| |
| |
| |
Vergadering van 18 April 1906.
Aanwezig: de heeren Jan Broeckaert, bestuurder; Karel de Flou, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren Dr. H. Claeys, Jhr. Nap. de Pauw, Mr Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Bols, Des. Claes, Jhr. Dr. K. de Gheldere, Dr. L. Simons, Ad. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Dr. Willem de Vreese, Jan Muyldermans, Jan Boucherij, Amaat Joos en Dr. Julius Mac Leod, werkende leden;
de heeren Mr. Paul Bellefroid en Omer Wattez, briefwisselende leden.
De heeren Mr. Edw. Coremans en Baron de Bethune, werkende leden, en de heer Dr. C. Lecoutere, briefwisselend lid, hebben laten weten, dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De heer Edw. Gailliard, bestendige secretaris, leest het verslag over de Maart-vergadering. - Het wordt goedgekeurd.
Aangeboden boeken. - Daarna legt de Bestendige Secretaris de volgende lijst over van de aan de Academie aangeboden boeken:
| |
| |
Door de Regeering:
Biographie nationale. Publiée par l'Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. Tome dixhuitième. 2d fascicule. (Quintin-Reinula.) Bruxelles, 1905.
Commission Royale d'Histoire. Recueil de textes pour servir à l'étude de l'histoire de Belgique. La Chronique de Saint-Hubert dite Cantatorium. Nouvelle édition publiée par Karl Hanquet, professeur à l'Université de Liège. Bruxelles, 1906.
Bibliothèque coloniale internationale. Institut colonial international. - Bruxelles, 7me série. Les différents systèmes d'Irrigation. Documents officiels précédés de notices historiques. Tome I. Inde septentrionale, Punjab, Provinces-Unies Oudh et provinces centrales. - Loi sur les canaux secondaires du Punjab. - Birmanie. - Bombay. - Madras. - Les irrigations en extrême-Orient, 1906.
Periodieken: Annales de l'Académie Royale d'Archéologie de Belgique. 5e série, tome VIII, 1e livraison, 1906. - Bulletin des Commissions Royales d'Art et d'Archéologie, nos 11 et 12, 1905. - Arbeidsblad, uitgegeven door het Arbeidsambt van België, nos 4 en 5, 1906. - Bulletin des Musées Royaux, nos 5 et 6, 1906. - Bulletijn der Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde te Gent, nr 2, 1906. - Revue Néo-Scolastique, publiée par la Société Philosophique de Louvain, no 1, Février 1906. - Revue de l'Université de Bruxelles, no 6, Mars 1905-1906. - Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée Belge, nos 3-4, 15 Mars-15 Avril 1906. - Bibliographie de Belgique. Première partie: Livres, nos 1-4, 1906. Deuxième partie: Publications périodiques, nos 1-4, 1906. Bulletin mensuel des sommaires des périodiques, no 12, Décembre 1905.
Door het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds:
Vlaamsch België sedert 1830. Studiën en Schetsen bijeengebracht door het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds ter gelegenheid van het jubeljaar 1905. Gent, 1905.
Door het Institut Historique Belge, te Rome:
Analecta Vaticano-Belgica. Publiés par l'Institut Historique Belge de Rome. Vol. I. Suppliques de Clément VI (1342-1352). Textes et Analyses publiés par D. Ursmer Berlière, O.S.B., directeur de l'Institut Historique belge de Rome.
| |
| |
Door den Cercle archéologique de Malines:
Bulletin du Cercle archéologique, littéraire et artistique de Malines. Tome 15, 1905. Malines, 1905.
Door den Hr J. Broeckaert, bestuurder der Academie:
Frans de Potter en zijne Werken, door Jan Broeckaert. Gent, 1905.
Toespraak gehouden door Jan Broeckaert, bestuurder der Koninklijke Vlaamsche Academie, bij de opening van het Academisch jaar 1906. Gent, 1906.
Door den heer Gustaaf Segers, werkend lid:
Zuster Amanda, door Gustaaf Segers. (Overgedrukt uit de Tijdspiegel, 1901.)
De Verzoening, door Gustaaf Segers. (Id., 1905.)
Kleed U niet uit vóor gij slapen gaat, door Gustaaf Segers. Antwerpen, 1904.
De Kluizenberg, door Gust. Segers. Antwerpen, 1905.
