Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1914
(1914)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I.Verwonderen zal het wellicht meer dan een, dat, in deze verhandeling over de voertaal van het lager onderwijs, over het aanleeren der tweede taal in de lagere school, er geene spraak zal zijn van de bespreking der Schoolwet, zelfs van de zoogenaamde Vlaamsche amendementen, welke dezer dagen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft plaats gehad. In mijn opstel Pedagogische BetrachtingenGa naar voetnoot(1) haalde ik de spreuk van Rothe aan: ‘Wanneer men eene goede zaak bederven wil, moet men eene partijzaak van haar maken’. Ik ben daar dieper dan ooit van overtuigd. Het belang onzer moedertaal, van de ware, alzijdige geestesontwikkeling, van de nationale opvoeding van ons dierbaar Vlaamsch Volk brengt in mij alle andere gevoelens tot zwijgen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beide zijn onafscheidelijk. De ontwikkeling der moedertaal houdt gelijken tred met de ontwikkeling van den menschelijken geest; elke vordering in de kennis der andere onderwijsvakken wijst ook eene vordering in de taalvorming aan; en, omgekeerd, elke vordering in de taalvorming bereidt eene vordering in de andere onderwijsvakken voor, en maakt die mogelijk; ik heb deze stellingen al te dikwijls ontwikkeld, dan dat het noodig zij er hier andermaal op terug te komen. Het grondbeginsel, dat de moedertaal het eenig doelmatig voertuig is van alle degelijk onderricht, werd, bij mijn weten althans, niet ernstig betwist. Doch, de voertaal moet tevens de landstaal zijn. Behoudens uitzonderlijke gevallen is de moedertaal der leerlingen tevens de landstaal. Is zij dit niet, dan hoeft de landstaal de onderwijstaal te wezen. Niet alleen omdat anders erge misbruiken kunnen gebeuren, en ook gebeuren; maar omdat, indien eene andere taal dan de landstaal bij het onderwijs wordt gebruikt, dit onderwijs moeilijker bij het leven kan aansluiten dan in het tegenovergestelde geval. Veronderstellen wij, dat eenige, zelfs talrijke Vlamingen, te Bergen zijn gevestigd. Zij hebben eene school, waar onze taal de voertaal van het onderwijs is. Hunne kinderen hooren en spreken die taal te huis, zelfs bij hunne stamverwanten. Dat is goed. Er bestaat geene Vlaamsche school. De kinderen zijn in verschillende scholen der stad verspreid, waar alles in het Fransch gebeurt. Ik ben zoo dwaas niet te denken, dat dit stelsel te prijzen valt. Verre van daar. Maar wij staan hier voor een uitzonderlijk geval. Daarbij stuit men op grooter moeilijkheden, indien men den anderen weg volgt. Die tien of meer kinderen in eene school, waar er honderden zijn, die slechts Fransch spreken en hooren spreken, zullen, na enkelen tijd, vrucht uit het onderwijs trekken, te meer, daar, behoudens het ouderlijk huis, geheel hun leven Fransch is. Het is zelfs te denken, dat dit ook bij vele ouders na eenige jaren verblijf het geval zal zijn. Ik herhaal het, en luide: zulk onderwijs is op zich zelf niet in den haak, daar de eerste ontwikkeling dezer kinderen in onze taal is geschied. Doch, wat gebeurt, wanneer de landstaal de onderwijstaal niet is? De kinderen hooren deze taal buiten hun ouderlijk huis niet. En wat erger is: wanneer zij de school hebben verlaten, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hooren zij die, om zoo te zeggen, in het geheel niet meer. Want de groote meerderheid hunner zal toch wel in de streek blijven. Zal dan niet veel van hun onderwijs in den stroom des levens verloren gaanGa naar voetnoot(1)? Wat voor de Vlaamsche kinderen in het Walenland waar is, is het ook voor de Waalsche in de Vlaamsche gewesten. Het is om de onmogelijke en ongewenschte eenheid na te streven, dat men van het territoriaal stelsel niet wil hooren. Een feit kan niemand loochenen: de Voorzienigheid heeft gewild, dat ons land uit Vlaanderland en Walenland bestaat, wier bewoners een goed onderscheiden karakter en eene eigen taal bezitten, die de afspiegeling van dit karakter is. Dit kan geene menschelijke macht veranderen: onze eigen geschiedenis, en zelfs die van veroverde gewesten, heeft dit onherroepelijk bewezen. Daarbij, wij zijn een eigenaardig volk, wij bezitten eene eigenaardige taal; wij willen een eigenaardig volk blijven en onze eigenaardige taal behouden. Ons volk moet door zijne taal ontwikkeld worden, ons volk moet Vlaamsch blijven, omdat wij onze Vlaamsche kunst niet willen prijs geven: deze slechts kan bloeien, indien zij Vlaamsch is, en dit is slechts mogelijk indien ons volk Vlaamsch | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
is en blijft. Daarom is ons grondbeginsel: in de Vlaamsche gewesten moet de voertaal van het onderricht Nederlandsch, in de Waalsche moet zij Fransch zijnGa naar voetnoot(1). Dit belet geenszins, dat wij een voorbeeldigen staat kunnen uitmaken, waar al de burgers gelukkig kunnen leven, waar Vlamingen en Walen zich naar hunnen eigen aard, door middel hunner eigen taal, kunnen ontwikkelen. Dat dit tot de wezenlijke macht en grootheid van België moet bijdragen, hoeft wel geen betoog. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II.Van Zwitserland, waar later sprake zal van zijn, hebben wij veel te leeren. Daar heeft men niet twee, maar drie landstalenGa naar voetnoot(2), en taalstrijd is er onbekend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daar is alles, wat het gebruik der talen betreft, in den zin der stipste rechtvaardigheid geregeld. In de landstreek, waar eene taal door de meerderheid der bewoners gesproken wordt, is deze taal de ambtelijke taal, d.i. de taal van het bestuur, het onderwijs en het gerecht.
Bundesrichter Dr. Albert Affolter schrijft daarover:
Die Amtssprachen. - Gelten als Amtssprachen, in denen man mit den Behorden verkehren kann, die diei Nationalsprachen: die deutsche, franosische und italienische. In den Kantonen kommt es darauf an, welche sprache die vorherschende ist; es gibt solche, welche zwer Amtssprachen habenGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III.Te Brussel met zijne voorsteden, in de gemeenten, die aan de taalgrens liggen, is de toestand uiterst kiesch en moeilijk: ik erken het volmondig. Waar het mogelijk is, moet de moedertaal de onderwijstaal zijn. Wat daar het taalonderwijs betreft, schreef mij de heer Helm, inspecteur over het normaalonderwijs te Schwabach, in eenen brief (26 December 1901) waarin hij het onderricht eener tweede taal in eene gewone lagere school bestrijdt:
‘Anders is het met de zaak gesteld, wanneer men kinderen te onderwijzen heeft, die in een midden opgroeien, in welks dagelijksch verkeer twee talen gesproken worden. In dit geval kan ook in de lagere scholen, van het begin af, in beide talen onderwijs gegeven worden, op zulke wijze, natuurlijk, dat beide wedeizijds in elkander grijpen, elkander steunen en versterken. De maat aan onderrichtstijd zou, in dit geval, nauwelijks 50% tegenover een eentalig onderricht bedragen.’
Op deze laatste opmerking vestig ik de aandacht van de bestuurlijke overheden. De volstrekte noodzakelijkheid van het gebruik der voertaal bij het onderwijs wordt er op aangrijpende wijze bewezen. De opmerking is waar: nergens is de taak van den onderwijzer zoo moeilijk als aan de taalgrens, en in de tweetalige gemeenten in het algemeen. Nergens zijn de uitslagen van het onderwijs zoo gering, wat de algemeene geestesontwikkeling | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
betreft. Overal is de personaliteit des onderwijzers van veel grooter belang dan de wetten en verordeningen; maar in de tweetalige gemeenten is meer dan elders vakkennis, liefde tot het ambt, onverdroten werklust noodig. Vooral is de grondige kennis van beide talen onontbeerlijk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV.In mijne verhandeling: De Voertaal van het Lager Onderwijs; de tweede taal in de Lagere SchoolGa naar voetnoot(1), heb ik medegedeeld, dat, tijdens het laatste driejarig tijdvak (1909-1911) de Fransche taal, als tweede taal, binnen en buiten de schooluren, in 3, 124; de Nederlandsche in 512 Belgische lagere scholen onderwezen werd. Daaraan valt, voor het oogenblik, geene verbetering te verhopen. Het eenige, wat wij zullen verkrijgen, is, dat met dit onderricht der tweede taal niet te vroeg aangevangen worde; laat ons zeggen vóór den derden graad. De reden daartoe heb ik meer dan eens blootgelegd. Het al te vroeg aanleeren eener tweede taal brengt verwarring in den geest der leerlingen en bevordert het woordenonderwijs, de grootste plaag van onzen tijd. Ook wordt in de weinige vreemde streken, waar eene tweede taal onderwezen wordt, nergens vóór het tiende, op de meeste plaatsen niet vóor het twaalfde jaar, met dit onderricht aangevangen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V.Wat mij betreft, ik blijf dieper dan ooit overtuigd, dat het onderricht der tweede taal in de lagere school niet te huis behoort. Hoewel ik voor eene verloren zaak pleit, zal ik andermaal bewijzen, dat het grootste deel van den tijd, zoo niet gansch de tijd, dien men, in de Vlaamsche gewesten, in de lagere school, aan het onderricht der tweede taal heeft besteed, in den vollen zin des woords, verloren tijd mag genoemd worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik geef hier het getal mannen en vrouwen van boven de 15 jaar van al de gemeenten van het arrondissement Turnhout op, die verklaard hebben Nederlandsch en Fransch te spreken. Er dient opgemerkt, dat daartusschen zich niet weinigen bevinden, die de Fransche taal in middelbare scholen en pensionaten geleerd hebben, dat de geestelijken, dokters, notarissen, kloosterzusters enz daarbij gerekend worden, zoodat, indien men dezen van de tweetaligen aftrekt, het getal hunner, die de Fransche taal in de lagere school hebben geleerd, nagenoeg met nul overeenkomt. Daarbij weet elkeen, dat de kennis dezer taal bij de meesten hunner zeer gebrekkig is.Ga naar voetnoot(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bestuurlijk arrondissement Turnhout.Getal inwoners, boven de 15 jaar, die Fransch en Nederlandsch spreken.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat maakt 7.628 tweetaligen, op eene gezamenlijke bevolking van 135.350 inwoners. In de lagere scholen van dit arrondissement werd nochtans de Fransche taal onderwezen, en een groot deel van den tijd werd aan dit onderwijs besteed, neen verkwist. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zijn de uitslagen in de andere arrondissementen beter? - Men oordeele:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI.Dat zijn de uitslagen van ons tweetalig onderwijs! En, men kan er niet genoeg op drukken: in die arrondissementen heeft men Brussel, met zijne voorsteden, - Leuven, Gent, met hunne machtige universiteiten, atheneums, colleges, pensionaten, - tal van andere steden met hunne leeraars, ambtenaars, geestelijken van beide geslachten, hare burgerij, hare bevolking, die in den vreemde heeft verbleven, medegerekend, - zoodat het getal tweetaligen, die in de lagere school de Fransche taal heeft geleerd, onbeduidend is, hetwelk des te meer in het oog valt, daar 90% der bevolking der lagere school geen ander onderwijs genieten. Zoo was de toestand den 31 December 1900. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VII.Zien wij hoe hij tien jaar later was. De heer Minister van Binnenlandsche Zaken heeft ook de uitslagen der laatste tienjarige volksoptelling te mijner beschikking gesteld, waarvoor ik hem hier mijn hartelijken dank be- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tuigGa naar voetnoot(1). Nemen wij nogmaals het arrondissement Turnhout. In het Verslag over de volksoptelling van 1910 komen voor de eerste maal tabellen voor, waarin het aantal mannen en vrouwen wordt opgegeven, welke twee of meer talen kennen, en gewoonlijk Nederlandsch of Fransch spreken. Ik deel ook deze laatste mede. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bestuurlijk arrondissement Turnhout.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aldus spraken in ons arrondissement, op eene bevolking van 159.679 inwoners, 9.223 personen Fransch en Nederlandsch; 602 spraken gewoonlijk FranschGa naar voetnoot(1). Ten minste 9.223 personen hebben verklaard Fransch te kennen. Ik kan er niet genoeg op wijzen, dat zeer weinigen van deze tweetaligen de tweede taal in de lagere school geleerd hebben. Aldus heeft men te Hoogstraten, Turnhout, Geel en Herenthals seminariën en colleges, met | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 149]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
