| |
| |
| |
Vergadering van 16 October 1907.
Aanwezig: de heeren Karel de Flou, bestuurder; Des. Claes, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren Dr. H. Claeys, Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Broeckaert, Jan Bols, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Dr. L. Simons, Prof. Adolf de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Dr. W. de Vreese, Dr. Jac. Muyldermans, Jan Boucherij, Amaat Joos, Is. Teirlinck en Dr. C. Lecoutere, werkende leden;
de heer Alf. de Cock, briefwisselend lid;
de heer Dr. Hugo Verriest, werkend lid, heeft laten weten dat hij verhinderd is de vergadering bij te wonen.
De heer Edw. Gailliard, bestendige secretaris, leest het verslag over de September-vergadering. - Het wordt goedgekeurd.
Aangeboden boeken. - Daarna legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie sedert hare laatste vergadering aangeboden:
Royaume de Belgique. Ministère de l'Industrie et du Travail. Office du Travail. Annuaire de la législation du Travail. Publié par l'Office du Travail de Belgique. Tables décen- | |
| |
nales des volumes I à X (1897-1906). I. Table géographique et chronologique. - II. Table analytique. Bruxelles, 1907.
Id. Rapport relatif à l'exécution de la loi du 31 mars 1898 sur les Unions professionnelles pendant les années 1902-1904, présenté aux Chambres législatives par M. le Ministre de l'Industrie et du Travail. Bruxelles, 1907.
Loquela van Guido Gezelle tot Woordenboek omgewerkt. Eerste aflevering. Antwerpen, z.j.
Middelnederlandsch Woordenboek van wijlen Dr. E. Verwijs en Dr. J. Verdam, hoogleeraren te Leiden. Zevende deel, 1ste en 2de afleveringen. 's Gravenhage, 1907.
Tijdschriften. - Académie Royale de Belgique. Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques et de la Classe des Beaux-Arts, nos 6-8, 1907. - Id. Bulletin de la Commission Royale d'Histoire, nos 3 et 4. 1907. - Bibliographie de Belgique, 1907. Première partie: Livres, nos 17-18; Deuxième partie: Publications périodiques, nos 17-18. - Revue Sociale Catholique, no 12, 1907. - Bulletin des Musées royaux, no 12, 1907. - Arbeidsblad, nr 16, 1907.
Door de Keurboekerij te Mechelen:
Bibliothèque choisie. Keurboekerij. Catalogue. - Boekenlijst. Mechelen, 1908.
Door den Nederduitschen Bond van Antwerpen:
Antwoord op het vlugschrift van het Bestuur der Conservatieve Vereeniging van Antwerpen over het Wetsvoorstel-Coremans. Antwerpen. z.j.
Door de Société d'Emulation, te Brugge.
Oratio in laudem urbis Brugensis, auctore G. Cassandro. Gandavi, 1847.
Excidium Morini oppidi quondam bellicosissimi, carmine elegiaco, authore Balduino Sylvio, flandro. Brugis, 1847.
Elegiae Jacobi Papae Hyprensis. Edidit Jacobus Meyerus. Brugis, 1847.
Lettre à M. l'abbé Carton sur les généalogies des Comtes de Flandre, considérées comme sources de notre histoire, par M. Bethmann. Bruges, 1849.
Essai sur l'histoire du S. Sang depuis les premiers siècles du christianisme. (Door pr. Charles Carton.) Bruges, 1850.
Chronicon Monasterii Evershamensis, conscriptum per Gerardum de Meestere, ejusdem monasterii canonicum, Win- | |
| |
noci-Bergensem, pro gloria Dei et utilitate confratrum. 1629. Cura et studio duorum Diaec Brug. Sacerdotum. (Ch. Carton èn F. Van de Putte.) Brugis, 1852.
Chronicon Abbatiae Warnestoniensis, ordinis canonicorum regularium S. Augustini, ex actis quibusdam monasterii et ex auctoribus collectum, cura et studio duorum diaec. Brug. Sacerdotum. (Ch. Carton en F. Van de Putte.) Brugis, 1852.
