Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1906
(1906)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 389]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering van 16 Mei 1906.Aanwezig: de heeren Jan Broeckaert, bestuurder; Karel de Flou, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris; de heeren Dr. H. Claeys, Jhr. Mr. nap. de Pauw, Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Bols, Des. Claes, Alf. Janssens, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Dr. L. Simons, Ad. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Dr. Willem de Vreese, Jac. Muyldermans, Jan Boucherij en Amaat Joos, werkende leden;
de heer Hugo Verriest, briefwisselend lid.
De heer Baron de Bethune, werkend lid, en de heer Dr. C. Lecoutere, briefwisselend lid, hebben laten weten dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen. De heer Bestuurder, namens de Vergadering, wenscht de heeren kanunniken Muyldermans en Amaat Joos geluk met hunne benoeming tot ridder in de Leopoldsorde. Deze welverdiende onderscheiding mag de belooning heeten van de talrijke diensten, door onze twee geachte collega's op het gebied van het onderwijs bewezen. (Toejuiching.) De heer Muyldermans vraagt het woord: ‘Ik dank uiter herte, - zegt hij, - de geachte heeren Bestuurder en Leden der Academie voor hunne | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 390]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vereerende gelukwenschen. Ik zal me steeds herinneren waarom die hooge onderscheiding mij geschonken werd; zij zal een spoorslag wezen om mij er nog weerdiger van te maken, met de belangen onzer taal en letterkunde in 't onderwijs ieveriger te behertigen dan ooit, overtuigd dat ik zoo doende mij ook weerdiger zal maken van de gelukwenschen en toejuichingen der Academie.’ De heer Amaat Joos zegt op zijne beurt dank aan de Academie in dezer voege: ‘Ik dank welgemeend den heer Bestuurder voor zijne vriendelijke woorden, en al mijne geachte collega's voor hunne toejuichingen als instemming met die woorden. Aangeboden boeken. - Daarna legt de Bestendige Secretaris de volgende lijst over van de aan de Academie aangeboden boeken:
Door de Regeering: Ministère de l'Intérieur et de l'Instruction publique. Catalogue des Manuscrits de la Bibliothèque Royale de Belgique, par J. van den Gheyn, S.J., Conservateur à la Section des Manuscrits. Tome cinquième: Histoire-Hagiographie. Bruxelles, 1905. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 391]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Annuaire statistique de la Belgique. 36me année, 1905. Bruxelles, 1906.
Académie Royale de Belgique. Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques et Classe des Beaux-Arts. Mémoires (collection in-8o), tome I. (Nouvelle série.) Fasc. VI. Cohen (Gustave), Histoire de la mise en scène dans de théâtre religieux français du moyen âge. Bruxelles, 1906.
Annuaire de l'Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. 1906. Bruxelles, 1906.
Annuaire de la Société d'Archéologie de Bruxelles. 1906. Bruxelles, 1906.
Université de Gand. Recueil de travaux publiés par la Faculté de Philosophie et Lettres. 32me fasc. De l'influence de Sénèque le père et des Rhéteurs sur Sénèque le philosophe, par E. Rolland. Gand, 1906.
Periodieken: Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques et de la Classe des Beaux-Arts, 1906, nos 1 et 2. - Bulletin de la Commission Royale d'Histoire, 1906, no 1. - Annales des Travaux publics de Belgique, 1906, no 2, Avril. - Bulletin de l'Agriculture. 1906, no 1. - Arbeidsblad, uitgegeven door het Arbeidsambt van België, nrs 6-7. - Bibliographie de Belgique. Année 1905: Table alphabétique de la première partie (Livres) et de la deuxième partie (Périodiques). Année 1906: nos 5-7 de la première partie (Livres); Nos 5-7 de la deuxième partie (Périodiques). Bulletin mensuel des Sommaires des Périodiques, nos 1-2. - Revue de l'Université de Bruxelles, 1905-1906, no 1. - Bulletijn der Maatschappij van Geschieden Oudheidkunde te Gent, 1906, nr 3. - Revue Sociale Catholique, 1906, nos 6-7. - Wallonia, 1906, no 3.
Door de ‘Historische Kommission der Provinz Westfalen’, door bemiddeling van den heer Dr. L. Schmitz-Kallenberg, hoogleeraar te Münster: Veröffentlichungen der Historischen Kommission der Provinz Westfalen. Inventare der nichtstaatlichen Archive der Provinz Westfalen. Regierungsbezirk Münster:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 392]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 393]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door de Vlaamsche Conferentie der Balie van Gent: Verslag over de werkzaamheden gedurende het rechterlijk jaar 1904-1905, door den schrijver Mr. Edg. Dobbelaere, ter openingszitting van 14 December 1905, voorgedragen. Gent, 1906.
