Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1908
(1908)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 189]
| |||||||
Vergadering van 18 Maart 1908.Aanwezig: de heeren Des. Claes, bestuurder; Prof. Dr. W. de Vreese, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren Dr. H. Claeys, Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Prof. Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Broeckaert, Jan Bols, Karel de Flou, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Prof. Adolf de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Dr. Jac. Muyldermans, Jan Boucherij, Amaat Joos, Prof. Dr. J. Mac Leod, Dr. Hugo Verriest, Is. Teirlinck en Dr. C. Lecoutere, werkende leden.
De heer Mr. Edw. Coremans, werkend lid, heeft laten weten, dat hij verhinderd is de vergadering bij te wonen.
De heer Edw. Gailliard, bestendige secretaris, leest het verslag over de Februari-vergadering. - Het wordt goedgekeurd.
Afsterven van Juffrouw Sophie Boury, medestichtster van het Karel Boury-Fonds. - Den 14 Maart heeft het Bestuur der Academie het droeve bericht ontvangen, dat Juffrouw Sophie Boury, den 12n dezer te Brugge overleden is. Tot teeken van rouw, heeft de Bestendige Secretaris onmiddellijk aan den gevel van het Academiegebouw de vlag halfstok laten hijschen. | |||||||
[pagina 190]
| |||||||
Bij het openen der vergadering, brengt de heer bestuurder D. Claes hulde aan de gezusters Boury, welke zoo vroom den wensch van hunnen broeder Karel Boury vervulden. De Academie, zegt hij, trekt de rouwvlag in, maar van heden af zal zij, door het getrouw uitvoeren van Karel Boury's laatsten wil, zich beijveren om het eerbiedwaardig drietal in Vlaanderen te doen voortleven.
Mijne Heeren,
Van de twee zusters, welke zoo vroom den laatsten wil van hunnen broeder Karel Boury ten opzichte onzer Academie vervulden, is nu ook de oudste heengegaan. Sofia Boury is den 12n Maart in den ouderdom van twee en tachtig jaren te Brugge overleden. Een gevoel van weemoed doet mij aan bij de gedachte, dat zulk een echt Vlaamsch gezin nu voorgoed afgereisd is; want Vlamingen waren zij van top tot teen, ontwikkelde Vlamingen in hunne burgerlijke eenvoudigheid, eene dichterlijke drievuldigheid, verknocht aan de Vlaamsche zeden, de Vlaamsche taal, het Vlaamsche lied. Vlaamsch was hun denken, hun spreken, hun zingen, en daar zij geene afstammelingen achterlieten, was hunne groote bezorgdheid dat Vlaanderen zou blijven gelijk zij waren: Vlaamsch in zijne gedachten, in zijne spraak, in zijn lied. En voordat zij heen zouden gaan, legden zij die bezorgdheid neder in den schoot onzer Academie en stichtten het BOURY-FONDS als eenen voortdurenden oproep tot Vlaanderens letter- en toonkundigen, opdat ons volk opgewekt, veredeld, verzedelijkt worde door het Vlaamsche lied. De Academie trekt de rouwvlag in, maar van heden af zal zij, door het getrouw uitvoeren van Karel Boury's | |||||||
[pagina 191]
| |||||||
laatsten wil, zich beijveren om het eerbiedweerdig drietal in Vlaanderen te doen voortleven.
Namens het Bestuur der Academie, heeft de heer Edw. Gailliard, bestendige secretaris, in het sterfhuis de volgende lijkrede uitgesproken:
Mijne Heeren,
Hoe nauw toegehaald waren de teedere en reine liefdebanden, die de gezusters Sophie en Marie Boury, wier dood wij betreuren, aaneengesnoerd hielden! Wie onder ons, bloedverwanten en vrienden, weet niet hoe innig de liefde was, welke die twee beminnelijke wezens elkander toedroegen, hoe diepgevoeld de vriendschap, die beiden aan haren broeder, Karel Boury zaliger, samenbond? Pas drie maand geleden, treurden wij om het afsterven van juffrouw Marie Boury, de jongere zuster. Voor de oudere gezellin van haar stil, gemoedelijk en rustig leven, moest de slag hard, ja verpletterend zijn. Ook heb ik heden den droeven plicht te vervullen, namens de Koninklijke Vlaamsche Academie, als Bestendige Secretaris dier Koninklijke Instelling en tevens als oud-vriend, aan de thans afgestorven juffrouw Sophie Boury, de laatst overgeblevene van het zoo voorbeeldig Gezin Boury, een welverdiende hulde te brengen en tevens vaarwel te zeggen.
Mijne Heeren,
De Koninklijke Vlaamsche Academie, die bij deze treurige plechtigheid door haren onderbestuurder, hoogleeraar Dr. Willem de Vreese, door haren oud-bestuurder, den heer Karel de Flou, en door mij vertegenwoordigd is, heeft aan de Geachte Familie Boury de stichting van haar eerste Fonds te danken. Voor Karel Boury zal het te eeuwigen dage een eeretitel zijn, de eerste van | |||||||
[pagina 192]
| |||||||
allen onze toen pas gestichte Instelling met eene gift vereerd te hebben: op de mildste wijze gaf hij haar aldus een onschatbaar blijk van diepe toegenegenheid en van vleiende belangstelling in hare werkzaamheid. Maar de Academie en het Vlaamsche Land zullen ook zijne geliefde Zusters steeds dankbaar blijven, want zij zijn het die het voornemen van haren deugdrijken Broeder hebben ten uitvoer gebracht, toen hem de gelegenheid ontging, het zelf te verwezenlijken. Op de Koninklijke Vlaamsche Academie rust voortaan de zware plicht, de edelmoedige inzichten van Karel Boury uit te voeren. Wat de brave man door het stichten van zijn Fonds beoogde, was de uitbreiding der Vlaamsche taal en der Vlaamsche zeden, inzonderheid door het aanmoedigen van het dichten en verspreiden van Vlaamsche liederen, gesteld op liefelijke, eenvoudige, gemakkelijke en zangerige wijzen. Onze Koninklijke Instelling zal niets verzuimen, dat strekken kan om die heilzame inzichten te verwezenlijken. Moge zij in haar doen en streven slagen, nu vooral dat ons Vlaamsche Volk, onze Vlaamsche jongens en meisjes zoo veel onvlaamsch zingen, dat een hooggestemd gemoed met droefenis vervult! Voor Karel Boury en zijne edele Zusters zal het een welverdiende eer zijn daaraan te hebben gedacht!
