Kleine verscheidenheden.
XXXVIII.
Hooftleeringe of hoofftleeringhe.
Uit de twee volgende teksten blijkt, dat ons woord Hooftleeringe of Hoofftleeringhe als de tegenhanger mag worden beschouwd van het woord Hoofdvonnis, dat wij, in ons Gloss. à l'Invent. des Archives de la ville de Bruges, hebben uitgelegd door: Sentence rendue par le chef de sens. Bij Verdam, Middelndl. Wdb., Hovetvonnisse, Hooftvonnis, enz.: Sententia praesidum, Sententia judicis suberioris (Kiliaan); ‘le Jugement en chef dit Hooftvonnesse’, in een oorkonde van 1768, aangehaald in ons Gloss., u.s., vo Hoofdvonnis (Bijvoegsel).
In de eerste der twee bedoelde teksten, geldt het een hoofdadvies, ‘hooftleeringe’ of hoofdvonnis, uitgegaan van de mannen van leene van den hoofdbank van Santhoven, in eene zaak hangende voor de wethouders van den buitenbank van het land van Hoogstraten: genoemde leenmannen verklaren, bij wijze van ‘hooftleeringe’, in welken zin de wethouders hun vonnis hebben te strijken:
Staatsarchief te Antwerpen, Fonds Hoogstraten, ‘Rôles de justice’, Vonnis van 16 December 1730: ‘Ghesien bij mijne heeren die mannen van leene... in Sijne Majesteits hove, hooftbancke ende jurisdictie van Santhoven, de proceduere voor wethouderen vande buijtenbancke slants van Hoochstraeten opden... ontstaen tusschen..., als aenleggere ter eenre, ende..., als gedaeghde ter andere syde, ende opden... gestelt in behoorelijcken staet van wijsen, met versoeck dat wij daerinne souden gelieven te geven onse hooftleeringe, op alles wel ende rypelycken geleth, wijsen ende verclaeren voor onse hooftleeringe dat de voornoempde wethouderen in de voorseijde saecke hebben te wysen als dat die voorschreven gedaegde...’
In den onderstaanden tekst wordt gewezen op zeker ‘advies bij wege van hoofftleeringhe’, door de schepenen van Antwerpen, in eene ‘procedure hangende ongedecideert’, aan de schepenen der vrijheid van het hertogdom Hoogstraten verstrekt:
Staatsarchief en Fonds u.s., vonnis van 18 Augustus 1740: ‘Schepenen der vrijhijdt s' hertoghdoms van Hooghstraeten, ter behoorelijcke manisse gesien ende geexamineert de procedure voor hun hangende ongedecideert tusschen..., alvorens gehadt hebbende advies bij wege van hoofftleeringhe der heeren wethouderen van Antwerpen, weijsen als dat die gedaeghdens....’
Edw. Gailliard.