Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1911
(1911)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 358]
| |
Kleine verscheidenheden.47. - Bezeeuwen.Bij Kiliaan, Be-seeuwen, Madefieri aqua marina = Door zeewater bedorven zijn; Be-seeuwt goed: Merces salo infectae sive madefactae. In het Wdb. der Nederl. Taal, vo Bezeeuwd 2o, wordt naer Be-seeuwt goed uit Kiliaan verzonden; er wordt echter aldaar geen voorbeeld aangetroffen. In den tekst waarin het woord voorkomt, is er inderdaad spraak van ‘zee ghedrechte’ of zeedrift. Deze luidt als volgt: Staatsarchief te Brugge, Fonds Veurne, Rekening van den baljuw van Veurne van 21 September 1377 tot 11 Januari 1378 n.s. (Rol): ‘Van zee ghedrechte. In den grooten storm so camen an bi der abedyeGa naar voetnoot(1) vanden Dunen... Item so cammer an .vj. tonnen meils onder groot ende clene, ende was zeere bezeeut, twelke vercocht was... xlviij. lb.... Item so cammer an ene pipe daer wijn in was, welke so bezeeut was dat ment niet drinken mochte, ende was vercocht enen cupere .iij. lb.’ Edw. Gailliard. | |
48. - ‘Huiszoek’.Wij hebben in onze Keure van Hazebroek, IIIe deel, blz. 87 en vlgg., breedvoerig over de Schending of Aanranding van woonstede gesproken. Teksten met Domum alicujus invadere, Domum alicujus insultare, Faire assault de maison, enz. hebben wij aldaar aangehaald. In het Vlaamsch heette dit Huuszoek, Versoek van huse, Huissoeking, enz. Inzonderheid werd de aanslag tegen iemand in zijn eigen huis of eenig ander bedoeld. Men lette op de hieronder volgende teksten:
De gebroeders ‘le Vinc’ hebben iemand in een huis, ‘en une maison’, aangevallen. Dat was ‘huussoukinghe’:
Ryksarchief te Brussel, Fonds ‘Chambre der Comptes’, Rekening van den baljuw van Brugge en van het Vrije van 20 Sept. 1389 tot 10 Januari 1390 (n.s.), fol. 4 vo: ‘Jaque le Vinc et Clay le Vinc, ses freres, jugiez cescun en lamende de lx lb... pour ce quil assalli- | |
[pagina 359]
| |
rent Brix Jehan Lammins en une maison pour lui grever, le quel fait on dist huussoukinghe en flamene...’
Soms wordt nader bepaald, dat de aanval in de woning van den aangeranden persoon had plaats gegrepen:
Id., Fonds id., Rek. id. van 8 Mei tot 17 September 1391, fol. 4 vo: ‘Jehan Baelge, Jehan le Corte, calaingiez pour ce que eulx vueillant grever ,j. appellé Jehan filz Henry filz Jehan filz Waultier, viendrent en la maison dicellui Jehan et le navrèrent, le quel fait on appelle huussouckinghe et dont lamende est lx lb...’ Id., Fonds id., Rek. id. van 19 September 1390 tot 9 Januari 1391 (n.s.), fol. 1: ‘Jehan filz Piere filz Jaque, bourgois dUghevliete, calaingiez par le dit bailli, pour ce que, ensamble autres compaignons, il vint de nuyt ou mestier dIsendike, en la maison Philippe Le Wale et illec navra le dit Philippe, le quel fait on appelle huussoukinghe et dont lamende est lx lb. quant il ny a mort ne affolure...’
In het Fransch zei men Iemand Sieuwir (suivre) en une maison pour lui grever. Voorbeelden volgen:
Id., Fonds id., Rek. id. van 11 Januari 1389 (n.s.) tot 10 Mei daaraanvolgende, fol. 5: ‘Ogier Fockedey, jugiez en lamende de lx lb., pour ce qu'il sieuwoit Jehan filz Gille de Poelvliete en une maison pour lui grever, quon appelle huussouckinghe. Et pour ce quil le fist en une hastieuté, le laissa le bailli composer, considéré qu'il n'est point riche, pour xviij lb.’
