| |
| |
| |
Vergadering van 20 Juli 1910.
Aanwezig de heeren: Prof. Ad. de Ceuleneer, bestuurder, Is. Teirlinck, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Prof. Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Broeckaert, Jan Bols, Karel de Flou, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Dr. L. Simons, Gustaaf Segers, Prof. Dr. Willem de Vreese, Dr. Jac. Muyldermans, Jan Boucherij, Amaat Joos, Dr. Hugo Verriest, Prof. Dr. C. Lecoutere en Victor dela Montagne, werkende leden;
de heeren Prof. Dr. J. Mansion, R. vanden Berghe en Dr. Is. Bauwens, briefwisselende leden.
De heeren Dr. H. Claeys, Mr. Edw. Coremans en Prof. Dr. Julius Mac Leod, werkende leden, hebben laten weten, dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de Juni-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
* * *
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Tijdschriften. - Bibliographie de Belgique, 1910. Première partie: Livres, nos 10-12; Deuxième partie: Publications périodiques, nos 10-12; Bulletin des Sommaires des périodiques, nos 1-2. - La Revue Congolaise, no 1, 1910. - Revue de l'Université de Bruxelles, nos 7-8, 1910. - Revue Sociale Catholique, no 9, 1910. - Arbeidsblad, nr 9, 1910. - Maandschrift van het Beheer van Landbouw, nr 5, 1910. - Annales des travaux publics, nr 3, 1910.
| |
| |
Door de Commission Royale d'Histoire:
Soixante-quinzième anniversaire de la Commission Royale d'Histoire. Séance solennelle du 8 novembre 1909. Bruxelles, 1909.
Door den Oudheidkundigen Kring van het Land van Waas, te Sint-Niklaas:
Annalen, 28ste deel, Juni 1910.
Door de Société d'Emulation, te Brugge:
Annales de la Société d'Emulation de Bruges. Tome LX de la collection, 2me fascicule, mai 1910. Bruges, 1910.
Door de Société d'Archéologie de Bruxelles:
Annuaire. Tome XXI, 1910.
Door de Société de littérature wallonne, te Luik:
Bulletin du dictionnaire général de la langue wallonne. Publié par la Société de littérature wallonne. 5me année. no 2, 1910.
Annuaire de la Société de littérature wallonne. 1910, no 23.
Door de Königl. Sächsische Gesellschaft der Wissenschaften, te Leipzig:
Abhandlungen der philologisch-historischen Klasse. XXVIII. Band.
No I. Leskien (A.), - Zur Kritik des altkirchenslavischen Codex suprasliensis II.
No II. Ilberg (Johannes). - Die Ueberlicferung der Gynäkologie des Soranos von Ephesos.
Berichte über die Verhandlungen der Königl. Sächsischen Gesellschaft des Wissenschaften zu Leipzig. Philologisch-historische Klasse. 61. Band, 1909: 3 Heft. - 62. Band, 1910: 1.-5 Heft.
Door de Königliche Gesellschaft der Wissenschaften, te Göttingen:
Nachrichten: Philologisch-historische Klasse. Heft 1, 1910. - Geschäftliche Mitteilungen Heft 1, 1910.
Door de Stadtbibliothek, te Bremen:
Zugangsverzeichnis der Stadtbibliothek zu Bremen vom Rechnungsjahr 1909-10. Bremen, 1910.
Door de Kongelige Danske Videnskabernes Selskab, te Kopenhagen:
Oversigt over det Kongelige Danske Videnskabernes Selskabs Forhandlinger. 1910, nos 2-3.
Door de Académie Impériale des Sciences de St.-Pétersbourg:
Bulletin, VI série. Nos 10-11 et 15 juin 1910.
