| |
| |
| |
Vergadering van 17 Mei 1911.
Aanwezig de heeren: Is. Teirlinck, bestuurder; Dr. Jac. Muyldermans, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris.
De heeren: Prof. Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Bols, Karel de Flou, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Dr. L. Simons, Prof. Ad. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Amaat Joos, Dr Hugo Verriest, Prof. Dr. C. Lecoutere, Victor dela Montagne, Mr. Paul Bellefroid, Dr. Eug. van Oye, Frank Lateur en Dr. Leo Goemans, werkende leden;
De heeren: Prof. Dr. Joz. Mansion, R. van den Berghe en Dr. Is. Bauwens, briefwisselende leden.
De heeren Jhr. Mr. Nap de Pauw en Prof. Dr. Julius Mac Leod, werkende leden, hebben laten weten dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de April-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
***
Afsterven van den heer Jan Boucherij, werkend lid. - Bericht. Brief van rouwbeklag. Levensbericht van den afgestorvene. - Bij brieve van 16 Mei, bericht de heer Albert Boucherij met droefheid den Bestendigen Secretaris, dat zijn welbeminde vader, de heer Jan Boucherij, werkend lid der Koninklijke Vlaamsche Academie, dien dag, om 1 uur des namiddags, overleden is.
Tot teeken van rouw, liet de Bestendige Secretaris de nationale vlag aan den gevel van het Academiegebouw halfstok hijschen.
| |
| |
Bij het openen der vergadering brengt de heer Bestuurder hulde aan den betreurden afgestorvene. ‘Wie zou vóór een maand gedacht hebben, zegt hij, dat ons geacht en werkzaam medelid Jan Boucherij nu reeds den weg naar de eeuwigheid zou ingegaan zijn! Een roerend en treurend woord breng ik gaarne aan zijne nagedachtenis. Ook een woord van oprechte erkentelijkheid voor de vele diensten door hem aan onze Koninklijke Instelling bewezen. Jan Boucherij zal in ons geheugen dankbaar bewaard blijven’.
Op voorstel van den heer Bestuurder, beslist de Vergadering, dat een brief van rouwbeklag aan Mevrouw Jan Boucherij zal worden gezonden.
Eerst na verkiezing van den opvolger van den afgestorvene, zal, overeenkomstig eene bepaling uit het ontwerp van nieuw Reglement, betreffende het levensbericht van den heer Jan Boucherij eene beslissing genomen worden.
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Thomas (Lucien-Paul). - Académie Royale de Belgique. Mémoires. Coll. in-8o, deuxième série, tome VII. Etude sur Gongora et le Gongorisme considérés dans leurs rapports avec le Marinisme. (Médaille d'or en 1908; 184 pages et 1 planche.) Bruxelles, 1911.
Ministère de l'Intérieur. Annuaire statistique de la Belgique. 41me année, 1910. Bruxelles, 1911.
Collard (A.). - Bibliothèque de l'Observatoire Royal de Belgique, à Uccle. Catalogue alphabétique des livres, brochures et cartes, préparé et mis en ordre par A. Collard, bibliothécaire de l'Observatoire Royal de Belgique. Fascicule I. Bruxelles, 1910.
Hellens (Franz). - En ville morte. Les scories. Couverture et onze dessins hors texte de Jules de Bruycker. Gand, 1911.
Tijdschriften. - Académie Royale de Belgique. Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques et de la Classe des Beaux-Arts, nos 1 et 2, 1911. - Id. Bulletin de la Commission
| |
| |
Royale d'Histoire, no 1, 1911. - Bibliographie de Belgique 1910. Tables systématiques. - Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, nos 3-4. 1911. - Revue de l'Université de Bruxelles, no 7, 1911. - Revue Sociale Catholique, no 6, 1911. - Wallonia, nos 3-4, 1910. - Bulletijn der Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde, nr 3, 1911. - Bulletin des Musées Royaux, no 4, 1911. - Arbeidsblad, nr 6, 1911. - Annales des travaux publics, no 2, 1911.
