Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1909
(1909)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 285]
| |||||||||
Vergadering van 26 Mei 1909.Aanwezig de heeren: Prof. Dr. W. de Vreese, bestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris; de heeren Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Prof. Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Broeckaert, Jan Bols, Karel de Flou, Des. Claes, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Mr. A. Prayon-van Zuylen, Gustaaf Segers, Dr. Jac. Muyldermans, Jan Boucherij, Amaat Joos, Prof. Dr. Julius Mac Leod, Dr. Hugo Verriest, Is. Teirlinck en Prof. Dr. C. Lecoutere.
de heer Dr. Leo Goemans, briefwisselend lid.
De heeren Dr. H. Claeys, Dr. C. Hansen, Mr. Edw. Coremans, Dr. L. Simons en J. Helleputte, werkende leden, hebben laten weten, dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De Bestendige Secretaris, leest het verslag over de April-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
Geboorte van H.K.H. Prinses Juliana. - De heer Bestuurder Prof. Dr. W. de Vreese richt thans tot de Vergadering de volgende toespraak:
Waarde Medeleden,
De blijde verwachting, die Holland in spanning hield, is blijde werkelijkheid geworden; wij zijn getuige geweest van het geestdriftig geluk onzer Noorderbroeders, rondom den troon hunner geliefkoosde Vorstin geschaard met een eensgezindheid, waarvan men elders te vergeefs de wedergade zou zoeken. De geheele wereld door is deze ‘gelukkige gebeurtenis’ met onvermengde sympathie begroet, maar zeker nergens met grooter en oprechter vreugde dan door ons, Vlamingen! Wij ook hebben gejuicht om het geluk van de Koninklijke Ouders en van het Broedervolk. Al blijft Groot Nederland een schoone droom, wij zijn er ons wél van bewust, dat een krachtig Noord-Nederland | |||||||||
[pagina 286]
| |||||||||
onmisbaar is voor ons eigen volksbestaan, en dan, ‘bloed trekt’! Geen wonder dus, dat wij deelen in lief en leed onzer stamverwanten. Nu hun dit groote geluk is te beurt gevallen, spreekt Uw Voorzitter zeker in Uw aller geest, Mijne Heeren, door voor te stellen, aan onze broederlijke gevoelens lucht te geven door H.M. de Koningin Wilhelmina en Z.K.H. Prins Hendrik per telegram geluk te wenschen met de geboorte van Prinses Juliana! De Vergadering gaf door levendige toejuichingen haar instemming met het voorstel van den Bestuurder te kennen. Nadat Mr. A. Prayon-van Zuylen er zich nog uitdrukkelijk bij aangesloten had, werd het volgende telegram aan H.M. WILHELMINA en Hoogstderzelver Gemaal Z.K.H. Prins HENDRIK gezonden:
Aan Hare Majesteit Koningin Wilhelmina,
De Koninklijke Vlaamsche Academie, ter maandelijksche zitting vergaderd, juicht over de geboorte van Prinses Juliana, en biedt aan Hare Majesteit en aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik geestdriftige gelukwenschen.
Willem de Vreese,
Edw. Gailliard,
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering: Woordenboek der Nederlandsche Taal. 6e deel, 10e afl. (In-Inleggeld), bewerkt door Dr. A. Beets, 's-Gravenhage, 1909. - Id. 8ste deel, 4e afl. (Krul-Kwaad), bewerkt door Dr. J. Heinsius. Id. - Id. 11de deel, 13 afl. (Overnevelen-Overstorten), bewerkt door Dr. G.J. Boekenoogen. Halkin (Jos.) et Roland (C.-G.) - Académie Royale de Belgique. Commission Royale d'Histoire. Recueil des Chartes de l'Abbaye de Stavelot-Malmédy, publié par Jos. Halkin, Professeur à l'Université de Liége, et C.-G. Roland, Chanoine titulaire de la Cathédrale de Namur. Tome I. Bruxelles, 1909. | |||||||||
[pagina 287]
| |||||||||
Gheyn (J. van den). - Ministère des Sciences et des Arts. Catalogue des Manuscrits de la Bibliothèque Royale de Belgique, par J. van den Gheyn, S.J., Conservateur à la Section des Manuscrits. Tome huitième, Histoire de Belgique (histoire particulière): Anvers et Brabant. Bruxelles, 1908. Ministère de l'Intérieur et de l'Agriculture. Annuaire statistique de la Belgique. 39e année: 1908. Tome XXXIX. Bruxelles, 1909. Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. Notices biographiques et bibliographiques concernant les membres, les correspondants et les associés. 1907-1909. - 5me édition. Bruxelles, 1909.
Tijdschriften. - Académie Royale de Belgique. Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques et de la Classe des Beaux-Arts, nos 2 et 3, 1909. - Bibliographie de Belgique: 1o) Table alphabétique de la deuxième partie: Périodiques, année 1908; 2o) Première partie: Livres. nos 5-9, 1909; 3o) Deuxième partie: Publications périodiques, nos 5-9, 1909; 4o) Bulletin mensuel des sommaires des périodiques, nos 1-3, 1909 - Le Musée belge, no 1, 1909. - Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, no 3, 1909. - Revue de l'Université de Bruxelles, no 6, 1909. - Revue Sociale Catholique, no 6, 1909. - Wallonia, nos 4 et 5. 1909. - Bulletijn der Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde te Gent, nrs 3 en 4, 1909. - Bulletin des Musées Royaux, nos 3 et 4, 1909. - Arbeidsblad, nrs 5-8, 1909. - Maandschrift van het Beheer van Landbouw, nrs 3 en 4, 1909. - Annales des Travaux publics, no 2, 1909.
Door den Oudheidkundigen Kring van de Stad en het voormalig land van Aelst, te Aalst: Annalen van den Oudheidkundigen Kring van de Stad en het voormalig Land van Aelst, 5e jaar, 1909, I: Paul de Clippele: Le Château de Ghijsegem. Alost, 1909.
Door de Société d'Émulation de Bruges, te Brugge: Annales de la Société d'Émulation de Bruges. Revue trimestrielle pour l'étude de l'histoire et des antiquités de la Flandre. Tome LIX de la collection, 1er fasc., février 1909.
Door de Société d'Archéologie de Bruxelles: Annuaire de la Société d'Archéologie de Bruxelles Tome XX, 1908. - Annales de la Société d'Archéologie de Bruxelles. Mémoires, Rapports et Documents. Publication périodique. T. 22, nos III et IV, 1908.
