| |
| |
| |
Vergadering van 19 December 1906.
Aanwezig: de heeren Jan Broeckaert, bestuurder; Karel de Flou, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren Dr. H. Claeys, Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Bols, Des. Claes, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Mr. A. Prayon-van Zuylen, Dr. L. Simons, Adolf de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Dr. Willem de Vreese, Jac. Muyldermans, Jan Boucherij, Baron de Bethune, Amaat Joos en Dr. Hugo Verriest, werkende leden;
de heer Omer Wattez, briefwisselend lid.
De heeren Mr. Edw. Coremans en J. Helleputte, werkende leden, en Dr. C. Lecoutere, briefwisselend lid, hebben laten weten dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De heer Edw. Gailliard, bestendige secretaris, leest het verslag over de November-vergadering. - Het wordt goedgekeurd.
Aangeboden boeken. - Daarna legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
1830-1905. En commémoration des fêtes du LXXVe anniversaire de l'Indépendance de la Belgique et de l'Exposition Universelle de Liége. 1905. Liége.
| |
| |
Bibliothèque coloniale internationale. Institut colonial international. Bruxelles, 8me série. Les Lois Organiques des Colonies. Documents officiels précédés de notices historiques. Tome I et III. Bruxelles, 1906.
Woordenboek der Nederlandsche Taal. Negende deel, zesde aflevering. (Mis-Moelje.) Bewerkt door Dr. A. Kluyver. 1906.
Tijdschriften: Arbeidsblad, uitgegeven door het Arbeidsambt van België, nr 20, 1906. - Bulletin de l'Agriculture, nr 5, 1906. - Bibliographie de Belgique. Première partie: Livres, nos 21 et 22: Deuxième partie: Publications périodiques, nos 21 et 22; Bulletin mensuel des sommaires des périodiques, no 10, 1906. - Bibliographia philosophica ou Sommaire idéologique des ouvrages et des revues de philosophie, Novembre 1906. - Bulletin des Musées royaux, no 2, 1906. - Revue Néo-Scolastique, no 4, 1906. - Revue de l'Université de Bruxelles, no 2, 1906-07. - Wallonia, no 11, 1906.
Door de Inrichtingscommissie van het 29e Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres:
Handelingen van het XXIXe Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres, te Brussel, 26, 27, 28, 29, 30n Augustus 1906. Eerste deel. Brussel, 1906.
Door den Oudheidkundigen Kring der Stad en des voormaligen Lands van Dendermonde:
Gedenkschriften. - Tweede reeks, XIe deel, 3e en 4e aflevering. Dendermonde, 1906.
Door de Société d'Emulation, te Brugge:
Annales de la Société d'Emulation de Bruges. Revue trimestrielle pour l'étude de l'histoire et des antiquités de la Flandre. Tome LVI de la collection. 4e fasc. Novembre 1906.
Door het Historisch-literarisch Zweigverein des Vogesen-clubs:
Jahrbuch für Geschichte. Sprache und Literatur Elsass-Lothringens. XXII Jahrgang. Strassburg, 1906.
Door den heer Ad. de Ceuleneer, werkend lid:
Les quatre Saints couronnés, par Ad. de Ceuleneer. Overdruk uit ‘Bulletin des Métiers d'art’, Augustus-September 1906.
| |
| |
Door den heer Jac. Muyldermans, werkend lid:
Europa. Verzameling van in- en uitlandsche lettervruchten ter bevordering van wereldkennis en aangenaam onderhoud. Met platen. Dordrecht. - De jaargangen 1840, 1851, 1853, 1854, 1856, 1860, 1861 en 1867 volledig; bij den jaargang 1846 ontbreken de 10de en 11de aflevering; bij 1868 de 4e en 5e aflevering.
Vaderlandsche letteroefeningen. Honderd en vijfde jaargang. Onder redactie van Dr. J.W. Bok en Dr. W.B.J. van Eyk. Jaargang 1865. Utrecht.
Den grooten Brugschen comptoiralmanach voor het jaer MDCCXC. Inhoudende het Commité Generael binnen de Hoofdstad Gent, het Commité der Stad Brugge, den Groote Raede tot Mechelen; benevens alle de andere Raeden der Vereenigde Nederlanden. Mitsgaders den Geestelijken staet en alle de Capittels der zelve Landen; Als ook de Staeten, Wetten en Leenhoven van Vlaender en Braband, met nog meer andere gerievige nieuwigheden. Tot Brugge, bij Joseph de Busscher, boekdrukker en boekverkooper, in de Predikheeren-straet. Met Octroy Exclusyf.
