Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1906
(1906)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 227]
| |
Vervormen en misvormen,
| |
[pagina 228]
| |
Laat dit kind gedurig Fransch spreken, Fransch hooren, Fransch schrijven en Fransch lezen; laat het, medegesleept door het voorbeeld van zoovelen, verachting opvatten voor de taal van zijn vaderhuis, die eene plaats op zijne lippen of in zijne oogen ontzeggen, die zelfs pogen te ontleeren.....'t Is ijdel gewerkt en gewroet. De taal omvat wat meer dan klanken, die in de lucht wegsterven, wat meer dan letters, die men van het papier wegschrapt..... Zij zit diep, diep - dieper dan het Fransch, omdat dit later aangeleerd werd, - in de zenuwen, in de hersenen, in het geheugen, waar onbruik noch misprijzen haar geheel bereiken of verjagen kunnen.
***
Men zegt of denkt al eens van een tienjarig meisken: ‘Zij weet, zij kent nog niets’. Dat kan eenigerwijze waar zijn voor sommige vakken die in de school aangeleerd worden. Maar heeft zij daarbuiten geene kennis opgedaan? Heeft zij niet gezien, gehoord, gevoeld, gesmaakt, geroken?.... Ja, en veel, daarin geholpen door hare kinderlijke nieuwsgierigheid. Zij heeft dus waargenomen, en waarnemen is voor haar, gelijk voor alle menschen, leeren kennen. Neen, neen! het hoofd van die jonge dochter is niet ijdel en ledig. Van den eersten oogenblik dat hare zinnen begonnen te werken, heeft zij, door waarneming, binnen en vooral buiten de school, honderden - moet ik niet zeggen | |
[pagina 229]
| |
duizenden? - zaken in hare omgeving en in haar eigen geweten leeren kennen Van al die zaken heeft zij den Vlaamschen naam geleerd en herleerd, duizendmaal gehoord en uitgesproken, honderdmaal gelezen en geschreven, en telkens is de indruk van het woord op hare zintuigen door de leizenuw naar het passend midden der hersenen gevoerd, waar hij een spoor, een' afdruk, een beeld gevormd heeft. En dat spoor is diep in de kinderjaren, dieper dan in eenigen anderen levenstijd. Waarom? Zóo spreekt Antonin BernardGa naar voetnoot(1): ‘En effet, la mémoire étant de toutes nos facultés intellectuelles la plus étroitement liée à l'organisme, comme dans le jeune âge la matière cérébrale est particulièrement tendre et délicate, les idées, à condition de n'être pas trop abstraites et de ne pas exiger un trop grand effort de réflexion, les mots en particulier s'y gravent comme des médailles et laissent une empreinte nette et profonde sur cette substance neuve qui n'a pas encore été labourée en divers sens. Dans les autres âges, cette aptitude décroît visiblement. Ainsi les vieillards oublient plus vite les faits récents que les anciens, parce que, dit M. Ribot, les souvenirs récents correspondent à des impressions cérébrales moins souvent répétées, et qui, du reste, étant plus faibles, en vertu de la faiblesse de l'organe, ne peuvent créer de fortes habitudes. Au contraire, les souvenirs anciens correspondent à un état de cerveau tout oppesé.’ Diep is dus de indruk, door de gedweeheid der hersenen; diep nog, in het besproken geval, door den oorsprong van het kind. Het is voortgebracht | |
[pagina 230]
| |
door ouders die het Vlaamsch als gewone taal spreken, wat tot natuurlijk gevolg heeft gehad aan dezer organen een bepaalden vorm te geven. De moeder zegt: ons kind heeft mijn haar; de vader: zij heeft mijne oogen. Maar de erfelijkheid strekt verder, ook de organieke geschiktheden zetten over. ‘Au degré de civilisation où nous sommes, - zegt Gilbert BalletGa naar voetnoot(1), - l'apprentissage du langage est un fait d'éducation. Chaque mot de notre langue, nous le savons, n'est devenu ce qu'il est que par suite de transformations lentes, progressives et continues..... Mais l'enfant n'a pas à refaire ce laborieux travail de perfectionnements successifs. Les générations l'ont accompli pour lui. Il reçoit le mot tout fait du milieu dans lequel il vit. Par hérédité son cerveau est devenu plus ou moins apte à garder les images représentatives de ce mot.’ 't Was op de erfelijkheid dat Napoleon doelde, wanneer hij, op de vraag wanneer de opvoeding van het kind dient aangevangen, het verrassend antwoord gaf: ‘Twintig jaar vóor de geboorte van het kind, met de opvoeding van de moeder’. En van den vader, zal ik er bijvoegen. O! Er zit meer waarheid dan men meent in ons spreekwoord: Gelijk de ouden zongen,
Zoo piepen de jongen.
| |
[pagina 231]
| |
Ja, de spraakorganen van het kind, ingezien de gewoonte zijner ouders, zijn om zoo te zeggen voorbereid, voorop geoefend om Vlaamsch te leeren, dus den indruk der Vlaamsche woorden in zijne algeheelheid op te vangen en te bewaren.