Door de Reale Accademia dei Lincei, te Rome:
Rendiconti della Reale Accademia dei Lincei, Classe di scienze morali, storiche e filologiche. Serie Quinta. Vol. XIX, fasc. 1o-2o. Roma, 1910.
| |
| |
Door den heer Edw. Gailliard, bestendigen secretaris der Academie, te Gent:
De Imitatione Christi. Catalogus XXXVIII bibliothecae complectentis codices manuscriptos, editiones traductionesque plusquam sexaginta linguarum hujus libri inter omnes medii aevi celeberrimi. Adjecta sunt opera Thomae a Kempis et Johannis Gerson atque in extremo opuscula fere omnia quae agunt de controversia illa famosissima hodie post trium seculorum disputationes obscuriore quam antea, quis sit autor illius libri. Omnia pretiis appositis vendere curat Monachii Bavariae in vico vulgo dicto Karl Str. 10 Jacobus Rosenthal Bibliopola. Z. pl. of j. (Ansbach).
Door den heer Jan Broeckaert, werkend lid, te Dendermonde:
Broeckaert (Jan). - Adolf Papeleu, stichter der Wettersche boomkweekerijen, door Jan Broeckaert. Dendermonde, 1910.
Door den heer Jan Boucherij, werkend lid, te Antwerpen:
Verhandelingen van de Algemeene Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding:
Nr 125. Cuylits (Z.E.H.), Pastoor te Gooick. - Ruysbroeck en de Mystiek.
Nr 126. Nuyens (Dr. Fr.). - Het Darwinisme.
Door den heer A. Baumgartner, S.J., buitenlandsch eerelid, te Luxemburg:
Een recensie van zijne hand over het werk: Paul Alberdingk Thijm 1827-1904. Ein Lebensbild von Leo van Heemstede. (Overdruk uit Stimmen aus Maria-Laach.)
Door Z.E. den Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen:
La Vie diocésaine. Bulletin du Diocèse de Malines. Tome IV, fascicule VI, Juin 1910.
Door den heer Hendrik Coopman Thz., te Brussel:
Coopman (Hendrik) Thz, - Jeugd. Een krans novellen van Hendrik Coopman Thz. (Nr 21 der Duimpjesuitgave.) Maldegem, 1900.
Michaël op het Brusselsch Salon. 1902. Overgedrukt uit ‘Lucifer’. Antwerpen, 1902.
Kunst van Heden. Juliaan Dillens. Tentoonstelling zijner werken in de zaal Forst van 22 September tot 14 October 1906 Antwerpen, z.j.
Rodenbach's Gudrun. Letterkundige Ontleding. Brussel, z.j. (1908.)
Coopman. (H.) Thzn. - Juliaan Dillens, door H. Coopman Thzn. 2e uitgave met platen. Inhoud: Juliaan Dillens de Beeldsnijder. - Eene kunstdrievuldigheid. Gent, z.j. (1910.)
Coopman (H.) Thz. - Geen Novellen, van H. Coopman Thz. (Nr 116, Mei 1910, van Flandria's Novellenbibliotheek.) Gent.
Door den heer Fr. de Potter, hulparchivaris aan het Staatsarchief, te Gent:
| |
| |
Catalogue des livres de la Bibliothèque publique de la ville d'Ypres, suivi d'une table alphabétique des noms des Auteurs et des titres des ouvrages anonymes, Ypres, 1867.
Hermans (V.). - Catalogue méthodique de la Bibliolhèque de Malines, publié sous les auspices de l'Administration communale, par V. Hermans, archiviste-bibliothécaire. Malines, 1881.
Kataloog der Openbare Bibliotheek der stad Veurne. (Zelfde titel in 't Fransch.) Furnes, s.d.
Catalogue général de la Bibliothèque publique de la ville de Termonde. Première partie. Termonde, 1883.
Lijst der Werken van de bijzondere Dendermondsche Boekerij. (Zelfde titel in 't Fransch.) Z. pl. of j.
Broeckaert (Jan). - Dendermondsche Drukpers door Jan Broeckaert, lid der Koninklijke Vlaamsche Academie, griffier der Rechtbank van eersten aanleg te Dendermonde. Dendermonde, 1890.
Id. - Bijvoegsel. Id. 1894.
Id. - 2e Bijvoegsel. Id. 1898.
Meersch (Dr. D.J. vander). - Audenaerdsche drukpers, 1479-1830, door Dr. D.J. van der Meersch. Audenaerde, 1864.
Bamps (Dr. C.). - Historische opzoekingen over de oude Hasseltsche Drukkers, door Dr. C. Bamps, getrokken uit het tijdschrift 't Daghet in den Oosten. Hasselt, 1887.
