| |
| |
| |
Vergadering van 16 Juni 1909.
Aanwezig de heeren: Prof. Dr. W. de Vreese, bestuurder, Prof. A. de Ceuleneer, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Prof. Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Broeckaert, Jan Bols, Karel de Flou, Des. Claes, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Gustaaf Segers, Dr. Jac. Muyldermans, Jan Boucherij, Amaat Joos, Prof. Dr. Julius Mac Leod, Dr. Hugo Verriest, Is. Teirlinck en Prof. Dr. C. Lecoutere.
De heeren Dr. H. Claeys, Dr. C. Hansen, Mr. Edw. Coremans, Mr. A. Prayon-van Zuylen, Dr. L. Simons en J. Helleputte, werkende leden, en de heer Dr. Leo Goemans, briefwisselend lid, hebben laten weten, dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De Bestendige Secretaris, leest het verslag over de Mei-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
Geboorte van H.K.H. Prinses Juliana. - De heer Bestuurder deelt aan de Vergadering mede, dat op het telegram door het Bestuur, namens de Academie, aan Hare Majesteit Wilhelmina gezonden, het volgend antwoord is ingekomen (Toejuiching):
Den Heer Willem de Vreese,
Voorzitter der Koninklijke Vlaamsche Academie
Gent.
Hare Majesteit de Koningin draagt mij op Koninklijke Vlaamsche Academie te Gent, ook namens Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins, hoogstderzelver oprechten dank over te brengen voor gelukwenschen bij geboorte Prinses Juliana.
Van Geen, particulier secretaris.
| |
| |
Afsterven van Ridder Adriaan de Corswarem, briefwisselend lid. - Brief van rouwbeklag. Levensbericht van den Afgestorvene. - Bij brieve van 13 Juni, werd ter kennis der Koninklijke Vlaamsche Academie gebracht het vroegtijdig afsterven van Adriaan-Jan-Lambrecht Ridder de Corswarem, lid der Bestendige Deputatie van den Provincieraad van Limburg, oudlid der Kamer van Volksvertegenwoordigers, sedert 12 Juni 1900 briefwisselend lid onzer Koninklijke Instelling, den 13 Juni te Hasselt overleden, pas 60 jaren oud. - De heer Prof. Dr. W. de Vreese, bestuurder, brengt hulde aan het afgestorven Lid en richt tot de Vergadering de volgende toespraak:
Mijne Heeren,
Uw Voorzitter heeft zich te kwijten van een plicht dien het hem zwaar valt te volbrengen. Wij hebben bericht ontvangen dat ons geacht briefwisselend lid, Ridder Adriaan de Corswarem, op pas zestigjarigen leeftijd is overleden. Ik heb de eer niet gehad, den afgestorvene van nabij te kennen, maar dat is niet noodig om zijn verdienste te kunnen waardeeren. Het is algemeen bekend, dat de Corswarem daar in het ‘verre Oosten’, dat hij hier in onzen kring vertegenwoordigde, sedert lange jaren de e:kende en geliefde hoofdman was van allen, die daar strijden voor taal en volk. Met een zeer duidelijk besef van wat die strijd zijn moet, heeft hij steeds een open oog gehad voor de sociale nooden van zijn volk, en zoowel op maatschappelijk als op verstandelijk gebied veel aangesticht en tot stand gebracht dat hem recht geeft op de blijvende dankbaarheid niet alleen van zijn gewest, maar ook van geheel Vlaamsch-België. Ook in dezen Kring zal de herinnering voortleven aan de verdiensten die hem sierden!
Op voorstel van den heer Bestuurder, beslist de Vergadering:
1o) | Dat, namens de Academie, een brief van rouwbeklag aan Mevrouw Adr. de Corswarem zal gezonden worden. |
| |
| |
2o) | Dat de Academie zich op de lijkplechtigheid door den heer Prof. Mr. Paul Bellefroid, briefwisselend lid, zal laten vertegenwoordigen en dat deze zal verzocht worden bij de plechtigheid een lijkrede uit te spreken en zich met het schrijven van het Levensbericht van den Afgestorvene te willen belasten. |
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Zuttere (Ch. de). - Royaume de Belgique. Ministère de l'Industrie et du Travail. Office du Travail. Enquête sur la pêche maritime en Belgique. Première partie. Etude économique de la pêche maritime par Charles de Zuttere, Docteur en Sciences administratives, Chef de bureau à l'Administration provinciale de la Flandre occidentale. Bruxelles, 1909.