Door de ‘Aloude hoofdrederijkkamer van Brabant en Mechelen, Het Kersouwken van Leuven’: Letterkundige Bijdragen. Kamerjaar Februari 1905-1906. Leuven, 1906. (2 ex.)
Door den heer Jan Boucherij, werkend lid:
Door den heer Paul Bellefroid, briefwisselend lid: Diederik Speelmans, door Paul Bellefroid. (Overdruk uit de Limburgsche Bijdragen.) Hasselt, 1905.
Door den heer A. de Cock, letterkundige te Brussel:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 394]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door den heer Athur CornetteGa naar voetnoot(1), te Antwerpen: De AEsthetiek van het Lyrisch Drama, door Arthur Cornette, leeraar aan de Muziekschool van Antwerpen. Antwerpen, 1895.
Door den Eerw. P. Fr. Stephanus Schoutens, uit het klooster der Minderbroeders, Oever, te Antwerpen: Maria's Henegouw. Beschrijving van de Wonderbeelden en merkweerdige bedevaartplaatsen van Onze Lieve Vrouw in Henegouw, door P. Fr. Stephanus Schoutens, minderbroeder. Tweede, verbeterde en vermeerderde druk. Antwerpen, 1906.
Door den heer L. Maeterlinck, bewaarder van het Museum van Schoone Kunsten, te Gent:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 395]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door den heer F. Timmermans, S.J., te Gent: Lettres et poésies à des Amis. Gand, 1906. (2 ex.)
Door de Redactie: De Tuinbode, Mei 1906. - Het Boek, Februari-Maart, 1906. - Der Weltcourier, Mai 1906.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie is ingekomen:
De Gids, Mei 1906.
Ruildienst.
Biekorf, 1906, nr 8. - Bijdragen tot de Geschiedenis bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant, April 1906. - Christene School, 1905-1906, nr 1, en bijzonder nr van 5 Mei 1906. - Dietsche Warande en Belfort, 1906, nr 5. - Den Gulden Winckel, 1906, nr 5. - De Groene Linde, 1906, nr 3. - De Katholiek, 1906, Jan.-Mei. - Het Katholiek Onderwijs, 1906, nr 7. - Neerlandia, 1906, nr 4. - Onze Kunst, 1906, Mei. - De Opvoeder, 1906, nrs 12-14. - De Opvoeding, 1906, nr 5. - Scandinavië-Nederland, 1906, nr 8. - De Schoolgids, 1906, nrs 15-19. - St. Cassianusblad, 1906, nr 5 en Bijvoegsel nr 9. - Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen, 1906, nr 2. - De Vlaamsche Kunstbode, 1906, nr 4. - Volkskunde, 1906, nrs 11-12.
Ingekomen brieven. - De Bestendige Secretaris stelt de Vergadering in kennis met de ingekomen brieven: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 396]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1o) Nederlandsche bladen in de Vereenigde Staten van Amerika verschijnend. - Brief van 13 April 1906, van den heer Robert Boen, uit Brooklijn (New-York). De heer Boen, als gevolg op een schrijven van den Bestendigen Secretaris (8 Maart 1906), aangaande het bestaan van Nederlandsche bladen in de Vereenigde Staten van Amerika, zendt aan de Koninklijke Vlaamsche Academie een exemplaar van dertien bladen, die aldaar verschijnen, waaronder Onze Toekomst (Chicago), De Gids (De Pere), De Standaard (Grand Rapids), De Wachter (Holland, Michigan), De Volksvriend (Orange City), De Telegraaf (New-Jersey), enz. - De Academie belast den Bestendigen Secretaris den heer Boen daarvoor haren besten dank te zeggen. De heer Edw. Gailliard belooft, bij de eerste gelegenheid, aan de Academie eene mededeeling betreffende de gezonden dagbladen te doen. Drie daarvan verschijnen te De Pere (Wisconsin), een te Chicago, drie te Grand Rapids (Michigan), drie te Holland (Michigan), een te Oranje-City (Iowa), een te Paterson (New-Jersey), en een te Pella (Iowa). Het schijnt overigens, dat er in Amerika ongeveer 45 Nederlandsche bladen verschijnen. Hij verhoopt binnen kort verdere bijzonderheden dienaangaande aan de Academie te kunnen mededeelen.