Vlaemsche Bibliographie of Lijst der Nederduitsche boeken, in België sedert 1830 uitgegeven. Gent, 1851.
Id. van 1830 tot 1855 in België uitgegeven. 2e deel. (Vollediging der lijst, uitgegeven in 1857.) Gent, 1867.
Vlaamsche Bibliographie. Lijst van Nederlandsche boeken, tijdschriften en muziekwerken in België in 1877 verschenen. Gent, 1878.
Id. in 1878 verschenen. Id. 1879.
Id. in 1879 verschenen. Id. 1880.
Montagne (V.A. de la). - Vlaamsche Pseudoniemen. Bibliographische opzoekingen, door V.A. de la Montagne Roeselare, 1884.
Namur (J.P.). - Histoire et Bibliographie analytique de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, par J.P. Namur, docteur en Philosophie et Lettres, ancien bibliothécaire des Universités de Louvain et de Liége, conservateur adjoint de la Bibliothèque Royale de Bruxelles, membre de plusieurs sociétés savantes. Deuxième édition, considérablement augmentée. Bruxelles, 1852.
Baldwin. - Voor Vlaanderland. Ter eere van Coremans en zijne trouwe medewerkers, door Baldwin. Gent, 1889.
De sleutel der gewijzigde spelling. Beknopte handleiding ten dienste van allen die de Nederlandsche taal schrijven. Vierde vermeerderde uitgaaf. Gent, 1865.
| |
| |
Castelein. - Eloge funèbre de S.A.R. le prince Baudouin, adressé aux élèves du collège Saint-Michel, le 4 février 1891, par le R.P. Castelein, de la Compagnie de Jésus. Bruxelles, 1891.
Varenbergh (E.). - Polydore van der Meersch. Notice nécrologique par Emile Varenbergh, secrétaire du Comité de rédaction du Messager des Sciences historiques. Gand, 1868.
La mission belge du Bengale occidental. Bruxelles, 1890.
Saint-Omer. - Le thaumaturge du XVIIIe siècle, ou la Vie, les Vertus et les Miracles du bienheureux Gérard Majella, Frère Servant de la Congrégation du T. St. Rédempteur, par le Père Saint-Omer, Rédemptoriste à Liége. Troisième édition. S.l. (Bruges), 1893.
Verder nog een honderdtal catalogussen van boekverkoopingen en boekhandelaars.
Door den heer Valéry d'Hondt, te Aalst:
Hondt (Valéy d'). - Lambrecht Lambrechts. De Limburgsche Dichter-Spreker-Zanger. Critische beschouwingen door Valéry d'Hondt. Aalst, z.j.
Door den heer J. Peeters-Lacroix, lid der Bestendige Deputatie van den Provincieraad van Antwerpen:
Algemeene Inhoudstafel van het Bestuurlijk Memoriaal der provincie Antwerpen. 1815-1891. Antwerpen, 1892.
Door den eerw. heer Ern. Soens, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum, te Gent:
Soens (E.). - De ‘Herberg’ der abdij van Ninove te Gent. Gent, 1910.
Soens (E.). - Anna Bijns II. (Overgedrukt uit ‘Leuvensche Bijdragen’.) Lier, 1910.
Door den heer J. van den Bossche, advokaat bij het Beroepshof, te Gent:
Bossche (Mr. J. van den). - Over Erfdienstbaarheden, door Mr. Juliaan van den Bossche, Advokaat bij het Beroepshof. Voordracht gehouden op 24 en 31 Januari 1910, voor de leden der Maatschappij Eendracht der eigenaars, gevestigd in ‘De Wapens van Zeeland’, Koornmarkt, te Gent. Gent, 1910.
Door den heer Dr. Leo van Puyvelde, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum, te Gent:
Puyvelde (Leo van). - De Nederlandsche Kritiek en de Vlamingen. (Overdruk uit Dietsche Warande en Belfort, jg. 1910).