Woordenboek der Nederlandsche taal Derde deel, veertiende aflevering (tweede afl. van het tweede stuk), (Conclusie-Dame), bewerkt door Dr. J.-A.-N. Knuttel. 's Gravenhage en Leiden, 1909.
Loquela van Guido Gezelle tot Woordenboek omgewerkt. Aflevering 11. Antwerpen, z.j. (1909).
Tijdschriften. - Bibliographie de Belgique, 1909. Première partie: Livres, no 10; Deuxième partie: Publications périodiques, no 10. - Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, nos 4-5, 1909. - Sommaire idéologique des ouvrages et des revues de philosophie, Mai, 1909. - Revue Néo-Scolastique, no 2. 1909. - Revue Sociale Catholique, no 7, 1909. - Revue de l'Université de Bruxelles, no 7, 1909. - Bulletijn der Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde te Gent, no 5, 1909. - Bulletin des Musées Royaux, no 5, 1909. - Arbeidsblad, no 9, 1909. - Annales des Travaux publics, no 3, 1909.
Door de Société liégeoise de Littérature wallonne, te Luik:
Bulletin du Dictionnaire général de la Langue wallonne, publié par la Société liégeoise de Littérature wallonne. 4e année, 1909, no 1.
Door de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden:
Nederlandsche Volksboeken XI. De historie van den verloren sone, naar den Antwerpschen druk van Godtgaf Verhulst uit het jaar 1655, uitgegeven door Dr. G.J. Boekenoogen. Leiden, 1908.
Door de Rijksuniversiteit te Groningen:
Jaarboek der Rijksuniversiteit te Groningen. 1907-1908. Groningen, 1908.
| |
| |
Door de Université d'Aix-Marseille:
Annales de la Faculté des. Lettres d'Aix. Tome II, nos 3-4 Juillet-Décembre 1908. - Annales de la Faculté de droit d'Aix. Tome II, nos 1-2. Janvier-Juin, 1908.
Door de Société de Statistique de Marseille:
Répertoire des Travaux de la Société de Statistique de Marseille. Fondée le 7 Février 1827. Autorisée par Ordonnance du 2 Avril 1831 et déclarée d'utilité publique par Ordonnance du 22 Mars 1832. 1906-1907. Tome quarante-septième, 1re partie, publiée sous la direction de M. Paul Rigaud, Vice-Président. Valence, 1908.
Door den heer P. Bellefroid, briefwisselend lid, te Hasselt:
Stad Hasselt. Gemeentelijk Museum, geopend in het jaar 1909. Hasselt, 1909.
Door Z. Em. D. Mercier, kardinaal-aartsbisschop van Mechelen:
La vie diocésaine. Bulletin du diocèse de Malines. Tome III, fasc. V.
Door den heer Dr. Ch. Caeymaex, leeraar aan het Groot Seminarie, te Mechelen:
Caeymaex (Dr. Ch.). - Nederlandsche kanselwelsprekendheid door Kan. Dr. Ch. Caeymaex. (Overdruk uit De Vlaamsche Kunstbode.) Antwerpen, 1909.
Caeymaex (Dr. Ch.). - Kanselredenaars door Ch. Caeymaex. (Uittreksel uit La Vie Diocésaine, Bd. III, afl. V, 1909.) Leuven, 1909.
Door den heer Frank Baur:
Berten Rodenbach, door Aran Burfs. Met een inleidend woord van Lod. Dosfel. Brussel, 1909.
Door den heer Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder van het Chemisch en Bacteriologisch Laboratorium der stad Gent:
Over enzymen- en anti- enzymenwerkingen, Voordracht, gehouden te Utrecht op 17 April 1909 in de vergadering der subsectie voor Scheikunde van het twaalfde Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres, door A.-J.-J. Vandevelde. (Overgedrukt uit het ‘Chemisch Weekblad’ 1909, No 19.)
Dr. A.-J.-J. Vandevelde. - Over het nut van bacteriologisch onderwijs in primaire en secondaire studiën. Extrait du Compte-rendu du Congres international de l'Alimentation, tenu à Gand du 7 au 9 Novembre 1908. Gand, s.d.
Ueber die Wirkung der Erwärmung auf Proteolase, von A.-J.-J. Vandevelde, Gent. (Sonderabdruck aus 18. Band, 1. u. 2. Heft, Biochemische Zeitschrift.)
Door de Redactie: De Tuinbode, nrs 7 en 8, 1909.
| |
| |
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Manuscripte des Mittelalters und späterer Zeit. Einzel-Miniaturen. Reproduktionen. Mit 23 Tafeln. Karl W. Hiersemann, Leipzig, 1906.