Door de Katholieke Hoogeschool te Leuven: Université catholique de Louvain. Bibliographie. Liste des professeurs. 1834-1908. - Travaux du corps académique de 1908. - Institutions universitaires. Louvain, 1908. Annuaire de l'Université catholique de Louvain. 1909, 73me année. | |||||||||
[pagina 288]
| |||||||||
Door de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, te Leiden: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, uitgegeven vanwege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. 26e deel; nieuwe reeks, 18de deel, 3de en 4de aflevering. 27e deel; nieuwe reeks, 19de deel, 1ste en 2de aflevering. Leiden, 1907-1908.
Door de Société Historique et Archéologique dans le Limbourg, te Maestricht: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg, à Maestricht. Tome XLIV. Nouvelle série, tome XXIV, 1908. Maestricht, 1908.
Door het Kon. Danske Videnskabernes Selskab, te Kopenhagen: Oversigt over det Kongelige Danske Videnskabernes Selskabs Forhandlinger. 1908, nr 6, med 2 tavler; 1909, nr 1, med 2 tavler.
Door de Böhmische Kaiser Franz Josef Akademie der Wissenschaften, Literatur und Kunst, te Prag: Statut der Böhmischen Kaiser Franz Josef Akademie der Wissenschaften, Litteratur und Kunst. (Genehmigt mit Allerhöchster Entschliessung vom 23. Januar 1890.) Prag, 1896. Vysoky (Hynek). - Rozpravy Ceske Akademie Cisare Frantiska Josefa pro Vedy, Slovesnost a Umení. Trida III, Císlo 28. Praxiteles. Napsal Hynek Vysoky. V Praze, 1909. Schulz (Vaclav). - Historicky Archiv vydává J. Trída Ceske Akademie Cisare Frantiska Josefa pro Vedy, Slovesnost a Umèní. Cislo 34: Príspevky K Dejinám Soudu Komorního Království Ceského z let 1627-1783. Podává Vaclav Schulz. V Praze, 1909. Académie des Sciences de l'Empereur François Joseph I. (Ceske Akademie Cisare Frantiska Josefa I.) Bulletin International. Résumés des travaux présentés. Classe des Sciences mathématiques, naturelles et de la Médecine. XIIIe année. (1908.) Prague, 1909.
Door de R. Accademia delle Scienze dell' Istituto di Bologna: Memorie della R. Accademia delle Scienze dell' Istituto di Bologna. Classe di Scienze Morali, Serie I, tomo II, 1907-08. Sezione di Scienze Giuridiche, fasc. II. - Id. Sezione di Scienze Storico-Filologiche, fasc. II. - Rendiconto delle sessioni della R. Accademia delle Scienze dell' Istituto di Bologna. Classe di Scienze Morali. Serie I, vol. II (1908-09), fasc. I, Marzo 1909.
Door de University of Pennsylvania, te Philadelphia: The University Bulletins. Ninth Series: no 2, Part 2. University of Pennsylvania. Catalogue 1908-1909. Philadelphia, 1909.
Door den heer Jan Broeckaert, werkend lid der Academie, te Dendermonde: Broeckaert (Jan). - Grafschriften voor de familie Nieulant in de O.-L.-Vrouwkerk van Dendermonde. Dendermonde, 1909. (Over- | |||||||||
[pagina 289]
| |||||||||
druk uit Gedenkschriften van den Oudheidkundigen Kring der Stad en des voormaligen Lands van Dendermonde.) Broeckaert (Jan) - Een rechtsgeding tusschen de linnenwevers en de fusteiniers van Dendermonde. Dendermonde, z.j (Id.) Rekening van de grafelijke tol- en maalrechten te Dendermonde 1383-1384. Z.p of j. (Id.)
Door den heer G. Segers, werkend lid der Academie, te Hoogstraten: Nederlandsche Schrijvers voor het Middelbaar Onderwijs. Nr 6, Potgieter. II. Kritieken. - Nr 7, H. Verriest. - Nr 8, Da Costa. I. Godsdienstige en Bijbelsche Poëzie. - Nr 9, De Génestet. - Nr 10, J.R. Snieders.
Door den heer Jan Boucherij, werkend lid der Academie, te Antwerpen: Nrs 113-114 van: Verhandelingen van de Algemeene Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding. Nr 113. Prims (E.H.). - Wat iedereen weten moet over Geld en Geldwaarde, Munt en Muntstelsels, door den E.H. Prims, Licentiaat in de Zedelijke en Geschiedkundige Wetenschappen, Leeraar aan het St.-Stanislascollege te Berchem. Antwerpen, z.j. (1909.) Nr 114. Lemaire (E.H.R.). - Kunst voor Allen, door den heer E.H.R. Lemaire, Leeraar van Bouwkunde aan de Hoogeschool te Leuven. Antwerpen, z.j. (1909.)
Door den heer Dr. Eugeen van Oye, briefwisselend lid der Academie, te Oostende: Van Oye (Dr. Eugène). - Les premiers soins à donner en cas d'accidents subits. Conférences du Dr. Frédéric von Esmarch, Professeur de chirurgie à l'Université de Kiel, Président de l'Association samaritaine allemande. Traduit, avec l'autorisation de l'auteur, sur la 23e édition allemande, par le Dr. Eugène Van Oye, Professeur d'hygiène à l'École industrielle et à l'École de navigation d'Ostende. Cinquième édition française, revue et augmentée. Ornée de 96 figures dans le texte. Bruxelles, 1909.
Door den heer Dr. J. te Winkel, buitenlandsch eerelid der Academie, te Amsterdam: Neerlands liefde voor Oranje. Rede naar aanleiding der geboorte van Prinses Juliana, op Zaterdag 8 Mei 1909 in de Aula der Universiteit van Amsterdam gehouden, door Dr. J. te Winkel, Hoogleeraar te Amsterdam. Z. pl. of j. (1909.)
Door Z.E.D. Mercier, kardinaal-aartsbisschop van Mechelen: La Vie diocésaine. Bulletin du diocèse de Malines. T. III, fasc. IV, Avril 1909, en Documenta I, Mars 1909. | |||||||||
[pagina 290]
| |||||||||
Door den heer Herman Baccaert, beambte aan het Ministerie van Wetenschappen en Kunsten, te Mechelen: Baccaert (Herm.). - Emanuel Hiel. Zijn leven en zijn werk. Eene studie door Herman Baccaert. Antwerpen, 1909.
Door den heer Edm. Sacré, photograaf te Gent: Vicariat Apostolique du Gabon (Deux-Guinées). Récits de l'Ancien et du Nouveau Testament (texte fân). Ntén nzamoe ngoe milân mi ne ntêna ezango b'alè na ntên nzamoe ntól ye ntên nzamoe nififi. Traduction du R.P. Joseph Tanguy, de la Congrégation du Saint-Esprit, missionnaire du Gabon. Libreville, 1906. R.P. Pacifique de Valigny, Capucin. - Le catéchisme Micmac. Ce Catéchisme écrit en 1759 par le célèbre abbé Maillard, surnommé l'apôtre des Micmacs, et complété en 1900 par le P. Pacifique, missionnaire des Micmacs de Ristigouche, a été approuvé le 14 Mars 1901 par S.G. Mgr. l'Evêque de Rimouski. Ristigouche P.Q., 1906. Catéchisme de la Doctrine catholique en langue Fân (Gabon). Abbeville, 1905.