Mie. Novelle door Gustaaf Segers. Antwerpen, 1905.
Trinette. Novelle door Gust. Segers. Antwerpen, 1906.
Door den heer J.-W. Muller, buitenlandsch eerelid:
Brokstukken van Middeleeuwsche meerstemmige liederen, door J.W. Muller. (Overdruk uit het Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, Deel XXV.)
Door den heer L. Lievevrouw-Coopman, letterkundige te Gent, de volgende tooneelspelen van zijn hand:
De Gouvernante. Tooneelspel in een bedrijf. Brussel, 1888. - Roodkapje. Blijspel in een bedrijf. Tot het genot der Staatspremiën aangenomen. Tweede uitgaaf. Gent, 1893. - Bloedvijanden. Drama in vier bedrijven. Gent, 1895. - Broeder Jacob. Oorspronkelijk drama in een bedrijf. Gent, 1896. - Meisjesgrillen. Blijspel in een bedrijf. Gent, 1896. - De Gasthuisnon. Dramatische schets in een bedrijf. Gent, 1897. - Het huis in de Peperstraat. Blijspel in een bedrijf. Gent, 1898. - De verliefde Keukenmeid. Geprimeerd kluchtspel in drie bedrijven. Antwerpen, 1900. - Clodwig en Clothildis. Lyrisch drama in 5 bedrijven. Muziek van Oscar Roels. Antwerpen. 1901. - Blonde Marie. Geprimeerd drama in vier bedrijven Antwerpen, 1901. - Naakte Beelden. G primeerd tooneelstuk in één
| |
| |
bedrijf. Antwerpen, 1901. - 't Gevloekte Hof. Drama in 3 bedrijven. Antwerpen, 1902. - Het Testament van Jan Splinter. Geprimeerd blijspel in drie bedrijven. Gent, 1904. - Een valsch bericht. Geprimeerd vermakelijke zedenschets in één bedrijf. Antwerpen, 1905. - De Witte Kaproenen. Lyrisch drama in 5 bedrijven, door Lod. Lievevrouw Coopman en Gustaaf Dhondt. Muziek van Oscar Roels. Gent, 1899. - De Gedachtenlezer. Geprimeerd kluchtspel in drie bedrijven, door L. Lievevrouw-Coopman en P. Anri. Antwerpen, 1901.
Door den heer Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder van het Stedelijk Laboratorium te Gent:
De Kieming der Zaadplanten (Spermatophyten). Morphologie en Physiologie door Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder van het Stedelijk Laboratorium te Gent, gewezen adsistent aan de Hoogeschool te Gent. Verhandeling bekroond in den Algemeenen Wedstrijd van het Hooger Onderwijs, 1895. Derde stuk (slot). Gent, 1905.
Door den heer Alb. de l'Arbre, licenciaat in politieke en maatschappelijke wetenschappen, archivist der stad Geeraardsbergen:
Het Sackdraegerschap te Geeraardsbergen 1662-1887, door Adv. Alb. de l'Arbre. Geeraardsbergen, 1905.
Door den heer H.-F. Feilberg, Dr. Phil. te Askov, Vejen, Denemarken:
Dansk Bondeliv, Saaledes som det i Mands Minde fortes navnlig i Vestjylland, af H.F. Feilberg. Andet Oplag, Med 49 Figurer og et Tilloeg. Kjobenhavn, 1898.
Id. Anden Del. Kjobenhavn, 1899.
Archives des Traditions populaires Suédoises. 1905 (Livr. 87). Svenska Landsmal ock Svenskt Folklif. Tidskrift utgifven pa uppdrag af Landsmalsföreningarna i Uppsala, Helsingfors ock Lund, genom J.A. Lundell. 1905, H. 2. Innehall, H.F. Feilberg, Bro-brille-legen. Stockholm, 1905.
Skaeldsordenes Lyrik af H.F. Feilberg. (Saertryk af Danske Studier, 1905.)
Door de Redactie:
Der Weltcourier, nr 5, April 1906.
De Tuinbode, nr 4, April 1906.