talrijke leeraars; te Hoogstraten, Merksplas en Wortel landbouwkoloniën met zeer vele ambtenaars; in vele gemeenten kloosters, tolbeambten enz., die elders in dienst geweest zijn. Ik herhaal nogmaals, dat de kennis van de meerderheid dergenen, die in de lagere school de tweede taal geleerd hebben, gebrekkig is. In de andere arrondissementen is de toestand insgelijks nagenoeg dezelfde gebleven; zelfs is sedert 1900 het percentcijfer der eentalige Vlamingen ietwat verhoogd. Het bewijs is geleverd: behoudens enkele uitzonderingen, is het onderricht der tweede taal, in de lagere scholen, tijd- en krachtverspilling. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIII.Deze geringe uitslagen van het onderricht der tweede taal zijn geenszins van aard om ons te verwonderen. Zij verwonderen slechts hen, die het ware wezen van het volksonderwijs niet van dichtbij kennen, die het leven van de oud-leerlingen der lagere school niet hebben nagegaan. Met de algemeene uitslagen is het evenzoo gesteld. Wij allen hebben in de dagbladen de uitslagen gelezen van examens, die men aan soldaten heeft doen ondergaan. Voor dezen was Napoleon I eene provincie in Afrika, voor genen is België een millioen vk. kilom. groot. Sommigen dreven daar geestig den spot mede, voor anderen was het la banqueroute de l'école. Voor den vriend van zijn volk zijn dergelijke uitslagen zeer treurig, doch, in den huldigen stand van zaken, onvermijdelijk. Het past eerst en vooral er de oorzaken van op te sporen. De oorzaken zijn: het overladen der programma's en het feit, dat de gouden spreuk: de school voor het leven, waar men zoozeer mede schermt, in wezenlijkheid geheel en al uit het oog verloren wordt. Beide oorzaken zijn nauw met elkaar verwant: de eene vloeit uit de andere voort. Wat het overladen der programma's betreft, hierover heb ik reeds meermalen gehandeld. Geen ernstig schoolman kan staande houden, dat de programma's onzer lagere scholen kunnen uitgevoerd worden. Het is waar, dat de scholen, waar het programma van den derden graad onderwezen wordt, tot de uitzonderingen behooren. Hoe die oveilading der programma's verklaard? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 150]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik bestrijd stelsels en geene personen: daarom mag de waarheid worden gezegd; het is des te meer noodig, daar hier al te veel wordt gezwegen, terwijl er over onderwijszaken al te veel wordt gepraat. Het overladen der programma's vindt zijnen oorsprong in dezelfde oorzaak, waarom velen het onderricht der Fransche taal per fas et nefas in onze lagere scholen willen doordrijven: de menschelijke ijdelheid, eene der krachtigste drijf veeren van de handelingen der menschen. Hier is een vakman. Hij is overtuigd, dat zijn vak in de lagere school kan, en moet geleerd worden. Te Bergen heeft het Congres voor werelduitbreiding plaats. Physica, scheikunde, vreemde talen moeten in de lagere scholen onderwezen worden. Het lager onderwijs moet aan de werelduitbreiding dienstbaar worden gemaakt. Daar verschijnen ministerieele omzendbrieven over de expansion mondiale, daar worden voordrachten over gegeven aan schoolopzieners en leeraars der normaalscholen. Op de onderwijzersconferentiën wordt haast over niets anders gesproken. Het pijnlijkste is, dat wij tegen deze dwaasheden van bevoegde zijde geen protest vernamen; integendeel daar verschenen tal van boekjes over staathuishoudkunde, over kolonisatie; zij werden door schooloverheden aanbevolen, om in het lager onderwijs gebruikt te wordenGa naar voetnoot(1). Thans is er van werelduitbreiding weinig spraak meer. Eene erge kwaal in ons onderwijs is de veranderingszucht. Men wil altijd wat nieuws. Men wil proefnemingen doen, en niets is zoo gevaarlijk, vooral in onderwijszaken, waar de traditie eene zoo aanzienlijke rol speelt.
De jonge onderwijzer moet voor lichtzinnig experimenteeren gewaarschuwd worden en bewaard blijven. Lichtzinnig experimenteeren, zet de school achteruit, schaadt de leerlingen, en is den onderwijzer onwaardig. Dokters mogen hunne proefnemingen op konijnen doen; kinderen zijn daartoe te edelGa naar voetnoot(2). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IX.De methodes zijn verbeterd, de wereld ligt meer open, er moet meer geleerd worden, het volk heeft meer behoeften; wij lijden per stoom en electriciteit. Goed, maar de hersens der kinderen met electriciteit doen werken heeft men nog niet uitgevonden; en tot nog toe kon geen menschelijke geest ontwikkeld worden, dan door datgene te verwerken wat hem aangeboden wordt, zoomin als de spijs het lichaam kan voeden, tenzij de maag haar kan verteren. Dat jagen in de school, dat loopjesnemen met de wetenschap, het modernism, de bluff, het toegeven aan de menschelijke ijdelheid is een vloek voor ons volksonderwijs. Hooren wij hoe de groote Duitsche meester over den zegen van het Festina lente, van het eenvoudig, wezenlijk lager onderwijs spreekt.
Wat het kind niet opneemt, niet verduwt, niet verwerkt, dat voedt het ook niet, en is hem ook hoegenaamd niet nuttig. Het ongeluk in zoovele scholen is, dat er te veel onderwezen en te weinig geleerd wordt. Hoevele menschen worden ongelukkig, omdat hunne kennissen voor hen geene waarde hebben, daar deze zonder rechte zelfwerkzaamheid verworven zijn, slechts aan de buitenzijde hangen, en noch stoffelijke noch formeele ontwikkeling tot stand brengen! Hoe gelukkiger zouden vele menschen zijn, indien zij in hunne jeugd hadden leeren werken, d.i. indien men hen er aan gewend had gemaakt hunne krachten frisch, vroolijk en vrij te oefenen? Indien dus de school stechts eene plaats van tijdelijk waarnemen is..., wanneer de ondei wijzer slechts voordraagt, indien niet de oefening, die den geest ontwikkelt, en de arbeid, die de kracht wekt, tot hun recht komen, dan is de school geene plaats van zegen, maar een vloek voor de menschheid. Want ondadigheid biengt slapheid en arbeidsonbekwaamheid; aibeidsonbekwaamheid biengt hulpeloosheid; hulpeloosheid biengt nood, nood brengt overtredingen, misdaden en zedelijken ondergang voort De bron van alle ellende, armoede en ruwheid is niet in eene stiefmoederlijke ongelijkheid der natuur, maar in den afkeer van, in de onbekwaamheid tot den arbeid te zoeken. Daarom is ook hij de meester der school onder de schoolleeraars. die het best verstaat zijne leerlingen op gepaste wijze en geestesvormend bezig te houden, zoodat het zelfwerken voor hen geen last, maar een lust is. De vlijtige, mondelinge, en vooral schriftelijke oefening, die op het verstand gegrond is, en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die men vooral in vele dorpsscholen aantreft, verklaart waarom veledorpsscholen met een enkelen onderwijzer het in vele dingen (b.v. orthographe, schriftelijke uitdrukking der gedachten), verder biengen dan vele stadsscholen. Bedachten vele jonge menschen, dat door oefening het begrepene eerst niet alleen volkomen duidelijk, maar ook voor alle tijden behoudbaar wordt gemaakt, en dat, gelijk het spreekwoord zegt, oefening slechts den meester maakt, dan zouden wij het treurige feit niet meer zien, dat zoovele onderwijzers zich in hunne jonge jaren dood doceeren en dood catechiseeren, zonder dat dit voor de kinderen het minste voordeel oplevertGa naar voetnoot(1).
Kehr handelt vervolgens meer bepaald over de overlading, de Ueberbürdung, gelijk onze Oosterburen deze kwaal noemen.
Eindelijk is ook het maathouden op de hoeveelheid der leerstof noodzakelijk. Wien het zaad van den geest te dicht zaait, mag het niet bedroeven, wanneer de opkomende planten elkander ruimte, lucht en licht ontnemen, en wie de kinderen met verstandelijke voedingstoffen overkropt, mag zijn geweten geruststellen, als de kinderen, ten gevolge der oververzadiging, de verstandelijke verduwingskracht verliezen, en tot die soort van karakterloosheid en onverschilligheid komen, waarover men zoo dikwijls bij onze jonge geblazeerde menschen klaagt. Alexander v Humboldt's woord over de overlading en overvoeding der jeugd met leerstof, is nog altijd kenmerkend: ‘De verstandelijke maag van het kind kan veel verdragen; maar tot dat, waar men het hedendaags toe in staat acht, behoort eene struisvogelsmaag. Werden de kinderen minder met groote onderrichtsmassa opgepropt, lette men er meer op, dat de verstandelijke eetlust wakker werd gehouden en de leerlingen voor overvoeding bewaard bleven; zorgde men in het algemeen er voor, dat de kracht der kinderen in de school, slechts op den weg der zelfwerkzaamheid en van den arbeid versterkt werd; dan zou de klacht van zelf verstommen, dat de scholieren zoo gemakkelijk vergeten, en van het geleerde zoo weinig behouden’Ga naar voetnoot(2). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X.Geene spreuk wordt m.i. minder toegepast, althans meer algemeen verkeerd begrepen, dan de zoo dikwijls aangehaalde: non scholae, sed vitae discimusGa naar voetnoot(3). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verstaat men daardoor, dat men in de school niets dient te onderwijzen, dan hetgeen de leerling later noodig heeft, dan is, volgens mij, de spreuk niet alleen valsch, maar bij uitstek gevaarlijk. Moest men haar zoo verstaan, dan zou men de school totaal moeten veranderen: zij zou voorwaar een zeldzaam boeltje worden. Ik zeg niet, dat, wie tijd van leven heeft, er geene staaltjes van zal zien. Volgens mij moet de zaak aldus begrepen worden: Men moet zulk onderwijs geven, en men moet het op zulke manier geven, dat het niet alleen in de klas, maar ook in het latere leven, zijnen invloed doe gevoelen. Hier heb ik het vooral op het Fransch leeren in de Lagere School. De ijdelheid speelt er meer dan elders de hoofdrol, en nergens laten onderwijzers zich lichter, bijna altijd te goeder trouw, bedriegen, laten overheden zich gemakkelijker zand in de oogen strooien. Aan een kind kan men veel leeren. Goethe waarschuwt ons in zijne Wahrheit und Dichtung, dat wij groot ongelijk zouden hebben van den man te verwachten, wat het kind belooft. 't Is onbegrijpelijk, met welke genialiteit de onsterfelijke dichter van Faust pedagogische waarheden ontwikkelt.
Doch, in plaats van hier ernstige, ja, afkeurende beschouwingen in te lasschen, wend ik liever den blik van dien schoonen tijd af, want wie zou in staat zijn op waardige wijze over den kindertijd te spreken? Wij kunnen die kleine schepsels, die vóór ons rondwandelen, niet anders dan met genoegen, ja, met bewondering aanzien; want meest altijd beloven zij meer dan zij houden, en het schijnt, alsof de natuur, onder andere schelmsche streken, die zij ons speelt, ook hier, op gansch bijzondere wijze, voorgenomen heeft ons beet te nemen. De eerste organen, die zij het kind op de wereld medegeeft, zijn voor den naasten, onmiddellijken toestand van het schepsel aangepast; het bedient zich daarmede natuurlijk, zonder aanstellerij, op de geschiktste manier, tot de naastliggende doeleinden. Het kind, op zich zelf beschouwd, met zijns gelijken, en in betrekkingen die voor zijne krachten aangepast zijn, schijnt zoo verstandig, zoo vernuftig, dat niets daar boven gaat, en terzelfder tijd zoo bekwaam, zoo vroolijk, zoo vaardig, dat men geene verdere ontwikkeling voor hetzelve mocht wenschen. Groeiden de kinderen op dezelfde wijze voort, waarop zij dit aanduiden, dan hadden wij louter genies; doch de wasdom is niet alleen ontwikkeling; de verschillende organische | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stelsels, die den afzonderlijken mensch uitmaken, ontspringen uit elkander, volgen elkander, vervormen zich in elkander, ja, verteren elkander, zoodat van vele vaardigheden, van vele krachtuitingen, na zekeren tijd nauwelijks een spoor meer te vinden isGa naar voetnoot(1).