Door de Redactie: Het Boek, Maandschrift uitgegeven door het Syndikaat der Boeknijverheden van Oost-Vlaanderen, nrs 6-7, 1909. - Onthoudersblad, nrs 3 en 4, 1909. - Oudheid en Kunst, nr 1, 1909. - De Tuinbode, nrs 4-6, 1909.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Beissel (Stephan). - Geschichte der Verehrung Marias in Deutschland während des Mittelalters. Ein Beitrag zur Religionswissenschaft und Kunstgeschichte. Von Stephan Beissel S.J. Mit 292 Abbildungen. Freiburg im Breisgau, 1909. Bezemer (Mr. W.) en de Blécourt (Mr. A.S.). - Oude Vaderlandsche Rechtsbronnen. Rechtsbronnen van Zierikzee. Uitgegeven door Mr. W. Bezemer, Adjunct-archivaris van Rotterdam, na diens overlijden voortgezet door Mr. A.S. de Blécourt, Rechter in de Arrondissements-rechtbank te Zutphen.'s-Gravenhage, 1908. (Tweede reeks, nr 9, van Werken der Vereeniging tot uitgave der Bronnen van het Oude Vaderlandsche Recht, gevestigd te Utrecht.) Gheyn (J. van den). - Cronicques et conquestes de Charlemaine. Reproduction des 105 miniatures de Jean de Tavernier, d'Audenarde (1460), par J. van den Gheyn S.J., conservateur des manuscrits à la Bibliothèque Royale de Belgique. Bruxelles, 1909. Goovaerts (Fr. Léon). - Écrivains, Artistes et Savants de l'Ordre de Prémontré Dictionnaire bio-bibliographique par le Fr. Léon Goovaerts, chanoine régulier de l'abbaye d'Averbode. Vol. III, 1re livr. Bruxelles, 1908. | |||||||||
[pagina 291]
| |||||||||
Grimm (J. und W.). - Deutsches Wörterbuch von Jacob Grimm und Wilhelm Grimm. Fortgesetzt von Dr. Hermann Wunderlich, Dr. Karl von Bahder, Dr. Rudolf Meiszner, Dr. Moriz Heyne, Dr. Rudolf Hildebrand, Dr. Matthias Lener, Dr. Karl Weigand und Dr. Ernst Wülcker. Dreizehnten Bandes, achte Lieferung (Wallung-Wand), bearbeitet von Dr. K. von Bahder. Leipzig, 1909. Proctor (Rob.). - Bibliographical Essays by Robert Proctor. London, 1905. Reichling (Dietericus). - Appendices ad Hainii-Copingeri Repertorium Bibliographicum, additiones et emendationes edidit Dietericus Reichling, Dr. phil., gymnasii Regii Paulini Monasteriensis professor. Fasc. IV-V. Monachii, 1908. Röhricht (Reinhold). - Deutsche Pilgerreisen nach dem Heiligen Lande, von Reinhold Röhricht. Neue Ausgabe. Innsbruck, 1900. Schelven (Dr. A.A. van). - De Nederduitsche Vluchtelingenkerken der XVIe eeuw in Engeland en Duitschland in hunne beteekenis voor de Reformatie in de Nederlanden, door Dr. A.A. van Schelven. 's Gravenhage, 1909. Weizsacker (H.), Sembrau (M.), Warburg (A.), Kautzsch (R.), Wulff (O.), Schubring (P.), von Schmidt (J.), Simon (K.), Graf Vitzthum (G.), Niemeyer (W.), Pinder (W.). - Kunstwissenschaftliche Beiträge August Schmarsow gewidmet zum fünfzigsten Semester seiner akademischen Lehrtätigkeit, von H. Weizsacker, M. Sembrau, A. Warburg, R. Kautzsch, O. Wulff, P. Schubring, J. von Schmidt, K. Simon, G. Graf Vitzthum, W. Niemeyer, W. Pinder. Leipzig, 1907. Colloquia et Dictionariolum octo linguarum; Latinae, Gallicae, Belgicae, Teutonicae, Hispanicae, Italicae, Anglicae et Portugalicae. Liber omnibus linguarum studiosis domi ac foris apprimè necessarius. Colloques ou Dialogues, avec un Dictionaire, en huict languages, Latin, Flamen, François, Alleman, Espaignol, Italien, Anglois & Portuguez: Nouvellement reveus, corrigez & augmentez de quatre Dialogues, tres-profitables & utils, tant au faict de marchandise, qu'aux voyages & autres traffiques. Colloquien oft t'samen-sprekingen met eenen vocabulaer in acht spraken, Latijn, Francois, Nederduytsch, Hoochduytsch, Spaens, Italiaens, Enghels ende Portugijsch: Van nieus verbetert ende vermeerdert van vier Colloquien, seer nut ende profytelick tot Coopmanschap, reyse ende andere handelinghen. Middelburgi, Apud Viduam et Haeredes Simonis Moulerti. Ordin. Zeland. Typog. Anno 1631. Schwenke (Dr. Paul). - Zentralblatt für Bibliothekswesen. Begründet von Otto Hartwig. Herausgegeben unter Mitwirkung zahlreicher Fachgenossen des In-und Auslandes, von Dr. Paul Schwenke, Erstem Direktor der Koniglichen Bibliothek in Berlin. XXVI. Jahrgang, 4. Heft, April 1909. - Id. 5. Heft. De Gids, nr 5, 1909. - Sint Lucas, nr 9, 1909. | |||||||||
[pagina 292]
| |||||||||
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatst verschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
De Belgische School, nrs 9-10, 1909. - Biekorf, nrs 7-10, 1909. - Bijdragen tot de Geschiedenis, bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant, nr 5, 1909. - Christene School, nrs 12-14, 1909. - Dietsche Warande en Belfort, nrs 4-5, 1909. - De Katholiek, nr 5, 1909. - Het Katholiek Onderwijs, nrs 6-7, 1909. - Korrespondenzblatt, nr 1, 1909. - Nederlandsch Archievenblad, nr 3, 1909. - Neerlandia, nr 4, 1909. - Onze Kunst, nr 5, 1909. - De Opvoeder, nrs 11-15, 1909. - De Opvoeding, nr 45, 1909. - De Schoolgids, nrs 14-21, 1909, en van blz. 129-144 van Studiën op de Paedagogie, door Roeland Van de Casteele. - St.-Cassianusblad, nr 5, 1909; Bijvoegsel, nr 8, 1909. - De Student, nr 2, 1909. - Studiën, nrs 3 en 4, 1909. - Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen, nrs 1 en 2, 1909. - Het Vlaamsch Bestuur, nr 4, 1909. - De Vlaamsche Gids, nr 3, 1909. - De Vlaamsche Kunstbode, nrs 3-4, 1909. - Volkskunde, nrs 3-4, 1909. - Zeitschrift des Vereins für Volkskunde, nr 2, 1909.