De Student, nr 2, Paschen 1906.
| |
| |
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn navolgende werken ingekomen:
Deutsches Wörterbuch von Jacob Grimm und Wilhelm Grimm. 10n Bandes, 2te Abtheilung, 3e Lieferung (Stabgold-Stählen). Bearbeitet von Dr. M. Heyne, im vereine mit Dr. H. Seedorf, Dr. H. Meyer und Dr. R. Crome. Leipzig, 1906. - Id. 13n Bandes, 5te Lieferung (Währe-Wahrnehmen). Bearbeitet von Dr. K. von Bahder. Leipzig, 1906.
De Gids, April 1906.
Ecrivains, artistes et savants de l'Ordre de Prémontré. Dictionnaire Bio-Bibliographique par le Fr. Léon Goovaerts, chanoine régulier de l'Abbaye d'Averbode. Vol. II, 4e livraison. Bruxelles, 1906.
Ruildienst.
Biekorf, nrs 5-7, 1906. - Bijdragen tot de Geschiedenis bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant, Maart 1906. - Christene School, nrs 11 en 12, 1905-1906. - Dietsche Warande en Belfort, nr 4, 1906. - Den Gulden Winckel, nr 4, 1906. - De Maasgouw, nrs 1 en 2, 1906. - Het Katholiek Onderwijs, nr 6, 1906. - Nederlandsch Archievenblad, nr 3, 1905-1906 - Neerlandia, nr 3, 1906. - Onze Kunst, nr 4, 1906. - De Opvoeder, nrs 9-11, 1906. - De Opvoeding, nr 4, 1906. - De Schoolgids, nrs 12-14, 1906 en van blz. 177 tot 192 van Studiën op de Paedagogie, door Roeland van de Casteele. - St.-Cassianusblad, nr 4, 1906. Bijvoegsel, nr 7. - Stemmen onzer Eeuw, nrs 12 en 13, 1906. - Studiën: Godsdienst, Wetenschap, Letteren, nr 2, 1906. - Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen, nr 1, 1906. - Vlaamsche Arbeid, nr 4, 1906. - De Vlaamsche Gids, nr 2, 1906. - De Vlaamsche Kunstbode, nr 3, 1906.
Ingekomen brieven - De Bestendige Secretaris stelt de Vergadering in kennis met de volgende ingekomen brieven:
1o) | Brief van 23 Maart 1906, waarbij de Weled. heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Open- |
| |
| |
| baar Onderwijs het Bestuur der Koninklijke Vlaamsche Academie bericht, dat ‘de vergelding toegestaan aan Mej. Leonie De Mey, wegens boodschappen en kuischen in de Academie, te rekenen met 1n Januari 1906 gebracht wordt op vijfhonderd frank per jaar’. |
| |
2o) | Wereldtentoonstelling te Saint Louis, in 1904. Diploma aan de Academie toegekend. - Brief van 24 Maart 1906, waarbij de Weled. Heer Minister van Binnenlandsche Zaken aan de Academie het diploma laat geworden, dat haar door de Jury van de Wereldtentoonstelling te Saint-Louis werd toegekend. De heer Minister wenscht de Academie geluk met de bekomen onderscheiding en meldt haar verder dat de medaille, die bij het Diploma moet gaan, haar later door het Ministerie van Nijverheid en Arbeid zal worden gestuurd. |
| |
3o) | Brief van 30 Maart 1906, waarbij de Weled. heer Dr. Hartung, rector van het Koninklijk Lyceum te Bamberg, de Koninklijke Vlaamsche Academie hartelijk dank zegt voor hare hooggewaardeerde aansluiting bij het Eeuwfeest van Johann Kaspar Zeuss, en van heden den heer Dr. de Vreese, haren vertegenwoordiger op het feest, een allerhartelijkst welkom toeroept. |
| |
4o) | Koninklijke Academie van Wetenschappen te Amsterdam. Wedstrijd ‘ex Legato Hoeufftiano’ voor 1907. - Gedrukte brief van
|
| |
| |
| 11 April 1906, geteekend H. Kern, vanwege de Koninklijke Academie van Wetenschappen te Amsterdam (Academia Regia disciplinarum Neerlandica), houdende mededeeling van den uitslag van den Wedstrijd ‘ex Legato Hoeufftiano’ voor 1906 uitgeschreven en van het programma van den wedstrijd voor 1907. |
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.
1o) Nederlandsche Spelling. - Den 26 Maart is door het Bestuur der Academie aan den Weled. Heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs de brief gestuurd geworden, waarvan de redactie, door de Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch vastgesteld, in de Maart-vergadering werd goedgekeurd.
