| |
| |
| |
Bestendige Commissie voor Middernederlandsche Taal-en Letterkunde
Verslag bij de Commissie ingediend, door den heer Karel de Flou, werkend lid der Academie, over zijne wetenschappelijke zending naar Frankrijk in Juli 1909.
Mijne Heeren,
Om te voldoen aan de vereerende opdracht, mij door de Koninklijke Vlaamsche Academie, onder goedkeuring van den Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten, in Mei laatstleden gedaan, heb ik thans de eer aan de Academie kennis te geven van de uitslagen mijner omreis in de Fransche departementen van het Noorden en van het Pas-de-Calais.
Deze omreis, volbracht tusschen 19 Juli en 2 Augustus 11., had hoofdzakelijk voor doel het verzamelen van bouwstoffen en teksten voor het door mij ondernomen werk ‘De Toponymie van Westelijk Vlaanderen, Guînes en Boulogne’ en, in bijkomende orde, het nasporen zoowel van middelnederlandsche handschriften als van archivalia die, in ruimeren zin, binnen de palen van onzen werkkring kunnen benuttigd worden.
De door mij bezochte plaatsen zijn de volgende: Bergen-St.-Winocs, Socx, Bieren, Hazebroek, St.-Omaars, Lyzel, Hautpont, Clairmarais, St.-Martin-au-Laer, Ariën, Montreuil-sur-Mer, Etaples, Boulogne, Kales, Guînes en Ardres.
Het spreekt wel vanzelf, dat mijne voornaamste bekommernis was en bleef het excerpeeren van land- en renteboeken, oude land- en eigendomskaarten, cartularia, enz., en dat die bezigheid bijna al den beschikbaren tijd in beslag genomen heeft, in zoover dat er slechts in 't voorbijgaan aan andere oorkonden aandacht kon geschonken worden. Alvast mag ik U verklaren, dat de oogst in zake van teksten en excerpten voor de Toponymie mijne verwachting verre overtroffen heeft, al is het ook geraden hier aan te stippen dat de oudste en voornaamste oorkonden van topografischen aard, die mij ook benoodigd zullen zijn, voor het meeste deel uit de gewestelijke en andere openbare verzamelingen naar de staatsdepots te
| |
| |
Rijsel en te Atrecht overgebracht zijn. Wat door de staatsarchivarissen als van weinig beduiden in geschiedkundig opzicht achtergelaten werd, is mij echter zeer te stade gekomen. Meer dan 1000 citaten heb ik aldus kunnen samenlezen uit de landen goederenbeschrijvingen en andere bescheiden van dat slag, waarvan ik U hier de volledige opgave mededeel, met vermelding van de plaatsen waar die stukken te raadplegen zijn:
Te Bergen-St- Winocs, in het gemeentelijk archief:
DD. 144, nrs 175 en 176. Liasse; années 1728-1780, Procèsverbaux de la visite, faite par des commissaires spéciaux désignés par le Magistrat de la Prévôté, des chemins, sentiers et autres voies de communication dans les différentes paroisses dépendantes de ladite Prévôté de St.-Donat.
CC. 170, nr 841. Sept registres. Année 1677. Enregistrement de rapports et dénombrements de fiefs tenus de la Prévôté de St.-Donat, et dans les ammanies de Warhem, Hoymille, Bissezeele, Ghyvelde, Teteghem, Uxem, Bambeke, Wormhout et Killem.
CC. 167, nr 838. Registre. Année 1677. Terrier comprenant toutes les terres de la Prévôté de St.-Donat, situées dans la branche de Looberghe (partie nord); 297 folio's.
CC. 839. Terrier de Looberghe (partie nord).
CC. 166, nr 837. Registre. Année 1770. Terrier des terres de la Prévôté de St.-Donat dans la branche d'Armboutscappel, etc., 217 folio's.
CC. 165, nr 836. Registre. Année 1750. Terrier comprenant toutes les terres de la Prévôté de St.-Donat, situées dans la branche du Binckhouck, etc.
CC. 164, nrs 833, 834 en 835. Drie registers. Années 1756-1762. Terriers comprenant toutes les terres appartenant à la Prévôté St.-Donat, situées dans les paroisses de Houtkerke et Wormhout; 227 folio's.
