| |
| |
| |
Vergadering van 16 November 1910.
Aanwezig de heeren: Prof. Ad. de Ceuleneer, bestuurder, Is. Teirlinck, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Prof. Mr. Julius Obrie, Jan Broeckaert, Jan Bols, Karel de Flou, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Dr. L. Simons, Gustaaf Segers, Prof. Dr. Willem de Vreese, Dr. Jac. Muyldermans, Jan Boucherij, Amaat Joos, Dr. Hugo Verriest, Prof. Dr. C. Lecoutere en Victor dela Montagne, werkende leden;
De heeren Dr. Goemans, Prof. Dr. Joz. Mansion, R. vanden Berghe en Dr. Is. Bauwens, briefwisselende leden.
De heeren Dr. H. Claeys en Th. Coopman, werkende leden, hebben laten weten, dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de October-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
***
Afsterven van den heer Mr. Edw. Coremans, werkend lid. - Lijkplechtigheid. Brief van rouwbeklag. Levensbericht van den Afgestorvene. - Bij telegram van 4 November, kreeg de Bestendige Secretaris vanwege Mevrouw Edw. Coremans, officieel bericht van het afsterven van haren echtgenoot Mr. Edw. Coremans, werkend lid der Academie.
Tot teeken van rouw, werd de nationale vlag aan het Academiegebouw halfstok geheschen.
Bij het openen der vergadering brengt de heer Bestuurder een eerbiedige hulde aan den betreurden
| |
| |
afgestorvene en herinnert hij aan de vele diensten door Mr. Edw. Coremans aan de Vlaamsche Zaak bewezen, alsook aan diens onvermoeibaar streven voor de erkenning van Vlaanderen's rechten:
Mijne Heeren,
Op Allerzielendag overleed te Antwerpen Edward Coremans. Door zijn afsterven verliest de Academie een harer meest verkleefde en knapste leden, en het Vlaamsche Volk zijn hardnekkigen en onverpoosden verdediger. Coremans werkte, - zooals men het met volle recht op zijnen rouwbrief drukte, - ‘tot zijn dood om 's Volks verloren rechten terug te winnen en meer rechtvaardigheid 's Lands wetten bij te zetten’. Zonder Jan-Frans Willems ware wellicht de Vlaamsche Beweging niet ontstaan; had het Vlaamsche Volk Coremans niet gehad, zoo waren, heel waarschijnlijk, zijne rechten nog miskend gebleven; want het is grootendeels aan de standvastige en onverschrokken werkzaamheid van Coremans dat wij de Vlaamsche wetten te danken hebben, die aan onze meest kwellende grieven gedeeltelijk een einde maakten.
Aan de Academie heeft Coremans door woord en daad menigen dienst bewezen; ook zal zijn naam, in gulden letteren, in ons hart en in het hart van het Vlaamsche Volk geprent blijven!
Hij ruste in vrede!
- De lijkplechtigheid te Antwerpen werd bijgewoond door de heeren: Is. Teirlinck, onderbestuurder, Gustaaf Segers, Jan Boucherij, Victor dela Montagne, werkende leden, en Alf. de Cock, briefwisselend lid.
Door den heer G. Segers, werd in het sterfhuis, namens de Academie, een lijkrede uitgesproken.
- Op voorstel van den heer Bestuurder, beslist de Vergadering, dat een brief van rouwbeklag aan Mevrouw Coremans zal worden gezonden en dat de lijkrede van den heer Segers in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
| |
| |
Vervolgens neemt de heer Gustaaf Segers aan, zich, voor het Jaarboek, met het levensbericht van den afgestorvene te belasten.
***
Verslag over de Plechtige Vergadering. Toezending van een overdruk aan Z.M. den Koning en aan H.M. de Koningin der Nederlanden. - 1o) Brief van 24 October, waarbij de weled. heer V. Godefroid, Secretaris der bevelen des Konings, den Bestendigen Secretaris bericht, dat het Zijne Majesteit behaagde hem opdracht te geven voor die toezending te danken: ‘Zijne Majesteit waardeert in hooge mate de gevoelens van vaderlandsliefde welke de Leden der Academie bezielen en waarvan de heer Bestuurder Ad. de Ceuleneer zich tot tolk heeft willen maken, door een heildronk ter eere der Koninklijke Familie in te stellen’.
