Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1911
(1911)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 413]
| |
Vergadering van 19 Juli 1911.Aanwezig de heeren: Is. Teirlinck, bestuurder; Kan. Dr. Jac. Muyldermans, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris. De heeren: Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Prof. Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Bols, Karel de Flou, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Dr. L. Simons, Prof. Ad. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Prof. Dr. Willem de Vreese, Kan. Amaat Joos, Dr. Hugo Verriest, Prof. Dr. C. Lecoutere, Victor dela Montagne, Mr. Paul Bellefroid, Dr. Eug. van Oye, Frank Lateur, Dr. Leo Goemans en Prof. Dr. Joz. Mansion, werkende leden;
De heeren: Alf. de Cock, R. van den Berghe en Dr. Leo van Puyvelde, briefwisselende leden.
De heer Juliaan vander Linden, briefwisselend lid, heeft laten weten dat hij verhinderd is de vergadering bij te wonen.
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de Juni-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
***
Vijf-en-twintigjarig bestaan der Academie: 1886-1911. Verjaardag op 8n Juli van de Stichting onzer Koninklijke Instelling. - Dien dag ontving de Academie een telegram van gelukwensching, vanwege den weled. heer Dr. P.J. Blok, hoogleeraar te Leiden, ons hooggeacht buitenlandsch eerelid, en vanwege den weled. heer Vilhelm Thomsen, voorzitter, namens het Kongelige Danske Videnskabernes Selkskab, te Kopenhagen. | |
[pagina 414]
| |
Van de Universitas Carolina te Lund, onder handteekening van den weledelen heer Rector Axel Kock, heeft verder de Academie een in het Latijn gesteld adres van gelukwensching ontvangen, gedagteekend 1n Juli 1911, dat sluit met den wensch dat de Koninklijke Vlaamsche Academie ‘usque crescat et floreat ad commune scientiarum commodum patriaeque honorem’.
***
AUG. BEERNAERT-FONDS. Goedkeuring. Storting der gelden. - De Bestendige Secretaris deelt aan de Vergadering het schrijven mede van 28 Juni, waarbij de weled. heer Minister van Wetenschappen en Kunsten aan de Academie een afschrift overmaakt van het Koninklijk Besluit van 10 Juni, houdende goedkeuring van het Aug. Beernaert-Fonds. Genoemd Koninklijk Besluit luidt als volgt:
MINISTERIE VAN WETENSCHAPPEN EN KUNSTEN.
(Beheer van Hooger Onderwijs, Wetenschappen en Letteren.)
(Nr. 247.)
ALBERT, Koning der Belgen,
Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, Heil.
Gezien den brief van 27 Maart 1911, waarbij de heer Staatsminister Aug. Beernaert, wonende te Elsene, Aarlenstraat, nr 11, verklaart de Koninklijke Vlaamsche Academie te willen begiftigen met een kapitaal van zeventien duizend frank (fr. 17.000), in titels der Belgische Rent 3%, waarvan de interesten zullen dienen om een tweejaarlijkschen prijs van duizend frank (fr. 1.000) te stichten tot aanmoediging van de Vlaamsche letterkunde, daarbij bedingende dat gemelde prijs zal verleend worden, ingevolge een door eene jury van vijf leden, waarvan 4 door de Academie en 1 door de Regeering, onmiddellijk na verloop van elk tweejarig tijdvak, benoemd, te beoordeelen wedstrijd, aan den Belgischen schrijver, maker van het beste werk | |
[pagina 415]
| |
gedurende bedoeld tijdvak, zonder onderscheid van aard noch onderwerpGa naar voetnoot(1); Gezien het gunstig advies van de Koninklijke Vlaamsche Academie;
Gezien de artikelen 910 en 937 van het Burgerlijk Wetboek;
Op voorstel van Onzen Minister van Wetenschappen en Kunsten,
Wij hebben besloten en Wij besluiten:
Art. 1. Onze Minister van Wetenschappen en Kunsten wordt er toe gemachtigd namens de Regeering, voor de Koninklijke Vlaamsche Academie de door den heer Staatsminister Aug. Beernaert, gedane gift te aanvaarden.
Art. 2. Onze Minister van Wetenschappen en Kunsten is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, den 10 Juni 1911. (Onderteekend) ALBERT.
Van 's Konings wege: De Minister van Wetenschappen en Kunsten, (Onderteekend) Fr. Schollaert.