Door den heer Prof. Dr. Karl Vollmöller, te Dresden:
Briefe Konrad Hofmanns an Eduard von Kausler aus den Jahren 1848 bis 1873, mit Einleitung und Anmerkungen, mitgeteilt von Karl Vollmöller. Nebst zwei Beilagen: 1. Das Geusenliederbuch von 1611. 2. Dr. Karl Friedrich Wilhelm Lanz, und zwei Tafeln. Erlangen, 1907.
| |
| |
Door de Redactie:
Museum, Maandblad voor Philologie en Geschiedenis, nr 10, 1910. - Oudheid en Kunst, nr 2, 1910. - Ontwaking en Nieuw Leven; nrs 1-11, 1910. - Tijdschrift der Gemeentebesturen, nr 8, 1910. - De Tuinbode, nrs 12-14, 1910. - Onthouding, nr 2, 1910. - Onthoudersblad van West-Vlaanderen, nr 6, 1910.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Schotel (Dr. G.D.J.). - Vaderlandsche Volksboeken en Volkssprookjes van de vroegste tijden tot het einde der 18e eeuw. Eerste deel, Haarlem, 1873. - Tweede deel. Id. 1874.
Deutsches Wörterbuch von Jacob und Wilhelm Grimm. 10. Bandes. 2. Abtheilung. 7. Lieferung. Stattlich-Staupe. Bearbeitet von Dr. H. Meyer und Dr. B. Crome. Leipzig, 1910.
Leendertz (Dr. P.). - Het Leven van Vondel door Dr. P. Leendertz Jr. Geillustreerd onder toezicht van E.W. Moes, directeur van 's Rijks prentenkabinet. Amsterdam, 1910.
Zentralblatt für Bibliothekswesen, Juni 1910.
De Gids, nr 7, 1910. - Sint-Lucas, nr 11, 1910.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatst verschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Vlaamsche Arbeid, nr 6, 1909-1910. - Nederlandsch Archievenblad, nr 4, 1909-1910. - Biekorf, nrs 11-13, 1910. - Bijdragen tot de Geschiedenis, bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant, Juni 1910. - St.-Cassianusblad, nr 7, 1910; Bijvoegsel, nrs 11-12. - De Vlaamsche Gids, nr 4, 1910. - De Katholiek, nr 7, 1910. - Onze Kunst, Juli 1910. - De Vlaamsche Kunstbode, nr 4, 1910. - Neerlandia, nr 6, 1910. - Het Katholiek Onderwijs, nr 9, 1910. - De Opvoeder, nrs 18-20, 1910. - De Opvoeding, nr 7, 1910. - Christene School, nrs 16-18, 1910. - De Schoolgids, nrs 24-28, 1910. - Studiën, nr 5, 1910. - Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen, nrs 1-2, 1910. - Volkskunde, nrs 5-6, 1910. - Dietsche Warande en Belfort, nr 6, 1910. - Zeitschrift des Vereins für Volkskunde, nr 3, 1910.
Ingekomen brieven. - Vervolgens stelt de Bestendige Secretaris de Academie in kennis met de volgende ingekomen brieven:
1o) Telegram van Z.M. den Koning. - Als antwoord op het telegram aan Z.M. den Koning, namens
| |
| |
de Academie, den dag van het Jaarlijksch Feestmaal gestuurd, had de Bestendige Secretaris de eer, den 29 Juni, van den Minister van 's Konings Huis een telegram te ontvangen, waarbij deze, in name des Konings, de Leden der Academie voor hunne vriendelijke beleefdheid bedankt: Z.M. verheugt zich, - aldus luidt het telegram, - over de gegeven blijken van trouwe gehechtheid, betuigt aan de Vlaamsche Academie op Zijne beurt Zijne toegenegen gevoelens en spreekt de vurigste wenschen uit voor hare bloeiende toekomst. (Toejuichingen.)
2o) Telegram van H.M. de Koningin der Nederlanden. - Als antwoord op het telegram denzelfden dag aan H.M. Koningin WILHELMINA gezonden, ontving de Bestendige Secretaris, den volgenden dag uit Het Loo, een telegram, waarbij de Weledelgeboren Heer Dumonceau, adjudant van dienst, naar opdracht van de Koningin, aan de Vlaamsche Academie, Haren oprechten dank overbrengt voor de Haar, Zijne Koninklijke Hoogheid den PRINS der Nederlanden en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses JULIANA aangeboden hulde en goede wenschen. (Toejuichingen.)
