Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1912
(1912)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 733]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering van 25 September 1912.Aanwezig de heeren: Kan. Dr. Jac. Muyldermans, bestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren: Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Prof. Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Bols, Karel de Flou, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Mr. Prayon-van Zuylen, Gustaaf Segers, Prof. Dr. Willem de Vreese, Kan Am. Joos, Prof. Dr. Julius Mac Leod, Dr. Hugo Verriest, Is. Teirlinck, Prof. Dr. C. Lecoutere, Mr. Paul Bellefroid, Dr. Eug. van Oye en Frank Lateur, werkende leden;
de heer Joz. Jacobs, briefwisselend lid.
De heer Dr. Leo van Puyvelde, briefwisselend lid, heeft bericht gezonden dat hij verhinderd is de vergadering bij te wonen.
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de Augustus-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
Gedenkboek van het 25-jarig Jubelfeest. - Bij het openen der vergadering bedankt de heer Bestuurder den geachten heer Bestendigen Secretaris voor de zoo wel verzorgde uitgave van het Liber Memorialis. Hij vestigt de aandacht der Leden op de uitvoerige en nauwkeurige registers die bij het Gedenkboek zijn gevoegd, en die een register op de 24 eerste jaargangen onzer Verslagen kunnen uitmaken. Hij wenscht den heer Edw. Gailliard geluk daarover: zijn werk is een werk van ware verdienste.
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de heer Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering: Royaume de Belgique. Ministère de l'Industrie et du Travail. Office du Travail. Annuaire de la législation du Travail. Publié par | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 734]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l'Office du Travail de Belgique. 15e année, 1911. Tome premier. Bruxelles, 1912, Royaume de Belgique. Ministère de l'Industrie et du Travail. Office du Travail et Inspection de l'Industrie. Monographies industrielles. Aperçu économique, technologique et commercial. Groupe III. Industrie de la Construction mécanique. Tome III, fasc. A. Production de force motrice. Transmission du mouvement. Aspiration et refoulement des fluides - Tome III. fasc. B. Déplacement des matières pondéreuses. Organes séparés. Bruxelles, 1912. Ministère de l'Intérieur. Annuaire statistique de la Belgique et du Congo belge. 42e année. 1911. Tome XLII. Bruxelles, 1912. Cuvelier (J.). - Académie Royale de Belgique. Commission Royale d'Histoire. Les dénombrements de foyers en Brabant. (XIVe-XVIe siècle), par Joseph Cuvelier, archiviste général du Royaume, à Bruxelles. Bruxelles, 1912. Bormans (S.) et Halkin (J.). - Académie Royale de Belgique. Commission Royale d'Histoire. Table chronologique des chartes et diplômes imprimés concernant l'Histoire de Belgique, par S. Bormans, membre de l'Académie Royale de Belgique, et J. Halkin, professeur à l'Université de Liége. Tome XI (Deuxième partie). Bruxelles, 1912. Statistique générale de la Belgique. Exposé de la situation du Royaume de 1876 à 1900, rédigé sous la direction de la Commission centrale de Statistique en exécution de l'arrêté royal du 29 mai 1902. 10me fascicule. Bruxelles, s.d. Collard (A.). - Bibliothèque de l'Observatoire Royal de Belgique, à Uccle. Catalogue alphabétique des livres, brochures et cartes, préparé et mis en ordre par A. Collard, bibliothécaire de l'Observatoire Royal de Belgique. Tome II, fasc. I. Bruxelles, 1912. Fayen (A). - Analecta Vaticano Belgica. Publiés par l'Institut Historique Belge de Rome. Vol. III (2e partie). Lettres de Jean XXII (1316-1334). Textes et analyses, publiés par Arnold Fayen, membre de l'Institut Historique Belge de Rome. Tome II, 2e partie 1330-1334. Rome, Bruxelles, Paris, 1912.
Tijdschriften. - Académie Royale de Belgique. Bulletin de la Classe des Lettres, et des Sciences morales et politiques et de la Classe des Beaux-Arts, 1912, nos 6 et 7; Programme du Concours pour 1915; Bulletin de la Commission Royale d'Histoire, no 2, 1912. - Bibliographie de Belgique. Première partie: Livres, Périodiques nouveaux, Estampes, Cartes et Plans, nos 11-14, 1912. - Bulletin des Commissions Royales d'Art et d'Archéologie, nos 3-4, 1912. - Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, no 7, 1912. - Revue Néo-scolastique de Philosophie, Août 1912. - Sommaire idéologique des ouvrages et revues de philosophie, Août 1912. - Bulletin des musées royaux, no 8, 1912. - Arbeidsblad, nrs 13-15, 1912. - Annales des travaux publics de Belgique, no 4, 1912. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 735]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de stad Antwerpen: Conscience (Hendrik). - De Leeuw van Vlaanderen. 1812 Jubeluitgave 1912. Voor de stad Antwerpen gedrukt door J.E. Buschmann.
Door het Bestuur des Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluibreiding, te Antwerpen: Spilbeeck (Mr. A van), advocaat, bijgevoegd rechter aan de Rechtbank van Eersten Aanleg te Antwerpen. - De openbare Liefdadigheid. (nr 135 van de Verzameling) Vlietinck (Ed.), advocaat. - Wereldpolitiek. Macht of Recht. (nr 152 id.) Notenbaert (Dr. A.L.), scheikundige. - Planten- en Dierenleven. (nr 153 id.) Meyer (L.), Bestuurder der Katholieke Nederlandsche School, te Antwerpen. - Het wereldlijke lied in de Middeleeuwen. (nr 154 id.) Deckx (Dr. H.). - Reuzen en Dwergen. (nr 155 id.)