Voor gelijkvormig afschrift: De Algemeen Bestuurder, Jos. Manneback. | |
[pagina 416]
| |
Den 6 Juli, heeft de weledele heer Staatsminister Aug. Beernaert de nominale som van 17.000 fr. in rentetitels der Belgische Schuld 3%, tweede reeks (Mei-November), in handen van den heer Is. Teirlinck, bestuurder der Academie, gestort. Door de zorgen van den Bestendigen Secretaris werden genoemde titels, den 7 Juli, op de Nationale Bank neergelegd, op naam van den Belgischen Staat en ten behoeve der Academie, tot bekomen, voor het Fonds, van een bewijs van inschrijving op het Grootboek. Dit Bewijs, gedagteekend van 12 Juli 1911, draagt het nr 138,082.
***
Aangeboden boeken. - Vervolgenslegt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering: Royaume de Belgique. Ministère de l'Industrie et du Travail. Office du Travail et Inspection de l'Industrie. - Monographies industrielles. Aperçu économique, technologique et commercial. Groupe XV. Industries connexes de la Typographie. Tome I. Bruxelles, 1911. Rapport triennal sur la situation de l'Instruction primaire en Belgique, présenté aux Chambres législatives le 9 Février 1911, par M.F. Schollaert, Ministre des Sciences et des Arts. 22me période triennale: 1906-1907-1908. Bruxelles, 1911. Bibliothèque coloniale internationale. Institut colonial international. Bruxelles. Compte Rendu de la Session tenue à Brunswick les 20, 21 et 22 Avril 1911. Tome I, Discussion et Rapports. Tome II, Rapports (suite). Bruxelles-Paris-Londres-Berlin-La Haye, 1911. Stijn Streuvels. - Reinaert de Vos. Naar verschillende uitgaven van het middeleeuwsche epos herwrocht door Stijn Streuvels. Met een Inleiding van Prof. Dr. J.W. Muller, en verlucht met randen en teekeningen door B.W. Wierink. Amsterdam, z.j. (1910). Berlière (D. Ursmer). - Analecta Vaticano-Belgica. Documents relatifs aux anciens diocèses de Cambrai, Liége, Thérouanne et Tournai, publiés par l'Institut Historique Belge de Rome. Vol. V. Suppliques d'Innocent VI (1353-1362). Textes et analyses, publiés par D. Ursmer Berlière, O.S.B. de l'abbaye de Maredsous, directeur honoraire de l'Institut Hist. Belge. Rome-Bruxelles-Paris, 1911. | |
[pagina 417]
| |
Denis (Hector). - Académie Royale de Belgique. Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques et Classe des Beaux-Arts. Mémoires, collection in-4o. Deuxième série, tome IV, fasc. II: Denis (Hector). Les index numbers (nombres indices) des phénomènes moraux (20 pages et 5 planches). Bruxelles, 1911. Middelnederlandsch Woordenboek van wijlen Dr. E. Verwijs en Dr. J. Verdam, Hoogleeraar te Leiden. Deel 7, afl. 17-18.
Tijdschriften. - Académie Royale de Belgique. Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques et de la Classe des Beaux-Arts, no 5, 1911. - Id. Bulletin de la Commission Royale d'Histoire, no 2, 1911. - Bulletin de la Commission Royale d'Art et d'Archéologie, nos 5-10, 1911. - Bibliographie de Belgique, 1911: Première partie, Livres, nos 10-12; deuxième partie, Publications périodiques, nos 10-12; Bulletin mensuel des sommaires des périodiques, nos 10-12 - Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, no 5, 1911. - Revue Sociale Catholique, nos 8 et 9, 1911. - Revue de l Université de Bruxelles, nos 9-10, 1911. - Wallonia, no 5, 1911. - Bulletin des Musées Royaux, nos 5 et 6, 1911. - Bulletijn der Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde te Gent, no 5, 1911. - Arbeidsblad, nrs 10-11, 1911. - Maandschrift van het Beheer van Landbouw, nrs 3-5, 1911. - Annales des travaux publics, no 3, 1911.
Door de Antwerpsche Bibliophilen: Bosschere (J. de). - De Kerken van Antwerpen. (Schilderijen, beeldhouwwerken, geschilderde glasramen, enz., in de XVIIIe eeuw beschreven door Jacobus De Wit), met aanteekeningin door J. de Bosschere, en grondplannen. Antwerpen-'s Gravenhage, 1910.
Door den Oudheidkundigen Kring van het Land van Waas, te St.-Niklaas: Annalen, 29e deel, Juni 1911.
Door de Société de Littérature Wallonne, te Luik: Bulletin du Dictionnaire général de la langue wallonne, publié par la Société de Littérature Wallonne. 6e année, 1911, nos 1-2.