Ingekomen stukken. - De Bestendige Secretaris geeft mededeeling van de volgende ingekomen stukken:
| |||||||||
[pagina 293]
| |||||||||
Mededeeling door den heer Bestuurder.Wetenschappelijke zending. - Plaatsnamen. - De heer Bestuurder doet de volgende mededeeling aan de Academie: Voor zijne studie over de Plaatsnamen der provincie West-Vlaanderen en van het Noorden van Frankrijk, wenscht de heer K. de Flou, in verschillende plaatsen van het Noorder-Departement en van het Département du Pas de Calais, nl. te Duinkerke, Sint-Omaars, Boulogne, Samer, Montreuil, Etaples, Kaleis, enz., kennis te nemen en inventaris op te maken van alle cartularia en landboeken, die voor de studie onzer oude toponymie dienstig blijken, ook tevens, waar zulks doenlijk is, excerpten te verzamelen uit kerk- en dischregisters, renteboeken van hospitalen, kloosters, enz. Het Bestuur der Academie, zegt de heer Dr. de Vreese, heeft zich, na onderzoek, met dien wensch vereenigd en dientengevolge aan de Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde voorgesteld, onzen Collega K. de Flou met een dergelijke wetenschappelijke zending te belasten. In haar morgenvergadering van heden heeft deze Commissie haar goedkeuring gehecht aan dat voorstel. De heer Bestuurder verzoekt dus de Vergadering deze beslissing te willen bekrachtigen en het Bureel te machtigen de vereischte goedkeuring der Regeering aan te vragen. - Bij eenparigheid van stemmen beslist de Academie het voorstel der Commissie aan te nemen. | |||||||||
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.1o) J. Salsmans-Fonds. - Met innig genoegen brengt de Bestendige Secretaris ter kennis der Vergadering, dat hij voor de eerste maal de rente (eerste halfjaar 1909: 300 fr.) van het Salsmans-Fonds ontvan- | |||||||||
[pagina 294]
| |||||||||
gen heeft. Zooals voor de andere fondsen der Academie, heeft hij de ontvangen gelden op de Spaarkas belegd. - Te dezer gelegenheid brengt de Academie nogmaals een warme hulde aan Pater Jozef Salsmans, den milden stichter van het Fonds. Moge dit weldra, ten bate van de wetenschap en voor de eer van onze Koninklijke Instelling, heilzame vruchten afwerpen!
2o) Ruilverkeer met buitenlandsche Academies. - Als gevolg van de aan de Academie bekende bemoeiingen van onzen Geachten Bestuurder Prof. Dr. W. de Vreese, is onze Koninklijke Instelling met de volgende geleerde genootschappen in ruilverkeer getreden:
a) Königliche Sächsische Gesellschaft der Wissenschaften, te Leipzig. Vanwege dit genootschap heeft de Academie reeds een zeer merkwaardige verzameling boeken ontvangen, zijnde de handelingen van de Philologisch-historische Klasse, van 1888 tot 1907. (Zie boven blz. 255-259.) - Deze handelingen zullen voortaan regelmatig aan de Academie gezonden worden. Bij wijze van ruiling heeft de Bestendige Secretaris, op last van het Bestuur, aan den weled. heer Dr. Abendroth, archivaris van de ‘Gesellschaft’, al de nog beschikbare uitgaven der Academie laten geworden.
b) Böhmische Kaiser Franz Josef Akademie der Wissenschaften, te Praag. Vanwege den weled. heer Bohuska Raginau, algemeenen Secretaris dier Keizerlijke Instelling, is bericht ontvangen (6n April), dat deze in haar vergadering van 13n Maart besloten heeft, een ruiling van uitgaven met onze Academie aan te gaan. - Het Bestuur zal daaraan het gewenschte gevolg te geven. (Zie boven blz. 288, de lijst der reeds aan de Academie gezonden uitgaven.) | |||||||||
[pagina 295]
| |||||||||
Mededeelingen namens Commissiën.1o) Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. - De heer K. de Flou, secretaris, legt ter tafel het volgende verslag over de vergadering door de Commissie den 6 April gehouden:
Zijn aanwezig: de heeren Dr. W. de Vreese, voorzitter, J. Broeckaert, Th. Coopman, Edw. Gailliard, Jhr. Dr. K. de Gheldere, A. Joos, Dr. Lecoutere, leden, en De Flou, secretaris. Het verslag van de Februari-zitting wordt voorgelezen en goedgekeurd. Verslagen worden gelezen door de heeren Dr. W. de Vreese en K. de Flou over de Toponymie van den Reinaert van den heer Is. Teirlinck. Beide beoordeelaars besluiten tot opnemen van genoemd werk in de reeks der uitgaven van de Commissie voor Middelnederlandsche letteren. Er wordt beslist een voorstel in dien zin aan de algemeene vergadering der Academie te doen.
2o) Bestendige Commissie voor Nieuwere Taalen Letterkunde. - De heer Th. Coopman, secretaris, brengt het volgend verslag uit over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Waren aanwezig: de heeren Prof. Dr. W. de Vreese, voorzitter, kanunnik Dr. Jac. Muyldermans, ondervoorzitter, Prof. Dr. Julius Mac Leod, Prof. Mr. Julius Obrie, Mr. A. Prayon-van Zuylen, Is. Teirlinck, leden, en Th. Coopman, secretaris. Bij het openen der vergadering vestigt de heer Mac Leod de aandacht op het vakonderwijs, dat overal en meer en meer aan de orde van den dag is. De Vak- en Kunstwoordenboeken der Academie worden zeer begeerd en het ware hoogst nuttig, wilde de Koninklijke Vlaamsche Academie daarmede rekenschap houden bij het uitschrijven van hare prijsvragen. - Van dien wensch wordt aanteekening gehouden.
