Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1914
(1914)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 412]
| |
Onze taal in de ‘Commission de reforme de l'enseignement moyen’
| |
[pagina 413]
| |
tre 1o dans la partie flamande du pays; 2o dans la partie wallone du pays? of, gelijk het tegenoverstaande voorstel luidde: 1o en Wallonie; 2o en Flandre et à Arlon? En die vraag werd, naar den laatsten en gewijzigden tekst, door de meerderheid met ‘neen’ beantwoord. Hevig verzet werd hiertegen aangeteekend door eenige Vlaamsche leden der Commissie. Doch het hielp niet; men trok zich dat verzet niet aan, en de stemming ging haren gang. Dat er nu duizenden, duizenden Vlamingen in Luik, in Bergen, in Charleroi en elders verblijven: wat geeft dit! Zij zullen er b.v. in de greco-latijnsche humaniora, Latijn en Grieksch, en Fransch en Duitsch kunnen of moeten studeeren, omdat de wet die vakken oplegt. Maar hunne taal, het Nederlandsch, de taal van de overgroote meerderheid van België's bevolking, zal de wet terzijde laten, of althans mag zij die doodzwijgen en door het Duitsch vervangen. Dit zal afhangen van de grillen of luimen van een Waalschen beheerraad, die de vier verplichte aan te leeren talen bepaalt zonder rekening te houden met de rechten, wenschen of behoeften van eene Vlaamsche burgerij in 't Walenland woonachtig. Voor den Vlaming mag het recht waar zijn burgerschap van Belg hem het genot moest van waarborgen, den nek gebroken, zoo hij zich in het Walenland neerzet; - maar de Waalsche Belg, waar hij zich wende of keere, zal er, voor zijn kinderen, een bijzonder regiem in den name der wet ingericht vindenGa naar voetnoot(1)... Zoo oordeelt 'n officiëele | |
[pagina 414]
| |
Commission de Réforme de l'Enseignement moyen in 't jaar O.H. 1914, het 84e na de officiëele verklaring: Alle Belgen zijn gelijk voor de wet!
- Men zie de discussie hierop gevolgd, in het verslag van de vergadering van de ‘Commissie van het Onderwijs in en door het Nederlandsch’ van 20 Mei 1914, boven blzz. |
|