Door de Technische Hoogeschool te Delft: Veen (A.L.W.E. van der). - Physisch en Kristallografisch onderzoek naar de Symmetrie van Diamant. Proefschrift door Abraham, Louis, Willem, Eduard van der Veen. Leiden, 1911. Meijeringh (W.). - Studie over de factoren op het vochtgehalte der boter van invloed. Proefschrift door Willem Meijeringh. 's Gravenhage, 1911. Franck (W.J.). - Somatische kern- en celdeeling en microsporogenese bij het suikerriet. Proefschrift door Wilhelm Jacques Franck. Amsterdam, 1911. | |
[pagina 418]
| |
Waerden (Th. van der). - Geschooldheid en Techniek. Onderzoek naar den invloed van arbeidssplitsing en machinerie op de mate van vereischte oefening en bekwaamheid der arbeiders. Proefschrift door Theodorus van der Waerden, c.i.Z. pl. of j. (Amsterdam.) Brouwer (H.A.). - Oorsprong en samenstelling der Transvaalsche Nepheliensyenieten. Proefschrift door Hendrik Albertus Brouwer. M.I. 's Gravenhage, z.j. Eldik Thieme (B.W. van). - Het laurinezuur en de laurinen. Eene bijdrage tot de kennis van het zwavelzuur-verzeepingsproces. Proefschrift door Bernard Willem van Eldik Thieme. Gouda, z.j. Everts (Prof. S.G.). - Gewapend Beton. Rede uitgesproken op den 19 September 1910, door Prof. S.G. Everts. Delft, z.j. Iterson (F.K.Th. van). - De beteekenis van de leer der sterkteberekeningen bij het tot stand brengen van ijzer-constructies en haar waarde voor de vorming van den ingenieur. Rede uitgesproken den 3 November 1910, door F.K.Th. van Iterson, werktuigkundig Ingenieur. Amsterdam, 1910. Sleeswijk (Dr. J.G.). - De Veelzijdigheid der Hygiëne. Rede uitgesproken den 6 December 1910, door Dr. J G. Sleeswijk, arts. Delft, 1910. Meyer (P.). - Der Gasmaschinenbau in den letzten zwei Jahrzchnten. Rede gehalten beim Amtsantritt am 26. Januar 1911, von P. Meyer, Professor an der Technischen Hochschule zu Delft. Delft, 1911.
Door het Friesch Genootschap van Geschied- Oudheid- en Taalkunde, te Leeuwarden: De Vrije Fries. Tijdschrift uitgegeven door het Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde. 21ste dl., 2de afl. Leeuwarden, 1911. 81ste verslag van het Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde te Leeuwarden. 1908-1909.
Door de Königlich Preussische Akademie der Wissenschaften, te Berlijn: Abhandlungen der Königlich Preussischen Akademie der Wissenschaften. Jahrgang 1910. Philosophisch-historische Classe und Physikalisch-mathematische Classe.
Door de Akademie der Wissenschaften, te Weenen: Denkschriften der Kaiserlichen Akademie der Wissenschaften. Philosophisch-historische Klasse. Band LIII, nrs 1-3. - Band LIV, nrs 1 en 3. Sitzungsberichte. 161-165. Band; 166. Band, 2. und 6 Abhandlung; 167. Band, 1-2 und 5. Abhandlung. Almanach, 1909 und 1910. | |
[pagina 419]
| |
Door de Königl. Sächsische Gesellschaft der Wissenschaften (Philologisch-historische Klasse), te Leipzig: Abhandlungen. XXVIII. Band, nos 5-7. Berichte über die Verhandlungen. 62. Band, 10-11. Heft.
Door de Stadtbibliothek te Bremen: Zugangs-Verzeichnis der Stadtbibliothek zu Bremen, vom Rechnungsjahr 1910-11. Jahresbericht der Deputation für die Stadtbibliothek.
Door de Schweizerische Gesellschaft für Volkskunde, te Basel: Schweizer Volkskunde. 1-5. Heft, 1911.
Door de Kongelige Danske Videnskabernes Selskab, te Kopenhagen: Det Kgl. Danske Videnskabernes Selskabs Skrifter, 7. Raekke, Historisk og Filosofisk Afd. II, 1-2. Oversigt over det Kongelige Danske Videnskabernes Selskabs Forhandlinger. 1911, nos 2-3.
Door de Académie Impériale des Sciences de St.-Pétersbourg: Bulletin, nos 10-11, 1911.
Door den heer Jhr. Mr. Nap. de Pauw, werkend lid, te Gent: Pauw (Nap. de. - Une héroïne gantoise Marie Schellynck, Lieutenant sous la Première République et l'Empire Français, par Napoleon de Pauw, procureur général honoraire, membre de la Commission Royale d'Histoire, de l'Académie Royale d'Archéologie de Belgique, de l'Académie Royale Flamande, président du Comité des écoles de Bienfaisance de Ruysselede-Beernem. Gand, 1911.