Door den Oudheid- en Geschiedkundigen Kring van Audenaerde: Handelingen, 4e boekdeel.
Door de ‘Société de littérature wallonne’, te Luik: Bulletin du Dictionnaire général de la langue wallonne. 6e année, 1912, nos 1-2.
Door de ‘Königlich preussische Akademie der Wissenschaften’, te Berlijn: Sitzungsberichte, XXII-XXXVIII, 1912.
Door de ‘Königliche Gesellschaft der Wissenschaften’, te Göttingen: Nachrichten: Geschaftliche Mitteilungen, 1912, Heft 1. - Philologisch-historische Klasse, 1912, Heft 2.
Door de ‘Stadtbibliothek’, te Bremen: Zugangs-Verzeichnis der Stadtbibliothek zu Bremen vom Rechnungsjahr 1911-12. Bremen, 1912. Jahresbericht der Stadtbibliothek. (1911.)
Door de ‘Kungl. Universitets-Biblioteket’, te Uppsala: Skrifter utgifna af Kungl. Humanistiska Vetenskaps-Samfundet i Uppsala. Band 10, I en II, Uppsala, 1912; Band XIII. Uppsala, 1910-1912.
Door de ‘Reale Accademia dei Lincei’, te Rome: Rendiconti della Reale Accademia dei Lincei. Classe di Scienze morali, Storiche e Filologiche. Serie Quinta. Vol. XXI. Fasc. 3o-4o. Roma, 1912. Atti della R. Accademia dei Lincei. Anno CCCIX, 1912. Rendiconto dell' Adunanza solenne del 2 Guigno 1912, onorata della presenza delle LL. Maesta il Re e la Regina. Vol. II. Roma, 1912. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 736]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door den heer Edw. Gailliard, bestendigen secretaris der Academie, te Gent: Ons volk ontwaakt, 1e jg., nrs 1-17; 2de jg., nrs 1-27. Neerlandia. Orgaan van het Algemeen Nederlandsch Verbond. Jgg. 1906-1911, en 1912, nrs 1-7. De Vlaamsche Hoogeschool. Maandelijksch orgaan van de Vlaamsche Hoogeschool-Commissie. 1e jg., nrs 1 en 3-11; 2e jg. nrs 1-6.
Door Prof. Dr. P.J. Blok, buitenlandsch eerelid der Academie, te Leiden. Geschiedenis van het Nederlandsche Volk, door P.J. Blok. Tweede druk. Eerste deel. Leiden, z.j. (1912.)
Door den heer Emm. de Bom, bibliothecaris der stad Antwerpen: Hendrik Conscience. 1812-1912. Tentoonstelling. Catalogus. Antwerpen, 1912.
Door Dr. A. Laporta, te Lier: Barros (Joan de). - Ongemeene Scheeps-togten en Manhafte Krygs-bedryven te Water en Land, door Diego Lopez de Sequeira, als Kapitein Generaal en Gouverneur ter voortzetting van der Portugyzen Gebied en vryen Koophandel in de Oost-Indien, met IX Schepen derwaarts gedaan in 't jaar 1518. Leiden, 1707. Het bloedig lyden van Jesus-Christus, verbeeldt in het onbloedig Sacrificie van de H. Misse. Verçiert met Printen, geestelyke Bemerkingen en Gedichten. 't Antwerpen, 1759. G.D.P.A.U. - Den nieuwen volmaekten Gregoriaenschen almanach, dienende voor eene geheele eeuwe, beginnende met het jaer ons Heere Jesu-Christi 1801 ende die zal eyndigen met het jaer 1900. Tot Gend, by Ph. en P. Gimblet. Henry (Jos.). - Gemeynsaeme onderwyzingen in de leer- en zedestukken over de vier deelen van de Christelyke leeringe, enz. 2de en 3de deel. St-Truyden, 1804. Den Autaer en den Troon, verdedigd tegen hunne vyanden; of christelyk onderwys wegens de Twee Magten der Aerde, de geestelyke en de wereldlyke; Uytgegeven door eenen Vriend van de Religie en van den Koning; voor- afgegaen Door een Bericht tot den Catholyken en Protestandschen Lezer, Hasselt, 1816. Buelens (J.B.). - Briefwisseling tusschen J.F. Willems, schryver van het werk: Tael- en letterkundige Verhandeling, opzigtelyk de zuydelyke provintien der Nederlanden, en J.B. Buelens R.C. Pr. Inhoudende eene zaekelyke wederlegging van eenige valsche grondstellingen, in dat werk voorkomende. Antwerpen, z.j. (1821.) P... - Treurig en uitvoerig verhaal der gevangenis en dood van Lodewyk XVI, koning van Frankryk en zyne doorluchtige gemalinne Maria-Antoinetta; waar achtergevoegd Eene korte levensbeschrijving en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 737]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een tafereel der 749 Gedeputeerden, welke in de dagvergadering van 18 Januari 1793 gestemd hebben. Door P... Gend, 1826. Verzameling van leerreden over verschillende onderwerpen, Getrokken uyt de vermaerdste Fransche predikers. Antwerpen, 1827. Marx (L.F.). - Overwegingen voor den heiligen tijd van de vaste, over de woorden van Jesus aan het Kruis. Door L.F. Marx, Doctor in de Wijsbegeerte en Godgeleerdheid. Naar het Hoogduitsch. 's Bosch, 1827. (3 dln.) Meslé (De). - Leerreden of gesprekken over verschillende onderwerpen; doór den Abt De Meslé, Pastor en Kanonik van de Kerk van den H. Petrus, te Rennes. Uyt het Fransch vertaeld, doór P.V., R.