Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1914
(1914)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 130]
| |
Kleine verscheidenheden.I.
| |
219. - Slovaert.Door Slovaert is wellicht te verstaan Een die met een ‘Slove’ (een bepaalde kleedij bij begrafenissen) is aangekleed. Bij Verdam, Slover, in eene variante van den tekst hieronder. Onzes inziens, wordt de Krijscher bedoeld, of de ‘Schreemer’ (Wvl.), Schreeuwer of Schreier, die, met een grooten rouwmantel gekleed, achter de lijkkoets gaat van aan de kerk tot aan 't kerkhof (De Bo). Fr. Pleureur, of Deuillant naar L. Gilliodts-van Severen. Vlg. met Pleureuse 3o bij Littré, en met ‘Lequel interrogé s'il vouloit gaigner une pièce d'argent pour estre pleureux à un enterrage...’, uit het Hist., eod. vo. Hadden de zoogezegde Krijschers misschien, bij vroegere lijkplechtigheden, ook wel nog andere diensten te vervullen?
L. Gilliodts-van Severen, Cout. d'Ypres, II, 464: ‘Item, van den dooden die ter eerden ghedaen wert, naer den poortelicken staet, met toortsen ende slovaerts... Item, van den dooden redelick ghegoedt, met toortsen en zonder slovaerden..’ (1527.) | |
[pagina 131]
| |
220. - Ondervoet bliven.Die uitdrukking beteekent Achterwege blijven, Fr. Ne pas être mis à exécution; Lat. Pessum ire, of Vervallen, Verloren gaan, Onuitgevoerd blijven. Cf. Ondervoet bij Verdam.
L. Gilliodts-van Severen, Cout. d'Ypres, I, lxiiii: ‘Ende omme alle manieren van quaetdoeners ende sculdenaers thoudene, van noden zy, up tselve heerscip eene vanghenesse, alsoot gheweist heift van ouden tyden; want by ghebreke van der vanghenesse, vele arresten ondervoet bliven..’ (Reg. 1442-1478.) | |
221. - Uten handen zijn.Ten gevolge van eene veroordeeling, had Salin Foreest de verbintenis aangegaan, binnen zekeren omtrek in arrest te zitten. Hij had echter zijn woord verbroken en was buiten de aangewezen palen gevlucht. Daar hij aldus uten handen, d.w.z. niet meer voorhanden, of niet meer te krijgen was, werd de zaak door den baljuw bijgelegd:
Staatsarchief te Brugge, Fonds Veurne, Rek. van den baljuw vanVeurne van 20 Sept. 1378 tot 10 Jan. 1379 n.s. (Rol): ‘Inde stede van Lo. Salin Foreest hadde hem verbonden up zijn hovet bin zekeren palen vanghenesse te houdene, dewelke palen hi ruumde ende trac wech. Ende liet de bailliu pais maken vanden verbinde omdat hi clerc was ende uten handen, omme .xxiiij. Ib.’ | |
222. - Bevaen (bevangen) hebben.Die uitdrukking heeft in den tekst hieronder de beteekenis van Beslaan, Fr. Occuper (Tenir certaine place), en wijst op den inhoud, op de grootte, van het in spraak zijnde land, d.i. op Fr. Contenance (Etendue, Superficie); zij staat dus gelijk met Fr. Contenir (Avoir une certaine contenance, une certaine étendue). De tekst dagteekent uit het jaar 1274:
Archief der Onze-Lieve-Vrouwkerk, te Brugge, Charters, voorloopig nr 139: ‘Ende dat een stic hetet Groetstic ende hevet bevaen v ymete... Ende dat ander stic lants hetet... ende hevet bevaen vij linen...’ (Akte van Zaterdag na Lichtmis 1273, of 4 Februari 1274 n.s.)
Bij Verdam, een voorbeeld van Hebben bevaen zooals hierboven, onder Bevaen 11o. Deze uitdrukking mag zonderling heeten. | |
[pagina 132]
| |
223. - Int viercante vander maerct.Deze uitdrukking beteekent In den omtrek, In den omvang van de ‘maerct’ (nl. van de Groote markt, te Iperen); Fr. Dans l'enceinte de ia Grand'Place:
L. Gilliodts-van Severen, Cout. d'Ypres, I, 352: ‘Doen ghebieden eenen deelban in Ste Maertins kercke tYpre, ende legghen den deel teenen bekenden huuse int viercante vander maerct..’ (1535.)
Het is hetzelfde als Binnen den vier hoecken (vande marct):
L. Gilliodts-van Severen, Mémoriaux de Bruges, I, 61: Verbod ‘tooch te makene van eeneghe beesten’ elders dan ‘up de rechte beestemarct ende binnen den vier houcken van diere...’ (1531.)
