Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1908
(1908)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 266]
| |
Een Register van de voormalige Rederijkerskamer ‘Altijts Doende’ te Leffinghe
| |
[pagina 267]
| |
tien van de voorschreven gilde ende quaerte ende boeck, ende sal gheven voor dootschult een flype (of twee pattacons, tien schellingen enz.) Actum den.....’ Gedurende bovengemeld tijdstip, werden er 200 leden ingeschreven. Op blad 8 ro, treft men den inventaris aan van de goederen aan de Gilde toebehoorende, opgesteld ten jare 1776 en 1796. De ‘Confrerie’ bezat namelijk ‘een silver schilt, ghildebouck, rekening boek, coperen trommel, stocken, rouwe busse, caerte’ en de ‘printe der vaenkens’. Met het opschrijvingsboek zijn onder een en denzelfden omslag samengebonden twee rekesten gericht door de ‘Confrerie’ aan de magistraat van 't Vrije van Brugge: Leffinghe, gelegen in 't ‘Camerlynckx-ambacht’, was immers een der parochien, die het ‘Platte Land’ van het Vrije uitmaakten. In het eerste verzoekschrift, gedagteekend van 1715, vraagt de Gilde dat het de schepenen behage hare ‘constitutie’ goed te keuren. Het antwoord, op den rand van het stuk geschreven, luidt gunstig: ‘Ghehoort 't rapport van d' heeren schepenen van hooftmannen, ende ghesien de caerte van constitutie van daetem 10 September 1688...., 't Collegie continueert dezelve constitutien’. Het tweede rekest (1769), dat van meerder belang is, betreft het opvoeren van tooneelstukken door de ‘Gilde’. Wij laten het stuk in zijn geheel volgen: | |
[pagina 268]
| |
‘Aen edele ende weerde heeren burghemeesters ende schepenen 's Lants van den Vrijen. Op den rand van het stuk leest men de volgende aanteekeningen: zij laten toe zich een | |
[pagina 269]
| |
juist denkbeeld te vormen van de proceduur, welke in dergelijke omstandigheid gevolgd werd: ‘Zij gheleyt in handen van d' heeren schepenen van hooftmannen, ten fine van examinatie ende rapport. Actum in camer den 1 Mye 1769. Verder staat er nog: ‘Naer 't rapport van d' heeren schepenen van hooftmannen, 't Collegie consenteert supliant's versoeck op de conditien ende modificatien bij de conclusien deser vervat. Actum in camere den 7 Juny 1767. |
|