Furor bellicus adversus Deum, Sanctos ejus, et maxime Venerabilem Eucharistiam, enormi duorum militum Furnis sub Galliae Rege praesidiariorum sacrilegio violatam anno Domini M DC L. In publicum datur per D.A. Destrompes, candidi ordinis in monasterio S. Nicolai religiosum canonicum, sub ductore candidissimo, ac sanctissimo Patre Norberto, Sacrosanctae ejusdem Eucharistiae strenuo quondam apud Antverpienses propugnatore. Brugis, M.DCCC.LIX.
Société d'Emulation de Bruges. XXVe anniversaire de sa fondation. Chronique de Flandres. Bruges, MD CCC.XXXIX. -LXIV.
Cronica et Cartularium Monasterii de Dunis. Fascicule I. Chronique et Cartulaire Fascicule II. Suite du Cartulaire. - Fascicule III. Contenant: 1o la fin du Cartulaire des Dunes; 2o la table analytique, par ordre chronologique; 3o la table des noms de lieux; 4o la table des noms de personnes; 5o la table générale des matières; 6o l'introduction. On y a joint: la table analytique, et celle des noms des personnes et des lieux du ‘Codex diplomaticus’ de la Chronique de Ter Doest, éditée par notre Société en 1845. Brugis, M.DCCC.LXVII.
L'abbaye de Nonnenbossche de l'ordre de Saint Benoît, près d'Ypres. 1101-1796. Suivi du Cartulaire de cette maison par Léopold van Hollebeke, attaché aux Archives générales du Royaume. Bruges, 1865.
Histoire de l'ancien couvent des ermites de Saint Augustin, à Bruges, par le R.P. Ambroise Keelhoff, Augustin. Bruges, M.DCCC.LXIX.
Door den heer Jan Boucherij, werkend lid der Academie, te Antwerpen:
Jan Boucherij. Marten en Mietje, Een verhaal uit onzen tijd. Antwerpen, z.j.
Door den heer Dr. P.J. Blok, bui tenlandsch eerelid de Academie, hoogleeraar te Leiden:
| |
| |
Sextus Pompeius Magnus Cnaei filius. Specimen literarium inaugurale. Scripsit P.J. Blok. Lugduni-Batavorum, MDCCCLXXIX.
Het Doel van de Beoefening der Geschiedenis. Rede, uitgesproken op 26 September 1884 bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Rijksuniversiteit te Groningen, door Dr. P.J. Blok. 's Gravenhage, 1884.
Lodewijk van Nassau, door Dr. P.J. Blok, hoogleeraar te Groningen. 's Gravenhage, 1889.
De Geschiedenis als sociale Wetenschap. Rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt in de Geschiedenis des Vaderlands te Leiden, gehouden den 6 October 1894, door Dr. P.J. Blok. Groningen, 1894.
Verspreide studiën op het gebied der geschiedenis, door Dr. P.J. Blok. Groningen, 1903.
Door den heer Dr. A.J.J. Vandevelde, bestuurder van het Gemeentelijk Laboratorium te Gent:
Over de zelfreiniging van rivierwater, door Dr. A.J.J. Vandevelde, directeur, en F. Leperre, scheikundige aan het Gemeentelijk Laboratorium te Gent. (Overdruk uit de Handelingen van het Tiende Vlaamsch Natuur- en Geneeskundig Congres, gehouden te Brugge op 29 en 30 September 1906.)
Over zoutenoplossingen en snelheid van scheikundige werkingen (5e mededeeling), door Dr. A.J.J. Vandevelde. (Id.)
Uber hämolytische Wirkungen isomerer Verbindungen. Von A.J.J. Vandevelde (Gent-Belgien). Overdruk uit Biochemische Zeitschrift. Herausgegeben von E. Buchner, Berlin, P. Ehrlich, Frankfort a M., C. von Noorden, Wien, E. Salkowski, Berlin, N Zuntz, Berlin.
Door de Redactie:
De Tuinbode, nr 10, 1907.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie is ingekomen:
De Gids, October 1907.
Ruildienst.