CC. 162, nrs 826, 827 en 828. Drie registers. Anno 1580: Terrier de la Généralité de la Prévôté St.-Donat, comprenant les terres situées dans les différentes paroisses faisant partie de la Prévôté; samen 395 folio's.
***
| |
| |
Te Sint-Omaars, in het gemeentelijk archief:
Manuscrit 830. Compte des Rentes de la Maladrerie de St.-Omer (1278-1301). Klein 4o formaat, onder lederen band.
Nr 890. Terrier des seigneuries de Lannoy, en Blaringhem, Quiestède, Rond, la Folie, La motte Duval, la Prée en Cohem et Wischocques. XVIIIe siècle, 309 folio's.
Nr 894. Rapport, aveu et dénombrement de fiefs,... ao 1771.
Nr 572. Cartulaire de St.-Augustin lez Thérouanne. Ms. du XIIIe s. (1167-1273).
Nr II, G. 2179. Fragment du Terrier de Boidinghem, XVe s.
Nr II, G, 2092. Rentes de Seteke (Setques), XIIIe siècle.
Nr II, G. 2107. Cueilloir des petites rentes de Setques, ao 1571.
Nr II, G. 2130. Cueilloir de Lumbres.
Nr II, G. 2143. Terrier de Blendecques, XIVe siècle.
Nr II, G. 2728. Chapelle Ste.-Anne à St.-Omer, ao 1311.
Nr II, G. 1942. Terres et dîmes en Artois, XVIIe siècle.
Nr II, G. 1998. Terrier de Picquendael, XVIe siècle.
Nr II, G. 2054. Sensuit la déclaracion de la grandeur des masures, terres, viviers et iauwes... en Lannoy et Hallimbrouck.
Charter nr II, G. 2249, van 1291, ‘xxx mesures de terre ki gisent ou val deseure Pikendale,...’
Charter nr II, G. 2255, van 1272, betreffende Bilques.
Nr II, G. 2308. Terres d'Ecques et des environs: le Cauchie, Coulbone, Heighes, Lescore, Iselinghem, Brammelaere et Ront, XIVe siècle.
Nr II, G. 2339. Registre d'Ecques, 1470-1476.
Nr II, G. 2548. Charters van 1293 en 1654, rakende Adinkerke (België).
Nr II, G. 2563. Charter van 1155, rakende de ‘novarum terrarum de Lobergue’.
Nr II, G. 2646. Charter van 1459. rakende Hazinghem onder Wavrans, enz.
***
| |
| |
Te Ariën, in het gemeentelijk archief:
Nrs 44-45. Atlas des différens cantons sur lesquels MM. les Prévost et Chanoines d'Aire perçoivent et recuillent la disme, 1772-1777. 89 folio's.
Nrs 48-49. Recueil de chartes, composé par d'Assonoy, au XVIIIe siècle. Oorkonden van 1188 tot 1660.
Nr AA. 8. Cartulaire, Bans, etc.
Nr CC. 1. Cartulaire général des Manoirs, jardins, prés et terres, situés dans le terroir et district de la Banlieue d'Aire, arpentage de 1602, renouvelé en 1663-1665.
Nr GG. III. Hôpital St.-Jean. Rentes, 1346-1720 (liasse).
Nr GG. III. Hôpital St.-Jean. Terrier, 1699.
Te Montreuil-sur-Mer, in het archief der Burgerlijke Godshuizen:
a) | Cartularium en Renteboek van St.-Jans Hospitaal, 1464. |
b) | Cartularium en Renteboek van hetzelfde gesticht, van 1477, in 185 folio's, met figuren versierd. |
Te Boulogne, in het gemeentelijk archief:
Nr 345-178 D. Tableau descriptif, historique et s'atistique du canton de Samer, avec une carte topographique, etc. par L. Alexandre du Wicquet de Rodelinghen, ancien capitaine au régiment de Picardie. XIXe eeuw.
Nr 344-178 B. Notice historique sur l'origine, l'étymologie et l'orthographe des noms les plus remarquables des rues de la ville de Boulogne et sur les monuments qui s'y trouvent, par Alex. Marmin. XIXe eeuw.
Nr 213. Een handschrift van 1728, met allerlei opgaven van landen en eigendommen uit het graafschap Boulogne.
