Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1909
(1909)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 761]
| |||||||||||
Vergadering van 29 September 1909.Aanwezig de heeren: Prof. Dr. W. de Vreese, bestuurder, Prof. A. de Ceuleneer, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Prof. Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Broeckaert, Jan Bols, Karel de Flou, Des. Claes, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Dr. L. Simons, Gustaaf Segers, Dr. Jac. Muyldermans, Jan Boucherij, Amaat Joos, Prof. Dr. Julius Mac Leod, Dr. Hugo Verriest, Is. Teirlinck en Prof. Dr. C. Lecoutere.
De heeren Dr. H. Claeys, Mr. Edw. Coremans en Mr. Prayon-van Zuylen, werkende leden, alsook de heeren Omer Wattez en Dr. Leo Goemans, briefwisselende leden, hebben laten weten, dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de Augustus-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
Verslag over de Plechtige Vergadering. Toezending van een overdruk aan Z M. den Koning. - Aan de Heeren Leden wordt medegedeeld een brief van 27 September, waarbij de Weled. Heer E. Carton de Wiart, secretaris van Z.M. den Koning, aan de Academie, namens den Koning, dezes oprechten dank betuigt voor het Hem geschonken exemplaar van het verslag over de Plechtige Vergadering van 27 Juni 11.
Adres aan Z.K.H Prins Albrecht. - De heer Bestuurder deelt aan de Vergadering mede, dat, als gevolg op de beslissing den 4 Augustus 11. genomen, het Bestuur, namens de Academie, een adres aan Z.K.H. Prins Albrecht gezonden heeft om Z.K. Hoog- | |||||||||||
[pagina 762]
| |||||||||||
heid geluk te wenschen met zijn behouden terugkomst in het Vaderland en in den schoot van zijn Gezin. Tevens werd den Prins de welgemeende hulde van onze Koninklijke Instelling aangeboden, voor de grootsche daad door Hem met mannenmoed volbracht en daarbij de verzekering gevoegd, dat het geheele Vlaamsche Volk gelukkig geweest is, dat Z.K.H. zijn geliefde moedertaal daar in het verre Zuiden heeft laten weerklinken en naar waarde heeft weten te schatten. Op dit schrijven, had de Bestuurder de eer het volgend antwoord vanwege Z.K.H. Prins Albrecht te ontvangen:
Brussel, den 17 Augustus 1909.
Hooggeachte Heer Bestuurder,
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Albrecht van België is diep bewogen geweest bij het lezen van uwen brief van 14 jl. Het heeft den Prins getroffen te vernemen dat, wanneer Hij zoo verre van 't Vaderland verwijderd was, de Leden der Koninklijke Vlaamsche Academie aan Hem dachten en dat Ued., Hooggeachte Heer Bestuurder, op het jaarlijksch feestmaal, de welwillendheid had eenen heildronk te zijner eer in te stellen. De Prins geeft mij uitdrukkelijk last U allen, van harte, voor uw wenschen en ook voor uwe verkleefde gevoelens te bedanken. Ik bied Ued., Hooggeachte Heer Bestuurder, de betuiging mijner bijzondere achting aan. De Geheimschrijver, V. Godefroid. | |||||||||||
[pagina 763]
| |||||||||||
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering: Vliebergh (Em.) et Ulens (Rob.). - Académie Royale de Belgique. Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques et Classe des Beaux-Arts. Mémoires, collection in 8o. Deuxième série, tome V, fasc. I: Vliebergh (Em.) et Ulens (Rob.), La population agricole de la Hesbaye au XIXe siècle. Contribution à l'étude de l'histoire économique et sociale. (Médaille d'or en 1908; 550 pages et 2 cartes.) Bruxelles, 1909. Royaume de Belgique. Ministère de l'Industrie et du Travail. Office du Travail et Inspection de l'Industrie. - Monographies industrielles. Aperçu économique, technologique et commercial. - Groupe VI. - Fabrication des explosifs et Industries connexes. Fabrication des allumettes. Bruxelles, 1909. Bibliothèque coloniale internationale. Institut colonial international. Bruxelles. - 9me série. - L'enseignement aux indigènes. Documents officiels précédés de notices historiques. Tome I. Indes orientales néerlandaises. - Suriname. - Alaska. - Etats-Unis. - Iles Philippinnes. - Inde britannique. - Congo belge. - Colonies portugaises. - Colonies françaises. Bruxelles, 1909. Id. - Compte Rendu de la Session tenue à La Haye, les 1er, 2 et 3 Juin 1909. Bruxelles, 1909. Bibliotheca Belgica. Bibliographie générale des Pays-Bas. Publiée par Ferd. vander Haeghen et R. vanden Berghe, avec la collaboration de Victor vander Haeghen et Alph. Roersch. CLXXXIIIe et CLXXXIVe livraison. Gand, 1909.