Ik herhaal het: groote pedagogen van beroep zouden gelukkig zijn deze woorden te hebben geschreven. Wat heeft een kind van twee jaar al geleerd? Wat kent het op vijfjarigen leeftijd van zijne moedertaal? Wat al voorstellingen heeft het? Het is verbazend. Wat zou het zijn, indien de mensch op dien voet in kennissen kon toenemen? Men kan er zich geen denkbeeld van vormen. Doch niemand heeft aan de mogelijkheid daarvan gedacht. In eene lagere school wordt Fransch geleerd. Veel tijd wordt daaraan besteed. Op het einde van den schooltijd zijn de uitslagen hoogst bevredigend. Maar, tien, twintig jaar later? Wil men nogmaals een bewijs onder velen hoe weinig er van overblijft? De heer Paul Lippens sprak onlangs te Gent eene merkwaardige redevoering over deze aangelegenheid uit. Hij zegde o.a.:
Le peuple flamand n'a jamais boudé à l'étude du français: tout au contraire, elle l'intéresse et l'amuse, - mais laisse en lui peu de traces. Cela est normal. Considérez, en effet, que 98% de la population des quatre provinces septentrionales ont pour langue maternelle le flamand, - et que ces 98% sont composés précisement des habitants qui ont le moins d'années de leur vie à consacrer à l'école, et dans la suite, le moins de loisirs à consacrer à la lecture, - comment l'étude du français, qui n'a pu être que celle d'une langue étrangère, pourrait-elle avoir sur eux une action durable? Chaque année j'habite pendant quelque semaines un village flamand où l'étude du français a été particulièrement soignée et où l'on peut soutenir qu'à un moment donné de leur existence tous les garçons et toutes les filles ont été capables de s'exprimer convenablement en cette langue. Depuis plus de soixante ans, tout ce qui peut être fait pour vulgariser le français, y a été réalisé et continuera à l'être, et cependant le rôle de cette langue dans la culture générale | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
y est resté absolument nul. A défaut d'autres preuves, les statistiques des livres français, empruntés aux bibliothèques publiques le démontrent surabondamment. C'est donc par la langue flamande seule que le développement intellectuel et moral du peuple flamand peut être efficacement obtenu, et si désirable que soit pour lui la connaissance du français, il ne faut pas y trouver prétexte pour affaiblir le principal instrument de sa culture. Dans les classes sociales élevées au contraire, l'étude convenable des deux langues usitées en Flandre est possible et c'est à ces classes sociales élevées, et non aux autres, qu'il appartient de forger les liens qui uniront toutes les parties de notre population en un toutGa naar voetnoot(1).
De gemeente, waarover sprake is, is Moerbeke (Oost-Vlaanderen). De broeder des redenaars is er burgemeester; nergens werd meer tijd en zorg aan het onderricht der tweede taal besteed. Welk is de uitslag? In 1900 bestond de bevolking uit 3,108 mannen en 2,854 vrouwen; 5 personen spraken uitsluitend Fransch, 3 uitsluitend Duitsch, 2,627 mannen en 2,090 vrouwen uitsluitend Nederlandsch, 312 mannen en 552 vrouwen Nederlandsch en FranschGa naar voetnoot(2). Tien jaar later telt Moerbeke: 3,440 mannen en 3,173 vrouwen. De bevolking der gemeente is dus met 551 personen gestegen. 8 personen kenden uitsluitend Fransch en 2 uitsluitend Duitsch; 2,933 mannen en 2,644 vrouwen spraken uitsluitend Nederlandsch: dus 802 meer dan 10 jaar vroeger: 382 mannen en 545 vrouwen spraken beide talen, of 63 meer dan 10 jaar vroeger. Als men het toenemen der bevolking en het aandeel der pensionaten, middelbare scholen, waar het onderricht der tweede taal gegeven werd, in aanmerking neemt, zijn de uitslagen van dit onderricht in de lagere school nul. Nochtans is het algemeen gekend, dat de gemeente Moerbeke uitmuntende lagere scholen heeft. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De negatieve uitslagen van het onderricht der tweede taal mogen in geene deele aan de school toegeschreven worden. Dit onderricht is in de lagere school op zijne plaats niet. Slechts wat later kan toegepast worden, heeft daar waarde. Dat is, wat de Fransche taal betreft, voor de overgroote meerderheid der leerlingen het geval niet. Wij, die de Vlaamsche dorpen kennen, die daar wonen, zien dat met eigen oogen. Het volstaat overigens de uitslagen der volksoptellingen na te gaan, en zich daar te overtuigen, dat, in onze dorpen, en zelfs in onze steden, de groote meerderheid der bevolking slechts onze taal spreektGa naar voetnoot(1), om stellig te weten, dat, op geringe uitzonderingen na, de leerlingen der lagere school, later nooit de tweede taal zullen hooren, des te minder, daar verreweg de meesten hunner slechts omgang met de eentaligen hebben. En nu moge men dit betreuren, of er zich om verheugen; men moge bevestigen, dat het Fransch eene wereldtaal, dat België een land van doorvoer is, dat wij talrijke betrekkingen met het buitenland hebben; ik neem dit alles aan, doch blijf bij mijn thema: de meerderheid der leerlingen blijven in hunne streek, daarom wordt al het Fransch, waar gij zoo veel tijd aan verkwist hebt, dien gij zoo nuttig haddet kunnen besteden, na enkele jaren door den levensstroom weggespoeld, zonder eenig spoor na te laten. Een feit staaft dit nog: Slechts in die plaatsen, waar een groot getal personen wonen, die uitsluitend Fransch, en anderen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die uitsluitend Nederlandsch spreken, stijgt het getal tweetaligen op eenigszins merkelijke wijze. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IX.Zeker worden in de lagere school zaken geleerd, en moeten daar geleerd worden, die later verloren gaan. Maar deze hebben bijgedragen om den geest te ontwikkelen, om het karakter te vormen, om den mensch op te voeden, om hem deugdzamer, zedelijker, beter te maken. Hunne vormende kracht blijft. De studie van vreemde talen kan insgelijks eene niet te overschatten vormende kracht hebben. Zij leert, door vergelijking, den aard, den geest der verschillende talen onderscheiden, en aldus de moedertaal beter, grondiger kennen. In dien zin is Goethe's woord waar: Wer nur eine Sprache kennt, kennt keine. Dat de kennis van vreemde talen een weergaloos letterkundig genot veischaft, dat zij alleen ons in staat stelt, den geest, het karakter der vreemde volken te begrijpen; dat zij, in een stoffelijk opzicht, voor velen zeer nuttig is, wie zal dat loochenen? Doch dat is de zaak niet. De zaak is, dat de volksschool, de school voor het volk, volgens de uitdiukking van Comenius, de school der moedertaal is, en dat er geen volk ter wereld bestaat, dat, naast zijne moedertaal, eene tweede taal kent. De zaak is, dat in de lagerc school de tweede taal niet kan onderwezen worden, zonder datgene te verwaarloozen, wat kan onderwezen worden, en wat voor de groote meerderheid harer leerlingen in het bijzonder, en voor de natie in het algemeen, onontbeerlijk is. En zelfs, met dit alles te verwaarloozen, is het nog in het geheel niet bewezen, dat het tweetalig onderricht duurzame uitslagen zou opleveren. Zoo, en niet anders, moet de zaak beschouwd worden.
Een wetenschappelijk man moet vreemde talen kennen. In het Decembernummer, 1913 van het Fransche tijdschrift Le Mercure de France schreef Emile Laloye, onder den titel La langue française cessera-t-elle sous peu de temps d'êtie une langue scientifique? Volgens dezen schrijver is eene wetenschappelijke taal zulke taal, ‘die toelaat aan hem, die ze bezit, bij te dragen tot | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 158]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den vooruitgang der door hem beoefende wetenschap, zonder andere dan in die taal geschreven werken te raadplegen’. In dien zin is, volgens Laloye, het Duitsch, niet het Fransch eene wetenschappelijke taal. Hij schrijft o.a.:
L'Allemand n'a pas besoin de connaître d'autre langue que la sienne pour devenir un savant et fairc progresser la science. La chose devient impossible à un Français. L'Allemand peut se passer de langues étrangères. Le Français en a de plus en plus besoin. Les Allemands ont également devancé les Français sur le terrain des bibliothèques. Il ne faut pas se faire d'illusions; si nous persistons à laisser les choses suivre leur cours naturel, la génération actuelle pourrait peut-être assister au 1870 de la langue française, comme la génération précédente a douloureusement vécu celui de notre gloire militaire et de notre situation politiqueGa naar voetnoot(1).