Te Kales, in de stadsbibliotheek:
Nr 54. Papier terrier domaine du Roy en la ville de Calays et Pays reconquis, 1584, de 725 ff.
Nr 55. Idem, idem, de 1679-1680.
Nr 57. Atlas des chemins vicinaux du département de Calais, Montreuil et Ardres. 1788.
| |
| |
Nr 58. Terrier de l'Eglise et abbaye de St.-Sauveur et de Ste.-Rostrude d'Andernes, ao 1480.
Nr 65. Extrait d'un ancien terrier de l'abbaye d'Andres, 1480.
Nr 68 M. Déclarations. Registre pour servir aux déclarations du nombre de mesures de terre et du prix des Baux des fermes et maisons de chacune des vingt-quatre paroisses du Gouvernement de Calais suivant les Rolles délivrés par les Marguilliers en 1744. Register in-folio.
Ms. M. 69. Procès-verbal de distribution des terres du Calaisis par les Commissaires du Roy, nommés à cet effet. (1560-1564.) Register in-folio, kopij der XVIIIe eeuw.
Ms. 64 M. Calays. Comptes de recette et dépense des chevaliers baillis de Calays, années 1304, 1307, 1308, 1309, 1312, 1313, 1324, 1326 et 1340. Origineelen, tot een register groot folioformaat samengebonden.
In de gemeenten Socx en Bieren, evenals te Clairmarais, te Etaples en te Ardres, was er niets voor mijne verzameling te benuttigen. In de St.-Maartenskerk te Bergen-St.-Winocs en in de St.-Pieterskerk te Ariën ontbreekt het ook aan oude archiefverzamelingen; te Guînes was dit ook het geval. En de tijd is te beperkt geweest om te gaan arbeiden op de zeer oude landboeken van het Beheer der Burgerlijke Godshuizen te St.-Omaars, waarvan het bestaan mij te laat kenbaar gemaakt werd door een jongen oudheidsliefhebber van aldaar, den heer Marcel Lanselle, wien ik hier, ook voor andere verstrekte inlichtingen, openlijk dank zeg.
In zake van middeleeuwsche en andere min oude schriften in onze taal opgesteld, heb ik niet zooveel te vermelden als ik wel zou verlangd hebben. Toch moet ik wijzen op enkele stukken, waarvan ik hier eene korte beschrijving laat volgen:
1o) Te Bergen-St.-Winocs, in de stadsboekerij:
Nr 4, coté 1281: Handschrift der XVe eeuw; papier, behalve de ff. 1 en 8 die perkament zijn; hoogte: 13 1/2 ctm.; breedte: 10 1/2 ctm. Lederen band, op de vlakken ruitvormig geperst. Moderne rug, met het IXe-eeuwsche opschrift: ‘Méditations sur la passion; manuscrit fl.’. In den catalogus beschreven als volgt: ‘Boeck van den Heiligen Sacrement ende dit heeft ghemaekt St Thomas van Aquinen. Man. in- 12o papier.
| |
| |
Provenant de l'abbaye de St.-Winoc. XVe siècle. Initiales très ornementées’.
Enkele nadere inlichtingen deswegen:
Fol. 1, ro: Hier beghinnet dat boec vanden heilighen sacrament. Ende dit heeft ghemaket sinte thomaes van acquinen. Plog'. De heer spreect coemt tot mi ghi allē die dā arbeyt en̄ v'laden sijt...
Fol. 68 ro (in eene andere hand): Hier beghint vanden avontmael ons heren ende hoe hi sijnre jongherē voetē dwoech.
Aan fol. 101 ontbreekt de bovenste helft van het blad.
Fol. 102: -den Ende du soutste grove en̄ oetmoedighe dinghen ghebruken. beide in spise ende in clederē om oetmoedicheit te v'crighen. (Hier herbegint het schrift van de eerste hand.)
Fol. 172 vo: Verenicht u mit god in tijt ende in ewicheit. Amen. Deo gratias.
Nr 24, coté 274: ‘Schouwburg der Bajanisten, Jansenisten en Quesnellisten’. Handschrift in 4o, bestaande in zeven boekdeelen, elk van 500 tot 600 bladzijden. De schrijver dezer verzameling was Raphaël de Dous, capucijn in het klooster van Bergen-St-Winocs.