Goovaerts (Fr. Leon). - Ecrivains, Artistes et Savants de l'Ordre de Prémontré. Dictionnaire bio-bibliographique par le Fr. Léon Goovaerts, chanoine régulier de l'abbaye d'Averbode. Vol. III, 2me livraison. Bruxelles, 1909.
De Gids, Juni 1909. - Sint-Lucas, nr 10, 1909.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatst verschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Biekorf, nr 11, 1909. - Christene School, nrs 15 en 16, 1909. - De Katholiek, Juni 1909. - Het Katholiek Onderwijs, nr 8, 1909. - Nederlandsch Archievenblad, nr 4 en Tafel 1908-1909. - Neerlandia, nr 5, 1909. - Onze Kunst, Juni 1909. - De Opvoeder, nrs 16-17, 1909. - De Opvoeding, nr 6, 1909. - De Schoolgids, nrs 22-24, 1909 en blzz. 145-160 van Studiën op de Paedagogie door Roeland Van de Casteele. - St. Cassianusblad, nr 6 en Bijvoegsel nr 10, 1909. - De Vlaamsche Kunstbode, nr 5, 1909. - Zeitschrift des Vereins für rheinische und westfälische Volkskunde, nr 2, 1909.
Ingekomen brieven. - Daarna stelt de Bestendige Secretaris de Academie in kennis met de volgende ingekomen brieven:
1o) | Wetenschappelijke zending. - Plaatsnamen. - Brief van 8 Juni, waarbij de Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten de beslissing goedkeurt, waarbij de Koninklijke Vlaamsche Academie haar medelid, den heer Karel de Flou met een wetenschappelijke zending naar het Noorden van Frankrijk belast heeft. |
| |
2o) | Snellaertskring. - Brief van 12 Juni, waarbij de heer Karel Lybaert, voorzitter van de Feestcommissie van den Snellaertskring, de Academie verzoekt, zich te laten vertegenwoordigen op de feesten door dien
|
| |
| |
| kring, den 25 Juli a.s. te houden, ter herdenking van den honderdsten verjaardag der geboorte van wijlen Dr. Ferd. Snellaert. - De Academie belast den heer Th. Coopman, haar, zooals vroeger, bij de Snellaert-huldiging te vertegenwoordigen. |
| |
Mededeeling door den Bestendigen Secretaris.
Te Deum op 21 Juli. - De Bestendige Secretaris verzoekt de heeren Leden, die de plechtigheid wenschen bij te wonen, hem daarvan, vóor 15n Juli a.s., kennis te willen geven.
| |
Mededeeling namens de Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch.
De heer Jan Boucherij, secretaris, legt het volgend beknopt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Waren aanwezig: de heeren D. Claes, voorzitter, Dr. W. de Vreese, ondervoorzitter, J. Bols, Ad. de Ceuleneer, Am. Joos, J. Mac Leod, J. Muyldermans, Jul. Obrie en Gustaaf Segers, leden, en de secretaris Jan Boucherij.
Deze laatste leest het verslag voor over het verhandelde in de vorige zitting; dit stuk wordt goedgekeurd.
Daarna houdt de heer Am. Joos eene lezing over den dynamischen klemtoon. Na eene korte bespreking der voordracht, waaraan de heeren Claes, W. de Vreese, G. Segers en J. Mac Leod deelnemen, wordt door de Commissie beslist, dat behoudens goedkeuring der Academie, het werk van den heer Joos in het Bijblad der Commissie zal gedrukt en zooveel mogelijk verspreid worden.
| |
Letterkundige Mededeeling.
Door den heer Jan Broeckaert over: 1o) Nederlandsche kanselwelsprekendheid, door Kan. Dr. Ch. Caeymaex; 2o) Kanselredenaars, door denzelfde.
| |
| |
Namens den Z.E. heer kanunnik Dr. Caeymaex, professor aan het Groot Seminarie, te Mechelen, heb ik de eer aan de Koninklijke Vlaamsche Academie een exemplaar van twee zijner laatst verschenen werkjes over de Nederlandsche kanselwelsprekendheid ten geschenke aan te bieden.
Reeds in 1901 vergastte de geleerde schrijver ons op zijne Katholieke kanselredenaars der Nederlanden, zoo gunstig door ons geacht medelid den Eerw. heer Bols in de Verslagen en Mededeelingen der Academie beoordeeld. De daarbij uitgesproken wensch, dat dit verdienstelijk gewrocht door nog andere, hetzelfde onderwerp betreffende, zou gevolgd worden, is hiermede gelukkig verwezenlijkt. Niemand toch beter dan Dr. Caeymaex kon de door hem aangevangen studie over de kanselwelsprekendheid ten onzent voortzetten.