Juffrouw Sophie Boury, vaarwel! Rust in vrede bij God! Eerbiedig, breng ik een laatste en weemoedige hulde aan U, tevens aan uwe diepbetreurde zuster Marie en aan uwen broeder Karel, die weleer een mijner beste vrienden was. Nooit worden uwe namen door de Koninklijke Vlaamsche Academie vergeten: bij ons zal uw aller aandenken steeds in eere blijven.
Hebben de lijkplechtigheid bijgewoond de heeren: Prof. Dr. Willem de Vreese, onder- | |||||||
[pagina 193]
| |||||||
bestuurder; Karel de Flou, oud-bestuurder, en de bestendige Secretaris.
- Op voorstel van het Bestuur, beslist de Vergadering dat aan de familie van de overledene, in naam onzer Koninklijke Instelling, een brief van rouwbeklag zal gezonden worden.
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering: Royaume de Belgique. Ministère de l'Industrie et du Travail. Office du Travail. Section de la Statistique. - Salaires et Durée du travail dans les industries des métaux au mois d'Octobre 1903. Bruxelles, 1907. Id. Exposé de quelques résultats. Id. Royaume de Belgique. Ministère de l'Industrie et du Travail. Office du Travail et Inspection de l'Industrie. Monographies industrielles. Aperçu économique, technologique et commercial. Groupe VI. Industries du Caoutchouc et de l'Amiante. Bruxelles, 1907. Bibliothèque Coloniale Internationale. Institut colonial international. Bruxelles, 7me série. Les différents systèmes d'Irrigation. Documents officiels précédés de notices historiques. Tome III: Espagne. Bruxelles, 1908. Woordenboek der Nederlandsche Taal. Zesde deel, negende aflevering (Humeur-In). Bewerkt door Dr. A. Beets en Dr. J.-A.-N. Knuttel. 's-Gravenhage, 1908. Loquela van Guido Gezelle tot Woordenboek omgewerkt. Aflevering 5. Antwerpen, z.j. E. Soens. De Kerk van Ninove en haar mobilier. Gent, 1907.
Tijdschriften. - Bibliographie de Belgique. 1907: Table alphabétique de la première partie: Livres; Id. de la deuxième partie: Périodiques. 1908: Première partie: Livres, nos 3 et 4; Deuxième partie: Publications périodiques, nos 3 et 4 Bulletin des sommaires des périodiques, no 12, 1907. - Bulletijn der | |||||||
[pagina 194]
| |||||||
Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde te Gent, 15e jaar, nr 7. - Bulletin des Musées Royaux, no 2, 1908. - Revue Sociale Catholique, no 5, 1908. - Sommaire idéologique des ouvrages et revues de Philosophie. Février 1908. - Annales des travaux publics, no 1, 1908. - Arbeidsblad, nr 1, 1908. - Maandschrift van het Beheer van Landbouw, nr 1, 1908.
Door het Bestuur der Vlaamsche Natuur- en Geneeskundige Congressen: Handelingen van het Negende Vlaamsch Natuur- en Geneeskundig Congres, gehouden te Aalst, den 23en en 24en September 1905. Uitgegeven door het Bestuur. Antwerpen, Brugge, 1906. Idem van het Tiende Congres, gehouden te Brugge, den 29en en 30en September 1906. Id. Ie deel: Natuurlijke Wetenschappen. 1e en 2e Afdeeling. IIe deel: Geneeskunde. 3e en 4e Afdeeling. Id. 1907.
Door de Katholieke Universiteit te Leuven: Annuaire de l'Université catholique de Louvain, 1908. Soixante-douzième année. Louvain.
Door de Rijks-Universiteit te Groningen: Jaarboek der Rijks-Universiteit te Groningen, 1906-1907. Groningen, 1907. Bijdrage tot de Beoordeeling van den Willehalm. Proefschrift ter verkrijging van den graad van Doctor in de Nederlandsche Letterkunde, aan de Rijks-Universiteit te Groningen, op gezag van.... door Johanna Maria Nassau Noordewier. Delft, 1901. Verklarende en Tekstcritische Aanteekeningen op Maerlants ‘Historie van den Grale’ en ‘Merlijns Boeck’. Proefschrift enz. (als boven)... door Hendrik Bouwman. Groningen. 1905. Het Pronomen in het Nederlandsch der zestiende eeuw. Proefschrift enz. (als boven)... door Bronger van Halteren. Wildervank, 1906. Proeve eener kritische verzameling van Germaansche Volksen Persoonsnamen, voorkomende in de litteraire en monumentale overlevering der Grieksche en Romeinsche oudheid. Proefschrift enz. (als boven)... door Moritz Schönfeld. Groningen, 1906. Robinson Crusoe in Nederland. Een bijdrage tot de Geschiedenis van den roman in de XVIIIe eeuw. Academisch proefschrift | |||||||
[pagina 195]
| |||||||
enz. (als boven)... door Werner Hendrik Staverman. Groningen, 1907. Het Vocalisme der beklemde lettergrepen van den Metslawierschen tongval, historisch uiteengezet. Een bijdrage tot de kennis der historische grammatica van het Nieuwwestfriesch. Proefschrift enz. (als boven).. door Pieter Kloosterman. Groningen. 1907.