Ik twijfel niet, of de Duitsche wetenschap staat oneindig hooger dan de Fransche; doch zeker is het, dat men weinige Duitsche geleerden zal aantreffen, die de Fransche taal niet machtig zijn. De Fransche taal is eene wereldtaal; dat is buiten kijf. Doch, nog eens, dat is de zaak niet. Wij zijn in de lagere school, wij hebben daar te leeren, wat de groote meerderheid harer leerlingen volstrekt noodig heeft, en dat kan slechts met de grootste moeite geleerd worden. En zelfs, ‘wat onze taal betreft, weten wij, dat de literatuur, die daarin bestaat, over ieder deel van de wetenschap, meer dan uitgebreid genoeg is, opdat diegene, die zich zou weten eigen te maken wat in het Nederlandsch over een bepaald onderdeel van de wetenschap geschreven is, al een heel geleerde bol zou zijn, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 159]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en dat hij met die wetenschap alleen gewapend, als hij wetenschappelijk vernuft bezit, heel flink de wetenschap zou kunnen voorthelpen’Ga naar voetnoot(1). De lagere school is geene school, waar geleerden worden gevormd, en van vergelijkende taalstudie kan daar geene spraak zijn. Toch kunnen er mannen uit de lagere school komen, die later geleerden, groote geleerden zullen worden: doch dezen zullen het aan hunnen aanleg, aan hunne wilskracht hebben te danken, en vooral hieraan, dat zij een vroolijken kindertijd hadden, hunne eerste ontwikkeling in de moedertaal gebeurde, dat hun geest, in de eerste levensjaren, niet door oververzadiging zoodanig werd verstompt, dat hij tot alle verdere krachtinspanning totaal onbekwaam waren. Niet in broeikassen, maar in Gods heerlijke natuur, komen boomen tot hunne volle ontwikkeling. Voor de 90% der bevolking onzer lagere scholen, is het onderwijs, dat daar gegeven wordt, eindonderwijs. Konden wij dat toch goed aan het verstand onzer bestuurlijke en schooloverheden brengen! Het lager onderwijs moet kinderen tot deugdzame, verstandige, goede menschen, brave burgers opleiden. Het moet hun leeren wat allen zonder onderscheid noodig hebben, in welken stand zij ook geplaatst zijn, te weten: moedertaal, lezen, schrijven en rekenen. Dit hun zoo grondig te leeren, dat zij het later gemakkelijk kunnen toepassen, eischt zooveel oefening, dat zelfs de achtjarige schooltijd daartoe nog te koit is, indien men bedenkt, dat die leerlingen na het verlaten der school zwaren handenarbeid zullen moeten verrichten, en alle dagen de gelegenheid niet hebben zich in de in de school verkregen vaardigheden te oefenen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XII.In plaats van de tweede taal in de lagere school te willen onderwijzen, dede men beter, zoowel in de Waalsche als in de Vlaamsche gewesten, daarvoor bijzondere cursussen in te richten. Daar zouden de vorderingen aanzienlijker zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 160]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doch zij, die hunne ware belangen beharugen, zouden, volgens mij, nog beter doen de lessen der vak- of beroepsscholen te volgen. Wat onze werkmansstand boven alles noodig heeft, is vakkennis en technische vaardigheid. Ik ben geen geestdriftig voorstander van het onderwijs met beroepsstrekking, zooals het in den 4den graad onzer lagere school zal ingericht worden. Niet alleen, omdat ik vrees, dat ons lager onderwijs daardoor gevaar loopt meer en meer door den materialistischen, utilitaristischen tijdstroom medegesleept te worden. Ik vrees, dat dit beroepsonderwijs bittere teleurstellingen zal opleveren. De volksschool moet in hare 4 graden de algemeene geestesontwikkeling nastreven. Bereikt ze dit doel, haar hoofddoel, dan, en dan alleen, kunnen hare leerlingen met viucht de vaklessen in technische scholen volgen, die op onze dorpen broodnoodig zijn. Maar die lessen, die cursussen moeten door vakmannen gegeven worden. De onderwijzer kan dat niet. Men vergt alles van hem; als hij zijn programma met vrucht kan ondeiwijzen, is hij een heel beslagen man. Goed ingelichte vak- en technische scholen geven onze werklieden het middel aan de hand om hunnen toestand te veibeteren, welk beroep zij ook uitoefenen. De gemeentebesturen, de besturen der aangenomen en aanneembare scholen, die dan toch de studie der tweede taal op hun leerplan willen schrijven, zullen, indien het welbegrepen belang hunner medeburgers hun ter harte gaat, met dit onderricht zoo laat mogelijk aanvangen; in geen geval vóór den derden graad, dit is nog merkelijk vroeger dan men daarmede in de weinige scholen van den vreemde begint, waar het tweetalig onderricht bestaat. Het grondig onderricht der moedertaal, de algemeene geestesontwikkeling, zal, benevens de nationale en zedelijke opvoeding, het hoofddoel van hun streven blijven. Zij zullen nooit de zoo schoone als ware woorden van den Zwitserschen Staatsraad Clerc uit het oog verliezen:
‘La mission de l'école populaire est de faire l'éducation du peuple qui l'a instituée et qui la fait vivre. Elle poursuit la triple cultui e du corps, de l'esprit et du caractère des enfants qui lui sont | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 161]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
confiés. Elle contracte envers eux des obligations au point de vue hygiénique, moral, économique et social. L'éducation qu'elle entend donner n'est pas seulement faite pour les années de dépendance de la jeunesse; elle est faite avant tout et surtout pour les années de responsabilité de l'homme et de la femme futurs’Ga naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIII.In het jaar 1901 schreef ik aan verscheidene Duitsche schooloverheden, om hun te viagen, of het, naar hunne meening, mogelijk was, in eene lagere school, benevens de moedertaal, eene tweede taal te onderwijzen, zonder het giondig onderricht der moedertaal, der andere leervakken, de algemeene geestesontwikkeling en de opvoeding der leerlingen te schaden. Tot het opstellen van deze verhandeling herhaalde ik dezelfde vragen aan Nedeilandsche en Zwitsersche pedagogen. Ik vroeg hun tevens, of in de lagere scholen van hunne streek, eene tweede taal onderwezen werd, en ook, indien dit onderricht, om bijzondere redenen, noodzakelijk mocht worden geacht, op welken leeftijd daarmede kon aangevangen worden. Een tijdlang heb ik er aan gedacht hun te vragen, of, volgens hen, de moedertaal der leerlingen de onderwijstaal hoefde te zijn. Ik beken echter rondweg, dat ik dit niet heb durven doen, daar ik met reden vreesde, dat die vreemde schooloverheden mij op hunne beurt zouden hebben gevraagd, of ik wel wist wat onderwijs was, en of het land, waar in eene taal onderwijs wordt gegeven, welke de leerlingen niet verstaan, wel een beschaafd land mag heeten. In 1907 stelde ik deze vraag aan eenige hoogst bevoegde personen uit België en Nederland, die met onze toestanden bekend zijn. De merkwaardige brieven van de heeren Kanunnik Joos, Dr. Pastoor en Dr. Gustaaf Verriest, Temmerman, Brouwer (Leiden), Muller (Utrecht), Simons (Groningen) en Schepens (Haarlem), werden in de Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie afgedrukt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 162]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Profossor Muller schreef mij: ‘Uwe stelling: de moedertaal is het eenig doelmatig voertuig van alle degelijk onderricht, schijnt mij zoo onweerlegbaar, en zoo natuurlijk van zelf sprekend, dat ik niet begrijp wat er tegen aan te voeren zou zijn’. De heer Inspecteur Versmissen: ‘Een bekwaam schoolopziener verzekerde mij voor weinige jaren, dat de slechtste scholen van zijn gebied die zijn van gemeenten, welke aan de taalgrens zijn gelegen. Daar wordt beurtelings Fransch en Vlaamsch gesproken: doch de kinderen kennen noch de eene noch de andere taal grondig; daaraan schreef mijn collega den slechten toestand der zes scholen toe’. Deze opmerking is van het hoogste gewicht. Zij komt overeen met die van den heer Inspecteur Helm, en het gezond verstand volstaat om ze ons te verklaren. Wat meer is, de feiten spreken, en luide. De kinderen kennen noch de eene noch de andere taal grondig. Dat is het ergste niet. Het ergste zijn de gevolgen: de scholen zijn slecht; 't is te zeggen de vorderingen in de andere vakken laten er alles te wenschen over; de algemeene geestesontwikkeling is er onmogelijk. Het onderricht in de tweede taal bij den aanvang van den schooltijd; het gebruik van verschillende talen bij het onderricht der verschillende vakken, breekt de eenheid van het onderwijs, brengt verwarring in den geest der leerlingen te weeg, bevordert de achterlijkheid: kortom maakt alle ernstig onderwijs onmogelijk.
Dr. Pastoor Verriest: ‘Ik kan mij niet inbeelden, dat iemand kan anders peizen en spreken. Professor Dr. Gustaaf Verriest: ‘Onze taal is eene belijdenis van ons stamwezen, eene vreemde taal is een “belijdenis” van een vreemd stamwezen. Het gebruik van een vreemde taal als voertaal van onderwijs en opleiding leidt den jongeling van zijn stamwezen af’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 163]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kanunnik Amaat Joos: ‘Een vreemde taal als voertaal is niet alleen schadelijk voor den geest, maar ook voor het hart, voor het gemoed der leerlingen.... Ik meen, dat een opvoeding met een vreemde taal als voertuig van veel jongelingen gevoellooze ikzuchtigen maken moet’Ga naar voetnoot(1). Over het onderricht der tweede taal in de lagere school, schrijft Dr. J.Ch. Gottlob Schumann: ‘In geene school mag eene leerstof onderwezen worden, die men binnen de tijdruimte, waarover de school beschikt tot het bereiken van het doel, waarom zij zou verdienen op het programma te worden geschreven, niet kan doordrijven. Reichsgerichtsrat Dr. Petersen: ‘Naar de algemeene grondbeginselen, die voor het onderwijs in acht moeten genomen worden, is hier (in de lagere school) voor het onderlicht eener tweede taal geene plaats. Ook zou de tijd, die daar zou aan besteed worden, noodzakelijk aan de andere onderwijsvakken moeten onttrokken worden. Het onderricht in de Fransche taal is op zijne plaats in de middelbare scholen, bijzondere scholen, avondscholen en hoogere onderwijsinrichtingen’Ga naar voetnoot(3). Emile Deschanel: ‘Laten wij de vreemde talen daar, als wij tot de jonge Franschen der lagere scholen spreken. Later zullen zij die kunnen leeren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 164]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verwarren wij in den eersten graad van hun onderwijs de talen niet; slechts hunne schors kunnen wij overigens toonen’Ga naar voetnoot(1). Uit de brieven, die ik uit Duitschland ontving, haal ik slechts aan: ‘Eene tweede taal op het leerplan der volksschool of lagere school schrijven, die niet tevens de moedertaal der leerlingen is, zou ik nooit kunnen goedkeuren’Ga naar voetnoot(2). In de lagere scholen van Duitschland wordt geene tweede taal onderwezen, en nergens ter wereld heeft het lager onderwijs zulken machtigen, zulken zegenrijken invloed vermogen uit te oefenen op de geestesontwikkeling, de karaktervorming, de nationale opvoeding, op den economischen vooruitgang; in één woord, op de grootheid van het Duitsche volk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XIV.In dit laatste deel mijner verhandeling deel ik de brieven mede, die ik, als antwoord op mijne vragen uit Nederland en Zwitserland, ontving. Men verlieze niet uit het oog, dat in dit laatste land, het middenbestuur geen toezicht over het onderwijs uitoefent; de kantons zijn geheel en al zelfstandig; ook is de wetgeving op het onderwijs bijna overal verschillendGa naar voetnoot(4). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 165]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Namens de Koninklijke Vlaamsche Academie betuig ik aan de heeren, die de welwillendheid hadden mij hunne hoogst belangrijke brieven te schrijven, waar voor ons allen veel uit te leeren valt, mijn diepgevoelden dank.
Ik laat hier de brieven volgen van de heeren: W.H. Peters, Directeur der Rijkskweekschool, te Nijmegen; - J.A. Leopold, Oud-Directeur, te Nijmegen; - H. van Dijk, Hoofd der Rijksleerschool, te Nijmegen; - Dr. F.J.G. Zijlstra, Directeur eener Lagere School te Arnhem; - J. Clerx, Arrondissements-Schoolopziener, te Eindhoven; - J.G. Nijk, Directeur der Rijkskweekschool voor Onderwijzers, te Middelburg; - Dr. J. Guex, Bestuurder der Normaalschool voor Onderwijzers, te Lausanne; - Dr. Bernhard Wyss, Bestuurder ad interim der Normaalschool voor Onderwijzers, te Solothurn (Soleure); - J.V. Monger, Bestuurder, der Normaalschool voor onderwijzers te Rorschach; - Diepolder, Id. te Rickenbach; - Dessibourg, Id. te Hauterive; - Corrau, Id. te Chur (Coire); - Hoel, Id. te Sion (Sitten); - Zuster der Ursulinen Louise, Bestuurstei van het Instituut Sancta Ursula (Kantonale Normaalschool voor Duitsche juffers te Brieg (Brig). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 166]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.Nijmegen, 9 Februari 1914.