2o) Gezelle-feesten te Brugge, door de afdeeling van het Davidsfonds aldaar ingericht. - Brief van 19 April, waarbij de heer Jer. Noter- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 397]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daeme, secretaris van de Brugsche afdeeling van het Davidsfonds, de Koninklijke Vlaamsche Academie verzoekt zich te laten vertegenwoordigen op de Gezelle-feesten, door dat genootschap te Brugge, op 22 en 23 April te geven. - Op dat geëerd schrijven werd, den 20 April, door den Bestendigen Secretaris geantwoord, dat het Bestuur der Academie aan haren geachten onderbestuurder den heer Karel de Flou den last had opgedragen onze Koninklijke Instelling op bedoelde feesten te vertegenwoordigen.
3o) Wedstrijden. Wensch betreffende het uitschrijven van eene Prijsvraag over het dialect van Borgloon en omstreken. - Brief uit Luik, van 7n Mei 1906, geteekend ‘De medekamper (voor het Zuid-Limburgsch Idioticon) onder kenspreuk De tijd is mij te kort’, waarin de wensch wordt geuit, dat door de Koninklijke Vlaamsche Academie eene prijsvraag zou uitgeschreven worden over het dialect van ‘Borgloon en omstreken’ of van ‘Tongeren en omliggende’. - Verzonden naar de Commissie voor het voorstellen van prijsvragen. De heer Claes wenscht de aandacht der Heeren, die deel zullen uitmaken van de Commissie tot voorstelling van Prijsvragen, hierop te vestigen dat, zoo er eene prijsvraag over het Zuidlimburgsch dialect opnieuw moet uitgeschreven worden, men een duidelijk onderscheid dient te maken tusschen het Sint-Truidensch, het Loonsck, het Tongersch en het Maaslandsch dialect. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 398]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4o) Prijsvraag over Muziekgeschiedenis. - Gedrukt bericht (Mei 1906), waarbij de heer J.-W. Enschedé, secretaris der Vereeniging voor Noord-Nederlands Muziekgeschiedenis te Amsterdam, de Academie verzoekt onderstaand bericht in hare Verslagen en Mededeelingen op te nemen:
Op de prijsvraag der Vereeniging voor Noord-Nederlands Muziekgeschiedenis luidende: ‘Heeft de melodie van het oud-Nederlandsche lied tot omstreeks 1625 een eigen karakter, vergeleken met het lied van andere nationaliteiten?’ is geen antwoord ingekomen.
5o) Verhandeling over de Misericordia's uit de kerk van Hoogstraten, door den heer L. Maeterlinck. (Zie boven op blz. 212-213, 250-252 en 268-276.) - De Bestendige Secretaris geeft de Academie kennis van twee brieven van den heer L. Maeterlinck, bestuurder van het Stedelijk Museum te Gent, de eerste, van 22 Maart 1906, gericht ‘A Monsieur Gailliard, Secrétaire Perpétuel de l'Académie royale flamande à Gand’, de tweede, van 3 Mei daaraanvolgende, gericht ‘A Messicurs les Président et Membres de l'Académie royale flamande de Belgique’; tevens leest hij de Vergadering de memorie voor, door hem den 25 April aan den heer Maeterlinck gezonden en door de Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie in hare vergadering van 18 April goedgekeurd, alsook den brief dien hij dezen, als antwoord op zijn bovengenoemd schrijven van 3 Mei heeft gestuurd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 399]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De heer Broeckaert geeft vervolgens lezing van een ontwerp van brief aan den heer L. Maeterlinck te sturen. De heer Muyldermans vraagt zich af, of het wel betaamt dat de Academie antwoorde op brieven in het Fransch gesteld en van Nederlanders uitgaande. - De heeren Bestuurder, Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Obrie, Segers en Claes sluiten zich bij die zienswijze aan. - Met eenparige stemmen beslist de Academie, dat de Fransche brieven van den heer L. Maeterlinck onbeantwoord zullen blijven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.1o) Van de pers gekomen uitgaven. Bekroonde verhandelingen: a.) Idioticon van het Antwerpsch Dialect, opgesteld door P. Jozef Cornelissen, gemeenteonderwijzer te Sint-Anthonius (Brecht), en J.-B. Vervliet, letterkundige te Antwerpen. Aanhangsel. - b.) Kinderspel en Kinderlust in Zuid-Nederland, door A. de Cock en Is. Teirlinck. Zesde deel: XII. Kind en Natuur. Den 20 April werd een exemplaar van het eerste boek, en den 11 Mei een exemplaar van het tweede, aan de heeren werkende en briefwisselende leden gestuurd. Aan de genootschappen, tijdschriften, bijzondere personen enz., welke de uitgaven der Academie ontvangen, zullen beide boeken, bij de eerstvolgende gelegenheid gezonden worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 400]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De schrijvers hebben de present-exemplaren ontvangen, hun door de Academie geschonken. Den 25 April, wenschte de Bestendige Secretaris, namens de Academie, de heeren Cornelissen en Vervliet geluk met de voltrekking van hun hoogst belangrijk werk en zegde hij te hopen, dat onze Koninklijke instelling in 't vervolg wel eens de eer zal mogen genieten ze nogmaals onder hare bekroonden te tellen. - Op dit schrijven volgde een brief van 4 Mei, waarbij de heer Jozef Cornelissen, in eigen naam en in dien van zijn medewerker, de Academie hartelijk dank zegt voor de hun toegestuurde gelukwenschen. - Bij brieve van 30 April verzocht de heer Vervliet den Bestendigen Secretaris bij de heeren Leden der Academie zijn tolk te willen zijn ‘voor de goedheid die zij hem jaren lang betoond hebben, door hem toe te laten zijn Idioticon, tijdens het afdrukken, voortdurend uit te breiden en te verrijken’.
