Kleine verscheidenheden.
XXI.
‘Gemaeckte mannekens.’
Mannetjes maken - aldus lezen wij in het Wdb. der Nederl. Taal, i.v.Man, IXe deel, col. 175, - is, naar Chomel, ‘een spreekwijs, die ten aanzien van Haasen en Beeren in gebruik is, wanneer zij zich op de agterste pooten zetten, en de voorsten om hoog houden’. Uit die opvatting ontstaat, zegt het Wdb., de beteekenis: Gekke gebaren maken, Zich aanstellen, Kuren hebben, en is afgeleid de opvatting: Zich zóó aanstellen, houden, alsof enz.
Met dit laatste moet in verband gebracht worden het volgend voorbeeld met ‘Gemaeckte mannekens’, dat wij ontleenen aan den bundel van zeker proces door Regaus, heer van Boom, in 1754, tegen eenige inwoners dezer gemeente ingespannen:
Staatsarchief te Antwerpen, Bundel ut supra: ‘Aengaende de depositie van G., dese en is geensints conforme aen de schrifture van feijten, hetwelck alleen vergenoeght om te bemercken dat hier iet anders onder schuylt, om niet te seggen dat het gemaeckte mannekens sijn....’
Gemaeckte mannekens schijnt hier te beteekenen, Gebaren, Verzinsels, Fr. Des contes, Des contes-bleus. Bij Cornelissen en Vervliet, Idiot. van het Antw. dialect, i.v. Maken: Gemaakte mannekens, Veinzerij, Valsche voorwendsels, Gemaakt spel. In hetzelfde werk (Bijvoegsel), i.v. Manneken, wordt er ook gesproken van Mannekens maken, met de beteekenis Met complimenten omgaan.
Edw. Gailliard.