3o) Te Deum op 21 Juli. - Brief van 14 Juli, waarbij de Weledelgeboren Heer Baron R. de Kerchove d'Exaerde, Gouverneur der Provincie, het Bestuur en de heeren Leden der Academie tot het plechtig Te Deum uitnoodigt, dat op Woensdag, 21n Juli, zijnde de verjaardag der Inhuldiging van Leopold den Ie, den doorluchtigen Stichter van België's Koninklijk Stamhuis, te 11 uur, in de hoofdkerk van Sint-Baafs zal gezongen worden.
De Bestendige Secretaris verzoekt de heeren Leden, die voornemens zijn de plechtigheid bij te wonen, hem daarvan kennis te willen geven.
- (De heeren Prof. A. de Ceuleneer, bestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige Secretaris, hebben de plechtigheid bijgewoond.)
| |
| |
4o) Ambtelijk Comiteit voor Tijdschriften bij de Wereldtentoonstelling te Brussel. - Brief van 12 Juli (den 20n ontvangen), waarbij de Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten om mededeeling verzoekt van den brief, door de Academie den 20 April ll., betreffende de samenstelling van het Ambtelijk Comiteit voor Tijdschriften bij de Wereldtentoonstelling van 1910, te Brussel, aan den Weled. Heer Minister van Nijverheid en Arbeid gestuurd. - (Aan het verzoek van den Heer Minister werd, denzelfden dag, gevolg gegeven.)
- De Bestendige Secretaris stelt de Vergadering in kennis met den brief door hem, den 16 Juni, namens het Bestuur, aan den Heer Minister van Nijverheid en Arbeid gestuurd, ter herinnering aan genoemd schrijven van 20 April ll., en tevens met den brief door het Bestuur, den 13 Juli, tot denzelfden Heer Minister gericht. - De Vergadering beslist, dat de heer Bestuurder Prof. A. de Ceuleneer den Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten en den Heer Minister van Nijverheid en Arbeid, namens de Academie, om gehoor zal verzoeken.
5o) Verkiezing der briefwisselende Leden. - Brief van 17 Juni, waarbij de heer Jozef Mansion, tot briefwisselend lid verkozen, de Academie zijn oprechten dank voor de hem aangedane eer betuigt. ‘Voor anderen,’ schrijft de heer Mansion, ‘beteekent de intrede in een geleerd korps als de Academie, de erkenning en de bekroning van sedert lang verworven verdiensten; mij komt deze zoo vleiende onderscheiding te beurt nog vóór dat het mij mogelijk zij geweest haar waardig te worden. Ik acht mij dus in dubbele mate tegenover de Academie verplicht over hare keuze en ik besef zeer goed, dat van mij mag verwacht worden niet alleen erkentelijkheid voor de waardigheid die mij is toegekend, maar ook wel eene belofte voor de
| |
| |
toekomst. Nu deze belofte wil ik hier volgaarne afleggen, en de Academie zal, naar ik verhoop, zich over mij niet hoeven te schamen.’
- Brief van 17 Juni, waarbij de heer Dr. Is. Bauwens dank zegt voor zijne verkiezing tot briefwisselend lid. Hij spreekt de hoop uit, een werkdadig deel aan de werkzaamheid onzer Koninklijke Instelling te kunnen nemen en belooft zijne beste krachten steeds te haren dienste te stellen.
- Bij brieve van 22 Juni, schrijft de heer R. vanden Berghe, dat hij zich zeer vereerd gevoelt door zijne benoeming tot briefwisselend lid: ‘Met dankbaarheid neem ik ze aan, met inbegrip van de verplichtingen die er aan kleven. Gaarne wil ik op het gebied der bibliographie, die ik met voorliefde beoefend heb, de Academie steunen in 't nastreven van haar edel doel, de zedelijke en verstandelijke verheffing van ons Vlaamsche Volk’.
- De Bestuurder richt een hartelijk welkom tot de heeren Prof. Dr. Joz. Mansion, R. vanden Berghe en Dr. Is. Bauwens, die de vergadering bijwonen. Hij hoopt dat de Koninklijke Vlaamsche Academie steeds op hun krachtige medewerking zal mogen rekenen.