Door The Hispanic Society of America: Catalogue of Publications. New York, z.j.
Door den heer J. Muyldermans, werkend lid der Academie, te Mechelen: L'Eglise est-elle une boutique, oui? ou: non? Dialogue entre un voyant, un aveugle et un myope. - Handboek voor elken Christen. - De Tienden. - Moeten er kloosters zijn? - Hoe kerken herstellen? - Hoedanig kerken bouwen? - Zonder hulpgeld van den Staet, kan men veel en gemakkelijk verrigten. - Een middel om, tot in onze Gehuchten toe, zulke boekverzameling kosteloos te bekomen. - Iets over het bouwen en het huisraed der Pastooryen. - Tydwyzer (1860). - Tydwyzer goed voor 15 jaren. - Almanach catholique, pour les années 1864 à 1880. - Aan alle regtzinnige menschen. Wederlegging van al wat, òf de Onwetendheid of de Boosheid inbrengt tegen den pauselijken Omzendbrief (Encycliek) door Mgr de Ségur. - De Eijerboer van Antwzerpen. Twee voorzeggingen. - Over de H. Communie door Mgr. de Ségur. 1862 en 1866. - De Schaper uit Everbosch. - Een Toonbeeld voor de Schoolmeesters - Sint-Anna's Maand. - Aan de Leden van het Taalgenootschap ‘Met Tijd en Vlijt’ in de katholieke Hoogeschool te Loven en aan alle onze Roomsch Katolijke Taalbroeders van Noord en Zuid. Oproep. - Een woord over de Kerkhoven door een vriend der Waarheid. - Ode à Monsieur Malou, Président de l'Association Le Baume. (Een reeks van 23 oorspronkelijke vlugschriftjes en vertalingen door M. Davidts, pastoor te Droogenbosch, alle verschenen van 1849 tot 1875)
Door den heer J. Verdam, buitenlandsch eerelid der Academie, te Leiden: Middelnederlandsch Zakwoordenboek door J. Verdam, hoogleeraar te Leiden. 1e aflevering. 's-Gravenhage, 1908.
Door den heer Alex. Baumgartner, buitenlandsch eerelid der Academie, te Luxemburg: | |||||||
[pagina 196]
| |||||||
Lucius Flavus. Historisch roman, in twee deelen, uit de laatste dagen van Jerusalem, door Joseph Spillmann S.J., uit het Duitsch vertaald door A.F. Jacobs, bestuurder der Katholieke Jongensschool en der Nijverheidsschool van Turnhout. Derde uitgaaf, Eerste deel. Freiburg im Breisgau, 1901.
Door den heer C. Marescaux, notaris te Dilbeek: Tijdschrift voor Belgische Notarissen. Studiën over burgerlijk en fiscaal Recht, Rechtspleging, Notariaat, Opstel der Akten, Wetgeving en Rechtspraak, onder het bestuur van C. Marescaux. Zevende jaargang 1906-1907. (Zelfde titelin het Fransch.) Elsene-Brussel, 1906.
Door den heer L. Maeterlinck, bewaarder van het Museum van Schoone Kunsten, te Gent: Les Imitateurs de Hieronymus Bosch. A propos d'une oeuvre inconnue d'Henri de Bles. (Extrait de la ‘Revue de l'Art’ de Paris. Février 1908.)
Door den heer A. Fierens, lid van het Belgisch Instituut voor Geschiedenis te Rome: La Question franciscaine. Les écrits des zélateurs de la Règle aux premiers temps de l'histoire franciscaine d'après les récentes controverses, par A. Fierens (Extrait de la Revue d'histoire ecclésiastique, VII, no 2.) Louvain, 1906. Université catholique de Louvain: Les Origines du Speculum perfectionis d'après M.A. Fierens. Extrait du Rapport sur les Travaux du Séminaire historique pendant l'année Académique 1905-1906. Louvain, 1907. Id. Les problèmes de la Legenda trium sociorum, d'après A. Fierens. Id. pendant l'année 1906-1907. Louvain, 1908.
Door den heer Leonard Lehembre, onderwijzer te Schelle: ‘De Schoolkolonie op den buiten.’ Kindertooneel in 6 tafereelen, door Pieter Pauwels, onderwijzer.