Met het oog op eene erfenis, doelt Legghen den deel teenen bekenden huuse..., op het aanwijzen van een huis, alwaar al de rechtsvormen of formaliteiten, in zake van de onderhavige erfenis, dienden vervuld. | |
224. - Jeghens gaen en medegaen.Zekere Jan de Smit wordt aangehouden, omdat hij de keure van de ‘neeringhe vanden mutsereeders’ te Brugge zou hebben overtreden; men beroept zich op verschillende artikels dier keure. Jan de Smit antwoordt echter:
Staatsarchief te Brugge, Fonds van het Proostsche, Reg. nr 828, of ‘Ferie 1467-1473’, fol. j: ‘... dat hem de voornoemde articlen, al waren zij van zulcken virtute ende moghenthende (sic) als de heesschers zegghen ende scriven, dat hem die noch jeghens noch mede en gaen...’
Dit Jeghens- of Medegaen beteekent: iemand Ongunstig ot Gunstig zijn, In zijn na- of voordeel zijn, Tot zijne verdediging niet of wél kunnen strekken. Zie ook bij Verdam. | |
225. - *Staiwiers.*Staiwiers is een verbasterde vorm van het woord Stragiers. Men zie over dit laatste Verslagen en Mededeelingen, jaargang 1909, blz. 777-819, en jaargang 1911, blz. 106.
Staatsarchief te Brugge, Fonds van het Proostsche, Reg. nr 826, of ‘Registere van zaken’ 1429-1439, fol. 161 vo: ‘In Vlaerslo. Men | |
[pagina 133]
| |
gheift ghebod allen den ghuenen, die hem rechts vermeten an eenen zwarten blaren hosse, staende te Pietere Riquaerds, die de bailliu gheaenvaerdt heift over staiwiers ende laghaen, omme dien hosse te lossene bin ix daghen upt eerste ghebod..’ (‘Actum den iiije in Wedemaent ao xxxv [1435].’) | |
226. - Zine jaren ghekent zijn.Beteekent ‘Zijns zelfs’ (De Bo), Voor mondig, Voor meerderjarig verklaard worden:
Staatsarchief te Brugge, Fonds van het Proostsche, Reg nr 826, of ‘Rege van zaken’ 1429-1439, fol. 65 vo: ‘Prepositi. Actum.. Jacob f. Willems Meeus waren ghekent zine jaren upten xxve in October ao xxxij (1432), coram Marteel, Joris, Hoghelande.’
Over de uitdrukkingen Binnen hare jaren zijn en Na haren jaren, zie bij Verdam, vo Jaer. | |
227. - Dansschole.Dit Dansschole werd wellicht verkeerd door Fr. Ecole de danse uitgelegd. Schole beteekent hier Vergadering, Bijeenkomst (zie bij Verdam, vo Schole 5o), zooals b.v. in Baibierschool en Scheerschool, of Zaterdagsche vergadering van mannen in het huis van eenen barbier, om hunnen baard te laten scheren (bij De Bo), - in Kwaartschool en Kaartschool, of vergadering van lieden om met de kaart te spelen (bij De Bo), - in Dobbelscole, of Etablissement où l'on tient des jeux de dès (zie ons Gloss. à l'lnvent. Arch. Bruges, alsook bij Verdam) -en in Queecscole, d.i. Maison où l'on joue au trictrac (zie Gloss. u.s.). Overigens Dansschool staat bij De Bo geboekt met de beteekenis Dansvergadering, Danspartij. De tekst volgt:
L. Gilliodts van Severen, Mémoriaux de Bruges, I, 257: ‘Wesende tot Me Lodewys, bij Schippers capelle, wesende eene dans schole...’ (1655)
In de welbekende uitdrukking Uit de schole klappen, zal ongetwijfeld Schole (School) op Vergadering wijzen. Men weet dat het te allen tijde voor de mannen van de wet een voorname plicht was, het geheim der beraadslagingen te bewaren: | |
[pagina 134]
| |
ze mochten derhalve niet kenbaar maken wat er in de vergaderingen van den raad was behandeld en besloten geweest. Men zie dienaangaande onze Keure van Hazebroek, I, 276-285, en V, 68-69. Zelfs op bijzondere genootschappen werd die regel toegepast en zóo was het den leden van de Rhetorlcakamer van Diest stipt verboden, wat ‘getracteert ofte geordineert’ was ‘binnen den geselscap’, onder ‘vreemde luyden’ te ‘vercallen oft vermaenen’, dus uit de School te klappen. | |
228. - Gheolijet ende *ghenmenicht.Over Oliën, zie bij Verdam. Wat het verkeerd afschrift Ghenmenicht betreft, leze men ghemuenicht, uit Muenigen = Monigen (bij Verdam).
L. Gilliodts-van Severen, Mémoriaux de Bruges, I, 11: ‘Ende daer een ghildebroeders wijf zo zieck te bedde valt als datse gheolijet ende ghemuenicht wordt...’ (1425.) | |
229. - Inde stillicheyt.Deze uitdrukking, die hetzelfde is als In stilte, wijst wellicht op hetgene men in 't Fransch heet Dans l'intimité (Entre parents et amis). Een persoon was verongelukt: ‘Ghesien de naervolghende informatie ende ooc dattestatie van den pasteur, wierd gheconsenteirt de begravinge by avont ende inde stillicheyt.’ (1622.) (L. Gilliodts-van Severen, Mémoriaux de Bruges, I, 288-290.) | |
230. - Trecken: hoeden trecken.L. Gilliodts-van Severen, Mémoriaux de Bruges, I, 250: ‘Ende diverssche andere vrauwen in grooten ghetale, hemlieden ghenerende met vilten hoeden te treckene binnen deser stede, daerof de vilten, gaerne ende andere stoffe hemlieden ghelevert wert byde vryen hoedemakers der zelver stede...’ (1528.)