Nr 12, coté 1271: ‘Den Speighel van Sassen, dat welcke tracteerende ende inhoudende is alle keyserlicke rechten, dyemen daghelick mest ghebruekende is’. Handschrift in- 8o 200 folios, van onbekende herkomst, in kartonnen band. Geschriften der XVe-XVIe eeuw. Het jongste daarin opgenomen stuk draagt het jaartal 1538.
Dit boek is, sedert 1882, zijne 48 eerste folio's kwijtgeraakt; het telde eigenlijk maar 199 bladen, waarvan deze met 157, 158 en 194 genummerd wit gebleven zijn. Op den rug staat: ‘Speighel van Sassen. Ducatus de Gelria’. Het papier draagt een enkel watermerk, namelijk den ossenkop met het kruisje bovenop.
Fol. 51: Wij Reynalt Greve van Gelre doen kondt...
Daarop volgen allerlei wetten en verordeningen, Gelderland betreffende.
Fol. 123: Copye vanden previlegien, ordinanciē ende rechten der lijnghen, &ca.
Het beschrevene eindigt op fol. 199, recto.
Eene maand voor mijne aankomst te St.-Omaars, namelijk op 24 Juni, werd uit de nalatenschap van Mej. de Nortbécourt,
| |
| |
met vele andere boeken, als werken van Sanderus, Gramaye, Marchantius, enz., onder nr 390, een Vlaamsch getijdenboek der XVIe eeuw verkocht. Het was een 12o formaat, perkament en verbonden in kalfsleer met koperen slot. Er ontbraken enkele bladen in. Het werd aangekocht door een der bloedverwanten van de overledene.
Te Kales, in de stadsboekerij:
Ms. M. 26. Getijdenboek in witlederen band, van ± 1800, en bruinlederen rug, tamelijk groot geschrift uit de tweede helft der XVe eeuw (in den catalogus opgegeven als van de XIVe eeuw), 296 folio's.
Vooraan heeft men een besnoeid papieren bladje met twee boveneenstaande cirkels. waarin zondagletter en guldengetal te vinden zijn. De keerzijde geeft, in rood en zwart, de zondagsletter voor eene lange reeks jaren. Op blz. 3 staat eene weervoorspelling. Op blz. 4 vindt men weder de guldengetallen.
Fol. 3 ro (in rooden inkt): Wilstu weten die tiden van deser figurē so soect dat gulden ghetal van dē jaer ende die eerste sonnendaechsche letter aldaer na volgende...
(in zwarten inkt): Alc (sic) iaer heeft driehondert ende vierē tsestich daghen ende ses uren een weinich bet....
Fol. 4 ro [Kalender): Martius (Januarius en Februarius zijn verloren). Zoovoort tot en met December.
Geen H. Bloed, noch H. Donatianus worden in den Kalender vermeld; wel integendeel ‘Willeboort biscop’. Allerheiligen en Allerzielen beide in 't rood geschreven.
Fol. 9 ro (in het rood): Hier in desen boec salmē vinden een seer merkelike devote oefeninge van der passien ende bittren liden ons heren en̄ wat vruchten en̄ salicheden daer of comen. / Dat liden ons heren als die leraers segghen heeft vier manyeren van waerdichz. Dat eerste is dattet liden ons herē ons also eyghentlic wordē mach als of wi dat selver hadden geledē. Ende...
Fol. 15 ro (in het rood): Hier beghint een merkelike passie ende een scoon devote oefeninghe vandē alrenbittersten liden ons liefs heren ihu xsti. puntelīken gheset aen seven ghetiden vanden daghe. Die bedinghe:
Alre soetste h'e ihsu... (Miniature en omlooverde bladzijde.)
Folio's 20 vo, 38 ro, 55 vo, 71 ro, 90 ro, 103 ro, 115 ro, zijn alle omlooverd.
Eene groote goudletter komt voor op fol. 130 vo. - Fol. 141 vo heeft eene versierde omlijsting, doch geene miniature, alsook
| |
| |
fol. 143 ro. - Folio 145 ro, heeft eene omlijsting met een miniature. en geeft den tekst: ‘Dit is dat boek der verholentheden ihu cristi. ghenoemt inden latijn apocalipsis dat den salighen iohannes apostel ende ewangelist veropenbaert wort. doe hi versent we... (eene opening). Hier begint dat prologus van apocalipsis. dat sīte ian bescrivet’.