Door den heer A. van der Schelden, Drukker-Uitgever, te Gent: Nieuwe Nederduytsche Spraekkonst, door J. des Roches. Derden Druk, oversien en verbetert dóor den Autheur. T'Antwerpen, bij J. Grangé Stads-drukker en Boek-verkooper op d'Eyer-merkt. Z.j. (1761.) | |||||||
[pagina 197]
| |||||||
Nieuwe Vlaemsche Spraek-konst, geschikt na de spelling der hoogleeraeren Siegenbeek en Weiland, voor zoo veel die niet tegenstrijdig zij aen de woordgronding en regels onzer Vlaemsche Moeder-tael, en gestaefd op het gezag der beste Tael-bebouwers van Vlaenderen en Braband. In het licht gegeven, tot onderrigting van alle Schoolmeesters, doch bezonderlijk ten platte lande, door F.L.N. Henckel, Priester, Leeraer der vlaemsche, fransche en latijnsche Taelen, Onderbestierder der Koninglijke Konst-Schoolen te Gent; alwaer men met grond-regelen leert de vlaemsche fransche, latijnsche, grieksche, engelsche en hoogduitsche Taelen, als ook de Wiskunde. Te Gent, Uit de Drukkerij van P.F. de Goesin-Verhaeghe, op de Hoog-poort, no 37, 1815. Grammaire hollandaise, à l'usage des collèges et des institutions, rédigée d'après la grammaire adoptée par le gouvernement pour les provinces septentrionales du royaume, par G. van Lennep, Membre de la société de littérature hollandaise, à Leyde; publiée avec consentement de M. le Commissaire de l'Instruction, des Arts et Sciences. A Bruxelles, chez le Charlier, Libraire de l'Académie, Montagne de la Cour, 1816. Nederlandschen Weg-wyzer of Fakkelligt, aentoonende, den stiel ende maniere op de welke de Jongheyd moeten Spellen en Lezen, de eerste beginzelen der Cyfferkonst, hoe zy moeten schryven alle sorten van Brieven, Rekeningen, Wissel-Brieven, Endossementen van Wissel-Brieven, briefkens van Assignatie, Obligatie en verscheyde sorten van Quitancien, de kortste maniere van Boekhouden dienende voor alle Stielen, Neiringen en Lands-Lieden. Mids men in dees zal vinden hoe zy hunnen opstel moeten maken van al het gone zij noodig hebben, zonder aen iemands hulpe onderworpen te zijn. Men heeft er bygevoegd eenige regels van de Welgemaenierdheyd. Dit werk is verçierd met 60 geestige plaetjens konstig gesneden; zeer vermaekelijk voor de Jeugd. Tot Gend, bij J. Snoeck, Boekdrukker en Boekverkooper op de Predikheeren-leye, no 350. Z. j. (De vier bovenstaande werkjes zijn bijeengebonden.) Grondregels der Nederduitsche Spelling, door Willem Vanwest. Sint-Truiden, 1853.
Door den heer I. de Vreese, klerk der Koninklijke Vlaamsche Academie, te Gent: Jaarboek van het Davidsfonds voor 1908. (Boekdeel nr 155 der uitgaven van het Davidsfonds.) Yper, 1908. | |||||||
[pagina 198]
| |||||||
Door den heer F. Buitenrust Hettema. te Zwolle: Taal- en Dichterstudies. door F. Buitenrust Hettema. Zwolle, 1908. De Aanspreekvormen in 't Nederlandsch I. De Middeleeuwen. Proefschrift tot verkrijging van den graad van Doctor in de Nederlandsche Letterkunde aan de Rijks-Universiteit te Utrecht... te verdedigen... door Jan Arend vor der Hake. Utrecht. 1908. De Beroepsmisdadigers en hunne strafrechterlijke behandeling. Proefschrift ter verkrijging van den Graad van Doctor in de Rechtswetenschap aan de Rijks-Universiteit te Utrecht... te verdedigen... door Laurens Willem Egbert Marie Lasonder. Doetinghem, 1908.
Door de Redactie: De Tuinbode, nr 3, 1908. - Het Boek, nr 12, 1908. - Onthoudersblad van West-Vlaanderen, nrs 2 en 3, 1908.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Handboek voor Steenhouwers. Metselaars en Bouwkundigen. De bouw - en kunstwerken van den Steenhouwer. Geschiedkundig Overzicht. Constructie en Decoratie. Naar het Hoogduitsch van Theodor Krauth en Franz Sales Meyer, Architecten en Professoren aan de Grossh. en Baugewerkschule en de Kunstgewerbeschule te Karlsruhe. Voor Nederland bewerkt en vermeerderd door F. Lz. Berghuis, Directeur van de Ambachtsschool en van de Gemeente-Avondschool voor Handwerkslieden te Arnhem. Leiden, z.j.
Practisch Handboek voor Bouwkundigen en Ambachtslieden, omvattende nagenoeg alle, bij de uitvoering van bouwwerken, voorkomende werkzaamheden, gereedschappen, materialen en hulpmiddelen, alphabetisch gerangschikt, beschreven, verklaard en door talrijke afbeeldingen nader toegelicht. Naar G.A. Smit, geheel opnieuw bewerkt en belangrijk uitgebreid door P.H. Scheltema. Rotterdam, z.j.
De practische Metselaar. Handboek voor Metselaars, Onderbazen, Opzichters en aanstaande Architecten, door G.A. Scholten, Architect en Leeraar M.O. te Tiel. 's-Gravenhage, 1902. Id. Atlas met 32 platen. Id. | |||||||
[pagina 199]
| |||||||
Handboek voor Timmerlieden, tevens ten dienste voor Bouwkundigen, Inrichtingen voor Ambachtsonderwijs en voor eigen studie, door H.J. de Groot. Met ruim 1346 afbeeldingen. Amsterdam, 1900.
Kleine Schriften und Studien zur Kunstgeschichte von Franz Kugler. Mit Illustrationen und andern artistischen Beilagen Erster Theil. Stuttgart, 1853. Zweiter und dritter Theil. Id., 1854.