2o) Brief van 20 October, waarbij de weledele heer van Geen, particulier Secretaris van H.M. de Koningin der Nederlanden, onze Koninklijke Instelling bericht dat Hare Majesteit de Koningin hem heeft opgedragen, het Bestuur der Academie Hoogstderzelver dank over te brengen voor de aanbieding van een exemplaar van het verslag over de Plechtige Vergadering en het daarop gevolgde feestmaal: ‘Door Hare Majesteit werd met waardeering van een en ander kennis genomen’.
***
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Royaume de Belgique. Ministère de l'Industrie et du Travail. Office du Travail et Inspection de l'Industrie. Monographies industrielles. Aperçu économique, technologique et commercial. Groupe III. Industries de la construction mécanique. Tome I. Organisation des ateliers. Matières premières. Technologie générale. Bruxelles, 1910.
| |
| |
Hachez (Norb.). - Université de Gand. Recueil de travaux publiés par la Faculté de Philosophie et Lettres. 40e fascicule. Essai sur le délit de sacrilège en droit français, jusqu'à la fin du XVme siècle, par Norbert Hachez, Docteur en Philosophie et Lettres. Avocat à la Cour d'Appel de Bruxelles. Publié par J.L.M. Eggen. Avocat à la Cour d'Appel de Gand. Gand, 1910.
Annuaire astronomique de l'Observatoire Royal de Belgique, publié par les soins de G. Lecointe, directeur scientifique du Service astronomique, 1911. Bruxelles, 1910.
Tijdschriften. - Bibliographie de Belgique, 1910. Première partie: Livres, nos 17-18; deuxième partie: Publications périodiques, nos 17-18. - Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, nos 8-9, 1910. - Revue Sociale Catholique. no 12, 1910. - Revue de l'Université de Bruxelles, no 1, 1910-1911. - Wallonia, nos 8-10, 1910. - Bulletin des Commissions Royales d'Art et d'Archéologie, nos 5-9. 1910. - Bulletijn der Maatschappij van Geschiedenis en Oudheidkunde, nr 7, 1910. - Bulletin des Musées Royaux, nos 8-9, 1910. - Arbeidsblad, nrs 17-18, 1910. - Maandschrift van het Beheer van Landbouw, nr 9, 1910. - Annales des Travaux publics, no 5, 1910.
Door den Oudheidkundigen Kring der stad en des voormaligen Lands van Dendermonde:
Gedenkschriften, tweede reeks, deel XIV, 2e aflev. Dendermonde, 1910.
Door de Académie Royale d'Archéologie de Belgique, te Antwerpen:
Annales, 6me série, tome II, 3e et 4e livraisons.
Bulletin, no 3, 1910.
Door de Société d'Archéologie de Bruxelles:
Annales. Tome 24me, année 1910, nos 1 et 2. Door de Société de Littérature Wallonne, te Luik:
Bulletin de la Société de Littérature Wallonne. Tome 52, 2me partie. Liège, 1910.
Bulletin du Dictionnaire général de la langue wallonne. 5e année, 1910, nos 3-4.
Door de Koninklijke Academie der Wetenschappen te Amsterdam:
Jaarboek van de Koninklijke Akademie der Wetenschappen, gevestigd te Amsterdam 1909. Amsterdam.
Goeje (C.H. de). - Etudes Linguistiques Caraïbes, par C.H. de Goeje (Verhandelingen der Koninklijke Akademie der Wetenschappen te Amsterdam. Afdeeling Letterkunde. Nieuwe reeks, Deel X, no 3.) Amsterdam, 1910.
| |
| |
Hesseling (D.C.) et Pernot (H.). - Poèmes prodromiques en grec vulgaire, édités par D.C. Hesseling et H. Pernot, docteurs ès lettres. (Id. Deel XI, no 1.) Amsterdam, 1910.
Caland (W.). - Das Vaitānasūtra des Athavaveda, übersetzt von W. Caland. (Id. Deel XI, no 2) Amsterdam, 1910.
Uhlenbeck (C.C.). - Ontwerp van eene vergelijkende vormleer van eenige Algonkin-talen, door C.C. Uhlenbeck. (Id. Deel XI, no 3). Amsterdam, 1910.
Nap. (Mr. J.M.). - Dateering en Rechtskarakter der z.g. Lex Julia municipalis, door Mr. J.M. Nap, commies van Staat bij den Raad van State. (Id. Deel XI, no 4.) Amsterdam, 1910.