Bijvoegsel op J.C. Dolz; aanleiding ter vervaardiging van schriftelijke opstellen; over onderwerpen, welke in het dagelijksch leven voorkomen, inzonderheid geschikt ten dienste van schoolonderwijzers, door N. Anslyn, N.Z. Te Leyden bij D. du Mortier en zoon, 1810.
Leuvensche Kerssouwieren-almanak voor het schrikkeljaar 1864. Vierde jaar. Leuven.
Jaarboek van het Willems-Fonds voor 1870. Gent, 1869.
Elisabeth of Kinderliefde en Zelfverloochening, door B. Filhès. Gouda, z.j.
Burgersmart. Melodrama door Joseph Crets. Mechelen 1900.
De Schoolstrijd. Voordracht door P. Franciscus-Salesius van Duyse. Z. pl. of j. (1904).
Le palais de Caïphe et le nouveau jardin Saint Pierre des Pères Assomptionistes au mont Sion (avec plans et figures), par le P. Urbain Coppens O.F.M. Paris, 1904.
Strijd om de Heilige Plaalsen. Met plannen en platen door P. Urbaan Coppens O.F.M. Rousselaere, 1905.
| |
| |
Open brief aan de heeren Leden der Commissie gelast met het nazien van het Verslag over het Onderzoek in Congo. Brussel, 1905.
Verborgen Lijden. Eene schets uit het dagelijksch leven. Oorspronkelijke Novellen door Andreas de Ruyter. Antwerpen, z.j.
Door den heer Jan Boucherij, werkend lid:
Een heuglijke dag (25 September 1881), door Jan Boucherij. Overdruk uit de Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie. Gent, 1906.
Korte Levensschets van Hendrik Conscience, door Jan Boucherij. Gent, 1906.
Door den heer Om. Wattez, briefwisselend lid:
De Zwalmleeuwen, door Om. Wattez. Brugge, 1906. (Uitgave der Nederlandsche Volksbibliotheek.)
Door den heer Fr. Kluge, hoogleeraar te Freiburg in Breisgau, buitenlandsch eerelid der Academie:
Nominale Stammbildungslehre der altgermanischen Dialekte von Friedrich Kluge. Zweite auflage. Halle, 1899.
Geschichte der englischen Sprache von Friedrich Kluge. Mit beiträgen von D. Behrens und E. Einenkel. Der zweiten verbesserten Auflage. Zweiter Abdruck. Mit einer karte. Strassburg, 1904.
Vorgeschichte der altgermanischen Dialekte von Friedrich Kluge. Der zweiten verbesserten und vermehrten Auflage zweiter Abdruck. Mit einem Anhang. Geschichte der gotischen Sprache. Id. 1906.
Unser Deutsch. Einführung in die Muttersprache. Vorträge und Aufsätse von Friedrich Kluge, Professor an der Universität Freiburg i.B. Leipzig, 1907.
Door den heer D. de Somviele, stadsarchivaris te Thielt:
Het regt van syne Hoogheyd den heere Prince van Orange en Nassau, etc. tot het Marquisaat van Veere en Vlissingen, Bewezen met authenticque stukken, deductiën, résolutiën, etc. Behelzende teffens eenige consideratiën omtrent de onlangs ondernomen devasalleeringe van dien. Alles opgehelderd en met
| |
| |
verscheyde nieuwe aanmerkingen vermeerderd in een voorberigt Waar in de partydigheyd en onkunde van den Schryver van het Leven van Prince Willem den Eersten, In verscheyde stellingen, aangaande het voorschreeve Marckgraafschap werd aangetoond. Franeker, 1733.
Politiecque reflectiën van staat, op Zeker, onlangs in het licht gekomene boek, waarin de Hooge Overigheyd van de Provintie van Holland benevens eenige Leden van dien ten hoogsten zyn geledeerd door zeker twistzoekende schryver met den druk gemeen gemaakt, en alhier met kortbondige redenen en autentiecque bescheyden wederlegd, door J. Crispeel. Utrecht, 1739.
Verhandeling over de Leenroerigheid van het Graafschap in Holland, van der zelver oorsprong, eigenschap en vernietiging: mitsgaders Eenige aanmerkingen op het werk van den Heer Mr. Gerard van Loon, betiteld: Historisch Bewys, dat het Graafschap van Holland een Leen des Duitschen Rijks geweest is, door Frans van Mieris. Leiden, 1748.