Zoo de Schrijver ons in het tweede der hier aangeboden werkjes, naar aanleiding van Pater Van den Gheyn's Catalogue des manuscrits de la Bibliothèque royale de Belgique, in kennis brengt met een niet gering getal kloosterlingen en priesters, die als predikers in de volkstaal weikzaam waren te Mechelen, in het eerste schetst hij ons in eene zoo bevattelijke als sierlijke taal de geschiedenis van den Nedeilandschen kansel, van de oudste tijden af tot op het einde der XVIIIe eeuw. Deze laatste studie is dan ook, ongeminderd haar godsdienstig belang, eene nieuwe kostelijke bijdrage tot de geschiedenis der Nederlandsche letteren.
Jan Broeckaert.
| |
Dagorde.
1o) Wedstrijden voor 1909. Lezing door den Bestendigen Secretaris over de verslagen betreffende de ingezonden antwoorden. - Zes wedstrijden werden voor het jaar 1909 uitgeschreven; op enkel twee daarvan kwamen antwoorden in.
| |
a) Prijsvraag over de Kinderliteratuur.
De drie verslaggevers, de heeren Th. Coopman, Jan Bols en Is. Teirlinck, stellen eenparig voor de prijsvraag opnieuw uit te schrijven. Alhoewel het eenig ingezonden antwoord veel goede hoedanigheden heeft, alhoewel uit het stuk blijken mag, dat de Schrijver daarvan wél de man zou kunnen zijn om ons
| |
| |
een kostbare bijdrage ter hand te stellen, toch kan het niet bekroond worden.
De Vergadering sluit zich bij het gedane voorstel aan en verwijst dit, om verder advies, naar de voor 1910 te benoemen Commissie voor Prijsvragen.
| |
b) Wedstrijd over het Landbouwbedrijf.
Twee lijvige antwoorden werden ingezonden, en een derde stuk alleen ter inzage gestuurd. De heeren Dr. W. de Vreese, Dr. J. Mac Leod en Is. Teirlinck, verslaggevers, zijn van oordeel, dat dit laatste niet in aanmerking kan komen. In het antwoord met de kenspreuk Aar voor aar komt de oogst te gaar steekt iets goeds en het ware wenschelijk dat de schrijver zijn geheele werk overzag, schaafde en verbeterde: het kan echter niet bekroond worden. Wat het antwoord betreft met kenspreuk De ... landman die zijn eigen erf beploegt, oogst altijd voordeel in, dát is een puik werk, met groote verdiensten, en dat alleszins den prijs verdient.
De Academie keurt het voorstel goed, aan den schrijver van ‘De ... landman ...’ enz., den uitgeloofden prijs toe te kennen.
Ten slotte stelt de Bestendige Secretaris voor, aan de Commissie voor Prijsvragen den wensch over te maken, waarmede de heer Dr. W. de Vreese zijn verslag heeft gesloten, en welke in dezer voege luidt:
Als het bekroonde werk eenmaal gedrukt is, zou het als ligger kunnen dienen tot het opmaken van lijsten van woorden uit andere streken, lijsten die uit den aard der zaak beknopt zouden kunnen zijn. Het werk van den tweeden inzender (Aar voor aar komt de oogst te gaar) bevat reeds bouwstoffen voor een dergelijke lijst; misschien zou hij bereid gevonden worden zijn antwoord te condenseeren tot een supplement, op het andere, bekronenswaardige werk.
2o) Openstaande plaats van een buitenlandsch Eerelid. - De Vergadering gaat tot de verkiezing over. Worden door den heer Bestuurder tot stemopnemers
| |
| |
aangewezen, de heeren Th. Coopman en Dr. C. Lecoutere. - Wordt verkozen: Sir James A.H. Murray, te Oxford.
3o) Plechtige Vergadering op Zondag, 27 Juni. - Lezing van de voordrachten op die vergadering te houden. (Als toepassing van art. 11, § Zittingen, der wet van 15 Maart 1887.) - De Heer Bestuurder geeft aan de Heeren Leden kennis van de toespraak door hem op de Plechtige Vergadering te houden.
