnormaalschool, te Brussel, |
Ingenieur Fabri; |
|
hr K. van de Woestijne, ambt. aan het Ministerie van Wetenschappen. |
Mr. Lod. Dosfel. |
| |
II. - Openstaande plaatsen van Buitenlandsch Eerelid. Worden verkozen, de heeren:
|
tot vervanging van |
|
1o) |
Minister Aalberse, te 's Gravenhage, |
Dr. Kern; |
|
2o) |
J.F.E. Celliers, te Pretoria, |
W.H. James Weale; |
|
3o) |
Eug Cortyl, te Saint-Omer, |
Dr. Johan Winkler; |
| |
| |
4o) |
Felix de Coussemaker, te Bailleul, |
H. Quack; |
|
5o) |
P.J. du Toit, te Potchefstroom, |
Tepe vam Heemstede; |
|
6o) |
Dr. H.J. Eymael, te Brussel, |
Dr. Jostes; |
|
7o) |
Pater van Ginneken, S.J., te Oudenbosch, |
Dr. Kluge; |
|
8o) |
Jörgenson, te Kopenhagen, |
Dr. Roethe; |
|
9o) |
Dr. Logeman, te Gent, |
Dr. Bolte; |
|
10o) |
De Vooys, te Utrecht, |
Dr. Schlüter; |
|
11o) |
Wright, te Oxford. |
Dr. Seelmann. |
3o) Lezing door den heer Segers: De humanistische strekking van het volksonderwijs. - De heer Segers omschrijft eerst het begrip humaniteit. Humaniteit beteekent, in algemeenen zin, menschelijkheid. Deze bestaat in het veredelen der ethische en verstandelijke eigenschappen, welke den mensch kenmerken, vooral der ethische, en valt daarom samen met het begrip der hoogere zedelijkheid, hier in den zin van beschaving. In het middelbaar Onderwijs van den hoogeren graad wordt het humanisme hoofdzakelijk door de studie der klassieke talen bevorderd.
Tot nog toe werd weinig over de humaniora in de lagere school gehandeld. Toch is het hoogst noodzakelijk, dat de menschelijke eigenschappen vooral ontwikkeld worden bij het volk, dat geen ander onderwijs dan het volksonderwijs geniet. De lagere school is de volksschool.
Elk degelijk onderwijs, de geleidelijke ontwikkeling van den leerling, is, in zekeren zin, humanisme.
| |
| |
De heer Segers bespreekt de eigenschappen, welke het volksonderwijs moeten kenmerken om de zuiver menschelijke vermogens bij het volkskind, en aldus bij het volk te ontwikkelen. Hij trekt te velde tegen de materialistische strekking, tegen de oppervlakkigheid, welke het volksonderwijs al te zeer aankleven. De lagere school mag niet in de plaats der beroepschool of vakschool willen treden; hare taak is het kind harmonisch tot mensch op te leiden. Dit geschiedt door het onderricht der taal, der moedertaal. De taal onderscheidt vooral den mensch van de andere geschapen wezens; de ontwikkeling der menschelijke vermogens, van gansch den innerlijken mensch, houdt gelijken tred met de ontwikkeling der moedertaal.
De heer Segers handelt uitvoerig over het onderricht der moedertaal in de volksschool, waar de geestesontwikkeling gedurig met de taalontwikkeling gepaard hoeft te gaan, en waar alle zakenonderricht terzelfdertijd taalonderricht moet wezen. De leerlingen moeten voorbereid worden om door het gebruik eener beschaafde omgangstaal en het genot der volksletterkunde hunnen geest uit te breiden en hun gemoed te veredelen. Dat is humanistisch onderwijs.
De Bestuurder stelt voor de lezing van den heer Segers in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. - (Toejuiching.)
- De vergadering wordt om vier uur gesloten.
|
|