Dr. de Vos was een vijand van haastig werk. In onze Plechtige Vergadering van 20 December 1889, las hij eene verhandeling voor Over veel schrijven in zake van Fraaie Letteren, welke van zijne buitengewone belezenheid evenals van zijn letterkundigen ernst de gunstigste getuigenis aflegde.
Het heengaan van den deugdrijken man is een groot verlies voor onze Letteren, waar hij zulke eigenaardige, persoonlijke plaats innam: hij stond van den beginne af buiten de school der romantieken; hij schilderde de natuur zooals ze was en bereikte daarbij eene hoogte, die weinigen, vooral met den tact die hem eigen was, hebben weten te evenaren.
Dierbare Collega, Waarde Vriend de Vos, rust zacht in den schoot des Heeren! In de Koninklijke Vlaamsche Academie zal de herinnering aan U voortleven en zal uw naam in aandenken blijven, als die van een lieven en wakkeren genoot, en ons geheele Vlaamsche Volk zal uwen naam dankbaar blijven gedenken voor het vele goede, dat gij hebt verricht.
Vaarwel!