2o) Boekerij van wijlen Dr. Guido Gezelle. (Zie Verslagen en Mededeelingen, jaarg. 1905, blz. 115-116 en 151-152.) - Bij brieve van 26 Maart 1906, heeft de Bestendige Secretaris den Heer, die belast is den verkoop te bezorgen van de boeken door wijlen Dr. Guido Gezelle nagelaten, om bepaalde inlichtingen over de zaak verzocht.
Op dit schrijven volgde, den 2 April 1906, een brief waarbij gezegde Heer den Bestendigen Secretaris bericht, dat hij met het schikken van de boeken nog niet is klaar gekomen; daarbij voegt
| |
| |
schrijver het volgende: ‘Daar ik echter onder de gekochte werken er verscheidene heb aangetroffen, waaruit ik bij mijn studiën veel nut zal kunnen trekken, denk ik er meer en meer aan om de heele verzameling ten mijnent bijeen te houden en voorloopig het voornemen om ze weder te gelde te maken te laten varen’. De eerst beraamde schatting zou ook merkelijk moeten verhoogd worden. - De Bestendige Secretaris meent derhalve dat er aan de zaak geen verder gevolg zal kunnen gegeven worden.
3o) Uitgaven der Academie. Oplaag: voorstel tot vermeerdering. Bij brieve van 14 April 1906, heeft de Bestendige Secretaris, met instemming van het Bestuur der Academie, een verzoekschrift gezonden aan den Weled. Heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, houdende voorstel de tegenwoordige oplaag onzer uitgaven van 300 op 350 exemplaren te brengen.
Om de kosten te dekken, welke uit die vermeerdering zullen voortspruiten, met het oog overigens op de geringheid van het krediet waarover onze Koninklijke Instelling beschikt, stelt de Bestendige Secretaris aan den Heer Minister voor:
a.) | Het drukken af te schaffen van de 50 exemplaren op zwaar papier, en deze door exemplaren op gewoon papier te vervangen; |
| |
| |
b.) | Voor al onze uitgaven (behalve het Jaarboek en de Verslagen en Mededeelingen) den letterspiegel te vermeerderen, ten einde plaats te winnen en overtollig verbruik van papier te vermijden; |
c.) | Voor het drukken van bekroonde of aangeboden verhandelingen, voortaan het formaat klein 8o te gebruiken. |
Het spreekt van zelf, dat uitgaven die ter pers zijn, volgens het thans in voege zijnde stelsel zullen voortgezet worden.
Tot opheldering der nieuwe prijzen door den heer Siffer, drukker der Academie, beraamd, maakt de Bestendige Secretaris een vergelijkend overzicht tusschen de vroegere en de nu voorgestelde prijzen. Verder vergelijkt hij den ouden letterspiegel met dien door hem aangeprezen en bewijst hij, door middel van cijfers, dat het mogelijk is, buiten alle bezwaar voor de geldmiddelen der Academie, de oplaag harer uitgaven van 300 tot 350 exemplaren te vermeerderen; dat zelfs, uit het aannemen van de aangewezen wijzigingen, voor de Academie nog al aanzienlijke besparingen zullen kunnen voortspruiten.
Ten slotte verzoekt de Bestendige Secretaris den Weled. Heer Minister de prijzen door hem voorgelegd te willen goedkeuren en hem te bemachtigen, namens de Academie, met den heer Siffer, eene nieuwe verbintenis voor eene tijdruimte van vijf jaar aan te gaan, op den voet nl. van de aangewezen veranderingen van formaat, van letter- | |
| |
spiegel, papier en oplaag. Van de overeenkomst met den heer Siffer, op 1n October 1904, door den heer Broeckaert, dienstdoenden Secretaris gesloten, zouden in voege blijven de bepalingen, die op de onder de pers zijnde uitgaven van toepassing blijven.
| |
Mededeelingen namens Commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. a.) Vergadering van 21 Februari 1906. - De heer Karel de Flou, Secretaris der Commissie, legt het volgend verslag over die vergadering ter tafel:
Zijn aanwezig: de HH. Gailliard, voorzitter; Bon de Bethune, Broeckaert, Jhr. de Gheldere, Jnr. de Pauw, Dr. de Vreese, leden, en de Flou, secretaris.