Door het Verein für niederdeutsche Sprachforschung, te Hamburg:
Jahrbuch des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung. Jahrgang 1910, XXXVI. Mit einer Heliogravüre und zwei Autotypieen.
Door het Videnskabs-Selskabet, te Christiania:
Skrifter udgivne af Videnskabs-Selskabet i Christiania, 1909. I. Mathematisk-naturvidenskabelig Klasse. Christiania, 1910. II. Historiskfilosofisk Klasse. Id. 1910.
Forhandlinger i Videnskabs-Selskabet i Christiania. Aar 1909. Christiania, 1910.
Door de Academie Impériale des Sciences de St. Pétersbourg:
Bulletin, VIe série, no 14, 1910.
Door den heer Prof. Ad. de Ceuleneer, bestuurder der Academie, te Gent:
Ceuleneer (Ad. de). - Le mobilier ecclésiastique. Comment lui donner un caractère artistique. (Extrait du Bulletin des Commissions Royales d'Art et d'Archéologie.)
Door den heer Is. Teirlinck, ondervoorzitter der Academie, te Brussel:
Ledeganck (C). - Bloemen mijner Lente, door C. Ledeganck, Gent, z.j. (Het Voorwoord draagt het jaartal 1839.)
Door den heer Jan Boucherij, werkend lid, te Antwerpen:
Verhandelingen van de Algemeene Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding.
Nr 127. Bon (Mr. Hector le), advocaat. - Recht en Moraal.
Nr 128. Ceuleneer (Ad. de), Hoogleeraar in de kunstgeschiedenis, te Gent. - Kunsttoestanden en kunstbegrippen.
Nr 129. Bernaerts (Eerw. Heer F.). - De Vrouw in verschillende Beschavingen.
Nr 130. Grietens (Dr. J.), leeraar aan het Koninklijk Athenaeum te Antwerpen. - Het Romantisme ín Engeland.
| |
| |
Door den heer Dr. C. Lecoutere, werkend lid te Leuven:
Lecoutere (Dr. C.). - Wolff en Deken. Historie van den heer Willem Leevend. Een veertigtal brieven met inleiding en aanteekeningen, uitgegeven door Dr. C. Lecoutere, hoogleeraar te Leuven. Leuven, 1910.
Door den heer J. Verdam, buitenlandsch eerelid, te Leiden:
Middelnederlandsch Handwoordenboek, door J. Verdam, Hoogleeraar te Leiden. Aflevering 9. 's Gravenhage, z.j.
Door den heer Dr. P.J. Blok, buitenlandsch eerelid, te Leiden:
Bijdragen voor Vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, verzameld en uitgegeven vroeger door Mr. Is. An. Nijhoff, P. Nijhoff, Dr. R. Fruin en Dr. P.L. Muller, thans door Dr. P.J. Blok, hoogleeraar te Leiden. 's Gravenhage, 1910.
Door Z. Em. den Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen:
La vie diocésaine. Bulletin du Diocèse de Malines. Tome IV, fasc. VIII, Oct. 1910.
Door den heer Dr. A.J.J. Vandevelde, bestuurder van het Stedelijk Laboratorium, te Gent:
Vandevelde (Dr. A.J.J.), Wijsman (Prof. Dr. H.P.) en Saltet (Prof. R.H.). Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Pharmacie. Nederlandsche Chemische Vereeniging. Rapport voor de 4e Conferentie over Voedingsmiddelscheikunde. Over Conserveermiddelen, door Dr. A.J.J. Vandevelde, Prof. Dr. H.P. Wijsman en Prof. R.H. Saltet. (Overdruk uit het Pharmaceutisch Weekblad van 25 Juni 1910, no 26.)
Vandevelde (A.J.J.). Ueber Invertaseeigenschaften in Malzextrakten. (Id.).
Vandevelde (A.J.J.) und Poppe (Edm.). - Ueber die Wirkung von Fluornatrium auf Pepsin und Trypsin. (Overdruk uit Biochemische Zeitschrift, 1910.)
Vandevelde (Dr. A.J.J.) en Revijn (A.. - Over het soortelijk gewicht en het watergehalte van het brood. Gent, 1910. (Overdruk uit de Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie, 1910.)