Die Verehrung der Heiligen und ihrer Reliquien in Deutschland bis zum Beginne des 13. Jahrhunderts. Von Stephan Beissel S.J. Freiburg im Breisgau, 1890. Id. während der zweiten Hälfte des Mittelalters, von Stephan Beissel S.J. Id., 1892. Die Verehrung U.L. Frau in Deutschland während des Mittelalters, von Stephan Beissel S.J. Freiburg im Breisgau, 1896.
Entstehung der Perikopen des Römischen Messbuches. Zur Geschichte der Evangelienbücher in der ersten Hälfte des Mittelalters, von Stephan Beissel S.J. Freiburg im Breisgau, 1907.
Studien über Miniaturen niederländischer Gebetbücher des 15 und 16. Jahrhunderts im Bayerischen National-Museum und in der Hof-und Staatsbibliotheh zu München. Von Berthold Riehl. (Mit 7 Tafeln.) Aus den Abhandlungen der K. Bayer. Akademie der Wiss. III. Kl. XXIV. Bd. II. Abt. München, 1907.
Heinrich Seuse. Deutsche Schriften im Auftrag der Wurttembergischen Kommission für Landesgeschichte, herausgegeben von Dr. Karl Bihlmeyer. Stuttgart, 1907.
A History of the Art of Bookbinding. With some account of the book of the ancients. Edited by W. Salt Brassington, F.S.A., Author of ‘Historic Bindings in the Bodleian Library’, etc. Illustrated with Numerous Engravings, and Photographic Reproductions of Ancient Bindings in Colour and Monotints. London, 1894.
Foreign Bookbindings in the British Museum. Illustrations of sixty-three examples selected ou account of their beauty or historical interest with introduction and descriptions by William Younger Fletcher, F.S.A. late assistant keeper, | |||||||
[pagina 200]
| |||||||
department of printed books, British Museum The plates printed in facsimile by W. Griggs, chromo-lithographer to her Majesty the Queen. London, 1896.
Bibliographica. Papers on books. Their History and Art. Volume I Parts I-IV. London, 1895. - Volume II Parts V-VIII. Id. 1896. - Volume III. Parts IX-XII. Id. 1897.
Facsimiles of Biblical Manuscripts in the British Museum. Edited by Frederic G. Kenyon, M.A.D. Litt. Assistant Keeper of Manuscripts. London. 1900.
Early Oxford Bindings. By Strickland Gibson. Oxford, 1903.
Histoire générale de Paris. Le Cabinet des Manuscrits de la Bibliothèque impériale. Etude sur la formation de ce dépôt, comprenant les éléments d'une Histoire de la Calligraphie, de la Miniature. de la Reliure, et du Commerce des livres à Paris avant l'invention de l'Imprimerie, par Léopold Delisle, Membre de l'Institut, Bibliothécaire au Département des Manuscrits de la Bibliothèque Impériale Tome I. Paris, 1868. - Tome II Id. 1874. - Tome III. Id. 1881. - Planches. Id. 1881.
Manuels de Bibliographie historique. - IV. Bibliographie générale des Cartulaires Français ou relatifs à l'Histoire de France, par Henri Stein. Paris, 1907.
Association pour la publication des Monuments de l'Art Flamand, fondée en souvenir de l'Exposition des Primitifs Flamands et d'Art ancien de 1902. à Bruges. Les Arts anciens de Flandre dédié à Sa Majesté le Roi des Belges. Les Chefs-d'OEuvre de l'Art Flamand à l'Exposition de la Toison d'Or. Etudiés par un groupe de Savants sous la Direction de Camille Tulpinck, président de l'Association. Z. pl. of j.
N.P. Lichatscheff: (In het Russisch) De palaeographische Beteekenis der Papiermerken. Sint-Petersburg, 1899. 3 deelen lex 8o. met een atlas folio. - Dl. I: CCXII + 510 blzz. met 17 platen. - Dl. II: 424 + 248 blzz. - Dl. III: 635 platen met 4258 watermerken. - Atlas: 4 platen, reproducties van vellen papier op de ware grootte.
Nomenclator Literarius Recentioris Theologiae Catholicae theologos exhibens Actate, Natione, Disciplinis distinctos. Tomus | |||||||
[pagina 201]
| |||||||
IV. Edidit et commentariis auxit H. Hurter S.J.s. theolog. et philos. Doctor, ejusdem s. theolog. in c.r. Universitate Oenipontana professor p.o. Oeniponte, 1899.
De Gids. Maart 1908.
Bulletin des Métiers d'art. Maandelijksche Bijdragen tot verspreiding van de kunst in 't Ambacht: Fransche uitgave, nrs 1, 2, 5, 6, 7 en 8, 1907-1908; Id. van de Vlaamsche uitgave.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen, heeft de Bestendige Secretaris voor de boekerij der Academie de volgende afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Archives suisses des Traditions populaires, Revue trimestrielle, nos 1-4. 1907. - De Belgische School, nrs 6-10, 1907-1908. - Biekorf, nrs 4 en 5. 1908. - Bijdragen tot de Geschiedenis bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant, Februari 1908. - Christene School, nrs 9 en 10. - Den Gulden Winckel, nr 2, 1908. - Het Katholiek Onderwijs, nr 5, 1908 - Natuur en School, nr 11, 1908. - Neerlandia, nr 2. 1908. - Onze Kunst, nr 3, 1908. - De Opvoeder, nrs 6 en 7, 1908. - De Opvoeding, nr 3, 1908. - De Schoolgids, nrs 7-10, 1908. - St.-Cassianusblad, Bijvoegsel, nr 4, 1908. - Studiën, nr 2, 1908. - Het Vlaamsch Bestuur, nr 2, 1908. - De Vlaamsche Arbeid, nr 3, 1908. - De Vlaamsche Gids, nrs 5 en 6, 1908. - De Vlaamsche Kunstbode, nr 2, 1908. - Vragen van den Dag, nr 3, 1908.