Polio 157 vo heeft eene mooie kader. Folio 182 ro, kader en hoofdletter E; folio 203 vo, kader en hoofdletter L.
Folio 204 ro: Dat prologus gaet wt. ende twerc der apostolen beghint. op ten ascensioens dach. Dat eerste capittel.
Folio 204 vo, kader en miniatuur in eene hoofdletter. Folio 242 vo, kader en hoofdletter I,
Hier en daar, vooral in de achterste helft van het boekje, vindt men halve encadrementen in bloemen en goud. soms ook in goud alleen.
Explicit op folio 296 vo: Als ic dat ghedaē heb sel ic door v in yspangen varen. mer daer na int leste iaer des keysers nero wort hi ghehouden van hem ende in der martelien ghecroont.’
Over andere handschriften, die wel blijkbaar van Vlaamsche herkomst zijn, maar niet in onze taal gesteld, en waaromtrent ik slechts aanteekeningen voor eigen gebruik genomen heb, hoef ik hier niet uit te weiden.
Wat nu de eigenlijke archivalia betreft, is de oogst maar schraal uitgevallen. Toch is er stof voorhanden om twee soorten van belangstellenden, folkloristen en geschiedvorschers, niet volslagen onbevredigd te laten.
Voor folkloristen vond ik te Bergen-St.-Winocs, op de stadsboekerij, achteraan een handschrift uit de zeventiende eeuw, getiteld: ‘Memoriale, ac illustrium virorum memoriae juvandae gratia in singulos totius anni dies distributum, opere et studio R.D. Amandi Belver, benedictini’, dat 340 octavobladen papier beslaat, eene lijst van al de heiligen, die destijds in de streek tegen allerhande ziekten en kwalen plachten aangeroepen te worden.
Deze, in het opzicht van folklore, maar meer nog in dat der devotiën-geschiedenis, zeer merkwaardige opgave, draagt voor hoofding: Morborum medici mirifici, en is verder in de volgende rubrieken onderverdeeld:
Febris icteritis seu auriginis, gallicè maladie qu'on appelle la jaunisse, flandricè, geelsuchte.
| |
| |
Sanctus Mochua |
1 Januarij |
Sanctus Tillo |
7 id. |
Sanctus Leobardus |
18 id. |
Sanctus Dominicus Soranus |
22 id. |
Sanctus Agilus |
23 id. |
Sanctus Macarius |
24 id. |
Sanctus Eleutherius abbas |
5 Februarij. |
Sanctus Amandus |
6 id. |
Sanctus Bonifacius Laus |
19 id. |
Sanctus Joannes Lucensis |
22 id. |
Sanctus Winebaudus |
6 Aprilis. |
Sanctus Paternus |
16 id. |
Sanctus Richardus abbas |
14 Junij. |
Sanctus Alelmus |
5 Septembris. |
Sanctus Rogindus |
18 id. |
Sanctus Hugo Aurelian |
19 id. |
Sanctus Gerardus |
3 Octobris. |
Sanctus Deusdedit |
9 id. |
Sanctus Winnocus |
6 Novembris. |
|
Tertiae et quartanae (febris). |
|
Sanctus Venantius |
13 Octobris. |
|
Quartanae (febris). |
Sanctus Amabilis |
19 Octobris. |
Sanctus Robertus |
19 Julij. |
|
Herniae et Rupturae. |
|
Beatus Joannus Casinensis |
18 Januarij. |
Sanctus Thomas Camald |
25 Martij. |
Sancta Maria de OEgnies |
23 Junij. |
|
Dentium. |
|
Sanctus Michael Camald |
21 Januarij. |
Sanctus Tetricus |
16 Martij. |
Sanctus Ursmarus |
18 Aprilis. |
|
Amentiae. |
|
Sanctus Nicolaus genuensis |
23 Februarij. |
Sanctus Cradda, episcop. |
2 Martij. |
Sanctus Gerardus |
5 Aprilis. |
Sanctus Wilhelmus |
5 Julij. |
|
Leprae. |
|
Sanctus Romanus |
28 Februarij. |
Sancta Aleydes |
11 Junij. |
| |
| |
Doloris capitis. |
|
Sanctus Adus episcop. |
28 Febr. |
Sancta Juliana abbatissa |