Door den heer Dr. Is. Bauwens, briefwisselend lid te Aalst: Nederlandsch Woordenboek en Kunstwoordentolk der Geneeskunde. Zesde aflevering. Asperoliet-Badok-Bankom.
Door Z.E. den Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen: La Vie diocésaine. Bulletin du Diocèse de Malines, Juin 1911. Documenta II. Door Mevrouw Wwe Jan Broeckaert, te Dendermonde: Broeckaert (Jan). - Wetteriana, door Jan Broeckaert. Dendermonde, 1911.
Door den eerw. heer Kan. Dr. Ch. Caeymaex, leeraar aan het Groot Seminarie, te Mechelen: Caeymaex (C). - Index Lectionum et Epistolarum quae in Missali Romano reperiuntur. (Overdruk uit La Vie Diocésaine, 1911.) Caeymaex (C.). - Het Heilig Misoffer in den katholieken Eeredienst, door Kan. Dr. Ch. Caeymaex. (Overdruk uit De Bode van den H. Franciscus.) Caeymaex (C.). - Over het H. Misoffer. (Overdruk uit Sint-Cassianusblad, Juli 1911.) | |
[pagina 420]
| |
Door den heer Romb. J. Jordens, Norbertijner kanunnik der abdij van Tongerloo: Jordens (Romb. J.), Norb. kanunnik der abdij van Tongerloo. - Veder en Harp. Legenden en Verhalen in dicht en proza. Mechelen, 1911.
Door den heer F.V. Toussaint van Boelaere, ambtenaar aan het Ministerie van Justitie, te Brussel: Toussaint van Boelaere (F.V.). - Landelijk Minnespel. Het Verhaal van een dag te Lande met Voorhang en Aanhang. Halle bij Brussel, 1910.
Door den heer P.H. Eykman, geneesheer te 's Gravenhage: Eykman (P.H.). - Fondation pour l'Internationalisme. L'Internationalisme médical, par P.H. Eykman, Médecin à la Haye. Amsterdam, 1910.
Door den heer Dr. Zsigmondtól Nagy, te Debrecen: Nagy Zsigmondtól. - Vondel Luciferjéröl.
Door de Redactie: Leuvensche Bijdragen, IXe jaargang, nr 3. - Museum, nr 10, 1911. - Het Boek, nr 3, 1911. - Tijdschrift der Gemeentebesturen, nr 6, 1911. - Onthoudersblad, nr 6, 1911.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Destrée (J.) et Van den Ven (P). - Musées Royaux du Cinquantenaire. Les tapisseries par J. Destrée, Conservateur des Musées royaux, et P. Van den Ven, attaché des Musées royaux, Maître des conférences à l'Université de Louvain. Bruxelles, 1910. Loo (Georges H. de). - Heures de Milan. Troisième partie des très-belles heures de Notre - Dame, enluminées par les peintres de Jean de France, duc de Berry, et par ceux du duc Guillaume de Bavière, comte du Hainaut et de Hollande. Vingt-huit feuillets historiés reproduits d'après les originaux de la Biblioteca Trivulziana a Milan, avec une Introduction historique, par Georges H. de Loo. Bruxelles-Paris. 1911. Wijk (Dr. N. van). - Franck's Etymologisch Woordenboek der Nederlandsche Taal. Tweede druk, door Dr. N. van Wijk. Afleveringen 1-5. 's-Gravenhage, 1910. Schubring (Paul). - Hilfsbuch zur Kunstgeschichte. Heiligenlegenden, Mythologie, Technik, Zeittafeln. Von Paul Schubring. Riehl (Bert.). - Randverzierungen der Buchmalerei des 15. Jahrhunderts in Zeitschrift des bayerischen Kunst-Gewerbe- Vereins in München. Monatshefte für die gesammte Dekorative-Kunst. Heft 4, 1897. De Gids, Juli 1911. Zentralblatt für Bibliothekswesen, 6. Heft, 1911. | |
[pagina 421]
| |
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatst verschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Vlaamsche Arbeid, nr 6, 1911. - Nederlandsch Archievenblad, nr 4, 1911. - Biekorf, nrs 12-14, 1911, en Bijblad: De Grieksche Metriek in de Nederlandsche Dichtkunst. Eene aesthetische Taalstudie door Dr. Eug. van Oye. - Bijdragen tot de Geschiedenis, Juni 1911. - St. Cassianusblad, nr 8, 1911; Bijvoegsel, nrs 12-13. - De Vlaamsche Gids, nr 4, 1911. - De Katholiek, Juli 1911. - Onze Kunst, nr 7, 1911. - Neerlandia, nr 6, 1911. - Het Katholiek Onderwijs, nr 9, 1911. - De Opvoeder, nrs 18-21, 1911. - De Opvoeding, nr 7, 1911. - Christene School, nrs 16-18, 1911.