Tijdschriften. - Académie Royale de Belgique. Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques et de la Classe des Beaux-Arts, nos 4-6, 1909. - Id. Bulletin de la Commission Royale d'Histoire, Tome LXVIIIme, no 2. - Bibliographie de Belgique, 1909. Première partie: Livres, nos 13-16. Deuxième partie: Publications périodiques, nos 13-16. - Bulletin mensuel des Sommaires des Périodiques, nos 6-7. - Annales de l'Académie Royale d'Archéologie de Belgique, LXI, 6me série, tome I, nos 2-3, 1909. - Bulletin des Commissions Royales d'Art et d'Archéologie, nos 5-8, 1909. - Annales de la Société d'Archéologie de Bruxelles, tome XXIII, nos 1-2, 1909. - Revue Néo-Scolastique, no 3, 1909. - Sommaire idéologique des ouvrages et revues de philosophie, Ier Août, 1909. - Revue Sociale Catholique, nos 11-12, 1909. - Revue de l'Université de Bruxelles, nos 8-9. 1909. - Wallonia, nos 7-8, 1909. - Bulletin des Musées royaux, no 8, 1909. - Arbeidsblad, nrs 13-15, 1909. - Maandschrift van het Beheer van Landbouw, nr 7, 1909. - Annales des Travaux publics, no 4, 1909. | |||||||||||
[pagina 764]
| |||||||||||
Door de Société d'Emulation, te Brugge: Gilliodts van Severen L.). - Cartulaire de l'ancien Grand Tonlieu de Bruges faisant suite au Cartulaire de l'ancienne Estaple. Recueil de documents concernant le commerce intérieur et maritime, les relations internationales et l'histoire économique de cette ville, par L. Gilliodtsvan Severen, conservateur des archives de la ville de Bruges. Tome VI. Année 1909. Bruges, 1909. Annales de la Société d'Émulation de Bruges. Tome LIX de la collection, 3me fascicule, Août 1909.
Door den Brugschen Onthoudersbond: Thuyne (A. Van). - Mijn pensioentje! Tooneelspel in één bedrijf, betrekkelijk de pensioenwet van 10 Mei 1900, door A. Van Thuyne. Brugge, z.j. Thuyne (A. Van). - Sparen en Verkwisten of Matig zijn en Drinken. Maatschappelijh tooneelspel in drie bedrijven en eene voorstelling, met licht en zang, door A. Van Thuyne, pbr. Brugge, z.j.
Door de Commissie van Advies voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën, Rijksarchief, Den Haag: Baltische Archivalia. Onderzoek naar archivalia, belangrijk voor de Geschiedenis van Nederland in Stockholm, Kopenhagen en de Duitsche Oostzeesteden, ingesteld door Dr. G.-W. Kernkamp. 's-Gravenhage, 1909 (Kleine Serie, nr 4 van 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën.) Acta der Particuliere Synoden van Zuid-Holland (1621-1700), uitgegeven door Dr. W.-P.-C. Knuttel. Tweede deel: 1634-1645. 's-Gravenhage, 1909. (Kleine Serie, nr 5 van 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën.) Archivalia in Italië, belangrijk voor de Geschiedenis van Nederland, beschreven door Dr. Gisbert Brom, Directeur van het Nederlandsch Historisch Instituut te Rome. Eerste deel: Rome, Vaticaansch Archief. Tweede stuk. 's-Gravenhage, 1909. (Kleine Serie, nr 6 van 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën.)