6o) Merghelynck-legaat. - Brief van 24 Juni, waarbij de Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten aan de Academie een exemplaar stuurt van het Staatsblad van 8 Mei 1910, nr 128, inhoudende het Koninklijk Besluit van 19 April, waarbij de Regeering gemachtigd wordt het legaat te aanvaarden door Jhr. Arthur Merghelynck aan de Koninklijke Vlaamsche Academie vermaakt.
De Heer Bestuurder spreekt nogmaals den dank der Academie uit, voor het heerlijk geschenk, haar door Jhr. Arthur Merghelynck vereerd. Hij stelt voor, in de voorzaal van het Academiegebouw, een steen te laten plaatsen, met een opschrift ter eere van onzen milden begiftiger. - (Toejuiching.)
| |
| |
7o) XXXIe Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres, te Maastricht. - Brief van 25 Juni, waarbij de heeren Mr. L.H.J. Lamberts Hurrelbrinck, eerste voorzitter, en Mr. L.B.J. van Oppen, eerste secretaris van het Hoofdbestuur van de Regelingscommissie van het XXXIe Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres, op 29 30 en 31 Augustus aanstaande te Maastricht te houden, de Koninklijke Vlaamsche Academie uitnoodigen een officiëel vertegenwoordiger naar dit Congres af te vaardigen.
- De Academie belast den heer Prof. Dr. Willem de Vreese, haar op dat Congres te vertegenwoordigen.
8o) Bekroonde prijsverhandeling: Geschiedenis van het Onderwijs in België tijdens de Fransche Omwenteling. - Brief van 16 Juni, waarbij de heer A. Sluys, eerebestuurder van de Stedelijke Normaalschool te Brussel, schrijver van dit prijsantwoord, ontvangst bericht van den brief waarbij hem, namens de Academie, door den Bestendigen Secretaris werd medegedeeld dat de Academie de door hem ingezonden prijsverhandeling met goud heeft bekroond.
De heer Sluys laat weten, dat hij gevolg zal geven en tevens voldoening aan de opmerkingen door de heeren keurders in hunne verslagen gemaakt.
- Brief van 5 Juli, waarbij de heer A. Sluys den Bestendigen secretaris verzoekt hem zijn hs. terug te sturen, opdat hij de wijzigingen door de heeren verslaggevers gevraagd er kunne aan toebrengen.
| |
Mededeeling door den Bestendigen Secretaris.
Van de pers gekomen uitgave. - Den 18 Juli is van de pers gekomen: De geschiedkundige oorsprong van den aflaat van Portiunkula, met een aanhangsel over de Wereldbrieven van Sint Franciscus, door Alfons Fierens,
| |
| |
doctor In wijsbegeerte en letteren, lid van het Belgisch Instituut voor geschiedenis te Rome.
Op genoemden dag werd ook een exemplaar van het boek aan de heeren werkende en briefwisselende Leden gezonden, alsmede aan den Z.E. heer Pater van de Ven, stichter van het Van de Ven-Heremans-Fonds, en aan den Z.E. Pater Joz. Salsmans, S.J., stichter van het Salsmans-Fonds. De Bestendige Secretaris liet ook aan den Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten de 74 exemplaren geworden, bestemd voor de verschillende inrichtingen, welke, door tusschenkomst van zijn departement, de uitgaven der Koninklijke Vlaamsche Academie ontvangen.
- Bij brieve van 16 Juli verzoekt de heer Dr Fierens den Bestendigen Secretaris bij de Heeren Leden der Academie zijne gevoelens van erkentelijkheid te vertolken, voor de eer die zij hem hebben aangedaan, door zijne studie onder de uitgaven der Academie te willen opnemen.
| |
Mededeelingen namens Commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer Jan Broeckaert, secretaris der Commissie, legt het hierondervolgende verslag ter tafel, over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Waren aanwezig: de heeren Dr. Jac. Muyldermans, voorzitter, Prof. de Ceuleneer, ondervoorzitter, J. Bols, K. de Flou, Jhr. Dr. K. de Gheldere, V. de la Montagne, Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Edw. Gailliard, leden, en J. Broeckaert, secretaris.
