De Koninklijke Vlaamsche Academie kan en zal niet vergeten dat zij haar ontstaan aan dien alom geëerbiedigden vorst, aan dien verlichten voorstander van kunsten, letteren en wetenschappen. te danken heeft. Zoo zij verleden jaar, met al de kinderen van het Belgische vaderland, gelukkig was deel te nemen aan het zoo schitterend gevierde jubelfeest; zoo zij den Koning te dier gelegenheid hare hulde en de gevoelens harer onwankelbare trouw aanbood, heden, bij de twintigste verjaring harer stichting, begroet en dankt zij Hem nogmaals voor zijne belangstelling in de taal en letterkunde van het grootste gedeelte van zijn volk.
De Vlamingen, die hunne vorsten te allen tijde zoo innig verkleefd waren, houden, vol hoop op de toekomst, de oogen op Hem gevestigd, omdat zij weten dat Hij niets anders dan hun geestelijk en stoffelijk welzijn betracht.
Ik noodig u dus uit te drinken op den Vader van ons tweetalig Vaderland; op Hem, die gezegd heeft en voortdurend bewijst, dat al de Belgen hem even lief zijn.
Lang moge Hij leven, tot ons aller heil!
Mocht onze Koninklijke Instelling het geluk te beurt vallen, wanneer zij, binnen vijf jaar, haar vijf en twintigjarig bestaan zal vieren, met het bezoek van haren wijzen Stichter en zoo doorluchtigen Beschermheer vereerd te worden!
Drinken wij meteenen, Waarde Collega's, op de gezondheid van H.K.H. Prinses Clementina, de edelhartige Koningsdochter; op die van Z.K.H. Prins Albrecht, de hoop onzes Vaderlands, den volksgeliefden Prins, wiens plechtig bezoek aan deze Academie met gouden letteren in hare jaarboeken uitblinkt! Op zijne hoogst vereerde Moeder, de Gravin van Vlaanderen; op zijne edele Gemalin, Prinses Elisabeth, en hunne lieve kinderen!
Aan al de leden van het Koninklijk Stamhuis de beste, de rechtzinnigste onzer wenschen!
Leve de Koning! Leve de Koninklijke Familie!