4o) Ontwerp van Reglement. Bespreking. - De Academie zet de bespreking van dit ontwerp voort. Bij eerste lezing worden de volgende artikelen aangenomen, behoudens de daarbij aangegeven wijzigingen:
| |
Art. 86.
Den bewerker van een door de Academie aangenomen tekstuitgave, alsook den bewerker van een ingevolge eener opdracht der Academie voltooid, en door deze ter uitgave aangenomen geschrift van welken aard ook, wordt een vergoeding toegelegd ten bedrage van:
1o | 3 frank per bladzijde druks groot-8o; |
2o | 2 frank per bladzijde druks klein-8o. |
In buitengewone gevallen, ter beoordeeling van de Academie, kan, op voorstel van het Bestuur, en behoudens goedkeuring van de Regeering, een hooger honorarium worden verleend. - (Aangenomen, behoudens het eerste lid aldus te lezen: en door deze ter uitgave aangenomen wetenschappelijk geschrift van welken aard ook... en met bijvoeging van de volgende bepaling: Den bewerker van een aan de Academie aangeboden en door deze ter uitgave aangenomen wetenschappelijk werk, zal in buitengewone gevallen, ter beoordeeling van de Academie, dezelfde vergoeding kunnen toegekend worden.)
| |
Art. 87.
Alleen in buitengewone gevallen, ter beoordeeling der Academie, kan van een schrijver of bewerker een nieuw werk ter perse gelegd worden, vóór een ander werk is afgedrukt. - (Aangenomen.)
| |
| |
| |
Art. 88.
Door de Academie kan geldelijke ondersteuning worden verleend voor het uitgeven, door andere genootschappen of door bijzondere personen, van buiten haar toedoen ondernomen, belangrijke werken tot haar gebied behoorende, waarvoor anders moeilijk een uitgever zou te vinden zijn; telkens onder voorbehoud, dat 30 exemplaren ter beschikking der Academie zullen worden gesteld.
Dergelijke uitgaven voeren op den titel:
‘Uitgegeven met ondersteuning van de Koninklijke Vlaamsche Academie.’ - (Aangenomen.)
| |
Art. 89.
Behalve de door haar bekroonde verhandelingen en de geschriften die in de vorige artikelen bedoeld zijn, geeft de Academie nog uit:
1o | Verslagen en Mededeelingen, |
2o | een Jaarboek, |
welke beide ter uitgave bezorgd worden door den Bestendigen Secretaris, onder toezicht van het Bestuur der Academie. - ( Aangenomen.)
| |
Art. 90.
In de Verslagen en Mededeelingen worden opgenomen:
1o | de verslagen over wat in de algemeene vergaderingen verhandeld is; |
2o | de verslagen over wat verhandeld is in de vergaderingen der tijdelijke en vaste Commissiën; |
3o | de verslagen en beoordeelingen betreffende antwoorden op prijsvragen en uit te geven werken; |
4o | de mededeelingen in de vergaderingen der Academie of eener Commissie gedaan; |
5o | de voordrachten en lezingen door de leden in de vergaderingen gehouden; |
6o | zoodanige stukken van personen niet aan de Academie verbonden, als daartoe door deze worden aangewezen. - (Aangenomen.) |
| |
Art. 91.
De voordrachten, lezingen of mededeelingen der Leden worden in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen. Alleen in
| |
| |
het geval, dat bezwaar wordt gemaakt tegen het opnemen, kan een dergelijk stuk bij meerderheid van stemmen, afgewezen worden. - (Aangenomen.)
| |
Art. 92.
De Verslagen en Mededeelingen worden met bekwamen spoed, uiterlijk 8 dagen na de eerstvolgende vergadering, aan alle Leden toegezonden.
De Bestendige Secretaris is gemachtigd moeilijk leesbare verhandelingen, alsook de stukken waarvan de drukproeven niet bijtijds werden teruggezonden of waarvan het afzetten het verschijnen der Verslagen en Mededeelingen zou vertragen, tot een volgende aflevering te verschuiven. - (Aangenomen.)
| |
Art. 93.