Door de Koninklijke Bibliotheek, te 's-Gravenhage: Verslag over den toestand der Koninklijke Bibliotheek in het jaar 1908. 's-Gravenhage, 1909.
Door Verein für niederdeutsche Sprachforschung, te Hamburg: Drucke des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung. V. Laurembergs Scherzgedichte in handschriftlicher Fassung. Norden und Leipzig, 1909.
Door de University of Pennsylvania, te Philadelphia: The University Bulletins. Ninth Series: no 5, part 2. University of Pennsylvania. Proceedings of Commencement, June 16, 1909. | |||||||||||
[pagina 765]
| |||||||||||
Door den heer Jan Broeckaert, werkend lid der Academie, te Dendermonde: Broeckaert (Jan). - De Burgerlijke Wacht van Dendermonde in de verledene eeuwen, door Jan Broeckaert. Dendermonde, 1909. Het St. Nicolaasaltaar in de Collegiale Kerk van Dendermonde. Z. pl. of j. Nog eene verdwenen Tryptiek uit de O.L.-Vrouwkerk van Dendermonde. Z. pl. of j. Een overdruk zonder titel, handelende over ‘het zoogenaamde Daelgoed of Goed ten Daele’ te Moerzeke. Z. pl. of j.
Door den heer Jan Boucherij, werkend lid der Academie, te Antwerpen: Boucherij (Jan). - Voorjaarsfeest. Landelijk tafereel in verzen, door Jan Boucherij. Antwerpen, 1909. Boucherij (Jan). - Oefeningen op de Nederlandsche Spraakleer van Th.-J.-E. Roucourt, bijeengebracht door Jan Boucherij, werkend Lid der Koninklijke Vlaamsche Academie, secretaris der Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde, leeraar te Antwerpen. Zeven en twintigste Uitgaaf. (Herzien en vermeerderd.) Antwerpen, z.j. Wauters (L.). - Vade Mecum du policier (van de politiebeambte), par L. Wauters, officier-inspecteur de police (officier-politie-opziener). Z. pl. 1900. Nrs 117-118 van: Verhandelingen van de Algemeene Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding. Nr 117. Gessler (Dr. J.), leeraar aan het Koninklijk Atheneum, te Hasselt. - Inleiding tot de Taalkunde. Antwerpen, z.j. Nr 118. Nuijens (Doctor Fr.). - De ‘Trade Unions’. Antwerpen, z.j.
Door den heer A. de Cock, briefwisselend lid der Academie, te Antwerpen: Cock (A. de). - De Sage van den te gast genooden doode, door A. de Cock, briefwisselend lid der Academie. Gent, 1909. (Overdruk uit: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie.)
Door den heer Rob. P. Buyse, letterkundige te Rumbeke: Buyse (Rob. P.). - Het Klein Seminarie van Rousselaere ten tijde van Albrecht Rodenbach door Rob. P. Buyse, letterkundige te Rumbeke. Z. pl. of j.
Door den heer J.-L. Eggen, te Gent: Eggen (J.-L.). - Repertorium der Werken, Verhandelingen en Bijdragen betreffende het Belgische recht, in het Nederlandsch verschenen (1830-1905), bewerkt door Mr. J.-L. Eggen, advokaat bij het Hof van Gent, Antwerpen, 1909. | |||||||||||
[pagina 766]
| |||||||||||
Door den heer V. de Vos, deurwaarder te Leuven: Vos (V. de). - Recueil français-néerlandais d'actes et d'exploits extrajudiciaires et extraordinaires, spécialement à l'usage des huissiers, par V. de Vos, huissier à Louvain. - Fransch-Nederlandsche verzameling van buitengerechtelijke en buitengewone akten en aanschriften, vooral ten gebruike der deurwaarders, door V. de Vos, deurwaarder te Leuven. Leuven, 1909.
Door de Redactie: Het Boek, nrs 10-11, 1909. - De Tuinbode, nrs 12-14, 1909. - Onthoudersblad, nrs 7-8, 1909.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Bilfinger (G.). - Die Mittelalterlichen Horen und die Modernen Stunden. Ein Beitrag zur Kulturgeschichte von Gustav Bilfinger. Stuttgart, 1892.
