Kleine verscheidenheden.
42. - Stekker.
Bij L. de Bo, Westvlaamsch Idioticon, staat het woord Stekvogel geboekt, = Sperwer; Fr. Epervier (roofvogel). In 't Meetjesland: Steekvogel, Spooregaal; bij Schuermans, Alg. Vl. Idiot.: Speuregaal.
Men zegt ook daarvoor te Brugge: Stekker: Er zit een stekker op den toren. (Gehoord te Brugge.)
Beide woorden Stekvogel en Stekker worden nog aldaar gebruikt, om op het Fr. Don Juan (verleider) te wijzen: Die kerel is een stekvogel; Hij heeft van jongs af een eerste stekker geweest. Naar Schuermans, Alg. Vl. Idiot., is dit woord ook te Kortrijk in dien zin bekend.