Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1912
(1912)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 278]
| |
Kleine Verscheidenheden.87. - Mellen of Melden.In vroegere tijden werden strenge straffen tegen schaking en verkrachting uitgevaardigd. Men leze dienaangaande de brieven van hertog Philips, van 5 Juni 1438, waarin gewezen wordt op de klachten, van de Schepenen der stad Gent uitgaande, ‘contenant que comme puis aucun temps ença pluseurs prinses, ravissemens, efforcemens et violences de pucelles et autres femmes aient esté, soubz umbre de mariage, faittes et commises par aucuns en (la) ville de Gand, par convoitise davoir leurs chevances et autrement....’. (A.E. Gheldolf, Cout. de Gand, I, 623-625) ‘Telz enormes cas et crimes’ dienden gestraft ‘tellement que ce soit exemple à tous’.
Eene ordonnantie der Schepenen van Iperen, van 23 Januari 1423, ‘op d'ontissinghe vande kinderen zynde inde bewarenesse van vader ende van moeder of van eenen anderen, haren vriend of maech’, bepaalde namelijk: 1o) In zake van het ‘ontvoeren, ontleden ende ontissen’ van een ‘enapelin kind’Ga naar voetnoot(1), dat, bijaldien het aldus geschaakte kind de ‘ontvoerrighe, ontleedighe of ontisseghe’Ga naar voetnoot(2) ‘name in huwelicke’, genoemd kind zou ‘onthoird ende ontherfd wesen van alden goede dat hem toe zoude moghen comen by rechter horye, niet mueghende deelen van vader of van moeder of van eeneghen van zyne vrienden ende maghen man of wyf....’. 2o) ‘Ende in ghelyken, ware dat eenich dochterkinGa naar voetnoot(3), ontvoerd, ontleed of ontist zynde als voorzeyd es, name den ont- | |
[pagina 279]
| |
voerer, ontleedre ende ontissere in huwelike’, het genoemd ‘dochterkin’, zou ‘onthoird ende ontherfd wesen’ als boven.
Daarop volgen deze twee artikels:
L. Gilliodts-van Severen, Cout. d'Ypres. II, 294-295: ‘Item, waert zo dat eenich enapelin kind, ontvoerdt, ontleed of ontist als voorseyd es, niet name ende melde de ontvoereghe, ontleedeghe of ontisteghe ende derby bleveGa naar voetnoot(1) zonder te commene ter stedewaert ende ten vrienden ende maghen waerd, zo zouden de vrienden ende maghen vanden enapelin kinde hebben al zyn goed....’ ‘Ende in ghelicken waert dat eenich dochterkin, ontvoerd, ontleed of ontist als voorseyd es, niet name ende melde den ontvoerere, ontleedere of ontissere, ende daer by bleve....’
En niet name ende melde, uit bovenstaande teksten, is geenszins te vertalen door: Et ne nomme ni fait connaítre, nl, wat het ‘enapelin kind’ betreft, de vrouw door wie dit ontvoerd werd, en, wat het ‘dochterkin’ aangaat, de man die het geschaakt heeft. Met het huidige Melden = Berichten, heeft Melde niets gemeens; evenmin Name met Noemen (Fr. Nommer). Melde is de 1e en 3e persoon van den onvolmaakt verleden tijd van het ww. Mellen, dat Huwen, Trouwen, Ten huwelijk | |
[pagina 280]
| |
nemen, beteekent en waarover wij, alsook over zekere composita daarvan, in onze Keure van Hazebroek (II, 242 en vlgg., IV, 215-216, alsook V, 348, kol. 2) breedvoerig gehandeld hebben. Name ende melde is derhalve eenvoudig hetzelfde als de uitdrukking Name in huwelike, die, bij L. Gilliodts-van Severen, Cout. d'Ypres. II, 294, wordt aangetroffen: ‘Item, waert so dat eenich enapelin kindt, ontvoerd... zynde alzo voorseyd es, name de ontvoerrighe... in huwelicke...’. Overigens, Nemen, op zijn eigen, beteekent ook Ten huwelijk nemen, Huwen, Trouwen; Fr. PrendreGa naar voetnoot(1); een voorbeeld (1390) van Huwen ende nemen in het Invent. des Archives de Bruges, van L. Gilliodts-van Severen, III, 209. (Zie ons Gloss. Invent. Arch. Bruges, en Verdam vo Nemen 5o.) In Nemen ende mellen worden dan ook de twee woorden tegelijk bij wijze van appositie gebruikt: dergelijke gevallen doen zich zeer dikwijls in oorkonden van vroeger voor.