-C. Priester. Antwerpen, 1828. David (J.). - Nederduytsche Spraekkunst. Eerste deel. Spelling en Vormleer. Tweede uytgave. Door J. David, Pr., Direct. van het Collegie te Mechelen en Prof. der nederduytsche letterkunde aen de Catholyke Universiteyt. Mechelen, 1834. Leerboek van de voornaemste regels der nederduitsche versificatie en dichtkunst; gestaefd door voorbeelden uit de beste schryvers, en byzonder geschikt voor het openbaer onderwys. Met een voorwoord van J.F. Willems. Turnhout. 1840. Meeuse (Chr.). Herinneringen uit het leven van wijlen den WelEerw. Zeer Geleerden Heer Christiaan Meeuse, in leven: Predikant op den Hoek, lande van Axel. Door hem zelven beschreven. Met eene Voorrede, eenige Aanteekeningen en Vervolg op dezelve, door eenen Vriend des Overledenen. Met Pourtret (sic). Middelburg, 1840. Peene (H. van). - Jacob van Artevelde, of zeven jaren uit de Geschiedenis van Vlaenderen; historisch drama in vyf bedryven en zeven tafereelen, Door H. van Peene. Vertoond voor de eerste mael te Gent, op den Schouwburg der Maetschappy ‘Broedermin en Taelyver’, den 12 September 1841, Gent, z.j. Cortez. - Geschiedenis der ontdekking van Amerika. Reystogten en veroveringen van de eerste zeevaerders in de nieuwe wereld. Tweede gedeelte. Cortez. Kortrijk, 1842. Scholman (C.) - Berymde schets eener Pelgrimsreis naer Roome. Door Cornelius Scholman. Brussel, 1845. Coster (Ph. de) - Leesonderrigt naer Dr. Beneke's zielleer. Lessen van Methodologie, gegeven in 's Ryks Normaelschool van Lier, door Ph. de Coster, directeur, R K.P. Lier, 1856. Schleyer (J.M.). - Volapük, dat is: De Wereldtaal. Spraakkunst van Johan Martin Schleyer (den Schepper van de wereldtaal). Naar den derden druk voor Nederlanders bewerkt door Servaas de Bruin. Tweede druk. 's-Gravenhage, 1884. Renier (A.). - Grondbeginselen van Volapük naar de laatste verbeteringen van Dr. A. Kerckhoffs, door Arthur Renier, wereldtaalleeraar. Zesde uitgaaf. Antwerpen, 1887. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 738]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stockmans (J.B.). - Handboekje voor den Belgischen Bedevaarder naar Rome, Assise en Loretto, door J.B. Stockmans. Brecht, 1888. Leesberg (Mr. J.F.A.). - Herdersdichten, door Mr. J.F.A. Leesberg. 's Gravenhage, z.j. Aan den Wel Edelen Heer J. de Coorebyter, By zyne verheffing tot het Burgemeesterambt in Capryck. Z. pl. of j. Huygelaere (A.D'). - Willem Wenemaer of de Gentsche Held, Offer zyner Vaderlandsliefde; historisch tafereel. 1325. Door A. D'Huygelaere. Gent, z.j. Noord en Zuid. Maendschrift voor Kunsten, letteren en Wetenschappen, onder de redactie van MM. A. Snieders Jr., L. van Ruckelingen, Herman, H. Sermon, en met de medewerking van verscheidene letterkundigen uit Noord- en Zuid-Nederland. 1ste jaargang. Afl. 2-5 en 7-12. 2de jaargang. Afl. 1-4 en 6-12. 3de jaargang. Afl. 11. 4de jaargang. Afl. 1-3, 6, 8 en 10. 6de jaargang. Afl. 1-5 en 6. De Vlaemsche letterbode. Tijdschrift voor Kunsten en Wetenschappen (inzonderheid voor Letterkunde). Tweede deel. Antwerpen, 1844. Derde deel, 2de jaargang. Antwerpen, 1845.
Godsdienst en Geschiedenis. Keus van belangrijke en veeldeels onbekende werken: 1ste jaargang 1856. 1ste Boekdeel. Boëtius a Bolswert. Duifjes en Willemijntjes pelgrimsreis tot haren beminden binnen Jerusalem. 2de Boekdeel. De standaerd der ware devotie tot de Allerheiligste Maegd. Nieuwe maend van Mei. 3de Boekdoel. Even (Edw. van). - Jaarboeken der stad Leuven van 240 tot 1507, in 't Latijn opgesteld door Petrus Divaeus, in 't Nederduitsch overgebragt. Door W.A. van Dieve; Thans voor de eerste mael gedrukt, met inlasschingen en aenteekeningen van Edward van Even. Eerste deel. 4de Boekdeel. Het leven van den Engelschen leeraer den H. Thomas van Aquinen uit de orde der Predikheeren. 2de Jaergang. 1857, 5de Boekdeel. Bellarmyn (Kardinaal R.) S.J. - De kunst van wel te sterven, in twee boeken. 6de Boekdeel. Tweede deel van Jaerboeken der stad Leuven (1e jg. 3e bkdl.). 3e Jaergang, 1858. 10de Boekdeel. Verstock (F. Gaspar), Kloosterling der Abdij van St. Bernardus bij Antwerpen. - Het leven en de daden der Hertogen van Braband. Oorsprong nemende met het jaer na de geboorte onzes Zaligmakers 615, tot den jare 1648, kort en bondig naer verscheidene schrijvers verhaeld.
Verder nog vier onvolledige boekwerken waarvan een in de Approbatio den titel Gemma evangelica en het jaartal 1630 draagt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 739]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door den heer H. Ronse, bestuurder der Staats-Tuinbouwschool, te Gent: Ronse (H.). - Le laurier, par H. Ronse, Directeur de l'Ecole d'Horticulture de l'Etat, à Gand. (Extrait de la Revue d'Horticulture belge et étrangère, T. XXXVIII, 1912.)