Door den heer L. Schmitz-Kallenberg, te Münster:
Des Grafen Simon VI zur Lippe Tagebuch über seine Gesandtschaftsreise zu dem Herzog von Parma und nach den Niederlanden 1591-1592. Nach der Originalhandschrift und mit einem Anhang ergänzender Aktenstücke herausgegeben von L. Schmitz-Kallenberg. Overdruk uit Mitteillungen aus der lippischen Geschichte und Landeskunde IV. Münster, 1906.
Door de Redactie:
Het Boek. Maandschrift uitgegeven door het Syndicaat der Boeknijverheden van Oost-Vlaanderen. Nr 3, 1906.
De Tuinbode, nr 12, 1906.
Ingekomen boeken. - Voor de boekerij der Academie is ingekomen:
De Gids, December 1906.
Ruildienst.
De Belgische school, nr 8, 1906. - Biekorf, nr 23, 1906. - Bijdragen tot de Geschiedenis van het aloude Hertogdom Brabant, November 1906. - Christene School, nr 3, 1906-1907. - | |
| |
Dietsche Warande en Belfort, nr 12, 1906. - De Katholiek, December 1906, - Het Katholiek Onderwijs, nr 2, 1906-1907. - Natuur en School, nrs 1-10, 1906. - Neerlandia, nr 11, 1906. - Onze Kunst, nr 12, 1906. - De Opvoeder, nrs 31-33, 1906. - De Opvoeding, nr 12, 1906. - De Schoolgids, nrs 45-47 en blzz. 273-288 van ‘Studiën op de Paedagogie’ door Roeland Van de Casteele. - St.-Cassianusblad, nr 14 en Tafel. - Studiën, nr 1, 1907. - Taal en Letteren, nrs 10-11, 1906. - Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen, nr 5, 1906. - Het Vlaamsch Bestuur, nr 10, 1906. - De Vlaamsche Gids, nr 6, 1906. - De Vlaamsche Kunstbode, nr 11, 1906. - Vragen, van den Dag, nr 12, 1906.
Ingekomen brieven - De Bestendige Secretaris stelt de Academie in kennis met de ingekomen brieven:
1o) | Verkiezing van Bestuurder en Onderbestuurder voor 1907. Goedkeuring. - Brief van 18 December 1906, waarbij de Weled. Heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs aan de Academie een afschrift stuurt van het Koninklijk Besluit van 5 December 1906, houdende goedkeuring van de verkiezing van de heeren Karel de Flou en Des. Claes, tot Bestuurder en Onderbestuurder voor het jaar 1907. |
| |
2o) | Kunstalbum 1830-1905. - Brief van 22 November 1906, waarbij de Weled. Heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs aan de Academie een exemplaar laat geworden van het Kunstalbum 1830-1905, dat als aandenken van de Feesten tot viering van de 75e verjaring van 's Lands Onafhankelijkheid en
|
| |
| |
| van de Luiker Wereldtentoonstelling, op kosten van het Gouvernement werd uitgegeven. |
| |
3o) | ‘Congrès des Sciences historiques’, te Duinkerke. - Mededeeling door de ‘Société Dunkerquoise pour l'encouragement des Sciences, des Lettres et des Arts’, van het Programme du Congrès des Sciences historiques Région du Nord et Belgique), den 14-17 Juli 1907 te Duinkerke te houden. |
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.
1o) Bibliographie van den Vlaamschen Taalstrijd. Het derde deel van de pers gekomen. - Den 17 December 1906, kwam van de pers het derde deel van Bibliographie van den Vlaamschen Taalstrijd, door Th. Coopman en Jan Broeckaert. Een exemplaar werd, dien dag, door den Bestendigen Secretaris aan de Heeren werkende en briefwisselende leden gezonden. Aan den Weled. Heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs werden ook de 74 exemplaren gestuurd, voor de inrichtingen bestemd, welke door tusschenkomst van zijn Departement de uitgaven der Academie ontvangen.