Hooggeachte Heer Segers,
U stelt de vraag of ik 't mogelijk acht in eene lagere of volksschoolin 't algemeen, inzonderheid in eene dorpsschool, buiten de moedertaal der leerlingen, eene tweede taal te onderwijzen, zonder schade te doen aan het grondig onderricht der moedertaal en de algemeene geestesontwikkeling der leerlingen. Wanneer wij overwegen, dat de volksschool onder hare leerlingen telt, kinderen uit alle rangen der maatschappij voortgesproten, dus ook kinderen, aan wier geestelijke ontwikkeling door de ouders niet is gewerkt, dan is 't duidelijk, dat de lagere school alles doen moet, wat de kennis kan vermeerderen en 't inzicht verhelderen. Dit is geen geringe taak. Vele onderwijzers beseffen niet, wat ze aan hun plicht verschuldigd zijn. Ze meenen, dat lezen, schrijven, rekenen, werktuigelijk geleerd, voldoende zijn om een kind in de maatschappij te sturen. Dat gebeurt helaas veel te veel, bij U en bij ons. Het is zeer zeker vermoeiend, in hooge mate inspannend, 't eischt veel voorbereiding, 't eischt studie van den onderwijzer, wanneer hij den geest wil ontwikkelen, wanneer hij werkelijk leert nadenken, combineeren. Maar doet hij dit, geeft hij aan den geest van 't kind de gewoonte na te denken, over zaken, verschijnselen rondom hem; zoo doende wordt in dit jeugdig brein die geesteswerkzaamheid gewekt, die later den volwassene kracht en zekerheid geeft om in den maatschappelijken strijd te volharden. Wat nu gebeurt vaak? De onderwijzer is ijdel genoeg om naast de noodzakelijke leervakken: rekenen, schrijven, lezen, moedertaal, enz. eene of meer vreemde talen op zijn leerplan te plaatsen. Dit geeft cachet aan de school. Vele ouders, die niet beseffen, wat voor hun kind noodzakelijk is, eischen als 't ware, dat de lagere school ook vreemde talen onderwijst. Is 't wonder, dat we zooveel lagere scholen zien, waar minstens ééne vreemde taal onderwezen wordt?Ga naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 167]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maar laten we ook eens nagaan, wat 't gevolg is dezer ijdele maatregelen. - De leerlingen leeren eenige eenvoudige zinnetjes in de vreemde taal overbrengen. We zullen aannemen, zonder veel fouten. Maar, als ze de school verlaten hebben, en we onderzoeken ze na twee, drie jaar, wat ze onthouden hebben, dan blijkt 't niet veel te zijn. Waarvoor heeft dus de les in de vreemde taal gediend? Tot nietsGa naar voetnoot(1). Maar die lessen in de school zijn gegeven ten koste van 't noodzakelijk onderwijs 't Lezen, dat enkel door veel oefening zoover geleerd wordt, dat 't kind een eenvoudig krantenartikel verstaat, dat lezen wordt door de vreemde taal van de baan gedrongen. Het gevolg is, dat onze kinderen slecht lezen, onjuist lezen, niet verstaan wat ze lezen, dus niet graag lezen. Kan men zich iets noodlottigers denken, dan een mensch levende te midden der beschaving, die niet leest, omdat hij 't toch niet verstaat? Het is jammer, dat ik 't zeggen moet, maar 't is de waarheid. Ons volk leest slecht, gebrekkig, onnauwkeurig. Ons volk leest weinig. Ons volk kent haast niets van onze litteratuur. Kom eens bij onze Duitsche buren. Die leeren geen Fransch of Engelsch op de Volksschool. Maar die leeren hunne moedertaal. Ze schrijven ze correct, ze voelen de beteekenis van hun woordenschat, en wat meer is, ze kennen de producten van de groote geesten, of ten minste ze hebben brokstukken van de groote schrijvers van buiten geleerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wanneer bij ons de kinderen eene vreemde taal leeren, dan moet er 's avonds ook nog huiswerk gemaakt worden. Ook die tijd wordt den kinderen ontnomen. Ze zouden zich anders door vrijwillige lectuur kunnen oefenen in 't lezen. Ze zouden desnoods oefeningen hebben kunnen maken in de moedertaal. Ze zouden tijd en gelegenheid hebben om hun geest te laten rusten, om zich over te geven aan lichamelijke oefening. Maar neen, 't arme kind, dat zich 4 à 5 uren heeft ingespannen om al de moeilijkheden van 't onderwijs te volgen, moet alweer over boeken hangen om thema's te maken, of stukken te vertalen. Ik zou zoo nog kunnen doorgaan, maar resumeer liever. Het kind uit 't volk moet zijn moedertaal goed leeren; d.w.z. in die taal lezen, op een natuurlijken toon, tamelijk nauwkeurig en zoodanig, dat 't een flink geschreven stuk kan verstaan. Het moet zooveel van de taal kennen, dat 't een brief kan opstellen, die zonder fouten geschreven zijnde, voldoende weergeeft wat het kind heeft gedacht. Dit alles wordt verkregen met heel veel oefening. Daar behoeft van de zes jaren, die onze kinderen voor 't schoolonderwijs besteden, niets te worden afgenomen, of 't geschiedt ten koste van 't noodzakelijke. Aan de LeerschoolGa naar voetnoot(1), verbonden aan de Rijkskweekschool, wordt onderwijs gegeven in 't Fransch. De kinderen beginnen daarmee in de vierde klasse. Maar heel veel kinderen gaan van deze inrichting naar de Hoogere Burgerschool en voor de toelating wordt Fransch geëischt. Was dit niet het geval, dan zou ik gaarne de vreemde taal van 't programma zien verdwijnen, mits de andere scholen van denzelfden aard zulks ook deden. Want men moet rekening houden met de ijdelheid der ouders, die hun kind niet op een school zouden sturen, waar nog niet eens een vreemde taal wordt onderwezen. Bij voortgezet lager onderwijs zou ik natuurlijk de vreemde taal opnemen. Te meer, omdat de leerlingen door hun geoefendheid in de eigen taal beter de verschijnselen in de vreemde zullen vatten. Wilt U dus een waar volksbelang behartigen, doe dan de vreemde taal uit de school verhuizen. Leer de kinderen hunne moedertaal goed, en laat aan de voortgezette school over de vreemde taal te onderwijzen W.H. Peters, Directeur der Rijkskweekschool. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B.Nijmegen, 1 Maart 1914.
Weledelgeboren Heer,
Gaarne voldoe ik aan uw verzoek van den 17 Februari jl. om in het kort mijne meening te zeggen over de gestelde vragen die uw vaderland in zoo heftige beroering hebben gebracht. 1. Ik kan mij niet voorstellen, dat een onderwijskundige, of ook maar een ontwikkelde leek Uwe eerste vraag anders dan met een beslist ‘Neen!’ kan beantwoorden. De Volksschool, waar kinderen van 6-12 jaar al hun strijdkrachten en hun strijdmateriaal voor het leven moeten opdoen, kan hare grootsche, maar moeilijke taak niet vervullen, indien zij naast de moedertaal nog eene tweede taal onderwijst. Dit moet haar belemmeren, schaden en ontredderen. Een wijsgeerig betoog zou hier niet op zijne plaats zijn; vergun mij alleen op een paar punten te wijzen, die op bovenstaande uitspraak eenig licht kunnen werpen. De eerste ontwikkeling van een normaal kind is een wonderbaarlijk en snel proces, dat zonder begeleidende taalontwikkeling onmogelijk zou zijn. Want de taal is het voornaamste middel om de durzenderlei indrukken en voorstellingen vast te houden, terug te roepen en te verbinden tot gedachten. Meer nog: zij wordt alras ook het middel, om nieuwe kennis van hoogeren rang op te doen en deelgenoot te worden in het verstands- en gemoedsleven van anderen. Is het nu niet duidelijk, dat van de volmaaktheid van dit middel, van de gemakkelijkheid en zekerheid, waarmede dit werktuig gehanteerd wordt, de volmaaktheid der ontwikkeling afhangt? Ik sprak van een wonderbaarlijk proces, te wonderbaarlijker nog, omdat het zoo gemakkelijk verloopt. Zonder blijkbare inspanning, als van zelf, spelenderwijs, leert het kind spreken. Even gemakk elijk als een graankorrel ontkiemt, een halm opschiet en straks aren vormt. Doch zou het nu niet dwaas zijn te meenen, dat die gemakkelijkheid en geleidelijkheid van groei plaats heeft zonder krachtverbruik, zonder verlies van veel kracht zelfs? Ware het mij mogelijk zich eenen halm in tweeën te doen splitsen, zou iemand denken, dat die beide halmen even sterk en vruchtbaar konden worden, als eene zou geweest zijn? Daarom voor het kind des volks op school, zoo lang mogelijk, ééne taal, zijne moedertaal. Eene tweede daarnaast in zijne jeugd is, mijns inziens, verspilling van tijd en kracht. Indien er in die redeneering waarheid zit, hoeveel te meer moet zij dan klemmen, als men overweegt, dat de groote hoop reeds meer kracht moet besteden, dan boven ondersteld is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Want voor het volk - dit geldt voor Franschen als voor Vlamen - is de z.g. moedertaal niet volmaakt gelijk aan zijn moeders taal: het komt in den regel ter school met zijn dialect, dat hier meer, daar minder van de beschaafde moedertaal afwijkt, en het kind daardoor noodzaakt tot meer inspanning, meer tijdverliesGa naar voetnoot(1). 2. Eene tweede taal naast de moederspraak beteekent dus voor de jeugd groot verbruik van kracht en tijd, die voor andere doeleinden hadden kunnen besteed worden. Dit nadeel wordt natuurlijk geringer voor die weinige kinderen, die door hun natuurlijken aanleg over groote kracht beschikken en die van uit hun gezin niet alleen eene hooge mate van ontwikkeling, maar bovendien vertiouwdheid met de beschaafde moedertaal mee op school brengen. Voor dezen, wier geestelijke vorming later op andere onder wijsinrichtingen zal worden vooitgezet, kan misschien het onderwijs in eene vreemde taal reeds op de lageie school (6-12 jaren) beginnenGa naar voetnoot(2). Doch zeker niet vóór het 10de levensjaar. Niet enkel redeneering, ook eene lange eivaring heeft mij doen zien, dat overal waar men eerder begon, b.v. in het 8ste, 9de jaar, de eindresultaten niets gunstiger waren, dan zoo men later aanving. En - om met Bastiat te spreken - wat ik niet zag, dat was het veilies aan tijd en kracht en de noodelooze kwelling der leerlingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik moet eindigen om niet langdradig te worden. Ik hoop zeer, dat er in mijne zienswijze althans iets is, waarmede U zich kunt vereenigen. Aanvaard. Joh. A. Leopold. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
C.Nijmegen, 5 Maart 1914Ga naar voetnoot(1).
Hooggeachte Heer,
Uwe instemming met mijn eenvoudig schrijven verheugt mij en gaarne geef ik U verlof het naar goedvinden te gebruiken. Ik betreur het slechts, dat ik niets anders kan doen, dan met spanning den strijd om ‘de ziel der natie’ van verre te volgen. Moge zegen rusten op Uwe edele, zware taak om het ontwakende Vlaanderen met en door zijne taal tot zijn ouden bloei te brengen! Met groet en handdruk, Uw dw.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D.RIJKSLEERSCHOOL
Nijmegen, 2 Maart, 1914.
Hooggeachte Heer,
Gaarne ben ik bereid, de door U gestelde vragen te beantwoorden. Uwe eerste vraag moet ik beslist ontkennend beantwoorden. Dat op verschillende scholen in ons land naast het Nederlandsch nog eene tweede taal wordt onderwezen, - en wel eigenaardig is die bijna uitsluitend de Fransche taal, hoewel b.v. voor Nijmegen de Duitsche taal de voorkeur zou eischen en in de zeeprovinciën wegens de handelsrelatiën 't Engelsch de aangewezen taal zou zijn, beschouw ik hoofdzakelijk als het gevolg eener gewoonte. ‘Met Fransch komt men de wereld door’ mag gegolden hebben, ik geloof niet, dat het aantal Nederlanders zoo heel groot zal zijn, dat het tegenwoordig die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
taal noodig heeft. En zij, die in hun leven de Fransche taal noodig hebben, zullen, gedwongen door die behoefte, haar na het verlaten der gewone lagere volksschool, met meer blijvend resultaat bestudeeren dan zulks het geval is met schoolkinderen. Regel is, dat op scholen met meer uitgebreid leerplan de leerlingen gedurende drie jaren onderricht krijgen in eene vreemde taal. Voor wie de lagere school eindonderwijs geeft, zal het blijvend resultaat zeer gering zijn. Van de uitspraak zal wat blijven hangen, doch bepaalde taalkennis zal spoedig vervlogen zijn. En zij, die naar eene Hoogere Burgerschool of Gymnasium gaan, zullen natuurlijk eenig voordeel trekken van hunne voorbereiding, doch zoo heel groot blijkt dit niet te zijn. Immers voor de beide andere vreemde talen, die deze leerlingen geheel moeten aanleeren op die inrichtingen van middelbaar of hooger onderwijs, worden bij het eindexamen dezelfde eischen gesteld en de resultaten zijn, naar mij meer dan eens verzekerd werd, niet minder dan bij die taal, welke op de lagere school reeds zooveel tijd in beslag namGa naar voetnoot(1). Mijns inziens deed men in Nederland verstandig op de volksschool alleen de moedertaal te beoefenen. De uren, nu bestemd voor het aanleeren der vreemde taal, zoowel in school als in huis door het maken van huiswerk voor die taal, zouden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
veel nuttiger besteed zijn, als ze gebruikt waren voor het grondig onderwijs in liet Nederlandsch. Vooral aan het schrijven van brieven en het vervaardigen van opstellen, m.a.w. het zelfstandig gebruiken der taal, dat feitelijk de kroon is op het gegeven taalonderwijsGa naar voetnoot(1), zou dan meer tijd besteed kunnen worden. 'k Heb veel privaatles gegeven in de Fransche taal aan jongelieden, die op een kantoor waren geplaatst, en die vroeger eene school hadden bezocht, waar geen Fransch werd onderwezen. Hierbij heb ik de ervaring opgedaan, dat die jongelui door hun grooter bevattingsvermogen, mede een gevolg van hun leeftijd, veel sneller vorderingen maakten en een beter inzicht in de vreemde taal hadden dan de leerlingen van de lagere school, hoewel deze laatsten veel meer les ontvingen. Mijne meening is, dat het resultaat van het aanleeren eener vreemde taal op de lagere school niet bijzonder groot is. Die tijd had beter besteed kunnen worden èn voor een grondiger onderricht in de moedertaal èn voor de algemeene geestesontwikkeling. Vóór ik hoofd was der Rijksleerschool alhier, was ik hoofd eener m.u.l.o. school. Deze inrichting was ook de voorbereidende school voor H.B. Sch. en Gymnasiën, die nog steeds kennis van de Fransche taal opgenomen hebben onder de exameneischen. 'k Heb toen gedaan gekregen, dat de leerlingen eerst na het doorloopen van het 7e leerjaar examen aflegden voor de inrichtingen van middelbaar en hooger onderwijs. Toen werd met het onderwijs van het Fransch begonnen in het 5e leerjaar. Dit werd eene groote verbetering geacht, die vooral den leerlingen ten goede kwam. Wij wonnen daardoor een jaar, waarin veel meer dan tot dusverre aan het Nederlandsch kon worden gedaan en waardoor tevens het onderricht in het Fransch vergemakkelijkt werd door beter inzicht in de moedertaal. Hoogachtend,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
E.Arnhem, 4 Maart 1914.