De H. de Flou leest het proces-verbaal der voorgaande zitting. Het wordt goedgekeurd.
De H. Dr. de Vreese stelt de vergadering in kennis met het werkje: ‘Quellen und Forschungen zur Geschichte der Deutschen Mystik’, door Rudolf Langenberg. Daarin komt een belangrijk tractaatje van Geert Groote voor, over eene kwestie van simonie. De tekst daarvan werd genomen uit een hs. der voormalige boekerij van het klooster van Frenswegen, dat tot in 1809 is blijven bestaan. Gezien de belangrijkheid van gezegd tractaatje in taalopzicht, verlangt de H. Dr. de Vreese, dat het door de Academie zou worden uitgegeven. Hij zou zich met die uitgave belasten, alsook met de voorrede enz.
De H. Bon de Bethune dringt aan op eene volledige woordenlijst.
| |
| |
De H. Dr. de Vreese verklaart dat hij daar mede instemt, en zelfs voetnota's zal leveren waar dat noodig blijkt.
De zaak wordt, om redenen door den H. Dr. de Vreese medegedeeld, dringend verklaard. De HH. Gailliard en de Flou zullen verslag uitbrengen.
Daarna worden twee candidaten voorgedragen tot het aanvullen eener openstaande plaats bij de Commissie. De HH. Coopman en Simons worden daartoe aangewezen.
Reglement der Commissie. Art. 6 wordt aangenomen. Het luidt als volgt:
De taak der Commissie bestaat in het:
a) | opsporen of bewerken van hetgeen voor haar vak belangrijk is, inzonderheid met betrekking tot middelnederlandsche teksten; |
b) | berichten en adviseeren over hetgeen haar door de Academie wordt opgedragen; |
c) | mededeelen aan de Academie van hetgeen haar gewichtig voorkomt. |
De Commissie zal ook, binnen de palen van hare bevoegdheid, aan het Bestuur der Academie de noodige voorstellen doen, opdat dezer boekerij voorzien worde van belangrijke, nieuwverschenen werken en in 't algemeen op de hoogte der wetenschap blijve.
Ook artikel 7 wordt aangenomen, luidende als volgt:
Ter uitvoering dezer taak verwacht de Commissie in de eerste plaats mededeelingen en voorstellen harer eigen leden.
De Commissie kan derhalve aan een of meer harer leden, en ook aan geleerden die niet tot de Academie behooren, opdragen, het ter uitgave bewerken van middelnederlandsche teksten, oorkonden, enz.
Artikel 8 wordt ook aangenomen:
Wanneer een dergelijke opdracht dat noodig maakt, kan de Commissie aan de Academie voorstellen, een of meer harer
| |
| |
leden te belasten met een wetenschappelijke zending binnen of buiten 's lands, behoudens goedkeuring der Hoogere Regeering.
De bespreking van artikel 9 en volgende wordt tot de April-vergadering uitgesteld.
b.) Geert Groote's Tractaat ‘De Simonia’. - Vervolgens brengt de Hr K. de Flou ter kennis van de Vergadering, dat de Commissie, in hare vergadering van heden morgen beslist heeft, op verslagen door hem en door den heer Edw. Gailliard uitgebracht, aan de Academie de uitgave voor te stellen van Geert Groote's Tractaat ‘De Simonia’, door den heer Dr. Willem de Vreese te bezorgen. - Aangenomen. - De verslagen van de heeren K. de Flou en Edw. Gailliard zullen in de Verslagen en Mededeelingen en vooraan in het uit te geven boek gedrukt worden.
2o) Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde. - De heer Th. Coopman, secretaris, deelt mede, dat de verslagen, welke de geachte heeren Dr. Mac Leod, Dr. Eug. van Oye en Dr. W. de Vreese hebben uitgebracht over het door Dr. A. Vandevelde aangeboden handschrift: Over Melk en Melkvervalsching (118 blzz.) zeer gunstig luiden.
Het werk is rijk gedocumenteerd en opgesteld in eene heldere, voor iedereen bevattelijke taal. Het verdient ruime verspreiding, niet alleen om zijne wetenschappelijke waarde, maar ook om zijne edele strekking en zijn maatschappelijk nut.
| |
| |
Derhalve heeft de Commissie de eer voor te stellen, dat het de Koninklijke Vlaamsche Academie behage Over Melk en Melkvervalsching op te nemen, als nr 3, onder de uitgaven van het Van de Ven-Heremans' fonds, en tevens de drie verslagen te laten verschijnen in de Verslagen en Mededeelingen en vooraan in het uit te geven werk.