22 Julij. |
|
Squinantiae. |
|
Sanctus Suitpertus |
1 Martij. |
|
Caducis (sic) morbi. |
|
Sanctus Reinhardus |
2 Martij. |
|
Lymphatici morbi. |
|
Sanctus Pontius |
26 Martij. |
|
Lunatici morbi. |
|
Sanctus Germinus abbas |
17 Aprilis. |
|
Ulcerum et Torminarum. |
|
Sanctus Elphegus |
19 Aprilis. |
|
Oculorum. |
|
Sancta Francha abbatt |
25 Apr. |
Sanctus Leodegarius |
2 Octobris. |
|
Phlebotomiae, gallicà seignée, de beine, flandricè ader-latinghe met de vlieme. |
|
Sanctus Joannes |
6 Maij. |
|
Lethargiae. |
|
Sanctus Adelmus |
25 Maij. |
|
Epilepsiae (le mal caduc). |
|
Sanctus Lambertus vincensis |
|
Sancta Erentuda |
30 Junij. |
|
Polypi, |
|
Sanctus Fiacrius |
30 August. |
|
Morbi regii. |
|
Sanctus Gerardus |
3 Octobris. |
|
Luis Gallicae. |
|
Sanctus Titho abbas |
3 Octobris. |
|
Parturitionis. |
|
Beatus Godefridus |
3 Octobris. |
Sanctus Winnocus |
6 Novembris. |
| |
| |
Calculi. |
|
Sanctiss. P. noster Benedictus |
21 Martij. |
Sancta Syria |
8 Junij. |
|
Pestis. |
|
Sss Pater nos. Benedictus |
21 Martij. |
Sanctus Raynaldus |
9 Februarij. |
Beata Joanna Balneensis |
16 Januarij. |
Sanctus Molacus |
20 Januarij. |
Sanctus Oswaldus episc. |
28 Febr. |
Sanctus Cuthberthus |
20 Martij. |
Sancta Godoberta |
11 Aprilis. |
Sanctus Gudwalus |
6 Junij. |
Sancta Colomba |
9 Junij. |
Sanctus Deodatus |
19 Junij. |
Sanctus Hildulphus |
11 Julij. |
Sancta Hunegondes |
25 Aug. |
Sanctus Agricolus episc. |
2 Septembris. |
Sanctus Remaclus episc. |
3 Septembris. |
Sanctus Richardus |
15 Septembris. |
Sanctus Benedictus Wallumb. |
24 Septembris. |
Sanctus Nicetius episc. |
6 Octobris. |
Sanctus Malachius |
9 Novembris. |
Sanctus Eligius episc. |
1 Decembris. |
Op het stedelijk archief te Ariën, vond ik, tusschen allerlei bescheiden, eene oorkonde op perkament, die met het oog op de geschiedenis onzer Vlaamsche rederijkerskamers der zestiende eeuw, niet in 't verholene mag gelaten worden. Hier volgt de tekst in zijn geheel en zonder eenige wijziging:
Par le Roy. Chiers et Bien amez. Comme nous entendons que aulcuns faisans profession de la Rethorique vulgaire, faisans carmes ou vers en rithme franchoise ou thioise, font grande instance pour de rechief mettre suz les chambres, assemblées et exercices djcelles Réthoricque contre les prohibitions de noz edictz et placard sans se souvernir des desordres, abus jnconveniens grandz maulx et schandales que cydevant en sont esté causez. desirans y obvier, nous escripvons presentement a Levesque de St. Omer que nostre jntention est que jceulx edictz soyent bien et diligamment gardez et observez, consequamment que ce que dessus soit effectuellement empesche. A laquelle fin vous ordonnons en vostre regard ne souffrir lesdites assemblées ou exercices de telle Rethoricque, faisans cesser ceulx qui les peuvent avoir encommence et au surplus assis- | |
| |
tant les Evesques en luy prestant la main si besoing est pour empescher sembles (sic) exercices et ce par lexecution des paines djceulx placcars et tous aultres bons moyens et expediens. A tant chiers et bien amez nostre seigneur vous ait en garde. Escript en nostre ville de Bruxelles le xxiiije de Juillet 1593. A.V.
(s.) Verreyken.