Blosius (Ludovicus). - Margaritum spirituale. Quo continentur ista: Epitome vitae Jesu Christi, ex quatuor Evangelistis collecta concinnataque in gratiam parvulorum. Prceclara admodum Dominicae passionis explicatio desumpta ex piissimis exercitiis D. Joannis Thauleri. Nonnulla item alia ad vitam sanctè instituendam plurimum conducentia. Per Ludovicum Blosium, abbatem letiensem. Lovanii, Apud Joannem Waen, Bibliop. Jurat. Anno 1555. Cum Gratia et Privilegio C.M.
Delacroix (H.). - Essai sur le mysticisme spéculatif en Allemagne au quatorzième siècle, par H. Delacroix, agrégé de philosophie, docteur ès lettres. Paris, 1900.
Heimbucher (Max. - Die Orden und Kongregationen der katholische Kirche. Von Dr. Max Heimbucher, K.o. Lycealprofessor in Bamberg. Zweite, grossenteils neubearbeitete Auflage. Erster und zweiter Band, 1907; Dritter (Schluss-) Band, 1908. Paderborn.
Martin (Henry). - Les grands artistes. Leur vie. Leur oeuvre. - Les Peintres de Manuscrits et la Miniature en France, par Henry Martin, administrateur de la Bibliothèque de l'Arsenal. Étude critique, illustrée de vingt-quatre planches hors texte. Paris, s.d.
Pahncke (Max). - Untersuchungen zu den deutschen Predigten Meister Eckharts. Inaugural-Dissertation zur Erlangung der Doktorwürde der hohen philosophischen Fakultät der vereinigten Friedrichs-Universität Halle-Wittenberg, vorgelegt von Max Pahncke, aus Pforta bei Naumburg A.S. Halle, a.d.S., 1905. | |||||||||||
[pagina 767]
| |||||||||||
Nieuwe Bijdragen tot kennis van de Geschiedenis en het Wezen van het Lutheranisme in de Nederlanden. Deel II. Pont (Dr. J.-W.). - Jaarboek der Vereeniging voor Nederlandsch-Luthersche Kerkgeschiedenis, uitgegeven door Dr. J.-W. Pont, Kerkel. Hoogleeraar b/d Universiteit van Amsterdam. Pred b/d Herst. Ev. Luth. Gem. Amsterdam, 1909 Rembry-Barth (Dr.). - Histoire de Menin, d'après les documents authentiques par le Dr, Rembry-Barth, archiviste de la ville. Ouvrage orné de huit plans et vues gravés Bruges, 1881, 4 dln. Roger-Milès (L.). - Comment discerner les styles du VIIIe au XIXe siècle. Histoire. - Philosophie. - Document. - Étude sur les formes et les variations propres à déterminer les caractères du style dans le costume et la mode. La mode. - Les symboles. - La tradition, par L. Roger-Miles. Accompagnées de deux mille reproductions documentaires gravées par J. Mauge, d'après les tableaux, manuscrits, monuments en tous genres existant dans les musées, bibliothèques et collections nationales ou particulières. Publication honorée de la souscription du Ministère de l'Instruction publique et des Beaux-Arts. Paris, s.d. Spiegel waer in alle christene ouders konnen zien hunne verbintenissen, als ook de maniere om hunne kinderen op te voeden tot welvaert zoo van de Kerke als van den Staet. Konnende ook dienstig wezen aen de Predikanten en andere Zielbestierders. Brugge, 1768. Ville de Gand. XLe exposition. Salon de 1909. Catalogue des tableaux et objets d'art exposés au Casino. - Stad Gent. XLe tentoonstelling, 1909. Aanwijzing der schilderijen en hunstvoorwerpen in het Casino tentoongesteld. Gand, 1909 2de uitgave,. Zentralblatt für Bibliothekswesen. Begründet von Otto Hartwig. Herausgegeben unter Mitwirkung zahlreicher Fachgenossen des In-und Auslandes von Dr. Paul Schwenke, Erstem Direktor der Königlichen Bibliothek in Berlin. XXVI. Jahrgang. 8. u. 9. Heft, Aug.-Sept. 1909. De Gids, Augustus-September, 1909. - Sint-Lucas, nr 1, 1909.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatst verschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