Door den heer R. Schrijvers, bureeloverste aan het Ministerie van Nijverheid en Arbeid, te Brussel. Schrijvers (R.). - Op den Wandel met Taalgidsen. Eerste Reeks. Kortenberg, 1912. Tweede Reeks. Id. 1910.
Door de Redactie: Museum. Maandblad voor Philologie en Geschiedenis, nrs 11-12, 1912. - Het Boek, maandschrift uitgegeven door het Syndikaat der Boeknijverheden van Oost-Vlaanderen, nr 11, 1912. - Gand-Exposition. Organe officiel de l'Exposition Universelle et Internationale de Gand, 1913, - Gent XXe eeuw, nr 8, 1912.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Thalhofer (Dr. V.). - Theologische Bibliothek. Handbuch der katholischen Liturgik von Dr. Valentin Thalhofer, weiland Päpstl. Hausprälat und Professor der Theologie in Eichstätt. Zweite, völlig umgearbeitete und vervollstandigte Auflage von Dr Ludwig Eisenhofer, Professor der Theologie am bischöflichen Lyzeum in Eichstätt. Erster und Zweiter (Schluss-) Band. Freiburg im Breisgau, 1912. Franck's Etymologisch Woordenboek der Nederlandsche taal. Tweede druk, door Dr. N. van Wijk. Aflevering 13. 's-Gravenhage, 1912. Deutsches Worterbuch von Jacob Grimm und Wilhelm Grimm. 12. Bandes 1. Abtheilung 9. Lieferung. Versprutzeln-Verstehen. Bearbeitet von Dr. M. Leopold. Leipzig, 1912. Journal des Expositions, no 35, 1912. - De Gids, September 1912. - Plantijn, Letterkundig Overzicht van De Nederlandsche Boekhandel, ns 6, 1912.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatst verschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Nederlandsch Archievenblad, nr 1, 1912. - Schweizerisches Archiv für Volkskunde, nr 3, 1912. - Biekorf, nrs 16-17, 1912. - St-Cassianusblad, nr 9; Bijvoegsel, nrs 16-17, 1912. - Jong Dietschland, nr 1, 1912. - De Vlaamsche Gids, nr 5, 1912. - Korrespondenzblatt, nr 2, 1912. - | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 740]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oaze Kunst, nr 9, 1912. - De Vlaamsche Kunstbode, nr 7, 1912. - Les Marches de l'Est, nrs 9 en 10, 1912. - Neerlandia, nr 9, 1912. - Het Katholiek Onderwijs, nrs 10-11, 1912. - De Opvoeder, nrs 24 en 25, 1912. - De Opvoeding, nr 9, 1912. - Christene School, nrs 20 en 21, 1912. - De Schoolgids, nrs 33-37, 1912. - De Student. ns 4, 1912. - Volkskunde, nrs 7-8, 1912. - Schweizer Volkskunde, nrs 6-9, 1912. - Dietsche Warande en Belfort, nrs 8-9, 1912.
Ingekomen brieven. - De Bestendige Secretaris stelt de Vergadering in kennis met de hieronder volgende ingekomen brieven:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 741]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.1o) Van de pers gekomen uitgave. - Den 20 September 1912, is van de pers gekomen: Koninklijke Vlaamsche Academie. Gedenkboek van de feestviering van haar vijf-en-twintigjarig bestaan: 1886-1911.
Behalve het verslag over de feestelijkheden en plechtigheden van Zaterdag 7 October, van Zondag 8 October en van Maandag 9 October 1911, komen in dit Gedenkboek voor, de hieronder opgenoemde ‘Verslagen over de verschillende onderdeelen van de werkzaamheid der Koninklijke Vlaamsche Academie’, gedurende de jaren 1886-1911:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 742]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nawoord, door Prof. Dr. W. de Vreese. (Blzz. 311-315.) Verder gaan bij dit boek een Register van zaken (blzz. 317-361), een Register van personen (blzz. 362-386), en de hierna volgende platen, voorstellende:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 743]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- Op genoemden dag werd een exemplaar van het boek aan de heeren werkende en briefwisselende Leden gezonden, alsmede aan den Z.E. heer Pater van de Ven, S.J., stichter van het Van de Ven-Heremans-Fonds, en aan den Z.E. Pater Joz. Salsmans, S.J., stichter van het Salsmans-Fonds, aan den weled. heer Aug. Beernaert, Minister van Staat, stichter van het Aug. Beernaert-Fonds, alsook aan Mevrouw Merghelynck, weduwe van Jhr. Arthur Merghelynck, den schenker van het Beauvoorde-kasteel aan de Academie. De Bestendige Secretaris liet ook aan den Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten de 74 exemplaren geworden, bestemd voor de verschillende inrichtingen, welke, door tusschenkomst van zijn Departement, de uitgaven der Koninklijke Vlaamsche Academie ontvangen. 2o) Prijsvraag over het Vlas, voor het jaar 1918. - De Bestendige Secretaris acht het geraden, de aandacht der heeren Leden van den eventueel aan te stellen keurraad, te vestigen op de merkwaardige studie van den eerw. heer Caesar Gezelle, getiteld 't Vlas in Vlaanderen, welke in Ons Volk ontwaakt, jaarg. 1912, nr van 20 Juli en vlgg., verschenen is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Motiën.1o) Uitspraak der Vlaamsche familienamen en plaatsnamen. - De heer Edw. Gailliard geeft lezing van de hieronder volgende motie:
‘Papa, quel est le poids spécifique du platine?’ - vroeg, een tijdje geleden, een Gentsche freule aan haar pa, bij het binnentreden 's morgens in de eetplaats, om het ontbijt te gebruiken. 't Meisje had er niet kunnen van slapen! - In mijne jonkheid, toen ze 's morgens beneden kwamen, vroegen de kinders een ‘kruiske’ aan hun ouders. Maar dat is ‘vieux jeu’ geworden, dat is thans van den ouden bak. - Daar ligt echter de hond precies niet gebonden. Er was, toen mij 't geval verteld werd, onder | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 744]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vrienden sprake van onderwijs en opvoeding. Meisjes van dat soort, zei men mij, zijn ten huidigen dage maar al te dikwijls in Vlaamsche gezinnen aan te treffen: 't zijn voortbrengselen van zekere schoolinrichtingen, die, jammer genoeg, door de ouders meer en meer worden gegeerd.