Het Jaarboek zal, voor zoover doenlijk, in de maand Januari verschijnen, en bevat:
1o | Een kalender met Germaansche persoonsnamen en aanwijzingen omtrent belangrijke data uit de geschiedenis der Nederlandsche taal- en letterkunde en der Vlaamsche Beweging; |
2o | de Koninklijke Besluiten betrekking hebbende op de inrichting der Koninklijke Vlaamsche Academie; |
3o | de wet der Academie; |
4o | de reglementen van orde der verschillende vaste commissien; |
5o | een lijst van de leden der Academie; |
6o | een lijst van de leden der verschillende commissiën; |
7o | de adressen der leden; |
8o | een lijst van de afgestorven leden; |
9o | een lijst der Bestuurders en Onderbestuurders; |
10o | de uitslagen der wedstrijden der Academie; |
11o | een lijst der uitgeschreven prijsvragen; |
12o | de reglementen en uitslagen der staatsprijskampen te beoordeelen door een Jury bestaande uit Leden der Academie; |
13o | desvoorkomend, de verslagen der Jurys; |
14o | levensberichten van afgestorven leden; |
15o | het jaarlijksch verslag van den Bestendigen Secretaris over den staat en werkzaamheid der Academie; |
16o | de jaarlijksche verslagen over den staat der verschillende academische stichtingen en fondsen; |
| |
| |
17o | de lijst van de door de leden in den loop van het voorgaande jaar uitgegeven geschriften; |
18o | de lijst der werken van de in den loop van het voorgaande jaar nieuw verkozen leden; |
19o | een lijst van de aanwinsten der boekerij in het voorafgaande jaar; |
20o | alle andere stukken, welke daartoe door de Academie: zullen worden aangewezen. - (Aangenomen.) |
| |
Art. 94.
Het bezorgen der overige geschriften, vanwege de Academie uitgegeven, geschiedt door de schrijvers of bewerkers onder toezicht van het Bestuur of van de bevoegde vaste Commissie.
Het Bestuur houdt tevens toezicht over al wat het uiterlijk der uitgave betreft. Het heen en terugzenden der drukproeven geschiedt door en aan den Bestendigen Secretaris, die alleen over het imprimatur beschikt.
Extra-correctie blijft ten laste van hem die ze veroorzaakt. (Aangenomen.)
| |
Art. 95.
Behoort een werk met teekeningen, platen enz. te worden voorzien, dan zal de schrijver of de betrokken Commissie daarvan aan 't Bestuur der Academie kennis geven. Als het Bestuur zulks noodzakelijk acht, wordt over het drukken van tekst en platen afzonderlijk beslist. - (Aangenomen.)
| |
Art. 96.
Blijkt de illustratie aanleiding te geven tot de raming te buiten gaande onkosten, dan wordt de uitgave verdaagd, en maakt de Bestendige Secretaris tegen de eerstvolgende vergadering een nieuw bestek op, waarop de Academie beslist of de uitgave voortgang zal hebben. - (Aangenomen.)
| |
Art. 97.
De uitgaven der Academie worden gedrukt in ten minste 400 exemplaren. - (Aangenomen.)
| |
Art. 98.
De schrijvers van in de Verslagen en Mededeelingen en in het Jaarboek opgenomen stukken hebben recht op 50 overdrukken met titelblad en afzonderlijke pagineering.
| |
| |
Op het titelblad zal echter vermeld worden: Overgedrukt uit de Verslagen en Mededeelingen of Overgedrukt uit het Jaarboek.
De schrijver of bewerker van afzonderlijk vanwege de Academie uitgegeven geschriften ontvangt, boven zijn honorarium, 75 presentexemplaren, onder voorbehoud dat ten minste twintig daarvan zullen gebruikt worden ter aankondiging en bespreking in binnen- en buitenlandsche tijdschriften.
De lijst dezer tijdschriften zal telkens door den schrijver van het betrokken werk in overleg met den Bestendigen Secretaris der Academie worden opgemaakt.
In geval meer overdrukken of exemplaren gewenscht worden, dan zullen die door den drukker der Academie geleverd worden volgens een tarief, vast te stellen door het Bestuur en den drukker, na gezamenlijk overleg. - (Aangenomen.)
| |
Art. 99.
De Academie zal alleen aannemen zulke mededeelingen en geschriften, die nog volkomen onuitgegeven zijn. - (Aangenomen.)
| |
Art. 100.
Alle ingezonden of ingeleverde handschriften blijven het eigendom der Academie. De schrijvers, of zij die doen blijken rechthebbende te zijn, kunnen er afschrift van bekomen op hunkosten. - (Aangenomen.)
| |
Art. 101.
Ten behoeve harer uitgaven sluit de Academie met haren drukker een contract af, geldende voor een termijn van vijf jaar, dat aan de goedkeuring der Regeering wordt onderworpen.
Te bekwamer tijd zal door beide partijen worden overgegaan tot herziening van de voorwaarden, lasten en bepalingen van dat contract, en de noodig bevonden wijzigingen aan de goedkeuring. der Regeering worden onderworpen. - (Aangenomen.)
| |
Zevende Hoofdstuk.
