Kleine verscheidenheden.
XVIII.
‘geruchtsboede.’
Naar het Middelnederl. Wdb., van Dr. J. Verdam, is een eigenaardige opvatting van het w. Gerucht, die van Gebod, Bevel, ook Openlijke bekendmaking, eigenlijk Iets dat omgeroepen wordt, dat met luider stem afgekondigd wordt.
Vandaar het woord Geruchtsbode, dat wij nergens hebben geboekt gevonden en dat zich onder den vorm Geruchtsboede voordoet, met de beteekenis van Afroeper, Omroeper, Uitroeper. Wij hebben het aangetroffen in een los stuk uit het Fonds van Hoogstraten op het Staatsarchief te Antwerpen:
‘Ick ontergee (sic) meyer van... verclaere ontfangen te hebben eene ordonnantie van Haere Majesteijt vanden..., noepende..., ende dat deselve is gepupeliseert (sic) woorden op den... doer onsen geruchtsboede... Actum den 22 9ber 1769.’
Edw. Gailliard.