Onder het praten over een en ander in zake onderwijs, kwamen de namen van eenige Gentsche scholen voor juffers te berde, en zoo gebeurde het, dat een mijner vrienden - er werd tusschenin Fransch gesproken - van ‘l'Institut de Querqove’ en van ‘le Pensionnat de Dorselle’ gewag maakte. Aanstonds viel ik het heerschap - nochtans een oprecht vlaamschgezinde, naar ik U er van gerust verzekeren mag - in de rede en deed hem opmerken dat hij best de Kerchove en Doorseele zou gezegd hebben, en dat overigens zijne uitspraak van die twee eigennamen al te veel naar Gentsche mode rook! De man verklaarde, zich met mijn gevoelen niet te kunnen vereenigen en beweerde dat een Vlaming, als hij Fransch spreekt, zich in alles naar den Franschen tongval moet weten te wenden; - dat, onder het Fransch spreken, Vlaamsche eigennamen op Fransche wijze dienen uitgesproken, net zooals een geboren Franschman ze uitspreken zou; - dat zulks heelemaal met de beginselen der onderwijskunde strookt; - dat beleefdheid zulks vergt; - en zoo wat meer.
Is het niet om dood te vallen! En zeggen dat, moest het een Vlaming soms gebeuren een Franschen naam min of meer verkeerd uit te spreken, men hem voor domkop zou uitmaken! Ja, ik weet wel dat Voltaire ergens geschreven heeft: ‘J'écris en français; ne dois-je pas me conformer - wat het overschrijven van Russische namen betreft - à la douceur de la prononciation française?’ Maar, met dit stelsel kan ik geen vrede hebben. Trouwens, familienamen, eigennamen en plaatsnamen staan om zoo te zeggen buiten de taal: zij maken geen deel van de taal uit; ze zijn een soort eigendom, dat dient geëerbiedigd. In elk geval houd ik staande, dat wij Vlamingen, wanneer wij Fransch, - ja zelfs wanneer wij met Franschen spreken, niet hoeven te zeggen b.v. de Quaizaire voor de Keizer, - Mêchelainque voor Mechelynck, - De Vlamainque voor De Vlaming, - Vanul, voor Van Hulle, - Cautère voor | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 745]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kouter, enz., enz.; - evenmin: de Brabandère, de Meulemaistère, Ouilstèque, Vandouinne, voor de Brabandere, de Meulemeester, Vuylsteke, Wenduyne, enz.
Het kwaad, waarop ik de aandacht vestig, heeft reeds geheel het Vlaamsche Land door diepe wortels geschoten. Wij mogen niet toelaten dat de zoo eigenaardige namen van onze Vlaamsche steden en gemeenten, van onze familiën, van dag tot dag door onze dolle franschsprekenden, door Vlamingen vooral, meer en meer geradbraakt worden. Door woord en daad behooren wij ons daartegen krachtig te verzettenGa naar voetnoot(1). Zou de Eerw. kanunnik Amaat Joos, als pedagoog, ons niet eerstdaags op eene studie daarover willen vergasten?
- De heer Kan. Joos verklaart aan te nemen. - Verder beslist de Academie, dat bovenstaande motie bij de Handelingen der Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch zal worden gevoegd.
2o) Hendrik Conscience Tentoonstelling, te Antwerpen. - De heer Prof. Dr. Willem de Vreese vestigt de aandacht der Vergadering op de prachtige Hendrik Conscience Tentoonstelling, te Antwerpen, ter gelegenheid van het Conscience-Eeuwfeest ingericht. Hij brengt een dankbare hulde aan den heer E. de Bom, Antwerpens stadsbibliothecaris, die met ongeëvenaarde kennis en toewijding deze tentoonstelling heeft tot stand gebracht, en betoogt hoe wenschelijk het is, dat deze tentoonstelling tot een Conscience-Museum moge bestendigd worden, zooals er reeds in Noord-Nederland een Vondel- en Bilderdijk-Museum bestaat. De heer W. de Vreese stelt voor, namens de Academie het Gemeentebestuur | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 746]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der stad Antwerpen beleefd te verzoeken aan de dienaangaande uitgesproken wenschen gevolg te willen geven.