Over de geldmiddelen der Academie.
Art. 102.
De geldmiddelen der Academie bestaan uit:
1o | Het crediet dat jaarlijks door de Regeering te harer beschikking wordt gesteld; |
| |
| |
2o | de inkomsten der stichtingen en fondsen, haar toevertrouwd en door de Regeering te haren behoeve aanvaard. - (Aangenomen.) |
| |
Art. 103.
Deze geldmiddelen worden besteed tot:
1o | bezoldigingen en vergoedingen; |
2o | prijzen, het uitgeven der academische geschriften, onderhoud en vermeerdering der bibliotheek, bestrijding van alle huishoudelijke onkosten; |
3o | wetenschappelijke doeleinden van algemeenen aard. - (Aangenomen.) |
| |
Art. 104.
Het beheer van de geldmiddelen der Academie staat onder toezicht van een bijzondere Commissie, bestaande uit het Bestuur en drie leden, die in Januari gekozen worden door de Academie.
Die drie leden zijn niet onmiddellijk herkiesbaar. - (Aangenomen.)
| |
Art. 105.
Deze Commissie heeft in opdracht:
1o | uiterlijk voor 1 Februari van elk jaar de begrooting voor het volgend jaar op te maken, welke begrooting voorzien van een memorie van toelichting, in de eerstvolgende vergadering der Academie wordt ter tafel gebracht, en, na vaststelling, aan de Regeering ter goedkeuring wordt toegezonden. |
2o | twee maal 's jaars na te zien de rekening en verantwoording van den Bestendigen Secretaris over zijn geldelijk beheer, en in de eerstvolgende vergadering verslag uit te brengen over haar bevindingen. |
3o | desvoorkomend, de Academie te dienen van advies, aangaande voor te stellen of voorgestelde wijzigingen in de overeenkomst met den drukker. |
Van het in haar vergaderingen verhandelde wordt telkens een proces-verbaal opgemaakt, dat in een daartoe bestemd boek wordt overgeschreven en door alle leden der Commissie onderteekend. - (Aangenomen, behoudens het tweede lid aldus te lezen: Eén maal 's jaars.)
| |
| |
| |
Achtste hoofdstuk.
Over de Stichtingen en Fondsen.
Art. 106.
Voor elk aan de Academie toevertrouwd fonds of stichting wordt een reglement vastgesteld en aan de goedkeuring der Regeering onderworpen, waarin
1o | de bedoelingen van schenker of erflater, blijkende uit de schenkingsakte, nauwkeurig worden omschreven; |
2o | wordt bepaald, aan welke, vaste of tijdelijke Commissie, het beheer er van zal worden opgedragen; |
3o | alle verdere noodige maatregelen van uitvoering worden vastgesteld. - (Aangenomen, behoudens onder 1o te lezen: uit de akte van schenking of uit den uitersten wil...) |
| |
Art. 107.
Jaarlijks wordt, in de Februari-vergadering, over den staat van elke stichting of fonds een verslag uitgebracht door den Secretaris der Commissie, waaraan het beheer er van is opgedragen.
In dat verslag behoort een nauwkeurige verantwoording van de ontvangsten en uitgaven voor te komen.
Na goedkeuring door de Academie, worden deze verslagen opgenomen in de Verslagen en Mededeelingen, en in afschrift medegedeeld aan den Minister van Wetenschappen en Kunsten, ten fine van inlichting.
De zakelijke inhoud dezer verslagen wordt door den Bestendigen Secretaris op de jaarlijksche plechtige vergadering medegedeeld. - (Aangenomen, behoudens het derde lid te lezen: aan den bevoegden Minister.)
| |
Art. 108.
Alle uitgaven die uit een of ander fonds worden bekostigd, zullen samen een ondeelbare, doorloopend genummerde reeks uitmaken, en op den titel de vermelding daarvan voeren. - (Aangenomen.)
| |
| |
| |
Negende hoofdstuk.
Over het archief, de boekerij en de beambten.
Art. 109.
Archief en boekerij der Academie staan onder het toezicht van het Bestuur. De behoorlijke inrichting en bewaring van beide is opgedragen aan den Bestendigen Secretaris. - (Aangenomen.)
| |
Art. 110.