Ingekomen brieven. - De Bestendige Secretaris stelt de Academie in kennis met de volgende ingekomen brieven en stukken:
1o) Levensschets van wijlen Prof. Dr. J.H. Gallée, afgestorven buitenlandsch eerelid. - Antwoord van den Weled. heer Dr. A. Beets. - Brief van 26 Februari, waarbij Dr. A. Beets, buitenlandsch eerelid, ter beantwoording van een schrijven van den Bestendigen Secretaris (22 Fe- | |||||||
[pagina 202]
| |||||||
bruari), het Bestuur der Academie bericht, dat hij meent zich niet te mogen onttrekken aan de eervolle opdracht van de Koninklijke Vlaamsche Academie, in hare vergadering van 19 Februari hem gedaan, om voor het Jaarboek voor 1909 of voor 1910, een Levensbericht te schrijven van haar buitenlandsch eerelid, Prof. Dr. J.H. Gallée, onlangs te Utrecht overleden. ‘Ofschoon ik,’ - aldus schrijft Dr. Beets, - ‘in de laatste twintig jaren, door woonplaats en werkkring van hem gescheiden, maar zelden meer in persoonlijke aanraking kwam met den overledene, mijn vroegeren Leermeester aan de Hoogeschool, zoodat ik zijn leven sedert, om zoo te zeggen, niet dan op een afstand heb gevolgd, verklaar ik mij bij dezen bereid aan het vereerend verlangen der Koninklijke Vlaamsche Academie, naar kennis en vermogen, te voldoen.’ - (Dankbetuiging.)
2o) Rijks- Universiteit te Groningen. Voorstel tot ruiling. - Brief van 2n Januari 1908 (bij een pak boeken gevoegd, door tusschenkomst van het ‘Service Belge des Échanges internationaux’ verzonden en den 11 Maart aan de Academie besteld), waarbij de Weled. heer A.G. Roos, bibliothecaris der Rijks-Universiteit te Groningen, aan de Koninklijke Vlaamsche Academie laat geworden eenige der jongste uitgaven op het gebied der Nederlandsche taal- en letterkunde, | |||||||
[pagina 203]
| |||||||
die aan deze Universiteit verschenen zijn, benevens het Jaarboek over 1906-1907. ‘Het zou mij hoogst aangenaam zijn, - schrijft de heer Roos, - eenige der door Uwe Academie uitgegeven geschriften in ruil te ontvangen, en, voor het vervolg, in eene geregelde wisseling van publicaties met uwe Koninklijke Instelling te treden.’ - Aan dit verzoek werd, namens het Bestuur, het gewenschte gevolg gegeven. 3o) Internationaler Kongress für historische Wissenschaften. - Het inrichtingscomiteit van het Congres, dat te Berlijn, in Augustus 1908, zal gehouden worden, deelt aan de Academie het programma van zijne werkzaamheid mede. | |||||||
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.1o) Verzending der uitgaven in het tweede halfjaar 1907 (10n Augustus tot 31 December) van de pers gekomen: a.) Bibliographie van den Vlaamschen Taalstrijd door Th. Coopman en J. Broeckaert, 4e deel; - b.) Middelnederlandsche Gedichten en Fragmenten, door Jhr. Mr. Nap. de Pauw, 2e deel; - c.) Jaarboek voor 1908. Den 11 Maart, zijn door de zorgen van den Bestendigen Secretaris de bovenvermelde uitgaven aan de Buitenlandsche Eereleden der Academie gestuurd geworden, alsook, - hetzij die drie uitgaven, hetzij een gedeelte daarvan, - aan | |||||||
[pagina 204]
| |||||||
4 ministeriën; aan 43 genootschappen, boekerijen en onderwijsinrichtingen in Belgie; aan 14 openbare boekerijen, hoogescholen en letterkundige genootschappen uit den vreemde, alsmede aan 44 bijzondere personen zoowel in het binnen- als in het buitenland. - 10 exemplaren van de Biographie van den Vlaamschen Taalstrijd werden ter recensie aan tijdschriften uit den vreemde gezonden, en 34 exemplaren van het Jaarboek, bij wijze van ruiling, aan tijdschriften in België en uit den vreemde.
2o) Geschiedkundige oorsprong van den aflaat van Portiuncula. Door den heer A. Fierens, doctor in wijsbegeerte en letteren, lid van het Belgisch Instituut voor Geschiedenis te Rome (Piazza Rusticucci, 18), ter uitgave aangeboden verhandeling. Bij brieve van 13 Maart werd het handschrift van het eerste deel dezer studie aan de Academie gestuurd. Namens het Bestuur, had de Bestendige Secretaris de eer het handschrift naar de Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bioen Bibliographie te verzenden, met verzoek drie commissarissen te benoemen, welke belast zullen zijn over de ter uitgave aangeboden verhandeling verslag uit te brengen. | |||||||
Mededeeling namens Commissiën.1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - a.) Lezingen in de | |||||||
[pagina 205]
| |||||||
morgen vergadering. - De heer Jan Broeckaert, secretaris der Commissie, brengt ter kennis der Vergadering, dat de heer Edw. Gailliard, in de morgenzitting, eene lezing gehouden heeft over De ‘Gave Gods’, of De ‘Gave Goids genoemt de Pestelencie’, in welke verschillende teksten in oogenschouw genomen worden, aan oorkonden uit de 17e eeuw (berustende op het Staatsarchief te Antwerpen) ontleend. Namens den heer Dr. K. van den Haute, onderarchivaris van den Staat, te Brugge, heeft de heer Gailliard, ter opname in de Verslagen en Mededeelingen aangeboden een belangwekkende mededeeling over de voormalige rederijkerskamer ‘Altijts doende’, welke, in de 18e eeuw, te Leffinghe (eene gemeente nabij Oostende) gevestigd was. De heer Dr. K. van den Haute haalt een archiefstuk aan, waarin er spraak is van een spel betiteld De kloekmoedige Martelie van dheylige magd Barbara en van het ‘Kluchtspel van den boeren edelman’, welke door het gild, ten jare 1769, te Leffinghe werden opgevoerd. De Commissie stelt aan de Vergadering voor, beide stukken in de Verslagen en Mededeelingen te laten drukken. (Aangenomen.) (Zie op blzz. 258-269.)