- De Bestendige Secretaris deelt hierop aan de Vergadering mede, dat hij, op voorstel van de heeren Is. Teirlinck en Frank Lateur, in naam onzer Koninklijke Instelling en op last van het Bestuur, tot genoemd Gemeentebestuur, den 18den September, een schrijven in bedoelden zin heeft gericht. Gevaar is er, schreef hij o.a., dat, indien men die prachtige verzameling weer opbergt waar ze niemand zien of raadplegen kan, indien men al de tentoongestelde voorwerpen laat verstrooien, men ze later nooit meer bijeen krijgt: zeker is het, dat 't geen men nu zou verwaarloozen, een later geslacht vruchteloos zal willen weer oprichten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mededeelingen namens Commissiën.1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer J. Bols, waarnemende secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel, over de morgenvergadering door de Commissie gehouden: Zijn aanwezig de heeren: Jhr. Dr. Karel de Gheldere, ondervoorzitter; Karel de Flou, Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Edw. Gailliard, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Mr. A. Prayonvan Zuylen en Jan Bols, leden. Het verslag van de Juli-vergadering wordt goedgekeurd. Aan de dagorde staat: a) Leven en werken der Zuidnederlandsche schrijvers - Voorstel door den heer V. dela Montagne om de uitgave te hernemen. - Memorie van toelichting. Bespreking. De Memorie van toelichting luidt als volgt:
Toen de Academie besloten had tot de uitgave van een werk handelende over Leven en werken der Zuidnederlandsche Schrijvers, en het plan een begin van uitvoering had verkregen, bleek aldra dat er met de gevolgde methode weinige resultaten zouden worden bereikt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 747]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De voornaamste gebreken welke de uitgave aankleefden, waren: onvoldoende voorbereiding, gemis aan documenteering, schaarschheid aan medewerking. Zoo werd dan besloten de uitgave tijdelijk te staken en naar middelen uit te zien om haar op vastere gronden te hernemen... Maar nu bleek goede raad duur; de gebreken vast te stellen waaraan de uitgave mank liep, was eene gemakkelijke taak; in die gebreken te voorzien was eene zwaardere onderneming. En inmiddels verliep de tijd en reeds ettelijke jaren scheiden ons van het tijdstip waarop de laatste aflevering die het licht zou zien, verschenen is. Ik meen thans te kunnen wijzen op een middel dat m.i. toelaten zal met kans van welgelukken de uitgave te hervatten in de gewenschte voorwaarden van degelijkheid en volledigheid. Het zou zijn de toepassing van het stelsel dat gevolgd wordt voor het bijeenbrengen van het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, onder redactie van Dr. P.C. Molhuysen, conservator aan de Bibliotheek der Rijksuniversiteit te Leiden, en Dr. P.J. Blok, hoogleeraar aan dezelfde Rijksuniversiteit, die overigens het plan hebben gevolgd van den Italiaanschen Dizionario Biobibliografico. Ik vind de bedoelde methode als volgt zeer klaar geresumeerd en kan me dus de moeite sparen er een eigen beschrijving van te formuleeren: ‘In plaats van in het eerste deel de levens te geven beginnende met A, in het tweede met B enz., geven zij in elk deel een serie levens uit het geheele alfabet, van A-Z. Bij elk deel komt een alfabetisch register, dat alle reeds verschenen deelen mede omvat, zoodat het boek steeds te raadplegen is, en men in het register op het laatst verschenen deel altijd alle behandelde personen kan vinden. De redacteuren zijn daartoe overgegaan, omdat bij een zuiver alfabetisch boek een enkel medewerker die zijn bijdrage niet op tijd inzendt, den geheelen druk in de war kan sturen, en men óf de uitgave van een deel belangrijk zou moeten vertragen óf bedoeld artikel naar het supplement verwijzen. Maar zoodra er met supplementen wordt gewerkt, is het idee van een zuiver alfabetisch boek verloren. Daarom gaan de redacteuren zoodra zij kopij voor een deel hebben, welke, ook wat inhoud betreft, de noodige verscheidenheid aanbiedt, die ter perse | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 748]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
leggen; men krijgt zoo ten slotte een boek van ongeveer 12 deelen die elk van A-Z loopen met een algemeen register.’ Men ziet: het plan is practisch; het kan er toe leiden een werk als hetgene de Academie wenscht te ondernemen op een afzienbaren tijd tot een goed einde te brengen. Met het stelsel van het Dizionario en van het Biografisch Woordenboek geene overhaasting meer; geen wachten meer op medewerking voor een of ander artikel dat streng alfabetisch zijne plaats moet komen innemen en welks gemis den voortgang van heel de uitgave stremt. En men beseft dat waar geen honorarium uitgekeerd wordt, aan de medewerkers vooral geene eischen van tijd te stellen zijn. Zoodra er nu stof bijeengebracht is voor eene aflevering van eenigen omvang, wordt die aflevering in het licht gegeven. Zij bevat al de biografieën van A tot Z die klaar gekomen zijn: ingezonden artikelen die onvolledig of onvoldoende bevonden werden, worden naar eene volgende aflevering verwezen en den schrijver terug gegeven met verzoek om aanvulling of verbetering. Het stelsel biedt, naar mijne meening, zeer gewichtige voordeelen, en de nadeelen kunnen, mits goede samenvattende successieve registers en een goed begrepen eindregister, tot een minimum worden herleid. Ik heb de eer, ter verduidelijking, aan de Commissie voor te leggen het onlangs verschenen eerste deel van het Nederlandsch Biografisch Woordenboek, en ik verzoek haar met aandrang de door mij aanbevolen methode te willen in overweging nemen.
- Ten gevolge van de afwezigheid van den heer V. dela Montagne, wordt het bespreken van dit punt tot de volgende vergadering verschoven.
b) Historische Bibliographie der Belgische gemeenten, door Frans de Potter. - (De drie eerste vellen zijn gedrukt.) - Aanbod van den heer V. Fris, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum, te Gent, om het voortzetten van dat werk op zich te nemen. - Door het Bestuur der Academie naar de Commissie om advies verzonden.
De heer Edw. Gailliard, bestendige secretaris, geeft lezing van de hieronder volgende nota: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 749]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Over het ontwerp van uitgave der Bibliographie van de geschiedenis der Belgische gemeenten en over het plan daarvoor door hem opgevat, liet zich de heer Frans de Potter in de Inleiding van zijn werk uit. Die Inleiding, die reeds gedrukt is, beslaat 18 blzz. Daarop volgt de lijst:
Vervolgens hebben wij de Verklaring der verkortingen, te beginnen met Analectes... tot en met Middelaer... In het geheel zijn 52 (lii) blzz. gedrukt. Waar de kopij van het vervolg der Verkortingen gebleven is, kwam ik niet te weet.