Door de Katholieke Hoogeschool, te Leuven:
Annuaire de l'Université catholique de Louvain, 1911. 65e année. Louvain.
Door de Koninklijke Hoofdrederijkkamer ‘Het Kersouwken’, te Leuven:
Stad Leuven. Koninklijke Hoofdrederijkkamer ‘Het Kersouwken’, gesticht in 1473. Letterkundige Bijdragen. Kamerjaar: Februari 1910-1911. Leuven, 1911 (Tweevoud.)
Door de Rijksuniversiteit, te Groningen:
Jaarboek der Rijksuniversiteit te Groningen. 1909-1910. Groningen.
Door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, te Middelburg:
Archief. Vroegere en latere mededeelingen, voornamelijk in betrekking tot Zeeland. Uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. 1910. Middelburg.
Door de Königlich Preussische Akademie der Wissenschaften, te Berlijn:
Sitzungsberichte, nrs I-XXII, 1911.
Door de Académie Impériale des Sciences de St.-Pétersbourg:
Bulletin, nrs 7 en 8, 1911.
Door den heer Ad. de Ceuleneer, werkend lid, te Gent:
Provinciaal Comiteit van Monumenten. Oudheidkundige Inventaris van Oost-Vlaanderen. Tweede aflevering. (Zelfde titel in het Fransch.)
Door den heer Dr. P.J. Blok, buitenlandsch eerelid der Academie:
Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde. IVe Reeks. Deel X, Afl. 1.
Door den heer J. Verdam, buitenlandsch eerelid, te Leiden:
Middelnederlandsch Handwoordenboek, door J. Verdam, Hoogleeraar te Leiden. 10e en 11e aflevering. 's Gravenhage, 1911.
Door Z. Em. den Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen:
La vie diocésaine. Bulletin du Diocèse de Malines. Avril, 1911.
Door den heer Kan. Dr. Ch. Caeymaex, leeraar aan het Groot Seminarie, te Mechelen:
| |
| |
Caeymaex (Ch.). - Les oraisons et les préfaces liturgiques, par Ch. Caeymaex. Mechelen, 1909.
Caeymaex (C.). - Tabula homiliarum et lectionum quae in breviario leguntur. Id., 1910.
Caemaex (C.). - Over het toedienen van de HH. Sacramenten. Id., 1910.
Caeymaex (C.). - Onderwijs in de liturgie. Id., 1911.
Deze vier werkjes van den heer Kan. Dr. C. Caeymaex zijn overgedrukt uit La Vie diocésaine.
Door de Redactie:
Museum, no 8, 1911. - Het Boek, nr 2, 1911. - Tijdschrift der Gemeentebesturen, nr 4, 1911. - Onthoudersblad, nr 4, 1911.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Gheyn (J. van den). - Deux livres d'heures (nos 10767 et 11051 de la Bibliothèque Royale de Belgique) attribués à l'enlumineur Jacques Coene, par J. van den Gheyn, S.J., conservateur des manuscrits à la Bibliothèque Royale de Belgique. Bruxelles, s.d.
Avenel (Vte Georges d'). - Découvertes d'Histoire sociale (1200-1910) Paris, 1910.
Zentralblatt für Bibliothekswesen, 4. Heft. 1911.
De Gids, Mei 1911.
Sint-Lucas, nr 9, 1911.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatst verschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Vlaamsche Arbeid, nr 4, 1910-11. - Biekorf, nrs 7-9, 1911. - Bijdragen tot de Geschiedenis bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant, April 1911. - St. Cassianusblad, nrs 5 en 6. 1911; Bijvoegsel, nr 8. - De Vlaamsche Gids, nr 3, 1911. - De Katholiek, Mei-Juni, 1911. - Onze Kunst, Mei 1911. - De Maasgouw, nrs 11-12, 1911. - Het Katholiek Onderwijs, Mei 1911. - De Opvoeder, nrs 12-14, 1911. - De Opvoeding, nr 5, 1911. - Christene School, nrs 13-14, 1911. - De Schoolgids, nrs 16-20, 1911. - De Student, nr 2, 1911. - Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen, nr 1, 1911. - Dietsche Warande en Belfort, nr 4, 1911. - Zeitschrift des Vereins für Volkskunde, nr 2, 1911.