Ingekomen brieven. - Daarna stelt de Bestendige Secretaris de Vergadering in kennis met de hieronder volgende ingekomen brieven:
1e) Te Deum op 21 Juli. - Brief van 11 Juli, waarbij de weledelgeboren heer Baron R. de Kerchove d'Exaerde, gouverneur der provincie, het Bestuur en de heeren Leden der Academie uitnoodigt tot het plechtig Te Deum, dat op Vrijdag, 21n Juli, zijnde de verjaardag der Inhuldiging van Leopold den Ie, den doorluchtigen Stichter van België's Koninklijk Stamhuis, te 11 uur, in de hoofdkerk van Sint-Baafs zal gezongen worden. De Bestendige Secretaris verzoekt de heeren Leden, die voornemens zijn de plechtigheid bij te wonen, hem daarvan kennis te willen geven. - (Hebben de plechtigheid bijgewoond, de heeren: Edw. Gailliard en Prof. Ad. de Ceuleneer.)
2o) Verkiezing der briefwisselende Leden. - Brief van 17 Juni, waarbij de heer Juliaan van der Linden zijn oprechten dank betuigt voor zijne verkiezing tot briefwisselend Lid en zegt hoe zeer hij de onderscheiding hem aldus door de Academie verleend, op hoogen prijs weet te stellen.
Brief van 26 Juni, waarbij de heer Dr. Leo van Puyvelde hartelijk dank zegt voor het hem opgedragen | |
[pagina 422]
| |
lidmaatschap. ‘Deze onderscheiding - aldus schrijft hij, - beschouw ik minder als een belooning voor het reeds verrichte werk, dan als een blijk van waardeering en krachtdadige aanmoediging. Daarom stel ik mij 't ook tot plicht, mijn beste krachten in te spannen om aan de verwachtingen te voldoen, die, blijkens de verkiezing in mij gesteld worden.’
Brief van 5 Juli, waarbij de heer Prof. Dr. L. Scharpé zegt dat hij de Academie dankbaar is om de vereerende onderscheiding die hem te beurt is gevallen: hij zal het zich tot plicht rekenen zich er naar beste vermogen waardig van te toonen.
3o) Verkiezing der buitenlandsche Eereleden. - Brief van 16 Juni, waarbij de heer G. Kalff, hoogleeraar te Leiden, aan den Bestendigen Secretaris meldt: ‘In goede orde en in beleefden dank ontving ik Uw schrijven van 14 dezer, waarbij mij kennis wordt gegeven van mijne benoeming tot buitenlandsch Eerelid der Koninklijke Vlaamsche Academie. Wil U overtuigd houden, dat ik de eer dezer benoeming op den rechten prijs weet te schatten’.
Brief van 17 Juni, waarbij de heer Prof. Dr. Joh. Bolte, te Berlijn, dankt betuigt voor de eer, welke de Koninklijke Vlaamsche Academie hem bewezen heeft, door hem tot buitenlandsch Eerelid te verkiezen. ‘Al ben ik er mij wel van bewust, - schrijft hij, - dat ik, niettegenstaande het levendig belang dat ik stel in de Vlaamsche Letter- en Volkskunde, die zoovele met het Duitsch verwante elementen bevat, nog zeer weinig voor U tot stand heb gebracht, toch durf ik met vertrouwen de hoop uitspreken, binnenkort tot dat arbeidsgebied terug te kunnen keeren en mijne oprechte dankbaarheid op een of andere manier te kunnen bewijzen.’
4o) Bekroonde prijsverhandeling: a] Topographische grens van het West- en Oostvlaamsch dialect. Brief van 26 | |
[pagina 423]
| |
Juni, waarbij de heeren Joz. van den Heuvel en Eug. Brou, schrijvers van de bekroonde verhandeling, zich bereid verklaren, ingevolge de wenken door de heeren keurders gegeven, aan hun werk de gewenschte veranderingen en verbeteringen toe te brengen.
b] Vakwoordenboek van de Brouwerij. Brief van 1 Juli, waarbij de heer A. Quicke, leeraar aan de middelbare school te Andenne, schrijver van de bekroonde verhandeling, de verbintenis aangaat zijn werk zorgvuldig te herzien en het, behoorlijk aangevuld, voór 15 December a.s. aan de Academie terug te sturen.