Andere voorbeelden van Mellen volgen:
L. Gilliodts-van Severen, Cout. d'Ypres, II, 399: ‘Of dat eeneghe poorters of poortessen buten der vorseide stede huwen ende huer poorterscip niet en commen, d'eerste nacht van dat zy ghemelt zyn, beslapen binnen der voorseide stede....’ (1495.) Id., op. cit, II, 549: ‘Oirconden over Martin Clarebout, filius Jaques, poortere, dat hy ghisteren melde te hoorberkinGa naar voetnoot(2) in de kercke, Marie Wysserys, vremde. Ende heiftGa naar voetnoot(3) huer dese nacht beslapen ten huuse van Abel Tasseel, inden Gulden Aernt...’ (1554.) | |
[pagina 281]
| |
De infinitiefvorm Melden, voor Mellen, is evenwel ook gekend. Nu doet zich de uitdrukking Nemen ende melden voor en dit te gelijker tijd als Nemen te manne. Het zal wel overbodig zijn te doen opmerken, dat door ‘omme dien te meldene eldre dan te haers selfs huus,’ uit den hieronder aangehaalden tekst, niet bedoeld wordt ‘et si la publication de mariage est faite en dehors de son domicile’:
Id., op. cit., II, 296: ‘Item, waert dat eenege weduwe of wyf haers selfs zynde, ontvoerd of ontleed zynde als voorseid es, wilde nemen te manne den ontvoerer of ontleedre, ende consent dade ten huwelicke, ende ghinghe omme dien te meldene eldre dan te haers selfs huus in verholicker stede, dat ware den man ende twyf elcken up de boete van lb. ende vij jaer ghebannen tzyne uuten lande van Vlaendren... Maer wille eeneghe wedewe of eenich wyf, haer selfs zynde, nemen ende melden den ontvoerer uppenbarelicke te haren huus of tharer prochiekerke ende voor yement, dat mach zoe doen zonder begryp ende verbuerte.’ (1423.)
Id., op. cit., I, 344: ‘Item, wat poortre of portesse huwen sal buuten stede ende scependomme van Ypre, moet binnen den daghe ende avonde van zinen meldene commen beslapen binnen den poorten van Ypre...’ (1535.) - (Zie ook blz 348, art. 5 en 6.)
Id., op. cit., I, 342: ‘Item, men wert ooc ende vercrycht de poortrie van Ypre by huwelicke met eenen poortre of poortesse derselver stede, doende van dien verclaers, sdaechs naer tmelden, ende bescriven ten boucke vander poorterie.’ (1535.)
Meltdag = Trouwdag (de dag waarop men gehuwd is):
Id., op. cit., I, 605: ‘Die niet en beslaepe ten meltdaghe ofte vutstel neempt, betaelt issuwe ende boete.’ Edw. Gailliard. | |
88. - Maelscap en meltscap.Maelscap beteekent Fr. Légitimité (l'état, la qualité d'un enfant légitime, d.i. issu de mariage légitime). Het w. komt voor bij Gilliodts-van Severen, Cout. d'Ypres, I, xxix, en is gesproten uit het ww. Maelen, ook Mellen, waarover aanteekeningen hierboven en in Keure van Hazebroek, II, 242-243. Met Maelscap = Buurschap (zie bij Verdam) heeft het niets te maken; evenmin met Maelstat, Maelstede (Jurisdictio). Maelscap wordt echter ook onder den vorm Meltscap aangetroffen. Uit de | |
[pagina 282]
| |
hieronder volgende teksten zal nu alras blijken, dat dit w. enkel en alleen uit te leggen is door ‘Van ghemelden bedde’, d.i. ‘Van ghetrauweden bedde’, ook ‘Van getrauden bedde’ zyn (L. Gilliodts-van Severen, Cout. d'Ypres, I, 62, uit de Costume van 1619), of: Uit een wettig huwelijk geboren zijn. Dat de uitdrukking Verifieren zyn meltscap in geenen deele Vérifier de sa résidence beteekenen kan, valt niet te betwijfelen. Men lette op de teksten:
L. Gilliodts-van Severen, Cout. d'Ypres, I, 342: ‘Item, elc wesende van ghemelden bedde mach worden poortre of poortesse van Ypre by bewonene... Item, van gelycken elc wesende van ghetrauweden bedde mach poortre werden by coope, betooghende alvooren vuldaen hebbende ter plaetsen ende steden daer hy te vooren poortrie of vridom ghehadt heiftGa naar voetnoot(1), doende ooc den eed, verifierende zyn meltscap, bescrivende als vooren (= “alsvooren hem doende bescriven ten boucke vande poorterie”, uit het voorgaande artikel) ende betalende ...’ (Costume van 1535.)
Verifieren zyn meltscap is overigens hetzelfde als Verifieren... dat hy es van ghemelden bedde:
Id., op cit., I, 342: ‘Item, elc wesende van ghemelden bedde mach werden poortre of poortesse van Ypre by bewonene, huus ende mesnaige ghehouden hebbende binnen der voirseide stede den tyt van drien jaren continuelic. mids... verifierende zine residentie voirseit ende dat hy es van ghemelden bedde...’ (1535.)
In de ‘Coutume homologuée’ van 1619. staat er Verifieren... sijn wettelicke geboorte en Doen verificatie van wettelicke gheboorte.