De geachte heeren Mr. J. Obrie, Mr. Jhr. Napoleon de Pauw en Mr. Edw. Coremans hebben gunstig verslag uitgebracht over het aangeboden handschrift De Staatsinstellingen van België door Mr. Karel van Acker zoon, advocaat bij het Hof van Beroep te Gent.
Ook dit werk verdient algemeene verspreiding: als leiddraad bij het onderwijs kan het nut stichten en zal het den leeraars welkom wezen.
De Commissie stelt voor het werk van Mr. Van Acker te laten drukken als nr 4 van het Van de Ven Heremans' fonds, en te handelen met de verslagen zooals met die Over Melk en Melkvervalsching.
Ingevolge het reglement, maakt de heer Coopman een overslag van de kosten der beide uitgaven (te zamen ± 875 fr.), en uit, namens de Commissie, den wensch dat ze nog dit jaar zouden het licht zien.
De vergadering, door den Heer Bestuurder geraadpleegd, meent dat er geene redenen bestaan
| |
| |
om haar te nemen besluit uit te stellen tot in Meimaand; zij keurt de voorstellen van de Commissie goed en willigt haren wensch in.
| |
Dagorde.
1o) Commissie voor Rekendienst (Maart 1906 tot einde Februari 1907). Benoeming van drie Leden, welke met het Bestuur der Academie de Commissie voor Rekendienst zullen uitmaken. - Op voorstel van den heer Bestuurder worden aangewezen: de heeren Dr. H. Claeys, Jhr. Mr. Nap. de Pauw en Prof. Ad. de Ceuleneer.
2o) Opene plaats van Buitenlandsch Eerelid. Benoeming eener Commissie van drie Werkende Leden, die, te zamen met het Bestuur, twee candidaten zullen voorstellen.
Er staat enkel eene plaats open van Buitenlandsch Eerelid, ten gevolge van het afsterven van Dr. Moritz Heyne, hoogleeraar te Göttingen.
Worden door de Academie tot leden der Commissie benoemd: de heeren Dr. L. Simons, Dr. W. de Vreese en Amaat Joos.
3o) Verhandeling over de Misericordia's, door den heer L. Maeterlinck ter uitgave aangeboden. Verslagen. Motie van orde, door den heer Dr. Willem de Vreese:
‘De Academie is van oordeel dat er geen aanleiding bestaat om, ten opzichte der verhandeling van
| |
| |
den heer Maeterlinck, af te wijken van het gevestigd gebruik, en beslist derhalve dat de beoordeelingen, op last der Commissie voor Geschiedenis over die verhandeling uitgebracht, in hare Verslagen en Mededeelingen zullen worden opgenomen.’
De heer Dr. de Vreese verklaart geen personaliteit te beoogen. Zijns inziens moet de Academie, die met 's Lands penningen werkt, als zij ze gebruikt het bewijs kunnen leveren dat zij er goed gebruik van heeft gemaakt, - en als zij ze niet gebruikt, zooals in 't betrokken geval, dat zij geen gelegenheid tot goed gebruik heeft laten voorbijgaan.
De schrijver wiens werk wordt afgewezen, heeft recht te weten op welke gronden; hij moet het bewijs hebben, dat alleen eischen der wetenschap bij de beoordeeling in aanmerking zijn gekomen. Aan een anderen kant moet het publiek de zekerheid hebben, dat geen werk lichtvaardig zal afgewezen worden. Daardoor zal het wetenschappelijk peil verhoogd worden, in dien zin, dat iedereen zal leeren inzien, dat hier ernstig wordt gewerkt.