Na lezing en goedkeuring van het verslag over de Meivergadering, wordt de heer V. de la Montagne aangeduid om de Commissie te vertegenwoordigen bij de Commissie voor prijsvragen.
Daar de heer Dr. W. de Vreese zijn verslag over het ter uitgave aangeboden werk van den eerw. heer Soens: Geschie- | |
| |
denis der abdij van Ninove, nog niet heeft kunnen indienen, wordt dit derde punt van de dagorde tot de volgende vergadering verschoven.
De eerw. heer Muyldermans zegt bereid te zijn, lezing te geven van zijn opstel over het leven en de schriften van P.J. de Voght, doch vraagt of het niet beter ware dit stuk voor te dragen in de algemeene vergadering der Academie, dewijl hij met zijne aangekondigde lezing: Recht en Reden, niet klaar is geraakt. - (Aangenomen.)
- Eene ter uitgave aangeboden verhandeling van den eerw. heer A. Buvé, pastoor te Bost, bij Thienen, getiteld: Glossaria met aanteekeningen over oude maten en gewichten, wordt om verslag verwezen naar de heeren J. Broeckaert, V. de la Montagne en Edw. Gailliard.
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Jan Boucherij, secretaris der Commissie, legt het hierondervolgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Aanwezig waren de heeren Prof. Dr. Willem de Vreese, ondervoorzitter, J. Bols, Prof. Ad. de Ceuleneer, Am. Joos, Dr. Jac. Muyldermans, Prof. Mr. Julius Obrie, Gustaaf Segers, en Dr. Hugo Verriest, leden, en de secretaris Jan Boucherij.
De heer Prof. Dr. Julius Mac Leod was verhinderd de vergadering bij te wonen.
Er wordt besloten de verkiezing van den Voorzitter, ter vervanging van wijlen D. Claes, tot het einde des jaars te verschuiven.
De heer Am. Joos leest zijn verslag voor over het handschrift Ons ontwikkelingsstelsel van de heeren Panesi en Vlaeminckx, dat ter beoordeeling aan de Commissie ter hand gesteld werd.
Daarna geeft de heer Gustaaf Segers lezing van een opstel over het bevorderen van de zuivere uitspraak onzer taal in de lagere scholen, waarin hij enkele punten behandelt uit de voordracht, welke de heer Am. Joos vroeger gehouden heeft over de innerlijke taal.
| |
| |
De Vergadering beslist, dat de lezing van den heer Segers, behoudens goedkeuring der Academie, in de Verslagen en Mededeelingen alsook in het Bijblad der Commissie zal opgenomen worden.
Ten slotte wordt de heer J. Obrie aangeduid tot lid van de Commissie voor Prijsvragen, en eene vraag opgegeven, welke aan het oordeel dezer Commissie zal onderworpen worden.
| |
Letterkundige Mededeeling.
Door den heer Gustaaf Segers, werkend lid.
Namens den heer Hendrik Coopman Thzn., heb ik de eer de volgende werkjes aan de Koninklijke Vlaamsche Academie aan te bieden:
Jeugd. Een Krans Novellen, 1900.
Juliaan Dillens. Tentoonstelling zijner werken in de zaal Forst, van 22 September tot 14 October 1906.
Rodenbach's Gudrun. Letterkundige ontleding, 1908.
Juliaan Dillens. Tweede uitgave met platen, 1910.
Geen Novellen. 1910.
De bovengenoemde kleine verhalen en schetsen van Hendrik Coopman mogen tusschen het beste worden gerangschikt, wat onze letterkunde gedurende de laatste tijden in dit vak heeft voortgebracht. Ik heb het bundeltje nogmaals herlezen, en ik erken gaarne dat het mij om de frischheid, de natuurlijkheid en de oprechtheid van dezen keurigen schrijver in de gunstige meening heeft versterkt, die ik van hem heb opgevat. ‘Jeugd’ is waarlijk eene verademing te midden van al het ongenietbare, dat wij te lezen krijgen.