| |
| |
Ingekomen brieven. - De Bestendige Secretaris stelt de Vergadering in kennis met de hieronder volgende ingekomen brieven:
1o) | Bestendige Commissie voor Nieuwere Taalen Letterkunde en Commissie van beheer voor het Salsmans-Fonds. - Verslag over de Fondsen bij de Academie: Karel Boury-Fonds, Van de Ven-Heremans-Fonds en Salsmans-Fonds. (Zie boven blz. 49.) - Brief van 4 Mei, waarbij de Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten ontvangst bericht van het hem toegezonden verslag over de werkzaamheid en den geldelijken toestand van de Fondsen bij de Academie, gedurende het dienstjaar 1910. |
| |
2o) | Schenking door den Weledelen Heer Staatsminister Aug. Beernaert. Brief van 11 Mei, waarbij de Weled. H. Staatsminister Beernaert zich verheugd verklaart over het goede onthaal door de Koninklijke Vlaamsche Academie aan zijn voorstel gedaan. Zoodra de Academie de noodige toelating van de Regeering zal bekomen hebben, zullen de fondsen te harer beschikking gesteld worden. |
| |
3o) | Verkiezing van den heer Dr. Leo Goemans tot werkend lid. - Goedkeuring. Brief van 1 Mei, waarbij de Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten, voor het Archief der Academie een afschrift stuurt van het Koninklijk Besluit van 15 April, houdende goedkeuring van de verkiezing van den heer Dr. Leo Goemans tot werkend lid, tot vervanging van den heer Jan Broeckaert zaliger. |
| |
4o) | Nederlandsche Dialecten. Bouwstoffen voor een werk over de Nederlandsche Dialecten, nagelaten door Prof. Pieter Willems, eersten bestuurder der Academie. (Zie Verslagen en Mededeelingen, jaargang 1908, blzz. 859-860.) - Brief van 3 Mei, waarbij de heer Dr. Jac. van Ginneken, uit Maastricht, de Academie bericht dat
|
| |
| |
| aldaar een Comité is tot stand gekomen ‘om gaandeweg een Nederlandsch Taalatlas à la Giliéron te ontwerpen’. Dr. Jac. van Ginneken schrijft verder als volgt: ‘Leden zijn: Dr. Jos. Schrijnen, J.J. Verbeeten en ondergeteekende. Voorloopig echter zullen wij ons tot de Limburgsche dialekten beperken. Aanvankelijk stond zelfs alleen Hollandsch-Limburg op het program. Als wij evenwel in België steun en medewerking vinden - wat reeds zeer waarschijnlijk wordt - zullen wij aanstonds de Zuidnederlandsch-Limburgsche dialekten mede in kaart brengen’. Schrijver verzoekt ten slotte om inzage van de nagelaten papieren van Prof. Willems, welke thans in de Academie berusten. - (Goedgekeurd. - Het mededeelen van bedoelde papieren wordt den Bestendigen Secretaris opgedragen.) |
| |
Mededeelingen namens Commissiën.
1o) Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer Jan Bols, waarnemende secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie genouden:
Zijn aanwezig de heeren Dr. Jac. Muyldermans, voorzitter, Prof. de Ceuleneer, ondervoorzitter, K. de Flou, Jan Bols, Edw. Gailliard en Jhr. Dr. K. de Gheldere.
De heer V. dela Montagne laat zich verontschuldigen.
De heer Jan Bols wordt verzocht het ambt van secretaris waar te nemen.
Her verslag der Maart-vergadering wordt goedgekeurd.