5o) Koninklijke Academie van Wetenschappen, te Amsterdam. (Academia Regia Disciplinarum Neerlandica.) Wedstrijd ‘ex Legato Haeufftiano’. Gedrukte brief van Mei 1911, onderteekend ‘P.D. Chantepie de la Saussaye’, van wege genoemde Academie, houdende mededeeling van den uitslag van den wedstrijd voor het jaar 1911 en van het programma van den wedstrijd voor 1912. | |
Mededeelingen namens Commissiën.1o) Bestendige Commissie voor Nieuwere Taalen Letterkunde. (Vergadering zonder bezwaar voor's Lands schatkist.) - De heer Th. Coopman, secretaris der Commissie, legt het hieronder volgende verslag ter tafel, over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren: Dr. Jac. Muyldermans, voorzitter, Prof. Mr. Julius Obrie, Prof. Dr. Willem de Vreese, Is. Teirlinck en Dr. L. Simons, leden, en Th. Coopman, secretaris.
Aan de dagorde staat: Voordracht van twee candidaten voor ae openstaande plaats van Lid der Commissie, tot vervanging van den heer Kan. Dr. H. Claeys zaliger.
Worden tot candidaten voorgedragen de heeren: J. Bols en V. de la Montagne. | |
[pagina 424]
| |
2o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer Victor de la Montagne, secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel, over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren: Dr. Jac. Muyldermans, voorzitter, Prof. A. de Ceuleneer, ondervoorzitter, Karel de Flou, Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Jan Bols, Edw. Gailliard, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, leden, en V. de la Montagne, secretaris. Het verslag der Mei-vergadering wordt goedgekeurd. De Commissie gaat tot de dagorde over: 1o) Voordiacht van twee candidaten voor de openstaande plaats van Lid der Commissie, tot vervanging van wijlen den heer Jan Broeckaert. Worden tot candidaten voorgedragen, de heeren: Prof. Dr. Willem de Vreese en R. van den Berghe. 2o) Lezing door den heer Karel de Flou: Over liedjes uit den Franschen tijd. Deze lezing zal in de eerstvolgende vergadering der Commissie voortgezet worden.
3o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Dr. Hugo Verriest, waarnemende secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel, over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren: Prof. Dr. Willem de Vreese, voorzitter, Dr. Jac. Muyldermans, ondervoorzitter, Jan Bols, Prof. A. de Ceuleneer, Mr. Julius Obrie, Gustaaf Segers, Kan. Amaat Joos, leden, en Dr. Hugo Verriest, waarnemende secretaris. Het verslag der Mei-vergadering wordt goedgekeurd. De Commissie gaat tot de dagorde over. 1o) Voordracht van twee candidaten voor de openstaande plaats van Lid der Commissie, tot vervanging van den heer Jan Boucherij. Worden tot candidaten voorgedragen de heeren: Prof. Dr. C. Lecoutere en Dr. Leo Goemans. | |
[pagina 425]
| |
2o) Verkiezing van een secretaris der Commissie, tot vervanging van den heer Jan Boucherij. Wordt verkozen de heer Gustaaf Segers.
3o) Bespreking van de voordrachten over Taalonderwijs. Die bespreking wordt voortgezet. | |
Letterkundige Mededeelingen.1o) De heer Jan Bols, in verband met het doel van het Salsmans-Fonds, doet de volgende mededeeling over verschillende liturgische werkjes:
Namens kanunnik Dr. Caeymaex, leeraar aan het Groot Seminarie te Mechelen, heb ik de eer het volgende zevental schriften over Liturgie op de tafel der Academie neer te leggen.
1. Ten jare 1909 komt zijne studie Les Oraisons et les Préfaces liturgiques in 't licht. De volgende woorden uit zijne inleiding laten ons zijn doel kennen: ‘L'attention des philologues s'est portée depuis quelque vingt ans sur l'ordonnance, le rythme, la cadence de la période latine, particulièrement chez les orateurs et les rhéteurs; à la suite de ces études, on a pu formuler les lois qui réglèrent l'expression de la pensee aux belles époques de la littérature de Rome. Depuis, des travaux similaires furent entrepris sur les écrivains ecclésiastiques... On s'est aussi aperçu du cursus dans certaines prières liturgiques de l'Eglise, et on en a retrouvé les formules. Mais, en somme, divers aspects de la prose liturgique sont encore dans l'ombre.’ Met zijne gewone bevoegdheid heeft de geleerde schrijver het nog ontbrekende, in 't bijzonder voor de eeuwenoude Orationes en Proefationes, aangevuld.