b.) Ter uitgave aangeboden verhandeling: Studie betreffende den Geschiedkundigen Oorsprong van den aflaat van Portiuncula, door den heer | |||||||
[pagina 206]
| |||||||
A. Fierens, doctor in wijsbegeerte en letteren, lid van het Belgisch Instituut voor Geschiedenis te Rome. - In hare morgenvergadering heeft de Commissie tot verslaggevers benoemd de heeren: Dr. Jac. Muyldermans, J. Bols en D. Claes.
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Jan Boucherij, secretaris der Commissie, legt ter tafel het volgende verslag over de morgenvergadering:
Zijn aanwezig, de heeren G. Segers, voorzitter, D. Claes, ondervoorzitter, J. Bols, A. de Ceuleneer, A. Joos, Dr. Mac Leod, Dr. J. Muyldermans en J. Obrie, leden, en de secretaris Jan Boucherij. Na lezing en goedkeuring van het verslag over de vorige vergadering, houdt de heer J. Muyldermans eene lezing over den Eerbied voor de Taal. De voorzitter wenscht spreker geluk met zijne hoogst belangrijke voordracht, en stelt voor ze in het Bijblad der Commissie te laten drukken. - (Aangenomen.) Na eene bespreking over deze lezing, waaraan de heeren Segers, Mac Leod en Claes deelnemen, wordt de zitting te half één gesloten. | |||||||
Dagorde.1o) Nieuwe uitgave der Vak- en Kunstwoordenboeken. Verslag door de bijzondere Commissie uitgebracht. (Leden der Commissie de heeren: Th. Coopman, K. de Flou en Edw. Gailliard.) De heer Th. Coopman houdt lezing van het volgend verslag, door de Commissie uitgebracht: | |||||||
[pagina 207]
| |||||||
Vergadering van den 27 Januari 1908. - Aanwezig: de heeren Th. Coopman, K. de Flou, Edw. Gailliard.
Met het eigenlijk nut of de noodzakelijkheid eener heruitgave van de Vak- en Kunstwoordenboeken, heeft de Commissie gemeend zich niet verder te moeten onledig houden, na de afdoende redenen, welke de Heer Bestendige Secretaris, in de algemeene December-vergadering 1907, ten voordeele eener tweede uitgave heeft laten gelden. - Toch acht zij het wenschelijk aan te teekenen, dat sedertdien, nog aanvragen om exemplaren, vanwege leeraars die belast zijn met het vak- of beroepsonderricht, onbeantwoord zijn moeten blijven; en dat er zelfs, van enkele dier boeken, geene exemplaren meer te verkrijgen zijn bij die samenstellers, welke destijds de gelukkige gedachte hebben gehad gebruik te maken van het recht, dat hun verleend wordt bij §§ 3, 4 en 5 der Academische wet om, bij den drukker, boven de hun toegekende 100 prijs- of presentexemplaren, afdrukken - sommigen bestelden er tot 500 - voor eigen rekening te nemen. Ook dit feit mocht niet onvermeld blijven. Het bevestigt eens te meer den bijval, welken die uitgaven der Koninklijke Vlaamsche Academie te beurt valt; en daar zij, met de toenemende uitbreiding van het vakof beroepsonderricht, veel nut stichten, zij het de Commissie veroorloofd den wensch uit te drukken, dat het de Koninklijke Vlaamsche Academie behage telken jare geregeld, ten minste twee prijsvragen uit te schrijven tot het bekomen van Vak- en Kunstwoordenboeken. Niet alléen de woordenschat onzer taal wordt er door verrijkt; maar ook het vak- en kunstonderwijs in en door het Nederlandsch zal er, hier te lande, baat bij vinden.