Id., op cit, I, 62: ‘Boven dien elck wesende van ghemelde bedde, mach poorter worden by bewoonen, soo verre hy huys ghehouden hebbende binnen de voorschreven stede, den tydt van dry continuele jaren, hem doet beschryven ten boecke voorseydt (= ten boecke vande poorterye) ende verifiere syn residentie, wettelicke geboorte ende renuncierende...’ ‘Van gelycken elck wesende van getrauden bedde, mach poorter worden by coope, doende de voorschreven verificatie van wettelicke gheboorte, renunciatie van...’ | |
[pagina 283]
| |
Voor Meltscap beteekent Vóór de huwelijksplechtigheid Fr. Avant la célébration du mariage:
Id., op. cit., I, 342: ‘Item, alle poorters of portessen van Ypre, die hemlieden te huwelicke betrecken zullen met vreimde of ghediede persoonen, doende..., bliven ende worden ghehouden over poorters ende portessen dezer steden, ten ware dat zy, voor meltscap, verclaersden voor scepenen in cameren, dat zy vanden selven hueren poorterscepe afgaen ende scheeden willen... (1535.)
Contracte voor trauwe ende meltscip wijst op de Huwelijksvoorwaarde, Fr. Contrat de mariage, zonder meer:
Id., op. cit., I, 372: ‘Item, de madelare of madeleghe behout voor allen deele vooren uut..., ten ware dat by contracte voor trauwe ende meltscip anders gheaccordeirt ware.’ (1535.)
Id., op. cit., I, 388: ‘Item, man of wyf... uut cause van adulterie ende overspele ghedivorceirt, de ghone die daerof in culpe bevonden es, zal verliezen trechte ende proffyt van ziner voorderinghe ende verschooninghe van huwelicke te vooren by contracte voor trauwe ende meltscip daerof ghepasseirt.’ (1535.)
By contracte voor trauwe ende meltscip wijst eenvoudig op het Huwelijkscontract, trauwe ende meltscip zijnde tegelijk bij appositie gebruikt. Die uitdrukking is dan ook, noch door Par contrat de mariage ou donation réciproque, noch door Par contrat de mariage et fiançailles te verstaan. Overigens, in plaats van ‘ten ware dat by contracte voor trauwe ende meltscip anders gheaccordeirt ware’, uit bovenstaanden tekst, hebben wij, in de ‘Coutume homologuée’ van 1619, enkel en alleen: ‘ten waere by contracte van houwelick anders geseyt’ (Op. cit., I, 80).
In onze genoemde Keure van Hazebroek, II, 244, hebben wij, - zeer ten onrechte, - Melscip, uit den aldaar opgenomen tekst, door Ondertrouw, Fr. Françailles, uitgelegd.
Staatsarchief te Brugge, Charters, Fonds Iperen, voorloopig blauw nr 771: ‘De welcke comparanten voor ons verkent hebben hoe dat zekere traicthiet ende compromis van huwelicke ghemaect ende ghesloten es, omme, byder gheliefte Gods, een huwelic te ghesciene tusschen den voors. S. ende der voorn. joncvr. K., ende dat voor trauwe, melscip ofte eeneghe andere belofte van huwelicke, in deser manieren ende condicien, te wetene...’ (Oork. van 29 Mei 1539.)
Edw. Gailliard. | |
[pagina 284]
| |
89. - Joyen.Clement Angillis wordt aangesteld, om zekeren Reynaut Andries te ondervragen ‘up de pointen naervolghende....: Vord hoe dat hi (Aertur van Lichtervelde) hout huus met eens zieomans wive, openbaerlicke ende blamelic jeghens alle eere ende goed regemente, beter buten den lande dan derin’. De ‘deposicie’ van genoemden Clement luidt als volgt:
L. Gilliodts-van Severen, Cout. Salle et Châtell. d'Ypres, I, 378-379: ‘Item, up derde article van ziecke mans wive, zo zeicht de voorseide Renaut, dat hi wel verstaen heift dat de voorseide Aertur twyf van Diederic den vaerwere, ziecman, pleict te joyene, maer ne weet niet juiste of hire huus mede hout of en doet, mits dat hy er verre of woent.’ (Reg. 1450-1460.)
Zie bij Verdam, vo Joyen, bepaaldelijk in den zin van Mingenot smaken. Een Wyf joyen beteekent, die vrouw beslapen (vleeschelijke gemeenschap met haar uitoefenen), = het Fr. Jouir d'une femme: Avoir commerce avec elle; Lat. Feminam gaudere?
De woorden Beter buten den lande dan derin (er in) hierboven, wijzen op het Onnutte ende onproffytelyck zijn in stad of land, waarvan spraak in onze Keure van Hazebroek, II, 91 en vlgg., IV, 266 en 537, alsook V, 361 alwaar wordt aangehaald: ‘Pour ce il seroit milleur hors le mestier.... que dedens’.
Edw. Gailliard. |
|