Men gevoelt de warmste sympathie voor den jeugdigen kunstenaar, want dat is hij, en dit niet alleen in zijne schetsen en schilderijen, maar ook in zijne leerende schriften. Zijne beschouwingen over aesthetiek, zijne beoordeeling der werken van Jef Lambeaux, Juliaan Dillens en Constant Meunier, de portretten, de karakterstudies van deze zoo uiteenloopende personaliteiten zijn niet alleen merkwaardig, zij schilderen tevens ten voeten uit de waarheidlievende, sympathieke persoonlijkheid van den schrijver zelf.
| |
| |
Aan Rodenbach's ‘Gudrun’ wijd Hendrik Coopman eene sierlijk geschreven studie: elkeen zal met zijn besluit instemmen. Gudrun is een ‘onvolledig, grootsch opgezet gewrocht, maar toch een werk van ware overtuiging, en nimmer verzwakkend geloof in de kracht, de zuiverheid, de fierheid van het Vlaamsch ras.’
Vooral met Juliaan Dillens dweept de jeugdige schrijver. Con amore bestudeert hij de werken van dezen grooten Vlaamschen Meester, een der edelste sieraden van ons ras. Ziehier het beeld dat Hendrik Coopman van den beroemden beeldhouwer boetseert. Het is treffend van gelijkenis:
‘Juliaan Dillens, als echt Vlaming, - Antwerpen, Gent, Brussel, mogen hem immers eenigszins tot de haren rekenen - was van huize uit een realist, maar zijn voorname, kiesche, geestvolle natuur verlangde de hoogere opvoering tot zinrijke samenvatting, tot edeldrachtige houding, tot stijl. Hij is in dit opzicht waarschijnlijk de zuiverste en lenigste van alle moderne Belgische beeldhouwers. Er is een buitengewone liefde in al dit werk voor het onmiddellijk ware, het waarneembare, maar nooit ook verslaving aan, of louter nabootsing van het model. Hij bleef even verre van vaag romantisme als van pijnlijk naturalisme.’
Ik bied den heer Hendrik Coopman mijne warmste gelukwenschen aan.
Gustaaf Segers.
| |
Voorstel.
Wet der Academie. - Op voorstel van Prof. Dr. W. de Vreese beslist de Vergadering bij den Weledelen Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten, er op aan te dringen, dat de Regeering met bekwamen spoed haar aandacht zou wijden en goedkeuring zou verleenen aan het ontwerp van Reglement, dat door de Koninklijke Academie in haar Juli-vergadering 1909, werd aangenomen en den 6 Augustus daaraanvolgende aan het hooger Bestuur werd toegezonden.
| |
Dagorde.
1o) Wiegedrukken (Incunabels). - Voorstel van den heer Prof. Dr. Willem de Vreese, strekkende tot het
| |
| |
benoemen eener tijdelijke Commissie, met de opdracht, alle in Belgische openbare en bijzondere bibliotheken aanwezige wiegedrukken (incunabels) op te sporen en te inventariseeren. - Na uitvoerige toelichting door Dr. Willem de Vreese, wordt het voorstel door de Academie met algemeene stemmen aangenomen. - Op voordracht van het Bestuur worden tot Leden dezer Commissie benoemd de heeren: Prof. Dr. Willem de Vreese, Edw. Gailliard, Karel de Flou, Victor dela Montagne en R. vanden Berghe.
2o) Commissie voor Prijsvragen. - Benoeming eener Commissie van vijf leden, tot het voorstellen van prijsvragen. (Art. 30 der Wet.) - Worden aangewezen de heeren: Prof. Dr. C. Lecoutere, als vertegenwoordiger van de Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde; - Th. Coopman, als vertegenwoordiger van de Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde; - Victor de la Montagne, als vertegenwoordiger van de Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie; - Prof. Mr. Julius Obrie, als vertegenwoordiger van de Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch; - en Edw. Gailliard, als bestendige secretaris. - De heer Th. Coopman zal, als vroeger, bij de Commissie dienst doen als Secretaris.
3o) Lezing door den heer Dr. Jac. Muyldermans: Recht en reden. - Het uur te ver gevorderd zijnde, wordt deze lezing tot een volgende vergadering uitgesteld.
De vergadering wordt te 4 1/4 gesloten.
|
|