De fiches voor de eigenlijke Bibliographie, door den heer De Potter voorbereid, berusten thans nog ter Academie. Dat ze dienen aangevuld, lijdt vanzelf niet den minsten twijfel. Welnu, de heer V. Fris, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum, te Gent, bij brieve in Augustus ll. tot den heer Prof. Ad. de Ceuleneer gericht, schrijft in dezer voege: ‘Ik lees in uw verslag (Gedenkboek, blz. 225), dat de Academie zou wenschen de Historische bibliographie der Belgische gemeenten door de Potter begonnen, afgewerkt en uitgegeven te zien. Ik durf U het volgende voorstel doen: ik verbind me het boek in een jaar af te werken met alle bescheidenheid; de titel zou zijn: Historische Bibliographie der Belgische gemeenten door Fr. de Potter, uitgegeven door V. Fris. Alléen zou men mij het Hs. moeten overhandigen. Mag ik U verzoeken dit ontwerp aan de Academie voor te leggen?’
Het voorstel is aanlokkelijk. Bovendien, ongetwijfeld zou het werk in goede handen zijn. Edoch, hebben wij het recht over de kopij van den heer De Potter te beschikken? Zou eerst de toestemming van de erfgenamen met hoeven gevraagd? Wat er van zij, ik stel voor eene sub-commissie van drie Leden te benoemen, om de zaak te onderzoeken, en die Commissie samen te stellen uit de heeren Prof. A. de Ceuleneer, Jhr. Mr. Nap. de Pauw en V. dela Montagne. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 750]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- Dit voorstel wordt goedgekeurd. Verder verzoekt de Commissie den Bestendigen Secretaris de gewenschte toelating aan de Familie de Potter te vragen.
c) Mededeeling door den heer Edw. Gailliard: Een ‘incident’ te Brugge op eene terechtzitting in het jaar 1463. - Onder het pleiten voor zekeren ‘Clais Lanchals’, die een jong meisje had verkracht, was Jacop Agret, ‘taelman’, zoo vermetel geweest, een der rechters aan te wrijven ‘dat hij hem partije maecte ende juge was’. De rechter nam het hoog op en, na afloop van de zitting, eischte hij recht. Zonder den minsten uitstel werd uitspraak gedaan: Mr. Agret werd veroordeeld ‘over zijne knyen’ vergiffenis te vragen, een bedevaart naar Aardenburg te doen en een zware boete te betalen. Tempora mutantur, zegt daarop Spreker, die ten slotte herinnert aan wat Meester Jan Matthijssen, de geleerde ‘clericus civitatis Brielensis’, uit de eerste jaren der XVde eeuw, over de plichten van den ‘taelman’ schreef en dacht.
- De Commissie beslist, mits nadere goedkeuring der Academie in pleno vergaderd, dit stuk in de Verslagen en Mededeelingen te laten opnemen. - (Door de Academie goedgekeurd.)
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer G. Segers, secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel, over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Zijn aanwezig de heeren: Prof. Dr. W. de Vreese, voorzitter; Kan. Dr. J. Muyldermans, ondervoorzitter; Jan Bols, Dr. J. Mac Leod, Mr. J. Obrie, Am. Joos, Dr. Hugo Verriest, Prof. Dr. C. Lecoutere, leden, en Gustaaf Segers, lid-secretaris. Het verslag over de Juli-vergadering wordt goedgekeurd.
Aan de dagorde staat: a) Ontwerp van brief over het Examen van kantonalen schoolopziener over het lager onderwijs. De Commissie verzoekt dat bedoelde brief aan den Minister worde gestuurd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 751]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b) Lezing door den heer G. Segers: De toestand van het onderricht in onze taal in het lager onderwijs. - Spreker leest eene verhandeling over den toestand van het onderricht onzer moedertaal in het lager onderwijs naar aanleiding van het Rapport triennal sur la situation de l'Instruction primaire en Belgique, présenté aux Chambres législatives le 9 février 1911, par M.J. Schollaert, Ministre des Sciences et des Arts. Vingt-deuxième période triennale, 1906-1907-1908. Hij doet het aantal scholen kennen, waar onze taal als voertaal gebruikt wordt, evenals dat der scholen, waar de Fransche taal de voertaal van het onderwijs is. Ook over het aantal scholen, waar de Fransche taal als tweede taal en dat der lagere onderwijsinrichtingen, waar onze taal als tweede taal aangeleerd wordt, worden statistieke tabellen medegedeeld. Op de wijzigingen, welke deze cijfers tijdens het laatste driejaarlijksch tijdvak ondergingen, wordt de aandacht gevestigd. Uittreksels uit de verslagen der heeren hoofdopzieners over het lager onderwijs, der opzieners over het normaal onderwijs worden medegedeeld.
- De Commissie beslist dat, mits nadere goedkeuring der Academie in pleno vergaderd, de lezing van den heer Segers in de Verslagen en Mededeelingen, alsmede in de Handelingen der Commissie zal opgenomen worden. - (Door de Academie goedgekeurd.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Letterkundige mededeeling.1o Door den heer Is. Teirlinck, over Hendrik Conscience Tentoonstelling: 1812-1912. Catalogus. Antwerpen, Drukkerij J.-E. Buschmann, 1912. (Met portret van Conscience en een fac-simile van de eerste bladzijde der kopij van zijn De Leeuw van Vlaanderen.)