2o) Wedstrijd over het Diamantvak. - Den 16 December heeft de heer Dr. Leviticus, te Amsterdam, zijn antwoord over het Diamantvak, dat dit jaar bekroond werd, teruggezonden, na,
| |
| |
ingevolge de wenken door de heeren keurders gegeven, er de gewenschte wijzigingen te hebben aan toegebracht. - De Bestendige Secretaris heeft onmiddellijk bedoeld werk aan de heeren V. de la Montagne, Gustaaf Segers en Jan Boucherij, verslaggevers, medegedeeld, met verzoek het opnieuw na te zien en een laatste verslag in te dienen. - (Verslagen door de heeren keurders ingezonden. Zie verder blz. 908-910.)
| |
Mededeelingen namens Commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. - De heer K. de Flou, secretaris der Commissie, legt het volgende verslag ter tafel over de vergadering van 17 October 1906:
Zijn aanwezig: de HH. Gailliard, voorzitter; Broeckaert, Coopman, Dr. de Vreese, Jhr. Dr. K. de Gheldere, Jhr. Mr. Nap. de Pauw, leden, en K. de Flou, secretaris.
Aan de dagorde staat de voortzetting der bespreking van het ontwerp van reglement der Commissie.
Art. 11. De H. Dr. de Vreese licht dit artikel toe. Het wordt, na wijziging, aangenomen als volgt:
Art. 11. Telkens wanneer aan de beoordeeling der Commissie wordt onderworpen eene tekstuitgave bewerkt door personen buiten de Academie, die niet den graad van doctor in de Nederlandsche taal- en letterkunde voeren, draagt de Commissie aan een harer leden op, als mede-uitgever op te treden, en als zoodanig er voor te zorgen, dat art. 10 van dit reglement wordt toegepast en in 't algemeen alle door de Commissie gestelde voorwaarden worden nagekomen.
| |
| |
Wanneer een dergelijk werk bij de Commissie is geïntrodueerd door een harer leden, dan zal dit lid bovenomschreven taak van mede-uitgever behooren op zich te nemen.
Art. 12 en 13 worden aangenomen zonder opmerkingen:
Art. 12. Leden der Commissie, die een door de Academie goedgekeurde tekstuitgave hebben bewerkt en bezorgd, wordt een vergoeding, ten bedrage van 20 fr. per vel druks van 16 bladzijden, toegelegd.
Art. 13. Behoudens buitengewone gevallen, ter beoordeeling der Commissie, kan van een bewerker geen nieuwe uitgave worden ter perse gelegd, zoolang een door hem vroeger ondernomen uitgave niet is verschenen.
Art. 14, 15 en 16 worden, mits enkele veranderingen, aangenomen:
Art. 14. Besluiten en handelingen der Commissie betreffende uit te geven werken worden pas van kracht, nadat ze door de Academie in hare eerstvolgende vergadering zullen zijn goedgekeurd.
Art. 15. De Secretaris der Commissie bewerkt aan het einde van elk jaar een overzicht van hare werkzaamheden gedurende dat jaar, welk stuk, na goedkeuring door de Commissie, ter kennis gebracht wordt van de Academie en wordt opgenomen in hare ‘Verslagen en Mededeelingen’.
Art. 16. Dit reglement wordt van kracht onmiddellijk nadat het door de Academie zal zijn goedgekeurd.
Er wordt daarna besloten, dat de aldus aangenomen tekst der artikelen herdrukt en aan eene tweede stemming zal onderworpen worden.
De zitting wordt geheven om 11 3/4 uren.
2o) Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde. - De heer Th. Coopman, secretaris, brengt verslag uit over door de Commissie gehouden morgen-vergadering.
| |
| |
Tot vervanging van wijlen den heer Janssens, stelt zij als candidaten voor de heeren Jac. Muyldermans en Dr. C. Lecoutere.
Vervolgens deelt de heer Coopman aan de Vergadering de besluitselen mede van de Verslagen uitgebracht over het werk over Erasmus door den heer Dr. Hend. de Vocht aan de Academie ter uitgave aangeboden. (Zie verder onder Dagorde.)
| |
Dagorde.
1o) Commissie voor Middelnederlandsche Letteren. Ontwerp van Huishoudelijk Reglement, door de Commissie aan de Academie voorgelegd. - Daar de Bestendige Secretaris een afdruk van het ontworpen Reglement aan de heeren werkende Leden der Academie heeft medegedeeld, acht de Vergadering het niet noodig dat er tot de lezing van de artikelen worde overgegaan. Op voorstel van de heeren Des. Claes en Bols en na bespreking daarvan, wordt echter beslist, dat een artikel betreffende het regelmatig aanvullen der openstaande plaatsen zal gevoegd worden bij bedoeld ontwerp, dat ten slotte in zijn geheel door de Vergadering wordt aangenomen. - Het aldus aangenomen ontwerp zal aan den Weled. Heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs ter goedkeuring worden voorgelegd.