Weledelgeboren Heer,
Naar aanleiding van Uw geëerd schrijven heb ik de eer U te melden, dat ik U gaarne mijne zienswijze omtrent de gestelde kwestie wil doen kennen. In de eerste plaats moet ik opmerken, dat aan mijne school geen onderwijs in vreemde talen wordt gegeven, en dat ik mij dus in dezen niet op ervaring kan beroepen; niettemin heb ik mij wel een oordeel over deze zaak gevormd. Voor de gewone volksschool met ‘eindonderwijs’ zou ik het beslist verkeerd achten, naast het onderwijs in de moeder taal, ook onderricht in eene vreemde taal te geven; het zou aanleiding geven tot allerlei verwarring en beslist schade doen aan de algemeene ontwikkeling, die men door goed onderwijs in de andere vakken zou bereiken. De vele uren, die men b.v. aan het Fransch moet besteden, zal het resultaat eenigszms van beteekenis zijn, kunnen bij een zesjarigen cursus niet gemist worden. Doch er zijn in Nederland veel scholen, waar 't Fransch in 't Leerplan is opgenomen, omdat kennis er van als eisch wordt gesteld voor toelating tot HB School of Gymnasium, en als regel begint men dan op 8 à 9-jarigen leeftijd. Er is hier tegenwoordig echter een streven, dat zich steeds krachtiger begint te openbaren, om het Fransch als leervak geheel af te schaffen, ook voor die voorbereidende scholen, 't geen ik, voor mij, een zegen zou achten. De oude theorie, dat het geheugen op jeugdigen leeftijd het meest tot opnemen en memoriseeren geschikt is, heeft men immers sinds lang laten varen! En al mocht ze waar zijn, laat ze dan ten goede komen aan allerlei andere veel nuttiger zaken en kunstvaardigheden. In een klein land als het onze wordt met het oog op practische belangen de behoefte aan kennis van vreemde talen natuurlijk krachtig gevoeld; doch 't is mijne vaste overtuiging, dat een zesjarige leercursus noodzakelijk is voor 't verwerven van kundigheden van allerlei aard, ontwikkeling van het intellect en moreele vorming. Speciaal zullen de betere resultaten van het onderricht in de moedertaal, wat begrip en vaardigheid aangaat, ongetwijfeld gunstig terugwerken op het latere onderwijs in vreemde talen. Met hartelijke groeten... J.G. Zijlstra. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
F.RIJKSKWEEKSCHOOL
Middelburg, 17 Maart 1914.
Weledelgeboren Heer,
Door drukke bezigheden moest ik mijn antwoord op Uw geëerd schrijven wat langer uitstellen dan mij lief was. Beleefd verzoek ik U, mijn talmen met te willen toeschrijven aan gebrek aan belangstelling in het onderwerp, door U aan de orde gesteld. I Uwe eeiste vraag, n. 1. of ik het mogelijk acht, in de gewone lagere school, ook in de dorpsschool, benevens de moedertaal eene tweede taal te onderwijzen, zonder schade te doen aan het grondig onderricht der moedertaal en de algemeene geestesontwikkeling der leerlingen, meen ik ontkennend te moeten beantwoorden. a De leerlingen dienen toch op de lagere school - behalve dat ze zich andere kennis en vaardigheden moeten eigen maken - zooveel inzicht te erlangen in de moedertaal, dat zij deze niet alleen zonder grove taal- en stijlf uten kunnen schrijven, maar ook de taal van anderen kunnen verstaan en gemeten. Aan deze taak heeft de lagere school hare handen meer dan vol. Over het algemeen is men, zelfs op de scholen, waar het programma niet door eene tweede taal wordt belast, over de vorderingen in het lezen, het zuiver schrijven en het stellen - gezwegen nog van het spreken der leerlingen - slechts matig tevreden. Uitbreiding van leertijd wordt allerwegen gevraagd, opdat de school zal kunnen beantwoorden aan de eischen, hierboven gesteld; invoering van eene tweede taal zal haar nog verder verwijderd houden van het doel, dat ze behoort te bereiken. b. Bij invoering van eene tweede taal ziet men gewoonlijk, dat de moeder taal niet alleen minder ruimte wordt toegestaan, maar tevens heeft deze zich te schikken naar de eischen, door de vreemde taal gesteld Bij de keuze van de leerstof en van den te volgen leergang moet te veel gelet worden op de behoeften van deze laatste, vervult zij dus slechts eene diende rol. c. Het onderwijs in de tweede taal vraagt, zoo men ten minste wenscht, dat de leerlingen er eenige vordering van beteekenis in zullen maken, zooveel tijd (die natuurlijk moet worden ontroofd aan andere vakken), dat de algemeene ont wikkeling er ernstige schade van ondervindt. Stelt men zich daaren- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tegen met oppervlakkige schijnkennis der tweede taal tevreden, dan acht ik de inspanning en den tijd, er aan besteed, verloren. d. Tot nu toe is de klacht der ‘overlading’ bijna uitsluitend gehoord met betrekking tot het voortgezet onderwijs (H.B.S. en Gymnasium) en ook wel ten aanzien van die scholen, welke voor deze inrichtingen voorbereiden (scholen voor U.L.O. en M.U.L.O.). Bij algemeene invoering van eene tweede taal zal ze ook worden aangeheven - en met reden - ten aanzien van het lager onderwijs in zijn' geheelen omvang. Overlading van het individu is reeds eene misdaad, overlading van alle kinderen des volks, eene niet te schatten ramp, die de volkskracht ondermijnt. e. Voor de meeste kinderen is kennismaking met eene tweede taal geen levenseisch, dus overbodige weelde. f. Voor hen, die kennis der tweede taal behoeven, is later, na den schooltijd, het beoogde doel veel vlugger te bereiken; met minder tijdverlies, maar ook met minder inspanning. Het groote geheim van eene gezonde onderwijskunst zit in de juiste keuze der psychisch-gunstige tijdstippen. Met de tweede taal wordt dikwijls te vroeg begonnen, n l. vóór het oordeel voldoende gerijpt is en vóór de noodzakelijkheid en het nut der aangeboden leerstof door den leerling zelf helder wordt ingezien. g. Taal is niet slechts gansch het volk, maar ook gansch het individu. Wie inderdaad twee-talig wil worden, moet door langdurige oefening twee individuen in zich kweeken, want denken en taal zijn niet volkomen te scheiden. Beter is het éen ding ten heele, dan twee ten halve te doen. - Ik heb mij bij de beoordeeling der door U gestelde vraag Nederlandsche toestanden voor oogen gesteld. Ook hier te lande komen uitzonderingsgevallen voor. Zoolang H.B.S. en Gymnasium bij de toelating van leerlingen eenige kennis van het Fransch als eisch stellen, zullen voorbereidingsscholen van den nood eene deugd moeten maken; maar gezond acht ik daarom den bestaanden toestand volstrekt niet. Het is U misschien wel bekend, dat deze meening ook die is van de meest vooraanstaande leden van het Rijksschooltoezicht, dat ijvert voor éentalig onderwijs op alle lagere scholen des volks. II. De beantwoording der 2e vraag ligt reeds opgesloten in het bovenstaande. Moet in uitzonderingsgevallen eene tweede taal worden onderwezen, dan moet er naar mijne bescheiden meening niet te vroeg mede worden begonnen. Het onderwijs in de moedertaal kan dan in de eerste schooljaren worden geregeld, onafhankelijk van de tweede taal en de beoogde vorderingen in deze laatste kunnen, bij uitstel, in sneller tempo worden bereikt. Op eene school met 6 jaarklassen zou ik het beginpunt niet vroeger dan her 4e leerjaar, liever nog in het 5e leerjaar plaatsen. - | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 177]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ontvang, Weledelgeboren Heer, mijne eerbiedige groeten en de verzekering van mijne oprechte hoogachting. Uw zeer dienstwillige dienaar,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
G.Breda, 4 Maart 1914. Weledele Heer!