In naam van den heer Emm. de Bom, bibliothecaris der stad Antwerpen, heb ik de eer der Academie aan te bieden: Hendrik-Conscience-tentoonstelling, Catalogus. Dit is geene gewone vervelend dorre lijst van tentoongestelde voorwerpen. Het is een zeer belangrijke bijdrage tot de geschiedenis van onzen grooten schrijver en van de personen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 752]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van zijnen tijd. Om de groote waarde van het boek te laten uitschijnen, zal het wel voldoende zijn den inhoud der 345 bladzijden mede te deelen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 753]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Om dit gewetensvol werk en ook om de zoo merkwaardige Conscience-tentoonstelling, waarvan hij de inrichter was, verdient Emm. de Bom den grootsten lof.
2o) Door denzelfden heer Is. Teirlinck, over: Hendrik Conscience: De Leeuw van Vlaanderen. Jubeluitgave, 1812-1912, voor de stad Antwerpen gedrukt door J.-E. Buschmann:
Ik heb nog de eer, namens Emm. de Bom, vanwege het stadsbestuur van Antwerpen, der Academie aan te bieden de Jubeluitgave van De Leeuw van Vlaanderen. Het is een prachtboek: geprint bij de firma J.-E. Buschmann, met de lettertype genoemd Plantijn, op papier van Sieler en Vogel, met versiering van Alfred van Neste. Ik ben overtuigd dat de Academie, met dank, dit geschenk zal aanvaarden en het met zorg zal bewaren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dagorde.1o) Karel Boury-Fonds. Wedstrijd voor Toondichters, voor het jaar 1914. - Keuze der tien op muziek te brengen gedichten. Hoe zal er tot die keuze onder de bekroonde gedichten overgegaan en aan wie zal zij opgedragen worden? Dit punt geeft aanleiding tot eene bespreking, ingeleid door den heer Dr. Eug. van Oye, die er tegen opkomt, dat het uitkiezen der vereischte tien gedichten zou geschieden door toonkundigen alleen; hij is van oordeel, dat de medewerking van letterkundigen een vereischte is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 754]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze opvatting wordt van verschillende zijde bestreden. Aan de bespreking nemen deel het Bestuur alsmede de heeren Dr. Hugo Verriest, Prof. Dr. W. de Vreese, Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Amaat Joos en Prof. Dr. Julius Mac Leod. Ten slotte worden, ter bespreking in de eerstkomende vergadering, de volgende voorstellen op het bureel neergelegd:
Door den heer Dr. Eugeen van Oye: Ik stel voor, bij een of twee of drie componisten, een of twee of drie leden der Academie te benoemen, om onder de 25 bekroonde gedichten de 10 beste te kiezen.
Door den heer Dr. Hugo Verriest: De vijf en twintig beste zijn bepaald. - Daaruit de tien beste muziekgedichten te doen kiezen door muziekmeesters.
Door de heeren Kan. Amaat Joos en Prof. Dr. Julius Mac Leod: Onder de 25 liederen die door de eerste jury uit een letterkundig oogpunt werden goedgekeurd, zal elk mededinger naar zijn goedvinden 10 liederen uitkiezen.
Door den heer Prof. Dr. Willem de Vreese: De keuze behoort gedaan te worden door componisten; laten wij ze opdragen aan díe drie, die lid geweest zijn van de jury, de heeren L. van Gheluwe, Karel Mestdagh en Oscar Roels.
Door Jhr. Mr. Nap. de Pauw: Een nieuwe jury van drie academieleden benoemen bij geheime stemming, zonder voorafgaande aanbeveling. Zoo zal de Academie beslissen, of zij muziekmeesters of letterkundigen begeert, en welke.
- De verdere bespreking wordt tot de Octobervergadering verschoven.
2o) Lezing door den heer Is. Teirlinck: Consciencebotanist. - Zijne studie is verdeeld in vijf afdeelingen. In de eerste, de Inleiding, verklaart Spreker hoe in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 755]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Conscience liefde tot de natuur ontstond op de eenzame zolderkamer zijner ouders; hoe die liefde grooter, inniger werd in den door hem zoo beminden Groenen Hoek; hoe hij eigenlijk botanist en bloemkweeker werd bij Van Geert; hoe hij zijn gansch leven de bloemen bleef beminnen in zijnen tuin en in het wijde veld; hoe hij die liefde tot de plant op zijne kinderen en kleinkinderen trachtte over te brengen; hoe hij eindelijk omringd van zijne tuinbloemen met die geliefde wezens stierf. Het mooie boek Eenige bladzijden uit het Boek der natuur wordt in de tweede afdeeling speciaal onderzocht. Het is wetenschappelijke poëzie of liever poëtische wetenschap. In een derde afdeeling wordt uitgeweid over een belangrijk onuitgegeven handschrift van Conscience, dat hij zelf Kruidwoordenboek heeft geheeten: het is eene lijst van 3276 plantnamen naar het Linneaansche systeem in 24 klassen geschikt; elke der 94 bladzijden is in drie kolommen verdeeld: in de eerste vindt men de Latijnsche benamingen; in de tweede de etymologie; in de derde - onvolledig gebleven - eenige Vlaamsche benamingen. Nu spreekt de voordrachtgever over het te Antwerpen uitgestalde Herbarium en hij bewijst dat het niet van Conscience is. Eindelijk in de laatste afdeeling wordt breedvoerig gehandeld over de planten, welke Conscience in zijne romans aanhaalt (over boomen, heesters of struiken, bloemen en kruiden).
- Op voorstel van den heer Bestuurder, beslist de Vergadering, de lezing van den heer Is. Teirlinck in de Verslagen en Mededeelingen te laten opnemen.
De vergadering wordt te 4 1/2 gesloten. |
|