Door den heer Nic. Theelen, letterkundige te Tongeren:
Theelen (Nic.). - De Anarchist. Drama in 4 bedrijven, door Nic. Theelen. Tweede uitgaaf, Tongeren, 1909.
Door den heer L.D. Petit, te Leiden:
Petit (Louis D.). - Bibliographie der Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde, door Louis D. Petit, Conservator bij de Bibliotheek der Rijks-Universiteit te Leiden, en Bibliothecaris van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde aldaar. Tweede deel, de literatuur bevattende verschenen van 1888-1910. Leiden, 1910.
| |
| |
Door de Redactie:
Museum. Maandblad voor Philologie en Geschiedenis, nr 2, 1910. - Répertoire d'Art et d'Archéologie, no 2, 1910. - Onthoudersblad, nr 10, 1910.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Haebler (Konrad). - Typenrepertorium der Wiegendrucke, von Konrad Haebler. Abt. III. Tabellen. I. Antiqua-Typen. Leipzig, 1909. (Heft 27 [II. Serie, Heft 10] van Sammlung bibliothekswissenschaftlicher Arbeiten.)
Duclos (Ad.). - Bruges. Histoire et souvenirs. Avec huit cartes ou plans hors texte et 314 photogravures. Bruges, 1910.
Zentralblatt für Bibliothekswesen. XXVII. Jahrgang, 10. Heft, Oktober 1910.
De Gids, November 1910.
Sint-Lucas, nr 3, 1910.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatst verschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Schweizerisches Archiv für Volkskunde, nr 3, 1909. - Biekorf, nrs 20-21, 1910; Bladwijzer, 1900-1910. - Bijdragen tot de Geschiedenis, bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant, October 1910. - St. Cassianusblad, nr 11; Bijvoegsel, nrs 17-18, 1910. - De Vlaamsche Gids, nr 6, 1910. - De Katholiek, November 1910. - Onze Kunst, November 1910. - De Vlaamsche Kunstbode, nrs 7-8, 1910. - De Maasgouw, nrs 6-7, 1910. - Neerlandia, nr 10, 1910. - Het Katholiek Onderwijs, nr 1, 1910-11. - Christene School, nr 1, 1910-11. - De Opvoeder, nrs 28-30, 1910. - De Opvoeding, nr 11, 1910. - De Schoolgids, nrs 42-43, 1910. - Dietsche Warande en Belfort, nr 10, 1910. - Zeitschrift des Vereins für Volkskunde, nr 4, 1910.
Ingekomen brief. - Vervolgens stelt de Bestendige Secretaris de Vergadering in kennis met den hierondervolgenden ingekomen brief:
Brief van 18 October, waarbij de heer Dr. B. Sijmons, hoogleeraar te Groningen, ons hooggeacht buitenlandsch eerelid, de goede ontvangst bericht van de 100 overdrukken van zijn voordracht, op de Plechtige Vergadering der Koninklijke Vlaamsche Academie in
| |
| |
Juni ll. gehouden. ‘Terwijl ik U voor de toezending dank betuig’, - aldus schrijft Dr. Sijmons, - ‘maak ik gaarne van deze gelegenheid gebruik, om der Academie mijn hartelijke erkentelijkheid uit te spreken voor de heusche ontvangst, die zij mij bij mijn aanwezigheid te Gent in haar midden heeft willen verzekeren’.
| |
Mededeeling door den Heer Bestuurder.
Ambtelijk Comiteit voor Tijdschriften bij de Wereldtentoonstelling te Brussel. - De heer bestuurder Prof. A. de Ceuleneer deelt aan de Vergadering de gedachtenwisseling mede, welke tusschen den Weled. heer Fr. Schollaert, Minister van Wetenschappen en Kunsten en het Bestuur der Academie heeft plaats gehad, tijdens het gehoor door dien hoogambtenaar aan hem bestuurder, alsmede aan de heeren Is. Teirlinck, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendigen secretaris, den 12 November verleend. Hij verzoekt den Bestendigen Secretaris lezing te geven van den brief, dien het Bestuur voorstelt aan den Weledelen Heer Minister Schollaert te sturen.