2. In 1910 verschijnt zijne Tabula Homiliarum et Lectionum quae in Breviario leguntur, ten dienste vooral van de kanselredenaars; die schema's zijn ook eene nuttige bijdrage tot de studie van den Brevier en van de kerkvaderslitteratuur.
3. Hetzelfde jaar leverde zijne knappe pen (even knap in 't Nederlandsch, Latijn en Fransch) een historisch opstel over het toedienen der sakramenten in het Bisdom Mechelen. Zijn slot, waar ook Gezelle en Bilderdijk aan het woord komen, is roerend van zalving. | |
[pagina 426]
| |
4. Het 4de geeft over het onderwijs in de Liturgie de meest praktische wenschen: die geschiedkundige vergelijkingen tusschen het heden en het verleden maken zijne beschouwingen en studiën zoo belangrijk als stichtend en richtend. Zijn laatste paragraaf over eenige kunstwerken, inzonderheid over Rogier van der Weiden 's kunstwerk, de Zeven Sakramenten heerlijk voorstellende, sluit zijne zaakrijke studie. Bij de door den schrijver opgenoemde schilders van der Weiden en Nicolaas Le Poussin († 1665) en den beeldhouwer Jan Mone (16e eeuw), zou ik eene schilderij van O.L.V. kerk te Aarschot willen vermeld zien: de Zaligmaker wordt er verbeeld liggende onder de wijnpers; zijn Bloed vloeit er uit naar de 7 voorgestelde sakramenten. De maker ervan is onbekend; de Inventaire des aeuvres d'art, door het Provinciaal Bestuur van Brabant uitgegeven, bepaalt er ook den ouderdom niet van; ik geloof dat ze van rond 1500 dagteekent.
5. Het 5de, pas verschenen onder den titel Het Heilig Misoffer in den Katholieken Eeredienst, - een korte inhoud van lessen in de Hoogeschool-Uitbreiding gegeven, - behelst prachtige bladzijden, o.a. over het Misoffer in verband met muziek, met drijf-, stik- en tapijtwerk, met beeldhouw-, schilder-, bouw- en dichtkunst: dat hier de verrukkelijke zanger van Altaergeheimenissen dikwijls bij aangehaald en de dichter van Aya Sofia niet vergeten wordt, zal niemand verwonderen.
6. In den aard van de onder no 2 vermelde Tabula, schreef Dr Caeymaex zijnen Index lectionum et epistolarum quae in Missali Romano reperiuntur. Uit dat 300-tal Lezingen en Epistels blijkt dat schier alle boeken van de Schriftuur zoowel in den Brevier als in den Missaal worden aangehaald.
7. Eindelijk, in zijn laatst verschenen schrift (Juli 1911) Over het Misoffer, toont hij dat het Sacrificie niet alleen wordt opgedragen namens de christen gemeente, maar dat ook het volk onder de Mis eene niet onaanzienlijke rol te vervullen heeft. Voor hen die zich op Liturgische studies toeleggen, zal het niet onnuttig zijn hier ten slotte te vermelden, dat de hoogstbevoegde schrijver, sinds een jaar of zes, in Sint-Cassianusblad (1905, 1906, 1907, 1908, 1910 en 1911) al de bekende Nederlandsche boeken over Liturgie - oudere en nieuwere - opgaf.
Jan Bols. | |
[pagina 427]
| |
2o) Door den heer Dr. Jac. Muyldermans over: Veder en Harp. Legenden en Verhalen in dicht en proza, door Romb. J. Jordens, Norbertijner kanunnik der abdij van Tongerloo. Drukkerij We Paul Ryckmans, te Mechelen, 1911.
In den naam van den eerw. schrijver leg ik Veder en Harp op de tafel onzer Academie neder. Kanunnik Jordens blijft de lessen van Tongerloo's vromen zanger, ons betreurd medelid Serv. Daems, getrouw. Wat hij schrijft en wat hij zingt, is ongekunsteld eenvoudig, doch zóó lief. Hoog, o neen! vliegt hij niet: hij blijft in 't bereik van het volk, want hij wil dat volk stichten en verzetten, en hij weet dat men zulk doel niet en treft door poëzie die niets dan zelfvoldoening betracht. Hij put uit den schat der volkslegenden, uit het godsdienstig volksleven, uit de overlevering in zijne kloosterorde: hij is wat men heet een geestelijk schrijver, die niet aarzelt, tegen de mode in, zijne veder te versnijden en zijne harp te stellen naar het voorbeeld der ouderen... Edoch, wij schrijven geene beoordeeling van zijn werk; bepalen wij ons bij hetgeen hij ons verzocht te doen: zijne Veder en Harp aan de geachte Vergadering uiter herte aan te bieden.