Een document uit het archief van Kales kan ik niet nalaten hier in zijn geheel over te schrijven, al was het maar om den wil van de taal en van zijne betrekkelijke oudheid. Het is eene opgave van oorlogschade te Brouckerke en in Broucburg-Ambacht aangericht in 1328, tijdens den oorlog te Cassel. Het licht een hoekje op van den sluier, die de geschiedenis van den landbouw in die tijden nog steeds bedekt en behelst enkele woorden en uitdrukkingen, die wij erkennen voor de eerste maal gelezen te hebben. In een louter historisch opzicht is het ook niet van belang ontbloot, dewijl de ‘moiten’ van die dagen toegeschreven worden niet alleen aan den bekenden leider Jacob Peyt, maar ook aan zijne met name genoemde gezellen: ‘Wouter den bere ende Jehan van Bieren’ en hunne aanhangers: ‘ende bi den ghunnen die hare faite an hem droughen’.
Dit es die claghe die mün here nichaes van broukerke doet vander scade die hem was iedaen biden ocusoene vander moiten. bi jacob peite. bi wouter den bere ende bi jehan van bieren ende bi den ghunnen die hare faite an hem droughen. alrerst .iiij. trecparde van .xxiiij. lb. pars. helpe elcanderen. Item .i. teldende paert van xxx lb. pars. Item ij koen ende iiij starkers van ix lb. pars. Item xxx hovet scaep van ix lb pars. Item van xiij zwijn van vi. lb pars. Item .i. bed van .ij. breeden ende iij bedde elc van ere breden ende die stoferinghe dertoe van xiiij lb. pars. Item .i. groet beckin .i. clene beckin ende .i. lavor van xl s. pars. Item ij baetchinette ende been harnessche ende ene pare platine hantscoen. ene pare couverture van arsen ende .i. carpite van viij lb. pars. Item ander antrechte van der herberghe dieme losen moeste .vij. lb. pars. Item enen bescleighen waghen ende tharnas van .iiij. paerde van v lb. pars. Item van .ij. iaerscaren. ixm scove taerwen. die ware ward .c. xxxv. lb. pars. Item xvjc scove ghersten die was ward xvi lb. pars. Item viijm scove eiven die was ward .lx. lb. pars. Item vi quarten rapesaeds ende ς. rasiere kenepsaeds dat was ward .xl s. pars. Item vander jarscaren van .ς. mulne .xvi. lb. pars. Item van lantsinse ende van scaep te wedene ivi lb. pars.
| |
| |
Item in die castelrie van broborgh. bi jehan van der brugghe hebbe jc scade ienomen van x lb. pars. ende dit was al iedaen zident den pace die was iemaket vor arke.
Somma .iijc lxix lb. pars.
Ten slotte moet ik nog het Cartularium van St.-Bertijnsklooster te St.-Omaars vermelden, dat onder nr 721 in den catalogus der École centrale te Boulogne aanwezig is. Het werd samengesteld in den loop der XIIe eeuw, doch de daarin neergeschreven oorkonden gaan slechts van het jaar 835 tot het jaar 861. Ik heb er geen gebruik van gemaakt, daar het boek benuttigd geweest is door wijlen den beroemden abbé Haigneré, onder het drukken van zijn standaardwerk Les Chartes de St.-Bertin.
Ik meen niet beter dit relaas te kunnen besluiten, dan met hier erkentelijk terug te denken op de hoffelijke dienstvaardigheid die mij, op al de door mij bezochte plaatsen in Frankrijk, te beurt gevallen is. En inzonderheid ben ik het verschuldigd hier openlijk mijn dank te betuigen aan de volgende Heeren, die zich te mijnen dienste gesteld hebben en weleens documenten onder de hand brachten, welke ik zonder hunne belangstelling wellicht niet zou hebben leeren kennen: de Eerw. kanunnik O. Bled, te St.-Omaars; de H. Claeys, meier van Bergen-St.-Winocs; de H. Baron Dard, meier te Ariën; de HH. Léon Martin, kerkmeester en F. Sando, gewezen vrederechter, beiden te Ariën; de heeren M. Machin-Zorninger, letterkundige, en Roger Rodière, oudheidskundige, te Montreuil-sur-Mer; de H. Arthur de Rosny, geschiedschrijver te Boulogne, en de H. René Leury, secretaris der meierij te Guînes.
|
|