Na aan Minister Schollaert hulde gebracht te hebben voor de vele zeer gewaardeerde blijken van oprechte belangstelling in de werkzaamheid en in den bloei onzer Koninklijke Instelling, door hem onder het gehoor gegeven, herinnert de brief er aan, hoe de Heer Minister, niet zonder verwondering, uit den mond van den Heer Bestuurder vernomen heeft, wat er tusschen dezen en den heer Mavaut, kabinetsoverste van den Weledelen Heer Minister van Nijverheid en Arbeid besproken werd, tijdens het onderhoud dat de heer A. de Ceuleneer met genoemden ambtenaar den 3 Augustus ll. heeft gehad: toen werd niet het minste woordje gerept over de zoogezegde onbevoegdheid der Academie!
| |
| |
De brief wijst er op dat aan de vraag door den heer Prof. de Ceuleneer gesteld, hoe rechtmatig en hoe bezadigd deze ook was, niet het minste gevolg werd gegeven en dat wij derhalve terecht de houding van den Weledelen Heer Minister van Nijverheid en Arbeid kwetsend voor de Vlaamsche Bevolking hebben genoemd.
Men bewere niet dat de Academie hare bevoegdheid is te buiten gegaan. Dit zou nog nader dienen onderzocht en wellicht zou meer dan éen reden tegen deze bewering kunnen worden ingebracht. Overigens, zulks beweren is eigenlijk niet antwoorden op het door de Academie aangevoerde geschilpunt Trouwens, het gold niet zoo zeer te weten, of de Academie in het onderhavig geval bevoegd was of niet om tusschen beide te komen, maar wel te weten of hare vraag gegrond was en of het betaamde dat er gevolg aan gegeven werd.
Dat de vraag gegrond en het verzoek der Academie gewettigd was, - zegt verder de brief, - dát zal wel niemand betwijfelen, en dat de Weledele Heer Minister van Nijverheid en Arbeid, naar de bescheiden meening van het Bestuur, tot plicht had zulke vraag, uitgaande van een officieel lichaam als de Koninklijke Vlaamsche Academie, niet onaangemerkt te laten, valt insgelijks in het oog.
Ten slotte verklaart echter het Bestuur der Academie het met den Weledelen Heer Minister Schollaert eens te zijn om te erkennen, dat, gezien de tijd nu toch verloopen is, alleen nog plaats kan overblijven voor het uitspreken van een wensch, - van den wensch namelijk dat in het vervolg, wanneer, door welk Ministerieel Departement ook, Commissiën van Taal- en Letterkundigen aard zullen worden aangesteld, aan de Vlaamsche Letteren, thans zoo bloeiend, en aan onze Letterkundigen, zoo talrijk en zoo werkzaam, hun volle recht worde erkend.
Laat ons de hoop koesteren, dat het geen vrome wensch zal zijn!
| |
| |
| |
Mededeelingen namens Commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer Jan Broeckaert legt het hierondervolgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Waren aanwezig de Heeren: Dr. Muyldermans, voorzitter, Jhr. Nap. de Pauw, K. de Flou, J. Bols, Edw. Gailliard, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, V. de la Montagne, leden, en Jan Broeckaert, secretaris.
Het verslag over de September-vergadering wordt gelezen en goedgekeurd.
De heer Broeckaert deelt een nog al lijvig dossier mede over de ontworpen uitgave van een nieuw Fransch-Nederlandsch en Nederlandsch-Fransch Woordenboek door Jaak van de Velde (1885). Er verscheen slechts eene aflevering van dit woordenboek, dat wegens moeilijkheden met den drukker niet werd voortgezet. De heer de la Montagne neemt het op zich, tegen de aanstaande vergadering daar eene notitie over te schrijven.
Nog geeft de Secretaris lezing van eenen brief, door wijlen zijn schoonvader K.L. Ternest in 1840, kort na de uitspraak der Taalcommissie, geschreven aan J.F. Willems, nopens de spelling. - Die brief wordt ter hand gesteld aan den eerw. heer Bols, die er gebruik zal van maken wanneer hij de tweede reeks der brieven van en aan den vader der Vlaamsche Beweging zal uitgeven.
Ten slotte stelt de heer de Pauw de Commissie in kennis met de allereerste pennevrucht van Willems, namelijk eene vertaling in verzen van een gedeelte van Voltaire's gedicht: Le siège de Fontenoy.
De Commissie dankt den heer de Pauw voor deze mededeeling en beslist dat zij, mits goedkeuring der Academie, in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden. (De Academie heeft die beslissing goedgekeurd.)