De Commissie gaat tot de dagorde over:
1o) | Voordracht van twee candidaten voor de openstaande plaats van Lid der Commissie, tot vervanging van wijlen den heer Jan Broeckaert. De volgende candidaten worden voorgedragen: Prof. Dr. C. Lecoutere en Kan. Am. Joos. |
2o) | Verkiezing van een Secretaris, tot vervanging van genoemden heer Broeckaert. - Wordt verkozen de heer Victor dela Montagne. |
| |
| |
3o) | Ter uitgave aangeboden verhandeling: Schilderkunst en Tooneelvertooningen op het einde van de middeleeuwen: een Bijdrage tot de kunstgeschiedenis vooral van de Nederlanden, door den heer Dr. Leo van Puyvelde. - Die verhandeling zal, om advies, naar de heeren Prof. Ad. de Ceuleneer en V. dela Montagne verzonden worden. |
| |
4o) | Mededeeling vanwege Dr. Jac. Muyldermans: Over een Liederboek uit de 17e- en 18e eeuw. - De heer Muyldermans geeft inlichtingen over een handschrift met Vlaamsche liedjes, meestal geestelijke liedjes, die denkelijk, te oordeelen naar het geschrift, tot de tweede helft der 17e of tot de eerste helft der 18e eeuw behooren. Een naam staat vermeld onder het ‘Vermaenrijmken’ op de eerste bladzijde, namelijk ‘Fr. Maximilianus Fynaerts minderbroeder’. Die man zal de verzamelaar geweest zijn van de opgegeven liedjes. De heer Muyldermans geeft de titels op van de verschillende stukjes, en ten slotte leest hij er drie of vier van voor. |
| |
5o) | Mededeelingen door den heer Edw. Gailliard: Iets over scholen uit vroegere tijden. - De heer Gailliard vestigt de aandacht op zekere ‘Hallegeboden’ te Brugge ten jare 1513 (o.s.) en 1524 afgekondigd, betreffende maatregelen door de Schepenen dier stad genomen om arme kinders, die de ouders zonden bedelen, te dwingen naar school ‘ten Beghaerden’ te gaan. Overigens de Schepenen hadden er voor gezorgd, dat bedoelde kinderen ‘zekere gracelicke aelmoesen ende onderhoudt’ zouden genieten, ‘ten fijne dat die zouden moghen commen ter perfectie’. In het Hallegebod van 19 Maart 1524 (n.s.) wordt gezegd, dat de kinderen ‘snuchtens ende snoens den cost hebben zouden ende voort gheleert ende onderwesen worden, omme tot duecht ende eere te gherakene’. Zou men niet zeggen, dat de thans zoogenaamde ‘Schoolsoep’ reeds in de zestiende eeuw hier te lande, nl. te Brugge, gekend was? |
- (De Commissie stelt aan de Vergadering voor de mededeeling van Dr. Muyldermans in de Verslagen en Mededeelingen en die van den heer Edw. Gailliard onder de Kleine Verscheidenheden te laten opnemen. - Goedgekeurd.)
| |
| |
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Dr. Hugo Verriest, waarnemende secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel, over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren Dr. Jac. Muyldermans, ondervoorzitter, Jan Bols, Prof. de Ceuleneer, Mr. Julius Obrie, Gustaaf Segers, Amaat Joos en Dr. Hugo Verriest, leden.
De heer Gustaaf Segers brengt hulde aan Jan Boucherij, aan zijn werkzaamheid in de Vlaamsche Academie en bijzonderlijk in de Commissie voor Onderwijs, waarvan hij sedert den 15 Maart 1905 de ijverige secretaris was.
- De heer Muyldermans vraagt dat de Commissie de volgende prijsvraag voorstelle: Een geschiedenis van het lager onderwijs onder de Oostenrijksche Regeering.
(Verzonden naar de Commissie tot voordracht van prijsvragen.)
| |
Dagorde.
1o Wedstrijden voor 1911. - Lezing der verslagen. (Ingevolge art. 31 der Wetten van 15 Maart 1887, gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 25 Maart 1891.) De heeren leden van de verschillende keurraden leggen hunne verslagen ter tafel.