2o) Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde. - Verhandeling van den heer H. de Vocht over Erasmus. - De heer Th. Coopman, secretaris der Commissie, doet de volgende mededeeling aan de Vergadering:
| |
| |
Over het aangeboden handschrift van Dr. de Vocht: De Geschiedenis van den invloed van Erasmus op het Engelsch Tooneel in de 16e en de 17e eeuw, werden gunstige verslagen uitgebracht door Dr. W. de Vreese, Dr. Logeman, hoogleeraar te Gent, en Dr. Bang, hoogleeraar te Leuven.
Derhalve stelt de Commissie voor bedoeld werk te laten drukken en op te nemen onder de uitgaven der Koninklijke Vlaamsche Academie, met deze voorwaarden: 1o dat de appendices, zijnde herdrukken van de eerste Engelsche vertaling van drie tractaten van Erasmus, als afzonderlijk werk worden uitgegeven los van de verhandeling; - 2o dat éen der appendices uit de uitgave moet wegvallen, aangezien het reeds herdrukt is in de C. Mary tales als nr 60 in het jaar 1881.
Namens de Commissie, verzoekt de heer Th. Coopman, om reden van hoogdringendheid, dat het de Academie believen zou een besluit te nemen in de vergadering van heden. - De Academie keurt het voorstel der Commissie goed.
3o) Commissie voor het Onderwijs. Verhandeling ‘Onze Taal in het Middelbaar Onderwijs’, door den heer Gustaaf Segers.
Voorstel tot uitgave. - Aan de heeren Leden werden door den Bestendigen Secretaris de verslagen van de heeren Dr. W. de Vreese en Amaat Joos over gezegde verhandeling ter inzage gezonden. - De Vergadering sluit zich bij het advies van beide heeren aan. Derhalve mag er tot het drukken van het werk van den heer Gustaaf Segers overgegaan worden.
| |
| |
| |
1o) Verslag van den heer Dr. W. De Vreese:
Deze nieuwe studie van ons geacht Medelid is der Commissie reeds bekend: de heer Segers heeft ze, grootendeels medegedeeld in een onzer laatste vergaderingen. Na die mededeeling, en vooral na de besprekingen die er op volgden, is het niet meer noodig verslag van den inhoud te geven. Het onderwerp is meer dan ooit van actueel gewicht, en allen die er in belang stellen zullen ongetwijfeld de beschouwingen en adviezen van een man, die kan bogen op de ervaring van een leven geheel aan het practisch onderwijs gewijd, met aandacht volgen en overwegen.
Ik heb dus de eer te adviseeren, dat het werk van ons geacht Medelid met bekwamen spoed door de Academie worde uitgegeven.
| |
2o) Verslag van den heer Am. Joos:
Ik sluit mij aan bij het advies van Dr. Willem De Vreese.
Zeer aandachtig heb ik het werk gelezen. Talrijk zijn de practische wenken die er in voorkomen. Wat vooral uit deze verhandeling blijkt en wat algemeen dient geweten: de opleiding van de leeraars voor het middelbaar onderwijs is zeer onvolledig en juist door die verkeerde opleiding komt onze taal in het middelbaar onderwijs niet tot haar recht.
4o) Verkiezing van een werkend lid, tot vervanging van wijlen den heer Dr. Amand de Vos.
Worden door den heer Bestuurder als stemopnemers aangewezen de heeren Mr. A. Prayonvan Zuylen en Amaat Joos,
Wordt verkozen: de heer Is. Teirlinck.
5o) Lezing door den heer Jac. Muylder mans: Pieter Croon, een Mechelsche schrijver uit de XVIIe eeuw.
| |
| |
De heer Muyldermans houdt eene voorlezing over Pieter Croon. Na eene voorafgaande beschouwing over de XVIIe eeuw, deelt hij eenige inlichtingen mede over het leven van dien geestelijken volksschrijver, die, te Mechelen in 1634 geboren, regulier-kanonik der orde van St.-Augustijn in Leuven werd, en daar in 1682 overleed. Daarop volgt de ontleding der verschillende werken, ons door Pieter Croon nagelaten, met eenige uittreksels in proza en dicht, welke ons laten oordeelen over het doel des schrijvers en over den aard en de waarde zijner schriften.