De Belgische School, nr 11, 1908-1909. - Biekorf, nrs 15-18, 1909. - Bijdragen tot de Geschiedenis bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant, Juli-Augustus. 1909. - Christene School, nr 20, 1909. - Het Katholiek Onderwijs, nrs 10-11, 1909. - Korrespondenzblatt des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung, Register XXIX, von | |||||||||||
[pagina 768]
| |||||||||||
W. Zahn. - Nederlandsch Archievenblad, nr 1, 1909. - Neerlandia, nrs 8-9, 1909. - Onze Kunst, nr 9, 1909. - De Opvoeder, nrs 24-25, 1909. - De Opvoeding, nrs 8-9, 1909. - De Schoolgids, nrs 32-37 en blzz. 177 tot 192 van Studiën op de Paedagogie, door Roeland Van de Casteele. - St.-Cassianusblad, nr 9 en Bijvoegsel, nr 15, 1909. - De Student, nrs 3-4, 1909. - Studiën, nrs 1 en 2, 1909-1910 - Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen, nr 4, 1909. - Het Vlaamsch Bestuur, nr 5, 1909. - De Vlaamsche Gids, nr 5, 1909. - De Vlaamsche Kunstbode, nr 7, 1909. - Volkskunde, nrs 7-9, 1909.
Ingekomen brieven. - Daarna stelt de Bestendige Secretaris de Academie in kennis met de volgende ingekomen brieven:
| |||||||||||
[pagina 769]
| |||||||||||
| |||||||||||
Mededeeling door den Bestendigen Secretaris.
| |||||||||||
[pagina 770]
| |||||||||||
| |||||||||||
Mededeelingen namens Commissiën.1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer Jan Broeckaert, secretaris der Commissie, legt het volgende verslag over de morgenvergadering ter tafel: Waren aanwezig: de heeren Des. Claes, voorzitter; Dr. Jac. Muyldermans, ondervoorzitter; K. de Flou, Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Jan Bols, Edw. Gailliard, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Prof. A. de Ceuleneer, leden, en Jan Broeckaert, secretaris. De heer K. de Flou deelt aan de Vergadering eenige inlichtingen mede over een schotschrift, dat wellicht als een unicum mag beschouwd worden en tot titel draagt: ‘Schaveling bijeengebracht door A. Angz. Angillis, archivarius van Rousselare’. Het | |||||||||||
[pagina 771]
| |||||||||||
boekje voert als motto: ‘... Je vois s'accomplir cette prédiction que me fit autrefois mon père: Tu ne seras jamais rien..., c'est à dire tu ne seras ni gendarme, ni rat-de-cave, ni espion, ni duc, ni laquais, ni académicien. Tu seras Paul-Louis pour tout potage, id est rien. Terrible mot! P.L. Courrier, OEuvres compl., p. 21’. - Het boekje werd te ‘Rousselare’ gedrukt, bij Brauwer-Stock, in 1863.
Het boekje behoort toe aan den heer Jan Broeckaert. Deze verklaart het gaarne aan de Academie te willen schenken. De heer K. de Flou zal er verder eenige bijzonderheden over mededeelen.
Vervolgens schenkt de heer K. de Flou, voor de boekerij der Academie, het handschrift van eene redevoering, die hem toeschijnt geschreven geweest te zijn voor het Nederlandsch Congres, dat te Brugge ten jare 1864 gehouden werd. Het stuk is getiteld: Ontwikkeling van het begrip der volksvrijheid in de Nederlandsche gedichten gedurende de 17e en 18e eeuw, en zal wellicht het werk zijn van een Noord-Nederlander, die echter onbekend is gebleven.