2o) Van de Ven-Heremans' Fonds. - Bekendmaking. In het Verslag over de werkzaamheden van de Vlaamsche Conferentie der Balie van Gent, gedurende het rechterlijk jaar 1904-1905, heeft de schrijver Mr. Edgar Dobbelaere den brief van 22 Augustus 1905 opgenomen, waarbij de Bestendige Secretaris het tot stand komen van het Van de Ven-Heremans' Fonds in de Academie ter kennis van de Conferentie heeft gebracht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 401]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3o) Vijfjaarlijksche Wedstrijd in Nederlandsche letterkunde: 1900-1904. Verslag. In het Staatsblad, nr van 11 Mei 1906, is verschenen het verslag door den keurraad uitgebracht, die bij Koninklijk Besluit van 20 Januari 1905 benoemd werd. Deze keurraad bestond uit de heeren Th. Coopman, Dr. W. de Vreese, Alf. Janssens, Jac. Muyldermans en Gustaaf Segers, werkende leden der Koninklijke Vlaamsche Academie. (Zie verder op blz. 461 en vlg.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mededeelingen namens Commissiën.1o) Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Letteren. Verkiezing van een lid, ter vervanging van wijlen Frans de Potter. Candidaten. - De heer K. de Flou, secretaris, deelt aan de Vergadering mede dat de Commissie, in hare vergadering van 18 April, de heeren Th. Coopman en Gustaaf Segers als candidaten heeft voorgedragen, voor de verkiezing van een lid ter vervanging van wijlen Frans de Potter. - Er zal in de Juni-vergadering tot de verkiezing overgegaan worden. De heer Edw. Gailliard, als voorzitter van de Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Letteren, richt tot de Vergadering de volgende woorden: ‘Als voorzitter van de Commissie, wensch ik aan de Vergadering eenige woorden te zeggen over, of liever de reden te zeggen van het voordragen van de candidatuur van den heer Th. Coopman. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 402]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2o) Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde: Verhandeling. - De Germaansche elementen der Romaansche Talen, door den heer Dr. Eug. Ulrix. Verslag door den heer Dr. W. de Vreese - Bij brieve van 24 Maart 1906, als antwoord op een schrijven van 23 Maart, verzocht de heer Th. Coopman, secretaris der Commissie, den Bestendigen Secretaris het Hs. van Dr. Ulrix aan den heer Dr. W. de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 403]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vreese te laten geworden, met verzoek te willen inzien of Schrijver aan de aanmerkingen door de Heeren Verslaggevers gemaakt gevolg had gegeven, en daarover verslag uit te brengen. - Den 26 Maart werd het Hs. aan den heer Dr. de Vreese overgemaakt: bij brieve van 18 April, onder terugzending van de Verhandeling, schrijft deze met genoegen te hebben bevonden, dat de heer Ulrix de wenken, op- en aanmerkingen der beoordeelaars zeer ter harte heeft genomen, en allerlei verbeteringen in zijn werk heeft aangebracht, dat hij daarvan kennis aan de Commissie gegeven heeft, zoodat de druk van het werk van den heer Ulrix kan beginnen zoodra het gepast voorkomt. 3o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. Mededeeling door den heer Jan Boucherij, secretaris. - In hare vergadering van heden morgen, heeft de Commissie aangenomen, dat de lezingen van den heer Gustaaf Segers, over de Voorbereiding tot de middelbare studiën zouden gedrukt worden. Derhalve wordt er door de Commissie voorgesteld de Academie te verzoeken om opneming van die lezingen in hare Verslagen en Mededeelingen. - Goedgekeurd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dagorde.1o) Wedstrijden. - Lezing van de verslagen. (Art. 31 der wetten van 15n Maart 1887, gewij- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 404]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zigd door Koninklijk Besluit van 23n Maart 1891.) De Academie neemt kennis van de verslagen door de heeren beoordeelaars uitgebracht. - Deze verslagen zullen gedrukt en vóor de Juni-vergadering aan de heeren werkende leden medegedeeld worden.