Omdat Ogier Fockedey zulks in eene ‘haastigheid’, in eene vlaag van gramschap gedaan had - ‘en une hastieuté’Ga naar voetnoot(1) - en hij niet rijk was, kon hij de boete ontgaan mits betaling eener som van 18 pond.
Id., Fonds id., Rek. id. van 10 Mei tot 20 Septemher 1389, fol. 3: ‘Maertin Steylin, calaingiez de lx lb., adrechans lune moitié au seigneur et lautre à partie, selonc les kueres du Franc auwan renouvellement, pour ce quil sieuwoit Pierre filz Jehan Goossins en une maison pour lui grever, le quel fait on appelle huussoukinghe. Et pour ce que les parties estoient dune lignage, par quoy le bailli doubtoit qull nen euist peu avoir le teismoings de la vérité, le laissa composer avant jugement le part de monseigneur pour xviij lb.’ Fol. 4 vo: ‘Jaque Malin, jugiez en lamende de .lx. lb., adrechants lune moitié au seigneur et lautre à partie selonc les kueres du Franc | |
[pagina 360]
| |
auwan renouvellement, pour ce quil sieuwoit Jehan filz Gille de Poelvliete en une maison pour lui grever, le quel fait on appelle huussoukinghe. Et pour ce quil est bien povre homme et il se tenoit bien demi an en un moustier pour ladicte amende, le laissa le bailli composer, pour mieux fait que laissiet. le part de monseigneur pour xviij lb. Jehan filz Bauduin Roelins jugiez semblablement en la dicte amende pour les meisme fait et sur le dit Jehan filz Gille de Poelvliete...’ Fol. 5 vo: ‘Jehan filz Catelinen, bastard, et Jehan filz Wauter Zomers... pour ce quil sieuwoit Willamme Ysebrand en sa maison pour luy grever, le quel fait on appelle huussoukinghe...’
Naar men uit de aangehaalde teksten zien kan, beliep de boete 60 pond, in zooverre er op den aanval ‘mort ne affolure’ was gevolgd, d.w.z. voorzooveel er geen doodslag of wonde was geweest. Krachtens de keure van het Vrije, vóor dezer hernieuwing (‘auwan renouvellement’), ging de helft van die som aan den prins en de andere helft aan de beleedigde partij. In ettelijke gevallen liet de baljuw, om beterswille - ‘pour mieux fait que laissiet’ - de zaak bijleggen, althans wat het deel betrof, dat aan den prins toekwam. Aldus geviel het met de vervolging tegen Maarten Steylin ingespannen, daar deze met Pieter f. Jan Goossins familie was en de baljuw mocht duchten, dat hij geen getuigen had kunnen vinden. Wat Jacob Malin aangaat, deze was een arm man, en, om aan de boete te ontsnappen, had hij sedert een half jaar in een ‘moustier’Ga naar voetnoot(1), kerk of klooster, dus in een gewijde plaats, of op 't ‘gewijde’, een toevluchtsoord gezocht: hij mocht derhalve, mits 18 pond, aan de boete ontsnappen.
Een tekst met Assault da maison:
Id., Fonds id., Rekening id. van 8 Janv. 1392 n.s. tot 6 Mei daaraanvolgende. fol. 4: ‘Gille filz Jehan Dobbeleirs, Jehan le Ram, Clay filz Gille Rijcquards, Clay le Vliet, Jehan filz Gille Rijcquards et autres leur sic) complices, furent calengiez dudit bailli pour ce quil deuissent avoir navré Matthijs filz Gille Marsaelgen en une maison, le quel fait on appelle assault de maison et dont lamende seroit lx lb. de cescun...’ Edw. Gailliard. |
|