Kleine verscheidenheden.
I.
Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. 154. - Penninc of Hallinc.
In onze Keure van Hazebroek (Ve deel, blz. 318, kol. 2), hebben wij onder het w. Heller (= zekere kleine munt) de uitdrukkingen Halder oft stuyver, Helder oft penninck en Helder noch pelder aangehaald, waarvan Penninc of hallinc hieronder een andere vorm is:
L. Gilliodts-van Severen, Cout. de Bruges, I, 374, in het Reglement ‘van der Lazerien van Brughe’, uit de XIVe eeuw: ‘Item, wat zieken die penninc of hallinc aventuert met wat spele dat es, of ten ware.... om recreacien..., verbuert telker waerf....’
Dat dit ‘die penninc of hallinc aventuert’ beteekene qui aventure au jeu denier ou angelot is moeilijk aan te nemen. De Angelot (men zie bij Verdam) was eene munt van zekere waarde en kan niet benevens ‘Denier’ gebruikt worden. Ons schijnt het toe, dat door Penninc of hallinc hier Iets, Ietwat, wordt bedoeld en wél met de bijgedachte Eene kleinigheid, Hoe weinig ook, of in het Fr. Sou ou mailleGa naar voetnoot(1), Denier ou maille, met de beteekenis Si peu que ce soit.
Men vergelijke overigens ons Penninc of hallinc met de door ons vermelde uitdrukkingen. Deze laatste hebben wij misschien wat te bepaald door Niets uitgelegd. De beteekenis, Iets, Ietwat, met bepaling zooals boven, zal hier ook wel van toepassing zijn.
Edw. Gailliard.