De sluitrede van den heer Muyldermans beschouwt den letterarbeid van den Augustijner-Kanonik in opzichte van inhoud, toon en versbouw, stijl en taal. Croon behoort voorzeker tot die reeks van schrijvers der XVIIe eeuw, wier taalkundig belang ons niet onverschillig mag laten.
6o) Lezing door den heer Mr. Prayon-van Zuylen: De Iersche Taalbeweging.
Mr. Prayon-van Zuylen geeft lezing van een opstel betreffende de Iersche Taalbeweging, ter vollediging van eene vroeger door hem gedane mededeeling. Vooral in de laatste jaren is die Beweging ongelooflijk snel vooruitgegaan en hare eindelijke zegepraal wordt hoe langer hoe waarschijnlijker. Spreker deelt dienaangaande belangrijke cijfers mede.
De heer Bestuurder stelt voor de lezingen van de heeren Muyldermans en Mr. Prayonvan Zuylen in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. - Goedgekeurd.
| |
| |
De heer J. Broeckaert, aftredende Bestuurder, staat recht en richt tot de Vergadering de volgende woorden:
Mijne Heeren en Waarde Collega's, het is heden de laatste maal dat ik de eer heb gehad uwe vergaderingen voor te zitten. Vooraleer dezen zetel te verlaten moet ik U mijnen oprechten dank betuigen voor de vele blijken van hartelijke toegenegenheid, welke ik van U in den loop van mijn bestuursjaar mocht ontvangen. Een bijzonderen dank ben ik verschuldigd aan mijnen hooggeachten opvolger, den heer onderbestuurder K. de Flou, en aan onzen wakkeren bestendigen secretaris, die mijne taak grootelijks hebben verlicht.
De twee jaren, welke ik in het bestuur der Academie heb doorgebracht, zullen tot de aangenaamste herinneringen mijns levens behooren. Zoo ik niet al het goede verricht heb, dat gij gerechtigd waart van uwen bestuurder te verwachten, men gelieve het mij niet ten kwade te duiden; overlast van ambtelijke plichten en bezigheden hebben mij verhinderd datgene te doen wat ik, ter tegemoetkoming van uwen wensch, zou gewild hebben.
Nog eenige weken, na gedurende eene halve eeuw als ambtenaar te zijn werkzaam geweest, en dan treed ik, eindelijk, eene rustiger loopbaan in; niet, echter, om voortaan werkeloos te blijven, maar om mij in het vervolg, vrij en onbekommerd, aan mijne geliefkoosde studiën uitsluitelijk toe te wijden. Inzonderheid stel ik mij voor, de krachten, die mij nog overschieten, te besteden aan de geregelde voortzetting en, moge het wezen, aan de voltooiing. met de hoogst gewaardeerde medewerking van mijnen vriend den heer Coopman, van de Bibliographie van den Vlaamschen Taalstrijd. De Levensschetsen der Zuidnederlandsche schrijvers, mij door de Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie gedeeltelijk opgedragen, zullen eveneens, bij voortduring, al mijne aandacht vergen.
| |
| |
En hiermede, Waarde Collega's, neem ik afscheid van U als Bestuurder, en wensch ik de Koninklijke Vlaamsche Academie eenen immer toenemenden bloei, en U allen een gelukkig en voorspoedig Nieuwjaar!
De heer Gustaaf Segers is diep overtuigd de tolk te zijn van al zijne medeleden der Koninklijke Vlaamsche Academie, indien hij hulde brengt aan den heer Broeckaert, aftredenden bestuurder, voor de uitstekende wijze, waarop hij zijne soms zware taak heeft vervuld. Hij heeft onze vergaderingen met toewijding en gezag geleid, zoodat de besprekingen belangrijk waren en de beste uitslagen opleverden; hij wist tevens den gulhartigsten toon, de vriendelijkste betrekkingen tusschen al de Collega's te doen heerschen, zoodat onze vergaderingen even aangenaam als belangrijk waren.
Onze heer Bestuurder deelt ons mede, dat hij zich voortaan geheel en al aan de taalkundige en historische studie wil wijden. Van harte wenschen wij allen, dat het hem vergund moge wezen nog vele, vele jaren daarin het zuiverste genoegen te smaken, en met ons allen aan den bloei onzer Koninklijke Vlaamsche Academie, aan de beoefening en verheffing onzer dierbare moedertaal mede te werken.
De vergadering wordt te 4 uur gesloten.
|
|