Biekorf, nrs 17-18, 1907. - Bijdragen tot de Geschiedenis bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant, Augustus en
| |
| |
September 1907. - Christene School, nrs 22-23, 1907. - De Katholiek. October 1907. - Het Katholiek Onderwijs, nr 12, 1907. - Korrespondenzblatt, nr 4, 1907. - Natuur en School, nr 6, 1907. - Nederlandsch Archievenblad, nr 1, 1907-1908. - Neerlandia, nr 9, 1907. - Noord en Zuid, nr 10, 1907. - Onze Kunst, nr 10, 1907. - De Opvoeder, nrs 26-27, 1907. - De Opvoeding, nr 10, 1907. - De Schoolgids, nrs 37-39. 1907. - St.-Cassianusblad, nr 11, 1907; Bijvoegsel, nr 16. - Studiën, nr 2, 1907. - Tijdschrift voor Boek en Bibliotheekwezen, nr 4, 1907. - De Vlaamsche Kunstbode, nrs 8 en 9, 1907. - Volkskunde, nrs 1-2, 1907-1908. - Vragen van den Dag, nr 10, 1907. - Wallonia, no 9, 1907.
Ingekomen brieven. - De Bestendige Secretaris stelt de Academie in kennis met de volgende ingekomen brieven:
1o) | Begrooting voor het dienstjaar 1907. - Brief van 3 October, waarbij de Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten aan de Academie een exemplaar stuurt van het ontwerp van begrooting voor het loopend dienstjaar, zooals dit stuk door hem werd goedgekeurd. |
| |
2o) | Onthulling van Emanuel Hiel's gedenkteeken te Schaarbeek. - Brief van 7 October, waarbij de heer J. Moruanx, voorzitter van het Hiel's Comiteit, de Koninklijke Vlaamsche Academie uitnoodigt op de onthulling van Emanuel Hiel's Gedenkteeken, welke te Schaarbeek, op 13 October, zal plaats grijpen. - De Vergadering verzoekt de heeren Th. Coopman, Dr. Simons en Is. Teirlinck de Academie op die plechtigheid te willen vertegenwoordigen. |
| |
| |
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.
1o) Plechtige Vergadering van 1908. - In zijne vergadering van 9 October, heeft het Bestuur beslist dat de Plechtige Vergadering van 1908, mits nadere goedkeuring der Academie, den Zondag 28 Juni zal plaats grijpen. - (Goedgekeurd.)
2o) Staatsprijskamp: Driejaarlijksche prijskamp voor Nederlandsche Tooneelletterkunde (Zeventiende tijdvak: 1904-1906). - Bij Koninklijk besluit van 25 September, werd de prijs toegewezen aan den heer Raphaël Verhulst, uit Antwerpen, voor zijn werk getiteld Semini's Kinderen, drama in vijf bedrijven, in verband met zijn andere werken Mariolijn, De gewenschte Karel, De Admiraalsvlag en Rozemarijntje. - Als gevolg op de beslissing door de Academie in hare vergadering van 19 Juli 1905 genomen (zie Versl. en Meded., 1905, op blz. 495-496), stelt het Bestuur aan de Vergadering voor, den heer Raph. Verhulst, in de Plechtige Vergadering van 28 Juni 1908, een verguld eeremetaal met diploma te vereeren. - (Goedgekeurd.)
| |
Mededeelingen namens Commissiën.
Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde en Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. Door den heer Constant H. Peeters, uit Schaf- | |
| |
fen bij Diest, ter uitgave aangeboden verhandeling: Nederlandsche Taalgids of Handleiding voor de kennis van de beschaafde Schrijf- en Sprecktaal. - Die verhandeling werd door het Bestuur der Academie aan de Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde ter beoordeeling overgemaakt. Na er kennis van genomen te hebben, belastte die Commissie haren secretaris, den heer Th. Coopman, aan de Commissie voor Onderwijs, - onder toezending van de verslagen door de heeren Dr. W. de Vreese en Dr. H. Claeys uitgebracht, - de vraag te stellen (brief van 18 April 1907), of het aangeboden werkje ‘zou verdienen uitgegeven te worden als schoolboek, en, zoo ja, door de Koninklijke Vlaamsche Academie’. - Den 20 Juli had de heer J. Boucherij de eer, namens deze laatste Commissie, aan het Bestuur de verslagen over te maken welke dientengevolge door de heeren Dr. Jac. Muyldermans en Amaat Joos werden ingezonden. - In hare vergaderingen van 7 Augustus en van 25 September, uitten beide commissiën den wensch dat, in overeenstemming met de wet der Academie, de aan beide kanten uitgebrachte verslagen in de Verslagen en Mededeelingen zouden opgenomen worden. - (Goedgekeurd.)
| |
Voorstel.
