de diensten, door onze Koninklijke Instelling aan de studie dier taal bewezen, ten volle besefte.
Zoolang de staat zijner gezondheid het hem toeliet, woonde Coremans onze vergaderingen regelmatig bij.
Zijne veelvuldige bezigheden lieten hem niet toe zich met de eigenlijke taalstudie en de beoefening der letterkunde bezig te houden. Doch beide waren hem niet onverschillig, en meer dan eens bewees hij, dat, ook op dit gebied, zijne kennissen, veelzijdig waren. Zijn gezond verstand, zijne scherpe redeneerkracht en aangrijpende welsprekendheid, waaraan wij de wondere uitslagen in den taalstrijd te danken hebben, kwamen ook de Koninklijke Vlaamsche Academie ten goede. Doch, ook daar was Coremans vooral de strijder, de diep overtuigde, gepantserde strijder voor onze nationale taal en hare nationale rechten.
Thans, dat de dageraad van de volledige zegepraal van den Vlaamschen Taalstrijd zich in al zijne pracht vertoont, brengen wij den dierbaren doode onze dankbare hulde, vooral, omdat hij dien strijd met zulke diepe overtuiging heeft gestreden; omdat hij nooit den moed verloor, als veel verloren scheen, en hij moedig op de bres stond, als alles voorspelde dat de strijd hem slechts ontgoochelingen zou opleveren.
Thans rijst het gebouw in de hoogte: hulde aan den onverdroten meester; de oogst schiet welig op: hulde aan den milden zaaier!
Stellig, tal van letterkundigen en kunstenaars, leeraars en geleerden hebben een ruim aandeel in de heerlijke ontwaking van het Vlaamsche Volk, in de geestdrift onzer jongelingschap voor onze nationale taal, in haar vast besluit de volledige vervlaamsching van ons volk, hand in hand, boven de worstelingen der partijen, na te streven.
Doch, Coremans bekleedt eene eereplaats onder de weldoeners van onzen stam.
Rijk was hij begaafd, bewerktuigd en toegerust voor zijne verheven taak; doch in zijne diepe overtuiging, in zijn onwankelbaar vertrouwen, in zijne bezieling, in zijne volharding, ligt het geheim zijner wonderkracht.
Coremans was groot, zoo groot zelfs, dat hij op afstand moet gezien worden. Wanneer de politieke en persoonlijke veeten, die nu nog beletten hem volle recht te laten wedervaren, zullen vergeten zijn; wanneer wij ons Vlaamsch ideaal ten volle