Kleine verscheidenheden.
64. - Hamelinghe.
Bij De Bo, Westvl. Idioticon, staat een woord Hammeling, Ammeling, geboekt, dat beteekent Moeite, Ruzie, Fr. Embarras, Difficulté. Dr. Guido Gezelle, in Loquela, IV, 42, spreekt breedvoerig over dat woord en brengt het in verband met Hampelinge uit G. Van der Scheuren's Theutonista (1475), dat aldaar uitgelegd is door ‘Brablyng, Raslyng, indracht, warring, kyff, twydracht’, enz. ‘Kramers,’ schrijft hij, ‘weet van een Hampelen = Mank gaan, Scheef gaan.... In 't Engelsch is to hamper, eertijds hamperen. hampren, Doen haperen, Doen scheef gaan; hammle in 't Schotsch, is Scheef gaan, en in 't Oud-Engelsch hiet men 't eene hameling, hambling, als men een jachthond zijne voorpooten besneed en hem aldus den loop belemmerde, tot bewarenisse van 's konings wildvang’.
Zonderling genoeg, wij hebben hier een drietal Vlaamsche teksten voorhanden, waarin er juist spraak is van ‘Hamelinghe’ op honden toegepast, en wél in de eerste dier teksten van ‘Cracht ende hamelinghe’. Zou er derhalve in Hamelinghe een bijgedachte liggen van geweld, van misbruikte macht of kracht, d.i. van gewelddadigheid, geweldpleging? Uit dit alles mag misschien worden opgemaakt, dat Hamelinghe uit onze teksten inzonderheid wijst op Verminking of Kreupelmaking van een hond, met ‘cracht’ gepleegd, d.i., tegen den wil van dezes eigenaar.
De teksten volgen:
Staatsarchief te Brugge (Acquisitions 2372), Fonds Veurne, Rekening van den baljuw van Veurne van 12 Januari 1377 n.s. tot 11 Mei daaraanvolgende (Rol): ‘Houthem... Jake vanden Zande was ghecalengierd vandat hi cracht ende hamelinghe dede in Salemoen Tybouds hond. Pais omme iij. lb.’
Id., Fonds id., Rekening id. van 11 Mei tot 21 September 1377 (Rol): ‘Haringe... Heine Steven was ghecalengiert vandat hi hamelinghe ghedaen zoude hebben in mijns heren van Ykelsbeke hond. Omme dat ment niet gheproven mochte, so hadde hi pais omme vj lb.
Alverinchem... Jan Lippin was ghecalengiert van .iij. lb., van dat hi hamelinghe ghedaen zoude hebben in Heine Corens hond. Pais vander calaenge omme .iij. lb.’
Edw. Gailliard.