De Commissie neemt vervolgens de onderstaande beslissingen. Deze zullen aan de goedkeuring der Academie onderworpen worden. | |||||||||
[pagina 296]
| |||||||||
a.) Van de Ven-Heremans-Fonds. Verhandeling als Nr 6 van het Fonds ter uitgave aangeboden: De Statistische Methode in de Plantenkunde en hare toepassingen op de Studie van den invloed der levensvoorwaarden, door Dr. C. de Bruyker, praeparator aan de Gentsche Hoogeschool. - De Commissie heeft kennis genomen van de verslagen door de heeren Prof. Dr. Julius Mac Leod, Is. Teirlinck en A. de Cock over deze verhandeling uitgebracht. (Zie beneden blzz. 311-313.) De drie verslaggevers zijn het eens om aan de Academie voor te stellen de verhandeling van Dr. de Bruyker onder de uitgaven van het Van de Ven-Heremans-Fonds op te nemen. Dr. de Bruyker, zegt de eerste verslaggever, heeft op het gebied der wetenschap reeds goed werk verricht. De thans aangeboden verhandeling werd in den Hoogeschool-Wedstrijd (groep Plantenkunde, 1908) bekroond en zal een kostbare bijdrage zijn tot de studie der biostatistische methode: Schrijver heeft echter niet een eenvoudige compilatie ingezonden; ook getuigt zijn werk, dat hij sedert jaren, door langdurige oorspronkelijke onderzoekingen, met het onderwerp volkomen vertrouwd is geworden. De Commissie stelt derhalve voor de verhandeling van Dr. de Bruyker ter perse te laten gaan. - De Academie keurt dat voorstel goed. Door den Bestendigen Secretaris zal daarvan kennis gegeven worden aan den Eerw. heer Pater J. Van de Ven, S.J., te Aalst, den stichter van het Fonds.
b.) Voedingsvakschool te Gent. Reeks wetenschappelijke studies tot bekendmaking van gedane proefnemingen. - De heer Coopman deelt vervolgens mede, dat de Commissie in kennis is gesteld geworden met de Beknopte monographie van Bacillus prodigiosus (eene bacterie met roodgekleurde coloniën), door de heeren Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder van het Chemisch en Bacteriologisch Laboratorium der stad Gent, en L. Bosmans, bakker, | |||||||||
[pagina 297]
| |||||||||
leerling aan de Voedingsvakschool aldaar, ter opname in de Verslagen en Mededeelingen aangeboden. Deze verhandeling maakt het vijfde deel uit van de Reeks Wetenschappelijke studies, waarvan een schrijven van den Bestendigen Secretaris (12 Juni 1907) gewaagde. (Zie Verslagen en Mededeelingen, jaarg. 1907, blzz. 511-512.) - De Commissie heeft beslist aan de Academie voor te stellen, bedoelde studie, evenals die vier voorafgaande, te laten opnemen. (Goedgekeurd.) | |||||||||
Letterkundige mededeeling.1o) Door den heer Th. Coopman, over: Emanuel Hiel, zijn leven en zijn werk. Eene studie door Herman Baccaert.‘....Stilaan geraakt vergeten, wat de man was: wat hij schreef, ligt reeds half onder het stof begraven’ schreef Dr. Baccaert in zijn ‘Woord vooraf’, en hij voegde erbij: ‘Die miskenning is onverdiend; E. Hiel heeft rechtmatige aanspraak op waardeering vanwege de jongere geslachten’. Met zijne verdienstelijke studie, vervulde dus Baccaert eene daad van piëteit. Dit vergt des te meer erkenning, daar hij zelf tot de allerjongste ‘jongeren’ behoort, en de Muzen huldigt als dichter, toondichter en zanger. Hij schetst Hiel, als dichter: met zijne liefde voor het natuurschoon; zijn opgewekt gemoedsleven, zijn zin voor mooie klanken en zwierige rhythmen, welke hem stempelden tot een echt lyrieker, die, inzonderheid vóór 1880, leven en beweging bracht in onze poëzie. Al liet hij zich vaak verleiden, door gebrek aan zelfkritiek, tot bloote rijmelarij, toch heeft hij ten overvloede bewezen, ‘dat hij wezenlijk een dichter is geweest met groot talent’. Het doet deugd deze onpartijdige studie te mogen lezen, en wij hopen dat H. Baccaert, bij eene nieuwe uitgaaf, - welke naar wij hopen niet lang zal uitblijven, - zijn werk zal volledigen door toevoeging van een Bibliographisch gedeelte; immers, over geen onzer dichters werd wellicht meer geschreven dan over Em. Hiel. Het zal hem ongetwijfeld aansporen blz. 118 en vlgg., of sommige regelen daarvan, te vervangen door een nieuw, passender en treffender phychologisch hoofdstuk. | |||||||||
[pagina 298]
| |||||||||
2o) Door den heer Gustaaf Segers over: Nederlandsche Schrijvers voor het Middelbaar Onderwijs. Nr 6: Potgieter; Nr 7: H. Verriest; Nr 8: Da Costa; Nr 9: De Genestet; Nr 10: J.R. Snieders. Uitgave van de Eerw. heeren De Wals, Raeymakers en Walgrave, leeraars aan het Aartsbisschoppelijk Seminarie te Hoogstraten, en door den Eerw. heer Coussens, leeraar aan het Bisschoppelijk Seminarie, te Brugge.De Nrs heden aan de Koninklijke Vlaamsche Academie aangeboden, onderscheiden zich door wezenlijke verdiensten, zoowel wat de keuze der stukken als de wijze van bewerking betreft. De fijne ‘essays’, die in Nr 7 voorkomen, zullen onze studeerende jeugd vooral welkom zijn. Zij zijn vol opmerkingsgeest, scherpen opmerkingsgeest: Schrijver heeft een open oog voor menschen en zaken, niet alleen voor hunne uiterlijke vormen, maar ook voor hun innig wezen; voor hem is alles bezield, is geheel de natuur vol poëzie. Want een dichter, een wezenlijk dichter is hij, die in alles poëzie weet te vinden, en ze ons weet te doen smaken; die alles door het eigenaardig prisma zijner personaliteit ziet, alles met zijn edel hart verwarmt en op zijne eigenaardige manier uitdrukt: die sympathiek, jong, jolig is en blijft, op de studenten eene onweerstaanbare tooverkracht uitoefent; zoodat het een geluk mag genoemd worden, dat zulke dichter-leeraar in hunne nabijheid komt. Deze boekjes zijn uitmuntend geschikt voor leerlingen, die onze moedertaal leeren: de Vlaamsche studenten zullen er overigens evenzeer hunne gading in vinden als de Waalsche. Ik vestig nogmaals de bijzondere aandacht der bestuurders en leeraars onzer middelbare onderwijsinrichtingen op deze hoogst nuttige uitgaven. Gustaaf Segers. | |||||||||
Motie van orde.Taalonderricht in het Middelbaar Onderwijs. - De heer Mr. A. Prayon-van Zuylen legt de volgende motie van orde ter tafel:
Mr. Prayon-van Zuylen stelt voor, dat het Bestuur zonder verwijl zou onderzoeken, op welke wijze de Koninklijke Vlaam- | |||||||||
[pagina 299]
| |||||||||
sche Academie hare wenschen aangaande de Regeling van het taalonderricht in het Middelbaar Onderwijs aan de Kamers kan bekend maken, bepaaldelijk met het oog op de voorstellen der heeren volksvertegenwoordigers Coremans, Franck en Segers.