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Jan Boucherij, secretaris der Commissie, legt het volgende verslag over de morgenvergadering ter tafel:
Waren aanwezig: de heeren Des. Claes, voorzitter; Prof. Dr. Willem de Vreese, ondervoorzitter; Jan Bols, Prof. Ad. de Ceuleneer, Am. Joos, Prof. Dr. J. Mac Leod, Jac. Muyldermans, Prof. J. Obrie en Gustaaf Segers, leden, en de secretaris. Na voorlezing en goedkeuring van het verslag van de Julivergadering, wordt de voordracht van den heer Am. Joos over den Chromatischen klemtoon nader besproken. Gedachten worden gewisseld over het samenlezen door de leerlingen in de lagere en middelbare scholen, met het oog op den zinstoon, alsook over de wijze, waarop zulks het best kan geschieden. | |||||||||||
[pagina 772]
| |||||||||||
Letterkundige Mededeeling.Door den heer Prof. Dr. Willem de Vreese over: Dertienlinden. Dr. F.W. Weber's ‘Dreizehnlinden’ overgedicht door Eug. de Lepeleer, Kanunnik van St.-Baafs. Vierde, omgewerkte uitgaaf, met vier platen van J. Janssens. Sint-Niklaas, Drukkerij de kinderen De Smedt. Firma J. Edom. Gent, A. Siffer, uitgever. 1909.Namens den Z.E. Heer Kan. Eug. de Lepeleer heb ik de eer, der Academie een exemplaar aan te bieden van de vierde uitgave van zijn vertaling van Weber's beroemd Dreizehnlinden. De vierde uitgave! dat getuigt, voorwaar, van een bij vertalingen vrij ongewoon succes, een succes, dat ruim verdiend is. ‘Omgewerkt’ heet ze, evenals de twee vorige, en dat is geen ijdele verzekering. Elke bladzijde draagt de sporen van de liefderijke volharding waarmede de ‘overdichter’ er naar streeft, zijn werk te volmaken. Zelfs werden talrijke plaatsen, die reeds in elke vorige uitgave verandering hadden ondergaan, thans weer op het ambeeld gelegd en met goeden uitslag hersmeed. Telkens en telkens wordt men gewaar, dat ook de vertaler een wáár dichter is, en dat het woord overgedicht op den titel geen grootspraak is. Maar er is meer. De eerste en de tweede uitgaven heetten destijds in het Vlaamsch overgedicht, en ook dat was geen ijdel woord. De vertaling was blijkbaar het werk van een overtuigd particularist. Maar even blijkbaar is sedert in de gevoelens en opvattingen van Kan. de Lepeleer een kentering gekomen, die zich reeds in de derde uitgave op vele plaatsen uitte, en thans, blijkens deze vierde, haar volkomen beslag heeft gekregen: nu is het een Nederlandsche vertaling, waarin niet meer dialectische woorden, uitdrukkingen en vormen voorkomen, dan met den goeden smaak bestaanbaar is en door de locale kleur gerechtvaardigd, ja zelfs vereischt wordt. Hierin is de overdichter zelfs herhaaldelijk verrassend gelukkig geweest. Die kentering staat niet op zich zelf. De verschillende uitgaven van Kan. Eug. de Lepeleer's Dertienlinden weerspiegelen de vorderingen die het juister inzicht in de verhouding van gewestelijke tot algemeene taal in de | |||||||||||
[pagina 773]
| |||||||||||
laatste twintig jaar bij de Vlamingen heeft gemaakt: het gezond verstand en het welbegrepen belang van het geheele volk zegevieren over kortzichtigheid en kleinsteedschheid. Deze vierde uitgave zal er toe medehelpen dat juister inzicht nóg meer te verbreiden en die overwinning te bevestigen. Willem de Vreese. | |||||||||||
Dagorde.Lezing door den heer Edw. Gailliard: Het woord ‘Stragiers’. - Dit woord, dat uitgesproken wordt als straziers, komt nog ten huidigen dage als familienaam voor. Vooral benoorden Brugge is die naam wel bekend. Een Geeraert Stragiers was hoogbaljuw van Vlaanderen en stierf te Brugge in 1545.
Met het Fr. Étranger, of met het Latijn Extraneus, heeft ons woord niets te maken. Het is eenvoudig ontstaan uit het Oudfr. Estraier. Teksten door Spreker in zijn Glossaire à l'Inventaire des Archives de Bruges aangehaald, leveren daarvan een eerste bewijs.