Kan. Dr. J. Muyldermans.
3o) Door den heer Frank Lateur, over: Landelijk Minnespel. Het verhaal van een dag te lande, met voorhang en aanhang, door F.V. Toussaint van Boelare Te Halle bij Brussel, uitgegeven door Toussaint Crick, in het jaar DCDX.
Van den heer F.V. Toussaint van Boelare ontving ik een Ex. van zijn ‘Landelijk Minnespel’ voor de bibliotheek der Koninklijke Vlaamsche Academie. Dat geschenk doe ik met genoegen omdat het ‘Landelijk Minnespel’ van buiten zoowel als van binnen even kostelijk is en fijn. Hier is een brutaal onderwerp op delicate manier behandeld en de landelijke poëzie is er opgevat en levend gemaakt met eene hoogst verfijnde woordkunst. En toch zijn vorm en inhoud éénheid geworden en tot een welgeordende schoonheid volgroeid. Dat is eene zeldzame verschijning in onze Vlaamsche Letterkunde en dus een verheugend teeken.
Stijn Streuvels. | |
[pagina 428]
| |
Dagorde.1o) Commissie voor Prijsvragen. - Benoeming eener Commissie van vijf leden, tot het voorstellen van prijsvragen. (Art. 30 der Wet.) - Worden aangewezen de heeren: Is Teirlinck, als vertegenwoordiger van de Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taalen Letterkunde; - Th. Coopman, als vertegenwoordiger van de Bestendige Commissie voor Nieuwere Taalen Letterkunde; - K. de Flou, als vertegenwoordiger van de Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bioen Bibliographie; - Prof. Dr. Willem de Vreese, als vertegenwoordiger van de Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch; - en Edw. Gailliard, als bestendige secretaris. - De heer Th. Coopman zal, als vroeger, bij de Commissie dienst doen als secretaris.
2o) Jaarboek der Academie. Levensbericht van afgestorven Leden. Aanduiding van de schrijvers daarvan.
a] Levensbericht van Mr. Joan Bohl, buitenlandsch eerelid, overleden te Amsterdam, den 21 October 1908. Eerst werd Prof. Dr. Jan te Winkel verzocht zich met het schrijven daarvan te willen belasten. (Zie Verslagen en Mededeelingen, jaarg. 1908, blz. 851.) Prof. te Winkel heeft echter tot zijn spijt aan de Academie moeten mededeelen, dat het hem niet mogelijk is aan die opdracht te voldoen. (Zie Verslagen en Mededeelingen, 1909, blz. 27.) - De Vergadering beslist dit levensbericht op te dragen aan den heer Dr. Eug. van Oye.
b] Levensbericht van Dr. Hendrik Claeys, werkend lid, overleden te Gent, den 17 November 1910. - Opgedragen aan den heer Dr. Leo van Puyvelde.
c] Levensbericht van Jan Broeckaert, werkend lid, overleden te Dendermonde, den 9 Februari 1911. - Opgedragen aan den heer Jhr. Mr. Nap. de Pauw. | |
[pagina 429]
| |
d] Levensbericht van Jan Boucherij, werkend lid, overleden te Antwerpen, den 11 Mei 1911. - Opgedragen aan den heer Gustaaf Segers.
3o) Lezing van den heer V. dela Montagne: Ten aandenken aan Jan Theodoor van Ryswyck. - Nu ruim zestig jaar geleden, zegt de heer V. Dela Montagne, werd Theodoor van Ryswyck ten grave gedragen - 10 Mei 1849 -. Aanzienlijk was de toeloop uit alle deelen van het Vlaamsche Land, om een gemoedelijke hulde te brengen aan den talentvollen man, die, na een leven van ontbering, op nauwelijks 38-jarigen leeftijd was heengegaan. De naam van den Door hoort toe aan de geschiedenis der Vlaamsche Beweging en aan die onzer letterkunde. Maar vooral is de dichter in de gemoederen van velen blijven voortleven. Immers Jan-Theodoor van Ryswyck, was hij niet een groot dichter, toch heeft hij het Vlaamsche Volk onschatbare diensten bewezen, door het wakker te schudden daar het dreigde in te slapen, en door het wakker te houden ook dan nog wanneer hij sedert zoolang reeds rust zoeken ging. En daarom wordt heden in de Koninklijke Vlaamsche Academie aan de geboorte van dien wakkeren Vlaming herdacht, wiens naam van geslacht tot geslacht, in schier legendarisch licht gehuld, werd overgedragen.
- Op voorstel van den heer Bestuurder, beslist de Vergadering dat de voordracht van den heer V. dela Montagne in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
De Vergadering wordt te 4 uur gesloten. |
|