De heer Prayon-van Zuylen licht zijne motie toe. | |||||||||
Dagorde.1o) Wedstrijden voor 1909. Lezing der verslagen. (Ingevolge art. 31 der Wetten van 15 Maart 1887, gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 25 Maart 1891.) - De heeren beoordeelaars brengen hun verslagen ter tafel; de Vergadering neemt er kennis van en beslist, dat zij zullen gedrukt worden en, vóor de Juni-vergadering, aan de heeren werkende Leden medegedeeld.
2o) Jaarlijksche Plechtige Vergadering, op Zondag, 27 Juni. - Vaststelling van het Programma. - Op voorstel van het Bestuur, wordt het Programma als volgt vastgesteld:
3o) Jaarlijksch Feestmaal der Academie, op Zondag, 27 Juni. - De Vergadering beslist, de inrichting daarvan aan den heer Bestendigen Secretaris toe te vertrouwen.
4o) Geheime vergadering te 3 uur. - Candidaten voor het Lidmaatschap der Academie. Voorstelling van candidaten voor de openstaande plaats van buitenlandsch | |||||||||
[pagina 300]
| |||||||||
eerelid. Bespreking der candidaturen. - De Bestuurder meent zich te mogen bepalen met te verwijzen naar het verslag van de vergadering, den 30 Maart 1909, door de Commissie tot voorstelling van candidaten gehouden. (Dit gedrukt verslag werd den 21 Mei, aan de heeren werkende Leden vertrouwelijk medegedeeld.)
5o) Ontwerp van Reglement. Bespreking. - De Academie zet de bespreking van dit ontwerp voort. Bij eerste lezing worden de volgende artikelen aangenomen, behoudens de daarbij aangegeven wijzigingen: | |||||||||
Vierde hoofdstuk.
| |||||||||
Art. 44.Het Bestuur vertegenwoordigt de Academie zoo in als buiten rechten; het beheert haar algemeene, huishoudelijke belangen, en doet, voor zoover noodig, de vereischte voorstellen daartoe aan 's Lands Regeering. De werkzaamheden van alle vergaderingen worden door het Bestuur voorbereid en geregeld. Met het oog op een en ander houdt het eens in de maand eene vergadering; als de omstandigheden het vereischen, kunnen ook buitengewone bestuursvergaderingen gehouden worden. Van alle bestuursvergaderingen wordt door den Bestendigen Secretaris proces-verbaal opgemaakt, en door hem alsmede door de beide bestuurderen geteekend. - (Aangenomen, met weglating, in het eerste lid, van de woorden: zoo in als buiten rechten.) | |||||||||
[pagina 301]
| |||||||||
Art. 45.In alle zaken, die niet uitdrukkelijk aan een bepaalde commissie zijn opgedragen, geeft het Bestuur praeadvies. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 46.De Bestuurder en de Onderbestuurder worden verkozen voor den tijd van een jaar. De verkiezing heeft plaats in de maand November; de verkozenen treden in bediening den 1n Januari daaraanvolgende. Zij zijn niet onmiddellijk herkiesbaar. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 47.De Bestuurder regelt het algemeen bestuur der Academie, en heeft met het oog daarop zitting in alle commissiën. Hij zit alle vergaderingen der Academie voor, leidt de beraadslagingen en handhaaft haar orde (zie art. 37); hij zorgt er voor dat het reglement wordt nageleefd, spreekt de beslissingen uit die door de Academie genomen worden, en onderteekent, met den Onderbestuurder en den Bestendigen Secretaris, alle van de Academie uitgaande stukken en besluiten. Bij stemmingen brengt hij zijn stem het laatst uit. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 48.Indien de Bestuurder verhinderd wordt eenige vergadering geheel of gedeeltelijk bij te wonen, dan geeft hij daarvan kennis aan den Onderbestuurder en aan den Bestendigen Secretaris. De Onderbestuurder vervangt hem dan, en treedt in al zijn rechten en verplichtingen. Bij ontstentenis of afwezigheid van Bestuurder én Onderbestuurder, wordt de vergadering door den Bestuurder van het voorgaande jaar geleid. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 49.De Bestendige Secretaris wordt voor heel zijn leven benoemd door den Koning, uit eene voordracht van twee candidaten, opgemaakt door de Academie bij geheime stemming en met volstrekte meerderheid van stemmen. De voordracht zal opgemaakt worden in de eerste vergadering, die gehouden wordt nadat de plaats is opengevallen; | |||||||||
[pagina 302]
| |||||||||
er kan echter geen beslissing genomen worden, als niet ten minste twee derden der gewone leden aanwezig zijn. De Bestendige Secretaris is gehouden te Gent te wonen. - (Aangenomen, behoudens in alinea t te lezen: voor het leven.) | |||||||||
Art. 50.De Bestendige Secretaris brengt de besluiten van de Academie en haar Bestuur ten uitvoer; hij stelt de verslagen op van alle vergaderingen van de Academie en van het Bestuur, welke verslagen, nadat ze goedgekeurd zijn, door het geheele Bestuur worden onderteekend. Hij onderteekent met den Bestuurder en Onderbestuurder de genomen besluiten en alle stukken die van de Academie uitgaan. Hij ontvangt de inkomende stukken, teekent ze aan op de brievenlijst, brengt ze ter tafel in de eerstvolgende bestuursvergadering en, voor zoover het Bestuur het noodig acht, in de vergaderingen der Academie. Hij voert de briefwisseling, behoudens zijne verantwoordelijkheid aan het Bestuur, aan wiens oordeel het ontwerp van alle stukken van eenig belang voorafgaandelijk zal dienen te worden onderworpen. Hij is belast met het bezorgen, verzenden en bewaren van alle uitgaven der Academie; met de bewaring van alles wat aan de Academie toebehoort, inzonderheid van het archief en de boekerij. Met het oog daarop zal hij voor alle behandelde zaken liggers aanleggen, volgens de regelen van een welgeordend bestuur. Hij voert de comptabiliteit der Academie, behoudens verantwoording aan de bevoegde Commissie (zie beneden art. 106-107) en voorziet de rekeningen van de vereischte goedkeuring. Hij brengt tegen de maand Januari een verslag in gereedheid, vermeldende den staat der Academie en hare lotgevallen en handelingen gedurende het verloopen jaar, onderwerpt dit aan de goedkeuring van het Bestuur en van de Academie, waarna het aan den Koning, en in afschrift aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, wordt aangeboden (zie boven art. 4). De Bestendige Secretaris geniet voor zijne werkzaamheden een jaarwedde, door de Regeering te bepalen. | |||||||||
[pagina 303]
| |||||||||
Hij is het verantwoordelijk hoofd van de beambten en bedienden der Academie. - (Aangenomen, behoudens in alinea 6 te lezen: Hij houdt de boeken der Academie, - en in alinea 7: en in afschrift aan den bevoegden Minister wordt aangeboden...) | |||||||||
Art. 51.Wanneer de Bestendige Secretaris, ten gevolge van ziekte of van eenig ander redelijk beletsel, in de onmogelijkheid verkeert eenige vergadering bij te wonen, of tijdelijk zijn ambt waar te nemen, dan kan hij zich laten vervangen door een gewoon lid, naar eigen keuze. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 52.Bij ontstentenis van den Bestendigen Secretaris wordt, in afwachting eener nieuwe benoeming, een gewoon lid door de Academie tijdelijk met zijne werkzaamheden belast. - (Aangenomen.) | |||||||||
Vijfde hoofdstuk.