Friedrich Diez, in zijn Etymologisches Wörterbuch der Romanischen Sprachen en Körting, in het Lateinisch-Romanisches Wörterbuch, leiden Estraier af van het Ital. Strada. Estradier beteekent Die op de straat rondzwerft, en Estraier, Estraer, Rondzwervend, Verlaten, Meesterloos geworden. Vergelijk met het Engelsch Stray = Verdwaald dier, en met Strayer = Verdwaalde, Afgedwaalde. In den grond beteekent derhalve Estraier: Die, of Dat zonder meester is. Ook komen het w. Stragiers, en het Oudfr. Estraier en varianten, in talrijke plaatsen uit oude oorkonden voor, met de beteekenis Zonder meester, d.i. Onbeheerd. In teksten is er b.v. spraak van Stragiers loopen in toepassing op dieren, wat in het Oudfr. Cure (courir) estraer, Courir estragiers of Aler estragiez luidde; - van Vague, stragiers liggen, met het oog op landerijen die onbebouwd, onontgonnen lagen, d.i. | |||||||||||
[pagina 774]
| |||||||||||
zonder meester of zonder pachter waren: - van landerijen die, ten gevolge van oorlog, ledich ende stragiers waren gelaten, in het Fransch vague et espave, of waste ou estrahier; - van Stragiers staen, toegepast op eene kapel in eene kerk, welke ongebruikt was gebleven. De heer Edw. Gailliard haalt verder eene heele reeks belangrijke teksten aan, nl. aan de rekeningen van baljuws van Brugge, van Veurne, van Kortrijk en van Meenen, uit de 14e en volgende eeuwen ontleend, waarin ons woord toegepast wordt op goederen of zaken zonder meester, welke als dusdanig, ‘over stragiers’, aan den Prins of aan den landsheer moesten worden toegekend. Hij brengt de door hem aangehaalde teksten in verband met oorkonden in het Fransch gesteld, waarin het equivalent Estraier, Estragier, Estrahier enz. wordt aangetroffen. Zoo stelt hij ons in kennis met plaatsen uit gemelde rekeningen, waarin er spraak is van Laissier estragiers in toepassing op voorwerpen, wat beteekende die voorwerpen onbeheerd laten, d.w.z. van zijn recht van eigendom daarop afzien; - van zeedrift ‘flotans estragier’; - van het stelen van hout ‘estans estraigiers’, enz.
Een zonderling verschijnsel - waarover de heer Gailliard breedvoerig uitweidt - doet zich echter voor in zake van het woord Stragiersgoet, in Fransche teksten Avoir estrahier of Avoir estragier, ook Avoir estraigier, Avoir estrayer, Avoir espaves, Biens espaves, Biens vagues et estrayères, enz. Spreker laat zien hoe dit woord van zijne oorspronkelijke beteekenis: Goed zonder heer of eigenaar, mettertijd is afgedwaald, en hoe het later: Goed door vreemden nagelaten heeft beteekend. Aldus is Stragiersgoet langzamerhand Strangiersgoed geworden, wat ook het geval was met de Fransche uitdrukkingen Avoir estrahier, Avoir estragier, enz., welke tot Avoir estrainger, Avoir estraingne, Avoir estrangiers en Biens estrangiers overliepen. Voorbeelden van die verwarring zijn reeds | |||||||||||
[pagina 775]
| |||||||||||
in oorkonden uit het einde der 14e eeuw te vinden, en evenveel in Vlaamsche als in Fransche en Latijnsche stukken. Geleerde geschiedschrijvers en lexicologen hebben overigens ook de twee begrippen Zonder meester en Vreemd onder elkander verward. De heer Gailliard stelt vast hoe die verkeerde opvatting uit te leggen is en hoe zij zoo goed als algemeen was geworden. En toch was het begrip niet heelemaal verloren gegaan, want in eene oorkonde van 1765, op het Staatsarchief te Brugge berustende, luidde het nog: ‘Item te hebben bastaerde, stragiers, vremde ende verbeurd goed’.
De heer Bestuurder betuigt den heer Gailliard den dank der Vergadering voor zijn belangrijke voordracht, waarin men, zegt hij, onmiddellijk de hand van den bewerker van het Glossaire flamand en van het glossarium op de Keure van Hazebroeck herkent, en stelt voor, ze in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. - Goedgekeurd.
De vergadering wordt te vier uur gesloten. |
|