De Vergadering neemt er kennis van en beslist, dat deze zullen gedrukt worden en, vóor de Juni-vergadering, aan de heeren werkende Leden medegedeeld.
2o) Geheime vergadering te 3 uur. - a] Candidaten voor het Lidmaatschap der Academie. Voordracht van candidaten voor de drie openstaande plaatsen van Briefwisselend Lid en voor de twee openstaande plaatsen van Buitenlandsch Eerelid. Verslag namens de Commissie van voordracht. Bespreking der candidaturen. - De Bestuurder wenscht zich te bepalen met te verwijzen naar het verslag over de vergadering, den 7 April, door de Com- | |
| |
missie tot voordracht van candidaten gehouden, dat gedrukt aan de heeren werkende Leden der Academie vertrouwelijk werd medegedeeld.
Door den heer Prof. A. de Ceuleneer worden verschillende bijgevoegde candidaten voorgedragen. - Het Bestuur zal, vóor de Juni-vergadering, een gedrukte lijst van die candidaten, met opgave van dezer werken, aan de heeren werkende Leden vertrouwelijk laten geworden.
b] Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. - Verkiezing van een lid der Commissie, tot vervanging van den heer Jan Broeckaert zaliger.
De Vergadering gaat tot de verkiezing over. Worden door den heer Bestuurder tot stemopnemers aangewezen de heeren Verriest en Segers.
Wordt verkozen: de heer Dr. Leo Goemans.
3o) Ten aandenken aan Jan Theodoor van Rijswijck, geboren te Antwerpen den 8 Juli 1811. Voordracht te houden in ae Juli-vergadering. Aanstelling van den Spreker. - De heer Jan Boucherij, die met het houden van die voordracht belast werd, overleden zijnde, wordt de heer V. dela Montagne door den heer Bestuurder verzocht, het houden van genoemde voordracht op zich te willen nemen: deze verklaart volgaarne bereid te zijn aan dit verzoek gevolg te geven.
4o) Lezing door den heer Kanunnik Amaat Joos: Over den reuk. - Al zijn er sommige menschen die fijne reukorganen hebben, b.v. de fijnproevers, de blinden, Zola, Dickens, toch worden we, in 't algemeen, door veel dieren in 't ruiken overtroffen, vooral door de vleeschetende viervoeters en de insecten.
Na die korte inleiding, onderzoekt de heer Joos of de reuk nuttig is.
| |
| |
1o In het dierlijk leven. - Ja, hij waakt over ademhaling en voeding, hij vermeerdert het genot van spijzen en dranken.
2o In het verstandelijk leven. - Weinig of niet, want de reukgewaarwording leert ons weinig nopens de zaken; zij is bovendien te onbepaald, niet klaar en door haar felle affectiviteit moeilijk waarneembaar.
3o In de letterkunde. - Ja, o.m., om personen en zaken op onderscheiden wijze te beschrijven, om, door associatie, heele tafereelen aan te brengen, om een onverwachte wijziging in het karakter der handelende personages te verklaren, om den lezer in de verlangde stemming te brengen.
De jeugdige letterkundige, die in zake van reuk begaafd is, oefene dien zin. Niet alle reukbeelden toch dienen gegeven: wie hier zonder overleg handelt, wordt noodzakelijk een scatologische schrijver.
Wie niet begaafd is, hale zijn reukbeelden niet uit de boeken en trooste zich met de gedachte, dat goede letterkundigen, gelijk Conscience en Gezelle, weinig of geen reukbeelden bezigden.
- Op voorstel van den heer Bestuurder beslist de Academie dat de lezing van den heer Joos in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
De vergadering wordt te 4 1/4 gesloten,
Erratum. - In de Lijst eeniger handschriften van Hendrik Waelput (zie boven blzz. 287-288) leze men:
30o) | Symphonie in D moll.
Symphonie in Es dur.
Symphonie in C dur.
Symphonie in H moll.
Symphonie in A. (Fragment: Cantabile in A.) |
|
|