| |||||||||
Art. 54.In 't bijzonder zullen er vier vaste commissiën zijn, t.w.
| |||||||||
[pagina 304]
| |||||||||
Art. 55.Elke vaste commissie bestaat uit tien leden, door de Academie te benoemen onder de gewone en briefwisselende leden. Het getal dezer laatsten zal echter in geen geval meer dan drie mogen zijn. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 56.De benoeming geschiedt uit een dubbeltal voor elke openstaande plaats, door de Commissiën aan de Academie voor te dragen. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 57.Elke commissie benoemt uit de gewone leden, die er in zetelen, een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris, voor den tijd van twee achtereenvolgende jaren. De voorzitter en ondervoorzitter zijn bij hun aftreden niet onmiddellijk herkiesbaar; de secretaris echter wel. De voorzitter kan evenmin tot ondervoorzitter benoemd worden. Deze benoemingen hebben plaats in de laatste commissievergadering van het tweede zittingjaar, en worden onmiddellijk ter kennis van de Academie gebracht. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 58.Elke commissie is bevoegd, zich in bijzondere gevallen, te harer beoordeeling, uit de leden die in haren schoot geen zitting hebben, een of meer raadgevende leden, wier voorlichting haar gewenscht voorkomt, toe te voegen en tot het bijwonen van een of meer harer vergaderingen uit te noodigen, met het doel hun advies in te winnen. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 59.De vaste commissiën vergaderen ten minste zesmaal 's jaars. Die vergaderingen moeten gehouden worden op dezelfde dagen waarop de geheele Academie zitting houdt. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 60.De taak der commissiën bestaat in het:
| |||||||||
[pagina 305]
| |||||||||
| |||||||||
Art. 61.Over de handelingen en werkzaamheden der verschillende vaste commissiën wordt na elke vergadering verslag uitgebracht in de eerstvolgende vergadering der geheele Academie. Over de handelingen en werkzaamheden van tijdelijke commissiën wordt dit gedaan, als zij de haar opgedragen taak volbracht hebben, tenzij die opdracht van zulken aard is, dat geruime tijd er mede gemoeid is. In een dergelijk geval zal de betrokken commissie van tijd tot tijd, te harer beoordeeling, maar ten minste eens in het jaar, verslag doen over den stand harer werkzaamheid. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 62.De verslagen der vergaderingen en werkzaamheden van alle commissiën, zoo tijdelijke als vaste, worden in de Verslagen en Mededeelingen der Academie opgenomen. De handelingen van de Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch maken een afzonderlijke afdeeling uit van de academische Verslagen, onder toepasselijk hoofd; zoo dikwijls zulks door deze commissie gewenscht wordt, worden daarvan overdrukken met afzonderlijke pagineering verspreid. - (Aangenomen, behoudens bijvoeging bij het tweede lid: Daartoe worden echter ten minste 16 bladzijden vereischt.) | |||||||||
Art. 63.Alle besluiten der verschillende, tijdelijke of vaste, Commissiën worden eerst dán van kracht als ze door de geheele Academie zullen zijn goedgekeurd. Deze goedkeuring wordt door de Academie verleend of geweigerd in de vergadering volgende op die, waarin zij van het te beoordeelen punt zal hebben kennis gekregen. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 64.Iedere commissie, zal, binnen de grenzen harer bevoegdheid, aan het Bestuur de noodige voorstellen doen, opdat de | |||||||||
[pagina 306]
| |||||||||
Boekerij der Academie voorzien worde van belangrijke verschenen werken en op de hoogte der wetenschap blijve. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 65.Elke vaste commissie stelt verder voor zich een door de Academie goed te kennen reglement van orde vast, niet strijdende met deze wet. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 66.Geen enkele commissie kan met de Regeering, andere gestelde machten noch bijzonderen, rechtstreeks briefwisseling voeren. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 67.De Secretaris van elke commissie bewerkt op het einde van elk jaar een zakelijk overzicht van haar werkzaamheid gedurende dat jaar, welk stuk, na goedkeuring door de Commissie, ter kennis gebracht wordt van de Academie en in dezer Verslagen en Mededeelingen opgenomen wordt. - (Aangenomen.) | |||||||||
Zesde hoofdstuk.
