Bedoelde teksten komen voor in een ‘Specificatie vandie van de dorpe van Eekeren’, van 1729, berustende op het Staatsarchief te Antwerpen, en luiden aldus:
‘Binnen den dorpe van Ettenhoven, onder de heerlykheyt van Eekeren, twee heydissche, vrouwen synde, gevangen door twee rontgangers ende den meijer; de selve wettelyk geexamineert, doen visiteren op hunne rugge, onverlet gestelt, etc.’
‘Al jagende drij hydigsche onder Eekeren in een bosch cokende ende smokende bevonden, door den heere drossaert.... de selve doen visiteren ende vele brandtmerken op twee van hunne ruggen bevonden....’
De uitdrukking ‘Coken ende smoken’, waarvan een voorbeeld hierboven is nog mondgemeen. Zie L. De Bo, Westvl. Idiotic., i.v. Smoken, alsook Cornelissen en Vervliet, Antw. Idiot., i.v. Koken.
Edw. Gailliard.