stellen voor zoogenaamde verstandsmenschen door te gaan.
De schuld van dien toestand is zeker uitsluitend en alleen te wijten aan het ongerijmde stelsel van hooger onderwijs, dat bij geen ander beschaafd volk zou geduld worden en waarvan men mag zeggen dat het enkel werd uitgedacht om ons volk tot een volledigen staat van verbastering te brengen.
Intusschen schijnt voor de Vlaamsche Academie de eervolle taak te zijn weggelegd, dank zij de stichting van het Van de Ven-Heremans' Fonds, de voor de geestesontwikkeling der Vlamingen zoo hoogst schadelijke gevolgen der verfransching eenigszins te mogen helpen verzachten door het uitgeven ook van rechtskundige werken, die in onze taal geschreven zijn.
De welverdiende bijval, waarmede hare eerste uitgave op dat gebied werd onthaald, zal haar zeker een spoorslag zijn om, waar haar dit door Vlaamsche rechtsgeleerden wordt mogelijk gemaakt, op den ingeslagen weg voort te schrijden.
Het werk, dat door Mr. K. van Acker aan de Academie ter uitgave wordt aangeboden, acht ik niet alleen zeer geschikt om bij het onderwijs in Vlaamsch-België als handleiding ter beoefening van ons staatsrecht gebruikt te worden, maar - wat voor mij in dit geval nog meer gewicht in de schaal legt - het overzicht onzer Staatsinstellingen, dat hier voor mij ligt, acht ik geroepen om ook elders veel nut te stichten. Door elken Vlaming, welke ook de stand zij dien hij in de samenleving inneemt, die op de hoogte wenscht te komen van de instellingen van het land waarin hij leeft, zal het met belangstelling en vrucht gelezen worden.
Het ‘Overzicht’ is in eene zeer bevattelijke en toch zeer juiste taal geschreven: met genoegen mocht ik waarnemen dat Mr. van Acker daarvoor de beste bronnen - de uitstekende werken over staatsrecht,