De heer Dr. de Vreese meent derhalve dat het drukken der verslagen over alle aangeboden verhandelingen noodzakelijk is, en dat alleen om zeer zwaarwichtige redenen daarvan kan afgeweken worden. Zijn er in het thans besproken geval dergelijke redenen in te roepen? Neen. De Commissie geeft op, dat het werk van den
| |
| |
heer L. Maeterlinck niet geschikt is, als vallende buiten den werkkring der Academie, en te gelijker tijd stelt ze voor een der verslagen op te nemen, nl. dat van ons geacht medelid Baron de Bethune. Dat rijmt niet te zaam. Ook verzoekt de heer Dr. de Vreese de Academie aan de beslissing, in de Maart-vergadering genomen, geen gevolg te geven en de drie verslagen over de verhandeling van den heer Maeterlinck uitgebracht in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. - Dit voorstel wordt aangenomen.
4o) Maandelijksche vergadering: Regeling. Voorstel door den heer Jan Boucherij: Regeling der maandelijksche vergaderingen. Wijziging aan het voorstel van den heer Th. Coopman.
De lezingen, door de leden te houden, zullen op de dagorde geplaatst worden onmiddellijk na de lezing van het verslag en de mededeeling der ingekomen stukken, dit wil zeggen, onder Nr 3 der dagorde.
Dit voorstel wordt door den heer Boucherij toegelicht. Wat deze inzonderheid bedoelt, is dat heeren briefwisselende leden, die wenschen eene lezing te houden, alle zekerheid mogen hebben dat zij op den gestelden dag zullen kunnen lezen. - Het voorstel geeft aanleiding tot eene bespreking waaraan de heeren Muyldermans, Segers, Coopman en Dr. Claeys deel nemen. Naar het blijkt, bestaan er geene redenen om de voorgestelde wijziging goed te keuren; maar de heer bestuur- | |
| |
der Broeckaert belooft dat hij de noodige schikkingen zal nemen, om de vergadering stipt te 2 uur te beginnen en eenieder de gewenschte voldoening te geven.
5o) Jaarlijksche Wedstrijden. Inzending der antwoorden: Vervroeging. - De Bestendige Secretaris is zoo vrij aan de Academie de vraag te stellen, of het niet raadzaam zou zijn, te beginnen met het jaar 1907, voor de uit te schrijven wedstrijden te bepalen, dat de antwoorden uiterlijk den 1n December vóor het jaar van den wedstrijd zullen moeten ingezonden worden. Wanneer de antwoorden enkel met Februari inkomen, valt het soms de Heeren van de keurraden zeer moeilijk en lastig hunne verslagen tijdig genoeg in te dienen, om ze in de Meivergadering te kunnen mededeelen. De Bestendige Secretaris stelt derhalve voor, den maatregel door hem voorgesteld reeds op de Prijsvragen toe te passen welke nog voor het dienstjaar 1907 zullen uitgeschreven worden. - Aangenomen.
6o) Lezing door den heer Paul Bellefroid, briefwisselend lid. - De heer Mr. Paul Bellefroid houdt eene lezing getiteld: Over onze hedendaagsche Limburgsche dichters. Benevens een kort levensbericht van ieder hunner, geeft hij een overzicht over hunne werkzaamheid op gebied van letterkunde en ook van Vlaamsche Beweging. De studie van Mr. Bellefroid strekt zich hoofd- | |
| |
zakelijk uit over de nog levende Limburgsche dichters: het driemanschap, samengesteld uit de EE. HH. Lenaerts, Cuppens en Winters; de ouderen: Theodoor Sevens, Jacob Stinissen, Mgr. Rutten, pastoor Van Genck, kanunnik Peeters, Mathias Ballings, pastoor Vanhees; onze jongeren: Lambrecht Lambrechts, Arnold Sauwen, Van Mechelen, de E.H. Market, Juliaan l'Abbé, Steven Prenau, Jules Frère, Edmond Jaminé, Huibrecht Haenen, Thurio Buckinx, Lodewijk Plessers.
Het doel van Mr. Bellefroid's studie is niet een werk te leveren van critischen aard, maar wel het groot aandeel te doen uitschijnen, dat Limburg in onze letterkundige beweging neemt en dat vaak vergeten blijft of zelfs miskend wordt. Terloops en bij wijze van uitweiding worden vele bijzonderheden aangehaald aangaande het Vlaamsche leven in Limburg: het Sint-Lambrechtsgild, Utile Dulci en zijne Letteroefeningen, De Kabouter, de Limburgsche Gouwdagen enz.
De Bestuurder stelt voor de lezing van den heer Mr. Paul Bellefroid in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. - Aangenomen.
De vergadering wordt te 4 uur gesloten.
|
|