Dit Hoeden trecken zal wellicht hetzelfde zijn als het Fr. Dresser un chapeau. Savary, in zijn Dict. du Commerce, vo Chapeau, schrijft als volgt: ‘Lorsque la matiére, ou l'étoffe, destinée pour faire les Chapeaux, a été entiérement foulée et préparée, et qu'elle est | |
[pagina 135]
| |
en état d'être mise en forme, on lui donne le nom de Feutre... Dresser un Chapeau, c'est mettre le feutre en forme’. En vo Forme: ‘Forme, en terme de Chapeliers. C'est un gros motceau de bois de figure cylindrique, dont le haut est arrondi et le bas tout-à-fait plat, qui sert à dresser ou à enformer les chapeaux..’ De vrouw die het Hoedentrecken uitoefende, heette Treckeghe: ‘Daerby de voorseide treckeghen hemlieden beclaghen ende te kennen gheven dat...’ (Mémoriaux u.s., I, 250.) | |
231. - Dronc: den eersten dronc hebben ende nemen (van wijnen).De ‘Wijnspuwers’ of Wijnproevers, te Brugge, hadden het recht eerst de wijnen te proeven, voor en alleer deze verkocht werden, om te zien of zij van goede kwaliteit waren. Dit heette Den eersten dronc hebben ende nemen:
L. Gilliodts-van Severen, Mémoriaux de Bruges, I, 210: ‘Dat de voorseide dartiene wynspuwers voordan de kennesse ende eersten dronc hebben ende nemen zullen van allen wynen die men met banieren of zonder banieren... tappen, slyten ende venten zal, eer men die upbreken of upsteken zal moghen..., omme alzo te wetene of zulcke wynen nut ende proffytelic den lichame zyn of niet...’ (Keure van 11 Juli 1428.)
Zie over Den Dronc gheven, onze Keure van Hazebroek, I, 85, nota 1, en V, 297, kol. 1. Dranc hieronder dient Dronc, zooals boven, gelezen te worden:
Mémoriaux, u.s., I, 209: De ‘voorseide heesschers (de Wynspuwers) .. recht hebbende van thebbene den dranc van allen vullen eer men die up breict...’ (1523.) | |
232. - Vulle, vulvat.In onze Keure van Hazebroek, I, 56, nota 1, stelden wij de vraag: ‘Is door Vulle, een Vol stuk, een Vol vat te verstaan, in den zin van Groot vat, Vat van grooten inhoud?’.
Groot vat zal wel de beteekenis zijn. Wij treffen een ander voorbeeld van Vulle aan, in den hieronder volgenden tekst uit een vonnis betreffende zeker proces dat te Brugge ontstaan was tusschen ‘die vanden ghesel- | |
[pagina 136]
| |
scepe vanden WynspuwersGa naar voetnoot(1)’ aldaar, aan den eenen kant, en de ‘taverniers rynschwyn tappende binnen der voorseide stede’, aan den anderen kant:
L. Gilliodts-van Severen, Mémoriaux de Bruges, I, 208-209: ‘De zelve (de verwerers) deden andwoorden ende zegghen upden heesch ende conclusien vanden heesschers, dat zy noynt de voorseide heesschers drancGa naar voetnoot(2) ghegheven hadden van allen vullen eer zy die up braken, ende emmere waren zy onghehouden de heesschers te dien fyne te halene, ende zouden zy altyts moeten beyden naer de heesschers, eer zy een vulvat zouden moghen ontsteken, tzoude grootelicx wesen thuerlieder achterdeele...’ (1523.)
Welnu, uit een vonnis der schepenen van Brugge, van 30 Augustus 1522, blijkt dat de ‘Rynsche wynen meest ghecocht worden in laghels’ Zulke ‘laghels’ waren buitengewoon groot, gezien het ‘den schrooders vander voorseide stede niet wel moghelic’ was ‘de voorseide laghels ende andere groote sticken Rynsche wyns te werkene ende te schroodene’, d.w.z. in de kelders te laten ‘zonder zekere instrument dat zy daer toe hebben ghedaen maken’: voor ‘tvoorseide instrument... dat zy nomen de eertwyndeGa naar voetnoot(3)’, was zelfs een bijzondere inrichting aan den kelder noodig, om dit daarin te kunnen plaatsen. (Mémoriaux de Bruges, u.s., I, 182-183.) - Bij Verdam, vo Lagele, komt een tekst voor met Vul laghel.
Edw. Gailliard. |
|