Uw brief is in handen gekomen van den schoolopziener te Eindhoven, die zijn betrekking nog niet aanvaard heeft. Is U zijn meening nogtans welkom, dan geef ik ze U hierbij. Eenig recht te oordeelen heb ik, daar ik het grootste deel van mijn leven, ik ben nu 52, les gegeven heb aan scholen, waar ook fransch onderwezen werd. Kennis van vreemde talen is zeer bevorderlijk aan de kennis van de moedertaal, zooals men elk ding eerst recht kent, als men iets anders daarnaast kent, waarmee het te vergelijken is. Let wel, kent, anders kan van vergelijking geen sprake zijn. Aan de school, waarvan ik thans 't hoofd ben, wordt aan 150 kinderen van 9-12 jaar uit den kleineren burgerstand, naast het gewone onderwijs, les in het Fransch gegeven. Nog geen drie brengen het zoover, dat ze een eenvoudig fransch verhaaltje vlot lezen en begrijpen kunnen. 98% verlaten de school zonder ooit iets meer aan de vreemde taal te doen. Als ik uit de weinige gevallen, die ik waargenomen heb, nadat de leerling eenige jaren de school verlaten had, mag besluiten, dan komt het mij een dwaasheid voor, wekelijks vier uren aan het aanleeren van fiansch te geven. Dat ik toch geen poging gedaan heb, verandering in dien toestand van zaken te brengen? Ik zou er mijn onderwijzers door benadeeld hebben en mijn school zou gedeeltelijk verloopen zijn. De onderwijzers verloren er een deel van hun bezoldiging door: de ouders zouden hun kinderen naar andere scholen gezonden hebben, waar wel fransch onderwezen wordt. Ze stellen er een eer in, dat de kinderen een paar fransche woorden kunnen radbraken. Slechts enkele stemmen verheffen zich daartegen. Wie als ik, deze ondervinding in de stad heeft opgedaan, zal er niet aan denken het onderwijs in de fransche taal op een dorpschool in te voeren, waar de kinderen van huis uit nog zooveel minder beschaving meebrengen. Op de dorpen in den omtrek wordt dat onderwijs gegeven aan enkele leerlingen, die er afzonderlijk voor betalen na den gewonen schooltijd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In het algemeen houd ik de uren aan het onderwijs in een vreemde taal gewijd, voor zoo goed als verloren, indien het onderwijs na 12 jaar niet wordt voortgezet. Het eenige voordeel bij ons is dat de kinderen niet zoo vreemd staan tegenover vele fransche woorden, die in het Nederlandsch veelvuldig gebruikt worden, woorden, die, op den keper beschouwd, nog maar van verre aan het fransch verwant zijn. Is de invoering van 't onderwijs in de tweede taal noodzakelijk, dan zou ik niet vóór het vijfde leerjaar beginnen. Vóór dezen tijd hebben de leerlingen nog zooveel moeite zich eenigszins dragelijk mondeling en schriftelijk uit te drukken. dat men niet met eenige kans van slagen daarnaast het onderwijs in een vreemde taal kan aanvangen. Begint men vroeger, dan is het, naar ik bij ondervinding weet, een getob zonder einde. En geheel nutteloos. In Nedeiland kunnen leerlingen van 12 jaar tot een Hoogere Buigerschool of Gymnasium (te zamen in België Athenaeum) worden toegelaten Daartoe wordt gewoonlijk eenige kennis van 't fransch geëtscht. In het tweede en derde leerjaat voegt men op eerstgenoemde scholen daarbij Duitsch en Engelsch, terwijl het aantal uren voor Fransch een weinig ingekrompen wordt. En wat is mij dikwijls gebleken? Dat de leerlingen na hun eindexamen meer van duitsch of engelsch dan van fransch kendenGa naar voetnoot(1). Een vreemde taal leeren spreken lijkt mij onmogelijk, als men niet uitstekende gelegenheid heeft zich te oefenen, bijzondere talenten natuurlijk buitengesloten. Mijn meening is dus deze: geen vreemde talen op de scholen, tenzij aan kinderen van wie men verwachten kan, dat ze tot 16, 18 jaar onderwijs ontvangen Is het noodzakelijk het in te voeren, dan het kwaad beperkt tot zoo geringe afmetingen als mogelijk is. Intusschen... ik ken de toestanden ten Uwent niet. Misschien zou ik mijn oordeel wijzigen, indien b.v. de kinderen van huis uit meerder geschiktheid om Fransch te leeren meebrachtenGa naar voetnoot(2). Gaarne ben ik bereid tot nadere inlichtingen. Misschien kom ik later bij U eens aankloppen. Met heleefden groet. J. Clerx. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H.
ECOLES NORMALES
Lausanne, le 30 Janvier 1914.
Monsieur le Professeur, honoré Collègue,
Malade et en congé depuis deux mois, je suis, à mon grand regret, dans l'obligation de répondre plus brièvement que je le voudrais aux deux questions que vous me posez. Je crois qu'il est possible d'enseigner à l'école primaire une seconde langue (p. ex Lausanne et Génève ont l'enseignement de l'Allemand dans leurs classes primanes, comme Bâle a celui du français dans ces mêmes classes, mais il va sans dire que cela ne peut se faire qu'en empiétant sui le programme général. C'est pourquoi, après expériences faites, on réserve chez nous cet enseignement aux mieux doués, à ceux qui parcourent aisément le programme, à ceux qur font preuve d'intelligence et de travail assidu. Les médiocres et les faibles ne reçoivent pas ces leçons. En aucun cas, eet enseignement ne devrait commencer avant 10 ans, c à d. avant l'âge où l'élève a parcouiu le degré inférieur ou élémentaire de l'école publique. Veuillez croire, Monsieur et honoré Collègue, à mes sentiments de bonne confraternité. Dr. F. Guex. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I.Solothurn, 3 Februari 1914.
Hooggeachte Heer,
Ik haast mij uwe vragen te beantwoorden. Zwitserland heeft vier landstalen: Duitsch, Fransch, Italiaansch en Romaansch (Churwelsch). In het ParlementGa naar voetnoot(1) spreekt ieder de taal die hij wil; doch het Romaansch wordt daar zelden gehoord, daar de Romanen, benevens hunne taal, Duitsch of Italiaansch kennen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 181]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In het leger gebeurt het commando in het Duitsch, het Fransch of het Italiaansch. Soldaten, die Italiaansch of Romaansch spreken, krijgen onderricht, in hunne taal, doch de commandotaal is voor hen Italiaansch. De veeltaligheid in Zwitserland maakt het elken aankomenden Zwitser en elke aankomende Zwitserin tot plicht ten minste eene vreemde taal te leeren. Hiertoe is zelfs de Italiaansch- en Romaanschsprekende gedwongen, indien hij niet verkiest in zijne engbeperkte geboortestreek te blijven. Van de Duitsche en Franschsprekende Zwitsers gevoelen de eersten meer den plicht eene tweede landstaal te leeren dan de laatsten; met andere woorden: er zijn veel meer Duitsche Zwitsers, welke het Fransch machtig zijn, dan Fransche Zwitsers, welke het Duitsch hebben geleerd. Uwe vraag, of in Zwitserland in de lagere school, ook in de dorpsschool, benevens de moedertaal, eene tweede taal onderwezen wordt, laat zich zoo gemakkelijk niet beantwoorden; daar over deze aangelegenheid geene Zwitsersche verordening bestaat, de Kantons, in schoolzaken, over het algemeen zelfstandig zijn, ja, zelfs aan de gemeenten eene zekere zelfstandigheid overlaten. Waarschijnlijk hebt Gij u niet bij toeval aan Solothurn gewend, om uitleg te bekomen. Gij zult gezegd hebben: Solothurn ligt aan de taalgrens, en zal, om deze reden, in zake van onderricht der vreemde taal in de scholen, hare etvaringen hebben opgedaan. Dat is juist. De leerplicht duurt in Zwitserland acht schooljaren; de lagere school heeft aldus acht klassen. Niet alle jongens en meisjes blijven echter acht jaar in de lagere school. De verstandigste scholieren en schohersters gaan, na het 6e of 7e lagere schooljaar, naar de Sekundarschule, waar, in twee of drij klassen, benevens Duitsch, ook Fransch onderwezen wordt. Op deze wijze ontvangt slechts een klein gedeelte der Zwitsersche schooljeugd, gedurende den verplichten achtjarigen schooltijd, onderricht in eene vreemde taal. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 182]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De stad Solothurn heeft gedurende tientallen van jaren van haar recht, betreffende de leerstof, gebruikt gemaakt, en in de lagere school de Fransche taal doen onderwijzen in de 6e klasse; zelfs eenmaal, als proef, in de 5e en 6e klassen. Sedert vijf jaar gebeurt dit, waarschijnlijk ten gevolge mijner tusschenkomst, niet meer. Als inspecteur over de scholen der stad, heb ik er altijd op gewezen, hoeveel beter het is de kleine luidjes grondig in hunne moedertaal te onderwijzen, dan hun eenige woorden in te pompen. Uit de lagere school met 6 klassen gaan de scholieren en scholiersters naar de Sekundarschule of naar de middelbare school met 7 klassen (Gymnasiën en Realschulen) die hen tot de Universiteit of technische Hoogeschool voorbereiden. De overgang uit de 6e klasse der lagere school tot al deze hoogere scholen is aan een examen onderworpen. Wie het niet met goeden uitslag aflegt, moet in de 6e en 7e klassen der lagere school. Als uitzondering is, in de stad Solothurn, in deze 7e en 8e klassen het onderricht der Fransche taal toegestaanGa naar voetnoot(1). In de dorpen wordt in enkele lagere scholen, in de hoogste klassen, Fransch onderwezen, met het oog op de horlogeindustrie in de nabijheid der Fransche streken. Als ik tegen het onderricht der Fransche taal in de 5e en 6e klassen onzer stadsscholen optrad, heb ik er altijd op gewezen, dat, aan gene zijde der taalgrens, geene enkele gemeente te vinden was, waar, in de lagere school, Duitsch onderricht werd gegeven. Ik geloof ook niet, dat thans, in eene enkele dorpsschool, zelfs in eene stads lagere school van het Fransche taalgebied, Duitsch onderricht gegeven wordtGa naar voetnoot(2). Mijn besluit is: Eene vreemde taal mag in de lagere school niet, of slechts in de hoogere klassen onderwezen worden. Begint men daar vroeger mede, dan lijdt daardoor, op zeer bedenkelijke wijze, het onderricht in de moedertaal en de algemeene geestesontwikkeling der leerlingen. Wijdt men aan het onderricht der moedeitaal geen aanzienlijk getal uren, dan is ook in de lagere klassen (7e en 8e) dit onderricht doelloos; ontneemt men aan het veel belangrijkere onderricht der elementaire vak- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 183]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ken dit aanzienlijk getal lesuren, dan kan de lagere school hare taak nlet vervullen. Steeds gaarne tot alle verdere inlichtingen bereid, Prof. Dr. Bernhard Wyss,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
K.
Kantonales
Rickenbach bij Schwyz, 27 Februari 1914.
Hooggeachte Heer,
Tot mijn leedwezen ben ik slechts heden in staat uw vriendelijk schrijven betrekkelijk het onderricht der tweede taal in de lagere scholen van Zwitserland te beantwoordenGa naar voetnoot(1). De inlichtingen der ambtenaars van het opvoedingswezen lieten zich wachten. Om U op de hoogte te brengen, deel ik U het volgende mede De kantonale ambtenaars verplichten de kinderen. in den regel van het 6e of 7e levensjaar af, de lagere school te bezoeken, welke door de gemeenten, onder het toezicht der kantonale ambtenaars van het opvoedingswezen onderhouden wordenGa naar voetnoot(2). Vrije scholen zijn, wat het lager onderwijs betreft, de uitzondering. In de lagere scholen duurt de leertijd door den band 6-8 jaar. In de bergstreken heeft men wel halfjaarscholen, ook halfdagscholen. Aan deze lagere scholen sluiten Fortbildungsschulen aan, welker schooltijd zich over 1 of 2 dagen per week uitstrekt. In de meeste kantons bestaan voor verscheidene gemeenten te zamen zoogenaamde Bezirks- (Sekundar- of Real-) schulen, met 1 of 2 jaarkursussen. Het bezoek der Bezirks- of der Fortbildungsschulen is in de meeste kantons verplichtend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 184]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de lagere scholen van Duitsch Zwitserland komt het tweetalig onderricht zelden op de programma's voor; daarentegen is in de Fortbildungsschulen en Realschulen het onderricht der Fransche taal in den regel verplichtend; het onderricht der Italiaansche en Engelsche talen facultatief. Hierop maken de lagere scholen van enkele steden als St. Gallen en Bazel uitzondering; in de eerste dezer steden is, in het 7de en 8ste schooljaar, het Fransch onderricht toegelaten. In het kanton Grauwbunderland, dat met 3 talen af te rekenen heeft, Duitsch, Italiaansch en Romaansch, wordt in de Duitsche en Italiaansche scholen geene tweede taal onderwezen. Daarentegen begint in de Romaansche lagere scholen, het onderricht in de Duitsche taal in het 3de schooljaar, in het 7de en 8ste jaar is het Duitsch alleen de onderwijstaal. De lagere scholen der tweetalige kantons Wallis en Freiburg beperken zich bij de moedertaal: slechts in de stad Freiburg is in de hoogste klassen Fransch in de Duitsche, en Duitsch in de Fransche scholen facultatief. Het Fransche kanton Genf (Geneve) schrijft, in de 5de en 6de en de aansluitende klassen, 2 uren Duitsch taalonderricht per week voor. Wat de kantons Tessin, Bern, Zurich en Schaffhausen betreft, hierover hoop ik U spoedig inlichtingen te kunnen mededeelen. Met bijzondere hoogachting Uw toegenegen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L.Rorschach, 5 Februari 1914.
