III.
Verslag van den heer Dr. Jac. Muyldermans.
Dit boekje kunne zaakrijk zijn en in zeker opzicht nuttig voor de studeerende jeugd: ik zal het niet betwisten; het moge getuigen van neerstige opzoekingen en van grondige kennis onzer taal: ik geef het toe. - En toch stel ik voor dat de Academie het niet uitgeve.
Het boek is en blijft louter 'n compilatie uit verschillende over die stof verschenen werken. Het zou voor de school bestemd zijn. Edoch, moet de Academie, met dit uit te geven, haar zegel hechten aan tal van beweringen, welke hierin maar kras-weg uitgesproken worden? De heer Peeters somt allerlei op, en altijd op eigen gezag. Zoo iets schijnt me heel en al onvoldoende voor onze uitgaven, hoe gering zij ook schijnen. Veel zijner beweringen kunnen, naar mijn inzien, betwist worden en worden betwist. De uitspraak van een afkeurend vonnis diende dus op vasten grond te steunen. Nu, geene enkele bron wordt aangewezen, geen enkel gezag ingeroepen. Nog eens, zulke uitgave moge een andere in het licht geven; doch de Academie mag zich met zulk werk niet tevreden