Jaarlijksch feestmaal.
28 Juni 1914.
Het feestmaal had plaats in het eeresalon der Academie.
Zaten aan, de heeren: Z.E. Kan. Amaat Joos, bestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
Eerw. Dr. Jan Bols, Karel de Flou, Dr. L. Simons, Prof. dr. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Prof. dr. Willem de Vreese, eerw. Dr. Hugo Verriest, Is. Teirlinck, V. Dela Montagne, Mr. Paul Bellefroid, Dr. Eug. van Oye, Dr. Leo Goemans, Prof. dr. J. Mansion en Omer Wattez, werkende leden;
Alf. de Cock, Prof. dr. Leo van Puyvelde en Ing. Edm. Fabri, briefwisselende leden.
De heeren Jhr. Mr. Nap. de Pauw, eerw. Dr. Muyldermans, Joris Helleputte, Prof. dr. C. Lecoutere, werkende leden, Prof. dr. Lod. Scharpé en Prof. dr. Jul. Persyn, briefwisselende leden, hebben bericht gezonden dat zij verhinderd zijn het feestmaal bij te wonen.
***
Onder den maaltijd, stelde de eerw. Kan. Amaat Joos, bestuurder, als volgt een heildronk in ter eere van Z.M. den Koning, van H.M. de Koningin en van de Koninklijke Familie:
Geachte Heeren,
Aan Koning ALBERT, den hoogen Beschermheer van onze Academie!
Koning ALBERT bewijst te weten dat de helft van zijn volk uit Vlamingen bestaat.
Hij bezigt onze taal, ook bij de plechtigste gebeurtenissen; hij stelt belang in onze letterkunde en moedigt onze kunste-