Brief van gelukwensching te sturen aan den heer Dr. A. Kuyper, buitenlandsch eerelid. - De heer Dr. W. de Vreese stelt aan de Vergade- | |
| |
ring voor, het Bestuur der Academie opdracht te verstrekken, om aan den Weled. Heer Abr. Kuyper, haar hooggeacht buitenlandsch eerelid, aller hartelijke gelukwenschen aan te bieden bij gelegenheid van zijn zeventigsten verjaardag, op 29 October toekomende. Dankbaar behooren wij te gedenken dat de heer Kuyper, gedurende zijn zoo wel vervuld leven, zijne Vlaamsche broeders steeds indachtig is gebleven. Ook uit Vlaamsch België past dus een heilwensch op dezen voor hem zoo gezegenden dag: Moge het hem nog lange jaren gegeven worden met onverzwakte kracht te arbeiden ten bate van Groot-Nederland. (Toejuichingen. - Aangenomen.)
| |
Dagorde.
1o) Lezing door den heer Is. Teirlinck, over Meester Abrioen van Trier. - De heer Teirlinck wijst op verschillende teksten van de uitgaven van Reinaert II, waarin de naam Abrioen voorkomt, en begint met de vraag te stellen of de omwerker en voortzetter van het dierenepos Reinaert, aan Abroen (Auberon) van het Fransch volksepos Huon de Bordeaux soms niet zou gedacht hebben, als hij den zonderlingen naam ‘Meister Abrioen van Trier’ neerschreef? Meer dan een argument wordt aangevoerd om die meening te steunen. Inzonderheid haalt Spreker uit den Reinaert de beschrijving aan van de drie wonderjuweelen den ring, den kam en den spiegel, waarin
| |
| |
de naam Abrioen driemaal wordt aangetroffen, en neemt hij in oogenschouw de verschillende meeningen en gissingen door de geleerden in het midden gebracht omtrent dien naam en omtrent dien wonderdoenden, algeleerden tooverkerel, te weten door Grimm, door A. Lübben, door Ernst Martin, door Mathias de Vries en door Jan-Frans Willems. Vervolgens gaat de heer Teirlinck over tot een onderzoek betreffende den vermoedelijken oorsprong van den Franschen Auberon en doet hij uitschijnen wat al verband er bestaat tusschen Abrioen, van Reinaert, en Auberon (Obéron), van den Franschen Huon de Bordeaux. Hij sluit als volgt: De wijze man en meester, de vroedste Jood waarover in Reinaert II gesproken wordt, heeft de kenteekens van den tooverdwerg Auberon. Daarom noemt de Vlaamsche dichter hem ‘Meister Abrioen’. En wellicht is bij onzen schrijver alsdan een tweede reminiscentie in den geest geschoten: hij heeft gedacht aan aartsbisschop Alberon, van Trier, moecenas en zonderlingen spreukenmeester; daarom wordt de geleerde Hebreeuw, die de drie magische toovernamen kon uitleggen, ‘Meister Abrioen van Trier’ geheeten.
2o) Lezing door den heer Amaat Joos: De zoogenaamde verstrooidheid der geleerden. - Spreker legt uit waarin de gewone verstrooidheid bestaat en uit welke oorzaken zij voortspruiten kan. Wat is er noodig, vraagt hij, om de verstrooidheid te vermijden en om aan de aandacht behoorlijken
| |
| |
duur en beperkten omvang te geven? De heer Joos weidt daarover uit, beschrijft verschillende vormen waaronder de verstrooidheid zich voordoet en haalt eenige voorbeelden aan van zonderlinge verstrooidheid bij geleerden. Vervolgens stelt spreker de vraag: ‘Wat zal ik nu zeggen van de verstrooidheid der geleerden’? En hij antwoordt: ‘Ik noem ze eene macht en tevens eene zwakheid’. Die twee definities zet de heer Joos breedvoerig uiteen. Hij sluit zijne rede met de middelen aan te wijzen, welke tegen verstrooidheid dienen aangewend te worden.
De Bestuurder stelt voor de lezingen van de heeren Is. Teirlinck en Am. Joos in de Verslagen en Mededeelingen te laten drukken. - Aangenomen.
De vergadering wordt te vier uren gesloten.
|
|