2o) Candidaten voor de openstaande plaats van buitenlandsch eerelid, ter vervanging van Dr. Moritz Heyne. Verslag namens de Commissie. Bespreking van de voorgestelde candidaturen. - De Bestendige Secretaris leest het verslag voor, door de Commissie tot voorstelling van candidaten bij de Academie ingediend. (Dit verslag werd ten anderen in druk, den 11 Mei, aan de heeren werkende leden vertrouwelijk medegedeeld.)
3o) Plechtige vergadering op 8 Juli. Vaststelling van het Programma. - In de vergadering van 20 December 1905, deelde de Bestendige Secretaris aan de Academie het verheugend nieuws mede, dat de zeer geleerde heer Dr. J. te Winkel, hoogleeraar te Amsterdam, ons geacht buitenlandsch eerelid, met de meeste welwillendheid aanvaard had onze jaarlijksche Plechtige Vergadering, dit jaar op Zondag 8 Juli te houden, met eene taal- of letterkundige voordracht te vereeren. Bij brieve van 4 Mei, heeft de Bestendige Secretaris, den heer Dr. J. te Winkel, onder herhaalde dankbetuiging voor zijn hoogst vrien- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 405]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
delijk inwilligen van het verlangen der Academie, beleefd verzocht den titel van zijne voordracht te willen laten kennen. Het Bestuur stelt aan de Academie voor het Programma van de Plechtige Vergadering als volgt vast te stellen:
Daar de werken van opbouwing der Feestzaal van de Academie tegen de Plechtige Vergadering niet zullen voltooid zijn, heeft de Bestendige Secretaris, bij brieve van 10 Mei, den weled. heer Baron R. de Kerchove d'Exaerde, gouverneur der provincie, namens de Academie verzocht, voor het houden van die Vergadering de Groote Feestzaal van het Gouvernementshotel te harer beschikking te stellen. - Bij brieve van 11 Mei, werd dit verzoek ingewilligd.
4o) Lezing door den heer Hugo Verriest: Wat er in Vlaanderen roert en wat er stil blijft. - Spreker schetst den toestand onzer taal en letterkunde in West-Vlaanderen en zegt wat hij, pastoor van een klein dorp van 1600 zielen, daar dagelijks ziet en ondervindt. - De ‘man- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 406]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nenwereld’ roert, zegt hij, de ‘vrouwenwereld’ blijft stil. In die roerende ‘mannenwereld’ mogen niet alleen en bijzonderlijk gerekend worden de Vlaamsche Beweging en de ‘Letterkamers’, maar ook het volk van Vlaanderen. En wat roert er onder dat volk, als wij het van nabij bezien? Het bestuur van onze dorpen, de burgerij en het boerenvolk, de priesters en de letterkunde, de leerende en studeerende jeugd zijn aan 't roeren en herworden. De ‘vrouwenwereld’ roert niet: moeder en vrouw, dochter en kind blijven buiten die opwellende beweging, omdat het onderwijs niet alleen fransch leert, maar fransch is en fransch maakt. Ons dringendste werk, zegt ten slotte Spreker, is de ‘vrouwenwereld’ en wel bijzonderlijk de vrouwenopvoeding te vervlaamschen: Niets roert daar, niets heft daar, niets groeit of bloeit -: De stille wateren der Doode Zee. De Vlaamsche Academie kan dat beteren!
De Bestuurder stelt voor de lezing van den heer Hugo Verriest in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. - Goedgekeurd. De vergadering wordt te 4 uur gesloten. |
|