Hooggeachte Heer,
In ons KantonGa naar voetnoot(1) wordt slechts eene taal als moedertaal gesproken. Bijgevolg wordt in de Lagere School slechts in de Duitsche moedertaal onderwijs gegeven. Alleen in de stad St.-Gallen, de hoofdstad van ons kanton, krijgen de kinderen op hun 8ste schooljaar, of op hun 14de levensjaar, een weinig onderricht in de Fransche taal. Anders is het gesteld in de kantons, welker bevolking tweetalig is, als in Freiburg en Grauwbunderland.Ga naar voetnoot(2). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 185]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wend U dus aan de Bestuurders der Normaalscholen in de kantons Grauwbunderland en Freiburg, in Chur en Hauterive, bij Freiburg. Hoogachtend,
Ik heb dezen raad gevolgd. De zeer belangrijke brieven van de heeren Dessibourg Diepolder en Corrau, Bestuurders der Normaalscholen van Hauterive, Rickenbach en Chur, brengen ons op de hoogte van den toestand in de kantons Freiburg en Grauwbunderland. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M.
direction
HauteriveGa naar voetnoot(1) le 27 février 1914. Monsieur le Professeur,
Voici, en quelques mots, les renseignements que je suis heureux de vous donner en réponse à votre lettre du 24 février. Dans les écoles primaires fribourgeoises, on n'enseigne nulle part une seconde langue. Nos élèves entrent à l'école primaire à 7 ans et en sortent à 15 ou 16 ans. Dans la ville de Fribourg, par exemple, qui est à la frontière de deux langues, les écoles primaires sont où françaises où allemandes. Les écoles secondaires, normales, techniques et classiques ont une seconde langue inscrite à leur programme. On consacre à l'enseignement de cette seconde langue (allemand ou français) 2, 3 et même 4 heures par semaine. Dans certaines sections du collège, on enseigne aussi l'anglais. Que penser de l'enseignement parallèle d'une seconde langue dès l'entrée des élèves à l'école primaire? Théoriquement le système n'est pas à recommander. Il faut que la langue maternelle soit d'abord connue et parlée le mieux possible. C'est le tronc sur lequel les auties langues viendront ensuite se greffer. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 186]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En Suisse, dans le canton des Grisons, la langue maternelle de certaines vallées s'appelle le romanche. C'est un mélange de celtique, de latin et d'allemand Mais comme la majorité du canton est allemande, on a organisé ainsi les écoles primaires romanches: les deux premières années enseignement exclusif de langue maternelle; à partir de la troisième année, lorsque les élèves ont environ 9 ans, on aborde l'enseignement de l'allemand..... Veuillez agréer,
Jules Dessibourg,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N.
bestuur
Zeer Geachte Heer,
Ten zeerste betreur ik, dat uwe vraag van 7 dezer maand onbeantwoord is blijven liggen; ik legde ze toen ter zijde: slechts heden viel zij mij in handen. Gelief mij dus te verontschuldigen. Wat de zaak zelf betreft, heb ik het volgende te bemerken. 1. In het kanton Grauwbunderland wordt, in vele volksscholen eene vreemde taal onderwezen; de menschen wier moedertaal het Rhäto-Romaansch isGa naar voetnoot(1), moeten namelijk Duitsch leeren, wijl zij hedendaags zonder deze taal zich nauwelijks kunnen helpen. 2. Natuurlijk ware het, naar mijne zienswijze, beter, wanneer de volksschool zich bij de moedertaal kon beperken; zij zou daar al meer dan genoeg werk mede hebben. Anders wordt de moedertaal gewoonlijk verwaarloosd; dit is, in zekeren graad onvermijdelijk, en toch kan de tweede taal slechts gebrekkig geleerd worden, zoodat de leerlingen, die de school verlaten, zoomin de eene als de andere taal betamelijk kennen. Bij ons gaat het echter niet anders. Het nadeel is natuurlijk geringer, indien men met het onderricht der tweede taal niet te vroeg aanvangt. Men kan dan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 187]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de moedertaal langer om haer zelve onderwijzen; daarmede wint ook de studie der vreemde taal, daar deze een beteren grondslag in de moedertaal vindt, en de leerlingen bij het begin van dit onderricht reeds rijper zijn. Het onderricht in de vreemde taal mag dus vóór het IVe schooljaar niet aanvangen, wat dan ook ten onzent in de meeste gevallen gebeurt. Steeds gaarne tot verdere mededeelingen bereid, Hoogachtend P. Corrau. Chur, 26-III-14.
In het jaar 1888 was de toestand in het kanton Grauwbunderland, volgens Dr. Hunziker, althans, niet geheel en al gelijk de heeren Bestuurders der Normaalscholen van Rickenbach en Chur hem hier beschrijven. Dr. Hunziker behoort tot de Germanisatoren van Zwitserland. In het reeds aangehaalde werk: Recueil de monographies pédagogiques komt van hem een merkwaardig Duitsch artikel voor over Pestalozzi. Wellicht is de toestand sinds 1888 veranderd; de inlichtingen van den heer Diepolder werden hem door het opvoedingsdepartement medegedeeld, en de heer Corrau is stellig, als Bestuurder der Normaalschool van de hoofdstad van het kanton, goed op de hoogte. De nota van Dr. Hunziker is echter in meer dan in een opzicht belangrijk; daarom gunnen wij haar eene plaats. ‘Naar de volksoptelling van 1888 telde Grauwbunderland 94,810 inwoners, waartusschen 37,036 RomanenGa naar voetnoot(1). Volgens het Opvoedingsdepartement’ waren er echter in den Heifst van 1895 slechts 32,674 Romanen. Het groote verschil komt hieruit voort, dat, bij de volksoptelling, de gezamenlijke Romanen van alle arrondissementen medegeteld werden; hier echter slechts diegenen, welke op hun eigen taalgebied woonden, en aldus Romaansche scholen hadden. Van de 14,773 ‘schoolplichtige’ kinderen waren 6,098 Romaansch. Grauwbunderland heeft 471 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lagere scholen: daarvan zijn 134 Romaansch: namelijk 81 met 1; 31 met 2; 16 met 3, en 6 met 4 onderwijzers. Met betrekking op het onderricht van het Duitsch worden, deze 134 scholen in de volgende klassen verdeeld:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Wij zeggen met inzicht “benevens den gewestelijken tongval”. Want, de tongvallen zijn de vruchtbare ondergrond, waarin de gemeenschappelijke taal hare wortels schiet, en waaruit zij steeds vernieuwde kracht schept. Doch alles op zijne plaats en op zijnen tijd; indien de tongval zich in den dagelijkschen, vertrouwelijken omgang te huis bevindt, past de gemeenschappelijke taal voor de school, de kerk en het openbaar levenGa naar voetnoot(1)’. De bevolking is sinds 1888 gestegen; doch de verhouding zal nagegenoeg dezelfde gebleven zijn. Van de 471 lagere scholen, wordt in 337, waar het Duitsch of het Italiaansch de moedertaal is, geene tweede taal onderwezen. Dit was zoo in 1888 evenals in 1914. Wat gebeurde in 1888, in de 134 scholen, waar het Romaansch de moedertaal is, het Romaansch, dat door een onbeduidend getal personen wordt gesproken, en geene letterkunde heeft? In 20% dezer scholen werd met de moedertaal geene rekening gehouden. In andere werd de tweede taal in het 1ste, 2de, 3de, 4de, 5de, 6de, 7de of 8ste schooljaar onderwezen; zij werd in het 3de, 4de, 5de, 6de, 7de of 8ste schooljaar onderwijstaal. Thans is de moedertaal overal de onderwijstaal; slechts in het 7de en 8ste schooljaar wordt het Duitsch de onderwijstaal. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O.
VALAIS-WALLIS
Sion, le 6 février 1914.
Monsieur le Professeur,
En réponse à votre aimable lettre du 1r, je m'empresse de vous donner les renseignements suivants. 1. Dans aucun canlon de la Suisse, on n'enseigne une seconde langue dans les écoles primaires. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dans notre Valais en particulier (Fribourg et Berne sont dans le même cas) l'enseignement est donné dans la partie française en français et dans la partie allemande en allemand. Au centre, où les deux langues se pénètrent, chacune des deux langues a son école. Ainsi à Sion, il y a 2 classes allemandes et 7 classes françaises, dans lesquelles les parents peuvent, à leur gré, envoyer les enfants. Fréquemment les enfants des classes allemandes passent à l'école française vers l'âge de 12 ans. Tous d'ailleurs comprennent et parlent même le français par suite des rapports quotidiens qu'ils ont avec leurs camarades français qui forment l'élément prédominantGa naar voetnoot(1). Tel est l'état actuel et il me semble assez rationnel, ces rivalités de langues n'existant que dans les régions frontières où les deux sont généralement comprises. Si un enfant éprouve le besoin de se perfectionner dans une seconde langue, il a la facilité de fréquenter la classe correspondante. 2. C'est en Alsace seulement que j'ai vu avant 70, enseigner les deux langues simultanément. L'allemand était notre langue maternelle. En entrant à l'école à 6 ans, on nous enseigna à lire et à écrire en allemand; à 7 ans ce fut le tour du français et dès que les premières difficultés de la lecture étaient vaincues, tout l'enseignement était donné en français à l'exception de l'instruction religieuse (catéchisme, histoire sainte) et d'un exercice de lecture et d'orthographe allemandes par semaine, la langue allemande s'entretenant suffisamment par son usage en dehors de la classe. 3. Si par suite de circonstances locales l'enseignement paraissait s'imposer dans une école primaire, je ne crois pas qu'on puisse l'introduire avec profit avant l'âge de 10 ans, et elle devrait s'enseigner par la méthode directe, sagement combinée avec la méthode grammaticale. Veuillez agréer, Monsieur, l'expression de mes sentiments respectueux. Hoel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
P.INSTITUT
Brigue, le 7 février 1914.
Monsieur,
Brigue n'ayant pas une école normale instituteurs, la poste ne m'a transmis votre honorée lettre que ces derniers jours. De là le retard apporté à ma réponse. Je m'empresse de résoudre les questions que vous voulez bien me poser. La Suisse n'a pas de lois scolaires uniformes pour tout le pays En cette matière chaque canton a sa législation conforme à ses besoins industriels et politiques. L'enseignement d'une seconde langue n'est pas obligatoire dans tous les cantons, mais dans la plupart d'entre euxGa naar voetnoot(1). A Brigue nos écoles primaires allemandes consacrent 2 heures par semaine à l'étude du français. Cette étude commence à la sixième année de classe et se poursuit pendant les trois dernières. Mon expérience me démontre qu'une seconde langue n'empêche pas les progrès de la langue maternelle, moyennant n'en pas commencer trop tôt. Les élèves qui étudient deux langues sont forcés d'en chercher, d'en comparer les éléments, et, par conséquent, d'approfondir plus que tout autre, les règles respectives des deux langues. Une langue étrangère crée un avantage réel dans l'étude même de la langue maternelleGa naar voetnoot(2). Veuillez... La Directrice de l'Ecole normale cantonale
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Q.Sion, le Sitten, den 6 février 1914.
Monsieur le ProfesseurGa naar voetnoot(3),
En réponse à votre lettre du 10ct je vous adresse un relevé du recensement fédéral de 1910. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vous constaterez que la population a considérablement augmenté, bien que les proportions entre les différentes langues ne se soient guère modifiées. L'enseignement des deux langues, tel qu'il était pratiqué en Alsace avant 1870, ne pouvait pas évidemment donner de bons résultats au point de vue allemand, mais il faut considérer que le français était la seule langue officielle. C'est au français, qu'il fallait former les enfants; l'allemand était maintenu comme langage courant. Il ne peut pas en être ainsi en Suisse, ni en Belgique où existent plusieurs langues officielles. Toutes doivent donc être sur le même pied. Il n'existe point de canton où l'enseignement de la seconde langue soit obligatoire dans les écoles primaires, d'une façon générale du moins; mais dans certaines villes, Sion, p. ex. on enseigne la seconde langue dans les deux classes supérieures, aux enfants de 13-14-15 ans, car la scolarité est obligatoire jusqu'à l'âge de 15 ans révolus. En me mettant avec plaisir à votre service pour d'autres renseignements, je vous prie d'agréer mes sentiments bien respectueux. Hoel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Recensement fédéral 1910.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cantons.
N.B. Pour la population des cantons, on n'a tenu compte que des indigènes, la Suisse compte en outre 566,000 étrangers, éparpillés dans tous les cantons, principalement dans les grandes villes Bâle, Zurich et Genève. |
|