De Bestendige Secretaris doet de aankoopen, waartoe besloten wordt, draagt zorg voor de aanvulling der in de boekerij voorhanden boekwerken, alsook voor het inbinden daarvan, voor zoover zulks gevorderd wordt. Hij zorgt voor de vervaardiging, het drukken en uitgeven van een catalogus, voor het behoorlijk bijhouden daarvan, en geeft elke maand in de Verslagen en Mededeelingen eene lijst uit van de ten geschenke ontvangen en aangekochte boeken. Hij stelt aan het Bestuur zulke maatregelen voor, als gevorderd worden tot de bewaring en uitbreiding der boekerij. - (Aangenomen.)
| |
Art. 111.
Op de begrooting der Academie wordt jaarlijks eene som, ter beoordeeling van het Bestuur, uitgetrokken, welke zal besteed worden aan het aankoopen van boeken. - (Aangenomen.)
| |
Art. 112.
Alle boekwerken worden op de keerzijde van het titelblad voorzien van een stempel, vermeldende volgnummer en datum met het opschrift: Boekerij der Koninklijke Vlaamsche Academie.
Alle platen buiten den tekst zullen op de keerzijde worden voorzien van het kleine stempel der Academie.
Alle boekwerken die aan de Academie worden geschonken, zullen binnen in het omslag voorzien worden van een gedrukt etiketje als volgt:
(Aangenomen.)
| |
| |
| |
Art. 113.
De boekerij der Academie staat in de eerste plaats ten dienste van de leden; maar ook personen vreemd aan de Academie kunnen boeken ter inzage en ten gebruike krijgen, mits bekende of gebleken vertrouwbaarheid.
Verder zal door het Bestuur een reglement van orde voor de boekerij worden opgemaakt. - (Aangenomen, behoudens in het eerste lid te lezen: ...kunnen, met goedvinden van het Bestuur, boeken ter inzage...)
| |
Art. 114.
In de maand Februari dient de Bestendige Secretaris bij de Academie een verslag in over den toestand van boekerij en archief, en doet hij de voorstellen, welke tot hare bewaring, inrichting of uitbreiding geschikt zijn voorgekomen. - (Aangenomen.)
| |
Art. 115.
Tot het uitleenen van stukken uit het archief is machtiging van het Bestuur noodig, door den Bestendigen Secretaris aan te vragen. - (Aangenomen.)
| |
Art. 116.
Wie uit de boekerij een werk te leen ontvangt, verbindt zich stilzwijgend:
1o | tot het betalen van schadevergoeding voor verlies of bederf van het geleende. Zoowel de beoordeeling van het bewijs der toegebrachte schade als de schatting er van, is onvoorwaardelijk aan het Bestuur der Academie overgelaten. |
2o | geene handschriften uit de boekerij der Academie in het licht te geven, zonder daartoe vooraf door het Bestuur te zijn gemachtigd. - (Aangenomen.) |
| |
Art. 117.
Voor de ambtenaren, beambten en bedienden der Academie wordt door het Bestuur een dienstregeling vastgesteld, waarvan de handhaving aan den Bestendigen Secretaris opgedragen is. - (Aangenomen.)
| |
Art. 118.
De plaatsen worden begeven na een vergelijkend examen, waarvan de voorwaarden en het programma worden vastgesteld
| |
| |
door de Academie en aan de goedkeuring der Regeering onderworpen. - (Aangenomen, behoudens te lezen: vastgesteld door het Bestuur...)
| |
Art. 119.
Ambtenaren, beambten en bedienden worden benoemd, op voordracht der Academie, door den Koning of door den Minister van Wetenschappen en Kunsten. - (Aangenomen, behoudens te lezen: door den bevoegden Minister.)
| |
Slotbepaling.
Art. 120.
Tot wijziging van deze wet worden vereischt:
1o | een schriftelijk, met redenen omkleed voorstel van ten minste vijf gewone leden; |
2o | een principieele beslissing der Academie, met ten minste twee derden der stemmen van de aanwezige leden, dat tot wetsherziening zal worden overgegaan; |
3o | goedkeuring der ontworpen wijzigingen met ten minste twee derden der stemmen van de aanwezige leden; |
4o | goedkeuring van den Koning. - (Aangenomen.) |
- De Academie beslist, dat in de Juli-vergadering tot de tweede lezing van het ontwerp van Reglement zal overgegaan worden. - Aan de heeren Leden zal door den Bestendigen Secretaris een exemplaar van bedoeld Reglement, met de daaraan toegebrachte wijzigingen, gestuurd worden.
6o) Juli-vergadering. - Op voorstel van het Bestuur, zal die vergadering den 7 Juli plaats grijpen.
De vergadering wordt te 4 uur gesloten.
|
|