| |||||||||
Art. 69.Het uitschrijven van prijsvragen wordt voorbereid door eene in de Juli-vergadering door de Academie te benoemen commissie van vijf gewone leden, nl. één lid uit elke vaste commissie, onder voorzitterschap van den Bestendigen Secretaris. Ieder lid kan voor 1 Juli ontwerpen van prijsvragen aan den Bestendigen Secretaris inzenden, die ze bij de commissie ter tafel brengt. | |||||||||
[pagina 307]
| |||||||||
Deze beoordeelt de aangeboden prijsvragen, spoort er andere op en bepaalt ten slotte hare keus bij een zeker getal. Bij elke prijsvraag voegt ze een voorstel aangaande het bedrag van den uit te loven prijs. De lijst der door deze Commissie aangehouden prijsvragen, met den aankleve van dien, wordt met bekwamen spoed gedrukt en aan alle gewone leden vertrouwelijk medegedeeld. In de Augustus-vergadering worden de voorstellen der commissie besproken en bepaalt de Academie welke vragen zullen uitgeschreven worden, alsook het bedrag van den prijs. Dit bedrag kan in geen geval duizend frank te boven gaan. Staande die vergadering kan elk lid nog andere prijsvragen voorstellen. Aan de schrijvers van een bekroond werk wordt daarenboven een eerediploma uitgereikt. - (Aangenomen, behoudens in alinea I te lezen: Commissie bestaande uit een lid van...) | |||||||||
Art. 70.Antwoorden worden ingewacht uiterlijk den 15den December van het jaar, voorafgaande aan dat waarin de prijskamp zal beoordeeld worden. In de eerste daaraanvolgende vergadering deelt de Bestendige Secretaris aan de Academie mede op welke prijsvragen antwoorden zijn ingekomen, en worden de keurraden, welke aldus noodig blijken te zijn, benoemd. - (Aangenomen, behoudens te lezen: 10den December.) | |||||||||
Art. 71.Gewone leden mogen aan de wedstrijden der Academie geen deel nemen, briefwisselende leden wel. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 72.Briefwisselende leden kunnen dan ook geen deel uitmaken van eenigen keurraad, tenzij ze vooraf de verklaring afleggen dat ze de te beoordeelen prijsvraag niet beantwoord hebben. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 73.De prijsverhandelingen behooren in de Nederlandsche taal geschreven te zijn. In buitengewone gevallen, ter beoordeeling der Academie, kan ook het gebruik van een andere Germaansche taal toegelaten worden. Bij bekroning van een antwoord, dat niet in het Nederlandsch is geschreven, behoudt de Academie zich het recht voor, | |||||||||
[pagina 308]
| |||||||||
alleen een Nederlandsche vertaling van het bedoelde werk uit te geven. - (Worden alleen behouden de woorden: De prijsverhandelingen behooren in de Nederlandsche taal geschreven te zijn.) | |||||||||
Art. 74.De prijsverhandelingen behooren met een andere hand dan die van den steller geschieven en met een spreuk geteekend te zijn; in een verzegeld omslag, met dezelfde spreuk tot opschrift, vermeldt de steller zijn naam en woonplaats. - (Aangenomen, behoudens weglating van de woorden: met een andere hand dan die van den steller geschreven en...) | |||||||||
Art. 75.Wie zich op eenigerlei wijze bekend maakt, of zijn antwoord na den voorgeschreven termijn inzendt, blijft buiten den wedstrijd gesloten. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 76.Als antwoord op een prijsvraag mogen alleen nog niet uitgegeven werken aangeboden worden. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 77.De beoordeeling der ingezonden verhandelingen wordt opgedragen aan een jury van drie leden, voor elke prijsvraag afzonderlijk te benoemen door de Academie. De steller van een vraag is van rechtswege eerste verslaggever. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 78.De beoordeelaars brengen een beredeneerd advies uit omtrent de waarde, het bekronen en uitgeven der prijsverhandelingen. Aan dezer taal en stijl wordt bijzondere aandacht geschonken. Het Bestuur neemt de noodige maatregelen opdat alle adviezen hem uiterlijk tegen 1 Mei toekomen, laat ze drukken tegen de algemeene vergadering dier maand, en deelt ze aan de gewone leden vertrouwelijk mede. Van de Mei- tot de Juni-vergadering blijven de beoordeelde verhandelingen ter beschikking der gewone Leden, die zich een eigen oordeel wenschen te vormen. | |||||||||
[pagina 309]
| |||||||||
In de Juni-vergadering wordt over het al of niet bekronen en uitgeven der beoordeelde stukken beslist bij volstrekte meerderheid van stemmen der aanwezige leden. De gesloten naambriefjes der afgekeurde verhandelingen worden staande de vergadering verbrand. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 79.Alle bekroonde prijsverhandelingen worden vanwege de Academie gedrukt en uitgegeven, tenzij deze uitdrukkelijk, bij meerderheid van stemmen, anders beslist. Met het oog daarop doet de schrijver afstand van zijn kopijrecht, voor den tijd van twee jaar, te rekenen van den dag van 't verschijnen van het werk. Daarna wordt dit weer geheel het eigendom van den schrijver. Beslist de Academie niet tot uitgave, dan behoudt de schrijver zijn kopijrecht; gaat deze tot een uitgave over, dan is hij gehouden 30 exemplaren ter beschikking van de Academie te stellen. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 80.De schrijver van een werk, dat bekroond wordt onder beding dat het op bepaalde punten gewijzigd of volledigd wordt, ontvangt eerst het bedrag van den uitgeloofden prijs, nadat de verlangde wijzigingen ten genoege van de Jury, en binnen een door dezen bepaalden tijd, zijn uitgevoerd. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 81.Desverkiezend mogen de schrijvers van onvoorwaardelijk bekroonde antwoorden hun handschrift aan den Bestendigen Secretaris terug vragen, om verbeteringen en aanvullingen die hun sedert het inzenden noodzakelijk zijn gebleken, aan te brengen. In geval daardoor wijzigingen van eenigen omvang ontstaan, wordt het werk niet ter perse gelegd vóór die wijzigingen door de beoordeelaars zijn goedgekeurd. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 82.Geschriften tot het gebied der Koninklijke Vlaamsche Academie behoorende, kunnen haar ter uitgave worden aangeboden, ook door personen, die geen lid zijn. Over de wijze van uitgave, beslist de Academie. - (Aangenomen.) | |||||||||
[pagina 310]
| |||||||||
Art. 83.De Koninklijke Vlaamsche Academie kan, op voordracht van het Bestuur of van een der vaste commissiën, aan een of meer geleerden, al of niet leden der Academie, een of ander wetenschappelijk werk, tot haar gebied behoorende, opdragen. - (Aangenomen.) | |||||||||
Art. 84.Wanneer een dergelijke opdracht dat vereischt, kan de Academie, behoudens goedkeuring van 's Lands Regeering, een of meer harer leden of welkdanige bevoegde personen belasten met eene wetenschappelijke zending binnen of buiten 's lands. - (Aangenomen, behoudens te lezen: of welke andere...) | |||||||||
Art. 85.Elk werk, van welken aard ook, dat der Academie overeenkomstig Art. 82 of 83 wordt ingeleverd, wordt door het Bestuur in handen gesteld der bevoegde vaste Commissie, die ten minste twee, en zoo noodig drie beoordeelaars aanwijst, om er over verslag uit te brengen, met een beredeneerd advies, of dat werk waardig is vanwege de Koninklijke Vlaamsche Academie te worden uitgegeven; en, zoo het een afzonderlijke uitgave geldt, met een raming van de kosten. Na bespreking dezer verslagen en adviezen, besluit de bevoegde Commissie of zij al dan niet een voorstel tot uitgave van het onderzochte werk zal onderwerpen aan de goedkeuring der Academie, die in hoogsten aanleg beslist. Verslagen en adviezen zullen in de Verslagen en Mededeelingen der Academie worden opgenomen. - (Aangenomen.)
6o) Juni-vergadering. - Op voorstel van het Bestuur, zal die vergadering, bij uitzondering, om een uur aanvangen.
De vergadering wordt te 4 1/2 gesloten. |
|