Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1913
(1913)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 140]
| |
Kleine verscheidenheden.
| |
[pagina 141]
| |
Fr. Sans Gehene (bij Le Curne de Sainte-Palaye, Dict., Gehaine, Gehine: Torture):
Annales du Comité Flamand de France, III, 309: ‘Despence faicte par le seigneur et eeulx de la loy, quant ils avoient esté occupez à examiner par la gehenne Danniel Gallant et Pierres Annot sans gehene, pour savoir les complices de leur secte et hérésie...’ (Zie ook aldaar, blz. 333.)
Boven hebben wij gezien, dat de bekentenis door een betichte onder de pijniging afgelegd, om te kunnen aangerekend worden, door hem Onder den blauwen hemel, d.i., in de open lucht, diende herhaald, dit wilde zeggen, wat Antwerpen betreftGa naar voetnoot(1), in het koertje binnen het Steen aldaar. Een treffend voorbeeld daarvan volgt hieronder. Men lette inzonderheid op de uitdrukking Ongehacht ende ongebonden, buyten alle banden van eyser, welke met de bovenstaande dient vergeleken:
Staatsarchief te Antwerpen, Fonds Hoogstraten, ‘Enquêtes criminelles’, stuk van 4 November 1670: ‘Examinatie gedaen op den..., aen den persoon van Francois van H., gevangene... Verclaerende den gevangene het bovenstaende te wesen de suyvere ende oprechte waerheyt ende by soo verre hy op gisteren jnde torture daer aen jet contrarie soude gesecht hebben, dat het selve geschiet is door de pine. Ende is den gevangene, ongehacht ende ongebonden, buyten alle banden van eyser, daer naer gebracht onder den blauwen hemel, ende aen hem van woorde tot woorde voorgelesen synde de voorgedaene confessie, heeft daer by gepersisteert ende verclaert den jnhout der selver oprechtelyck waerachtich te syn ende dese tot teecken van dyen onderteeckent...Ga naar voetnoot(2)’ | |
[pagina 142]
| |
In het Fr. ‘Soub (sous) l'air’ en, wat ‘Buten bande ende ysere of dergelijke uitdrukkingen betreft, ‘Relaxé de toutes chaisnes et bandes’, in een stuk van 20 Juli 1694:
Staatsarchief en Fonds enz. ut supra: ‘N., prisonnier, estant mené à la torture et interrogé, si veut confesser la vérité de ce qu'il a commis, il a persisté à nier; et après mis sur la torture... (le 20 de Juillet 1694)... Le 22me de Juillet, environ six heures et demij du matin, le prisonnier estant mené soub l'air, relaxé de toutes chaisnes et bandes, et luy estant preleu sa confession avant dite..., déclare la confession avant dite estre véritable et par jcelle persister...’ | |
146. - Beheveltheit en Mesquaem.Beëvelt = Met eene ziekte behept, Ziek, Krank. Zie bij Verdam, h.v. Van zulk Be(h)evelt komt Beheveltheit = Kranheid, waarvan een voorbeeld hieronder. Mesquaem (Miskwaem) is een soort synoniem daarvan. Het woord is gevormd uit Meskomen (Miskomen), dat Hinderen, Deren, Mankeeren beteekent (zie bij Verdam), edoch in West-Vlaanderen somwijlen hoofdzakelijk wijst op het hebben van een of ander lichaamsgebrek: 't Is een felle kloeke jongen, er miskomt hem niets. Beheveltheit wijst geenszins, zooals een schrijver meende, op het Fr. Etre Manchot (aan éene hand of aan éen arm verminkt zijn); evenmin op Défiguration (Schending in het aangezicht of gelaat), of op Difformité (Mismaaktheid). Onzes inziens, zal het best door Fr. Infirmité (Zwakheid, Ziekelijkheid) in het algemeen vertaald worden. Wat Mesquaem betreft, dat te zamen met Myncke (Verminking, Fr. Estropiement, Mutilation) en Beheveltheit gebruikt wordt, het zal wel, zooals de heer L. Gilliodtsvan Severen zegt, door Fr. Vice de conformation uit te leggen zijn. De tekst volgt: L. Gilliodts-van Severen, Cout. Salle et Châtell. d'Ypres, I, blz. 338: ‘Item, dat van nu voortan alle ribauden, ledeganghers zynde, zonder mincke of behevelthede... verboden staen te wandelne in de castelrie van Ypre ende te gaen up aelmoessene... Ende daer zij niet conen doen blyken myncke, behevelthede of eenighe andere grote mesquame, waer by zy huer brood niet winnen moghen...’ (Keure van 1429.) - (Zie ook de Cout. homologuée van 1535, op. cit, I, 94.) Edw. Gailliard. | |
[pagina 143]
| |
II.
| |
[pagina 144]
| |
De afschrijver - was het vander Venne zelf? - of was het de zetter van zijn werk? - heeft, in de ed. van 1613, gelezen ‘Bosschaert offeren....’: het derde woord crē (cren), - bij misslag voor creu uit de uitgave van 1563 - werd met het tweede of verbonden, aan dit tweede eene f gevoegd en de c van het laatste woord tot e veranderd.
Die afschrijvers- of zettersfout begon nu haar wandeltoertje: Eerst uit vander Venne's Belacchende Werelt - of stond het reeds vroeger in een ons onbekende editie van Der Fielen... Vocabulaer? want het is wel aannemelijk dat van dit laatste werkje nog eene (of meer?) uitgave tusschen 1613 en 1635 verschenen is - kwam zij, 5 jaar later, in de Legende Ofte Historye Vande snoode practijcquen ende de behendige listicheden der Dieven (1640, Leyden): ‘Bosschaert offeren, Vlees’. En ze wandelde voort. In 1731 vind ik haar in Cartouche of de Gestrafte Booswigt (Amsterdam). In 1886 wou ik de fout beletten voort te slenteren; doch het bleef bij een simpel vermoeden, bij een dubbele vraag die onbeantwoord bleef. Thans dat het vermoeden waarheid is geworden, op de dubbele vraag geantwoord wordt, meen ik dat het wandeltoertje dezer lees- of drukfout, dat 250 jaar heeft geduurd, stellig tot een einde is gekomen. En nog, wie weet het? Les erreurs ont la vie dure! Is. Teirlinck. |
|