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Jan Boucherij, secretaris, legt het hierondervolgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
| |
| |
Aanwezig waren de heeren Prof. Dr. Willem de Vreese, dd. voorzitter, J. Bols, Ad. de Ceuleneer, Dr. Jac. Muyldermans, Mr. Jul. Obrie, Gustaaf Segers, Am. Joos en Dr. Hugo Verriest, leden, en de secretaris.
Het verslag over de September-vergadering wordt voorgelezen en goedgekeurd.
Vervolgens gaat men over tot de verkiezing van het Bestuur der Commissie voor de jaren 1911 en 1912. Bij geheime stemming wordt de heer Willem de Vreese tot voorzitter en de heer Jac. Muyldermans tot ondervoorzitter verkozen. De Secretaris wordt bij acclamatie in zijn ambt behouden.
De Commissie wordt in kennis gesteld met de verslagen door de heeren Am. Joos en Prof. Dr. Jul. Mac Leod uitgebracht over het ter uitgave aangeboden werk: Ons Ontwikkelingsstelsel door J.M. Panesi en E. Vlaeminckx, en adviseert tot niet uitgeven.
Daarna leest de heer Gustaaf Segers een opstel over: De algemeene letterkundige taal, de beschaafde omgangstaal in de Normaalschool, de Volksschool en het gewoon leven.
Eene korte bespreking volgt, waarna de heer Voorzitter voorstelt de lezing van den heer Segers, mits goedkeuring van de algemeene vergadering, op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen der Academie en in het Bijblad der Commissie.
- Dit voorstel wordt aangenomen. (De Academie heeft dit voorstel goedgekeurd.)
| |
Dagorde.
1o) Plechtige Vergadering van 1911, tot viering van den 25n verjaardag van de inrichting der Academie. - Feestcommissie. Op voorstel van den heer Bestuurder wordt overgegaan tot de benoeming van de Feestcommissie voor 1911. Worden aangewezen om van die Commissie deel uit te maken, de heeren: Jhr. Mr. Nap. De Pauw. Prof. Mr. Julius Obrie, Prof. A. de Ceuleneer, Prof. Dr. Willem de Vreese en Edw. Gailliard, bestendige secretaris.
Aan bedoelde Commissie wordt opgedragen de te houden feestelijkheden voor te bereiden, vervolgens aan het Bestuur voor 1911 bepaalde voorstellen te doen en met dit de feesten in te richten.
| |
| |
2o) Ter uitgave aangeboden verhandeling: Ons Ontwikkelingsstelsel, door J.-M. Panesi en E. Vlaeminckx. Verslag door de heeren Amaat Joos en Prof. Dr. Julius Mac Leod. Beslissing. - De heer Jan Boucherij, namens de Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch, deelt aan de Vergadering de verslagen mede. De heeren verslaggevers, zegt hij, zijn het eens, al worden in het boek veel gezonde denkbeelden uiteengezet, om te verklaren dat de uitgave van het aangeboden werk niet op den weg der Academie ligt. De Commissie heeft dan ook tot niet uitgeven geadviseert. - De Vergadering sluit zich bij die zienswijze aan.
3o) Bestendige Commissie voor Nieuwere Taalen Letterkunde. - Verkiezing van een Lid der Commissie, tot vervanging van den heer Dr C.-J. Hansen zaliger. - De Vergadering gaat tot de verkiezing over.
Worden tot stemopnemers aangewezen, de heeren Jhr. Mr. Nap. de Pauw en Hugo Verriest.
Wordt verkozen: de heer Dr. L. Simons.
4o) Verkiezing van Bestuurder en Onderbestuurder voor het dienstjaar 1911. - De Vergadering gaat tot de verkiezing over
a] Verkiezing van den Bestuurder.
Worden, door den heer Bestuurder tot stemopnemers aangewezen; de heeren Karel de Flou en Am. Joos.
Wordt verkozen: de heer Is. Teirlinck.
b] Verkiezing van den Onderbestuurder.
Worden tot stemopnemers aangewezen: de heeren Jan Broeckaert en Dr. L. Simons.
Wordt verkozen: de heer Dr. Jac. Muyldermans.
5o) Lezing door den heer Jan Bols: Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde. Het uur te ver gevorderd zijnde, wordt deze lezing tot de eerstvolgende vergadering verschoven.
De vergadering wordt te 4 1/2 gesloten.
|
|