* * *
Ten einde het werk der Commissie makkelijker te maken, had de hooggeachte Bestendige Secretaris, uit Alf. van Houcke's met goud bekroonden Loodgieter en | |||||||
[pagina 208]
| |||||||
Zinkbewerker, twee bladzijden, t.w. 633 en 634, laten overdrukken, in het formaat en met de letter der uitgaven van het Van de Ven-Heremans' fonds. Die proeve werd onderzocht en besproken. In de nieuwe uitgave zal alleen het hoofdwoord met vetjes, en de overige woorden, als synoniemen en vertalingen, zullen cursief gedrukt worden. De letterspiegel van de eerste uitgave blijft behouden: maar, ten gevolge van den kleineren druk, zullen ± 37 regels per bladzijde de plaats innemen van ± 32. Soms blijkt de aanwinst nog aanzienlijker: zoo b.v. op blz. 635 (van het woord Schijf tot en met Schijve) worden 9 regels ingewonnen. Kortom, volgens nauwkeurige berekening, worden, door den band, 3 blz. van de eerste uitgave verminderd tot 2 blz. in de nieuwere. De Commissie stelt tevens voor dat het zwaar papier (1e uitgave) vervangen worde door het papier der uitgaven van het Van de Ven-Heremans' Fonds, dat slechts 42 fr. de 16 bladzijden kost. De Heeren Schrijvers zullen aanzocht worden tot het geven van hunne schriftelijke toestemming tot heruitgave; tevens tot herziening d.i. verbetering en vollediging van hun werk. De Heer Bestendige Secretaris zal zich volgaarne van dien last kwijten vóor de Maart-vergadering der Academie. | |||||||
Oplaag der 2e uitgaaf.Na de verschijning der eerste Vak- en Kunstwoordenboeken, werd, in de Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde, herhaaldelijk betreurd, - inzonderheid door onze afgestorven Medeleden Dr. aug. Snieders, Kan. Daems en Dr. de Vos, - dat de Academische wet niet veroorloofde vulgarisatiewerken op ruimere schaal te verspreiden, d.w.z. daarvan een grooter aantal exemplaren te laten drukken. Uit de verslagen dier Commissie blijkt, dat, ook in dat opzicht, | |||||||
[pagina 209]
| |||||||
herhaaldelijk aangedrongen werd op wetsherziening. Deze bleef tot heden een vrome wensch. Gelukkig heeft onze hooggeachte Heer Bestuurder laten verhopen, dat die herziening in 1908 mogelijk is. In afwachting, kan de Commissie niet anders voorstellen, dan elk Vak- en Kunstwoordenboek in 350 exemplaren te herdrukken, met inbegrip der 100 present-exemplaren voor de Heeren Schrijvers; maar, daar de Werkende en Briefwisselende Leden, alsmede de Buitenlandsche Eereleden, de 1e uitgave hebben ontvangen, meent de Commissie te moeten voorstellen dat de nieuwe uitgave enkel naar de Werkende Leden zal worden gestuurd. Krachtens de wet, zijn wij verplicht, voor de boekerijen, 74 exempl. te sturen naar den heer Minister van Wetenschappen en Kunsten. De Commissie stelt voor, dat de Academie oorlof vrage, ten bate van een aantal instellingen, welke die uitgaven nog niet ontvangen hebben. - zooals blijkt uit den brief van den WelEd. Heer Minister van Nijverheid en Arbeid, - over die 74 ex. te mogen beschikken. Ten slotte, zouden er 150 ex. overblijven voor den handel.
De Leden der Commissie: Th. Coopman. K. de Flou. Edw. Gailliard.
Ons ijverig medelid, de heer Th. Coopman, die, ten jare 1890, tot proeve van de door de Academie ontworpen Vak- en Kunstwoordenboeken, met de meeste bereidwilligheid, op zich genomen had een Vakwoordenboek over de Steenbakkerij te bezorgen, en zijn arbeid, als nr 1 der Reeks, in 1894 | |||||||
[pagina 210]
| |||||||
liet verschijnen, heeft zich bereid verklaard zijn eerste werk aan te vullen en te verbeteren. Hij hoopt binnen kort de kopij aan de Academie te kunnen overmaken Na de Academie met de toetreding van den heer Coopman in kennis gesteld te hebben, deelt de Bestendige Secretaris de antwoorden mede, welke hij vanwege de heeren Schrijvers van de verschenen Vakwoordenboeken, betreffende den ontworpen herdruk ontvangen heeft.
| |||||||
[pagina 211]
| |||||||
2o) Nieuwe uitgave van de ‘Gallicismen’, door den heer Dr. W. de Vreese. Voorstel door den Bestendigen Secretaris. - De heer Edw. Gailliard doet aan de Vergadering het voorstel tot het herdrukken van gezegd werk te laten overgaan: Ik neem de vrijheid voor te stellen nog een ander werk heruit te geven. Ik bedoel het welbekend. nog dagelijks gevraagd werk van Prof. Dr. Willem de Vreese, over de ‘Gallicismen’, dat, nog kort geleden, door Prof. Dr. Salverda de Grave een ‘magistraal werk’ werd genoemdGa naar voetnoot(1), en bij zijn verschijnen in min dan vier maand was uitverkocht. Natuurlijk wordt verstaan, een vermeerderde en verbeterde uitgave. Ik stel voor het herdrukken van bedoeld werk ter bespreking te leggen en eene bijzondere Commissie van drie leden te benoemen, belast met daarover verslag uit te brengen. - Worden tot leden dier Commissie benoemd de heeren Th. Coopman, Dr. C. Lecoutere en Edw. Gailliard. | |||||||
[pagina 212]
| |||||||
3o) Lezing door den heer J. Bols: Michiel Davidts. - Spreker doet het leven kennen van dezen schrijver, die in 1808 te Leuven geboren en in 1875 te Drogenbosch overleden, zich door een vijftigtal schriften over godsdienst, taal en christene kunst verdienstelijk maakte. Na de levensschets en een overzicht van die werken, worden vooral drie kenmerkende hoedanigheden beschreven, die iedereen in den braven man bewonderde: eene nietsontziende rechtzinnigheid, een weergalooze werklust en eene vurige liefde tot het geringe volk. De menigvuldige schriften van Davidts waren bestemd voor de massa, niet voor de ontwikkelden van zijnen tijd: 't is van dat standpunt dat men ze moet beoordeelen. De Bestuurder stelt voor de lezing van den heer Bols in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. - (Goedgekeurd.)
De vergadering word te vier uren gesloten. |