Al die indrukken samen maken de inwendige taal uit waar het kind zich van bedienen zal om zich het gedacht te herinneren dat in de woorden opgesloten ligt en waar deze zooveel als het lichaam, de zinnelijke vorm van geworden zijn. ‘Lorsque, nous nous abandonnons au cours de nos réflexions - zegt Gilbert BalletGa naar voetnoot(1), - les idées se présentent à notre esprit, soit sous forme d'images concrètes, et alors nous voyons, nous touchons, nous sentons mentalement les objets, soit sous forme d'images verbales.’ Dit is eene derde reden om te besluiten dat de woorden der moedertaal onverdelgbaar in de hersenen van het kind blijven. Want al de zielkundigen stellen vast dat, gelijk het beeld van het woord door de waarneming gevormd is, ditzelfde beeld door het begrip waar 't het teeken van is, telkens opgewekt en verlevendigd wordt. ‘Chaque fois, - zegt Mgr. MercierGa naar voetnoot(2), - que la pensée prend naissance, l'image apparaît; aussi longtemps que l'effort de la pensée se pro- | |
[pagina 232]
| |
longe, elle le soutient.’ En wie zal zeggen hoeveel duizend keeren sommige gedachten in den geest van een tienjarig meisken opkwamen?...
Vergelijk nu bij de duurzame kracht der Vlaamsche woorden den indruk dien de Fransche op de hersenen van onze dochter zullen teweegbrengen. Vele van deze laatste, buiten alle verbinding met de beteekende zaak aangeleerd, zullen lang of altijd ijdele klanken blijven en als zoodanig in het geheugen niet vastkleven; veel andere, zelfs door associatie met de zaak zelve aangebracht, zullen, voorzeker in het begin, gansch natuurlijk in den geest verbonden worden met het inwendig Vlaamsch woord, dat daar nog eens nieuw leven door krijgen zal. Ja, door het uitsluitend gebruik van het Fransch, zal er een tijd komen dat ook de beelden der Fransche woorden krachtig zullen zijn en den strijd aangaan tegen de vroegere beelden, om deze volkomen te onderdrukken. Maar dat tweegevecht is nog hevig, als men oppervlakkig denken zou dat het Vlaamsch verplet en vergruisd is.
Vraag aan het kind hoe het zijn Fransch opstel maakt, en ge zult vernemen dat het voor zekere deelen niet anders doet dan het inwendig Vlaamsche woord vertalen. Vraag hoe het biecht, en 't zal, misschien beschaamd, u belijden dat het dan zijne moedertaal bezigt, omdat het zijn gewe- | |
[pagina 233]
| |
ten niet ondervragen kan zonder eene Vlaamsche stem te hooren.
Luister als het luide droomt: het zal, wellicht tot uwe verwondering, Vlaamsche woorden spreken: 't is de oude gewoonte, die, nu niet door afkeer tegengehouden, hare volle kracht herneemt.
Luister wanneer het iets vertelt over zijne eerste jaren, over zijne familie: het zal óf Vlaamsch zijn in Fransche woorden, omdat het beeld er van door een Vlaamsch geheugen opgedaan en bewaard werd; óf traag, koud en algemeen, omdat de Vlaamsche woorden, die het verhaal hertelijkheid en leven moesten bijzetten, achteruitgedrongen en verzwegen worden.
Luister wanneer de dochter lijdt; dan weer moet het kunstmatige zijne plaats afstaan voor het natuurlijke en, te midden van hare zuchten en klachten, zult gij Vlaamsche tusschenwerpsels hooren, want de eene zijn sedert jaren met de andere, om zoo te zeggen, aaneengegroeid.
Luister wanneer zij Fransch spreekt; lang en fel heeft zij haar spraakorganen verwrongen en gefolterd, zij heeft nu, zooals velen meenen, ‘l'accent français’, en toch, als zij bevestigt, als zij vraagt of uitroept, is het op Vlaamschen toon: hetgene zij zegt, is een lied met Fransche woorden, ja, maar op Vlaamsche muziek, want de intonatie, die in de moedertaal de beteekenis der volzinnen bepaalt, zit voor gansch haar leven in hare ooren | |
[pagina 234]
| |
en zal haar altijd door ieder Fransche vrouw als eene vreemdelinge, eene dochter van het Noorden doen erkennenGa naar voetnoot(1).
Afgetrokkene, algemeene, zedelijke gedachten kunnen, door hunnen louter verstandelijken oorsprong, veelal niet rechtstreeks in zinnelijke vormen uitgebracht worden. Daartoe gebruikt de taal dan dikwijls eene haar eigene beeldspraak. Gebruikt de dochter, bij het uitdrukken zulker gedachten, het Vlaamsche beeld, dan zal zij menigmaal door flandricismen zondigen; kent zij dat beeld niet of verwerpt zij het, dan zal haar stijl zwaar zijn en de schilderachtigheid missen, want, al kent zij de Fransche woorden, nooit zal het haar mogelijk zijn tot het innige, tot het onderscheidende der Fransche taal door te dringen, hetgene zeker meest in de figuren en de spreekwoorden te vinden is. Talrijk zijn de gemeenzame gedachten die haast nooit in het geschrevene, bijna altijd in de gewone samenspraak voorkomen en juist, door hunne alledaagschheid in ieder taal een bijzon- | |
[pagina 235]
| |
deren vorm krijgen. Wanneer zij die uitdrukt, zult gij zeer dikwijls Fransche woorden met een Vlaamsch idiotism hooren. Hare taal zal dus niet de Fransche zijn, maar een mengelmoes, iets minder nog dan het Fransch onzer Walen, dat de Franschen met minachting le belge heeten en op hun tooneel in den mond leggen van meiden of van ijdele personages, die zij willen bespottelijk maken.
o Neen! het Vlaamsch is in haar niet dood na zes volle jaren verfranschte kostschool. En 't zal ook niet sterven, als zij in de wereld terugkeert. Wij veronderstellen dat zij spoedig, als jonge vrouw, in een heel verfranscht huis van Vlaanderen optreedt. Ten minste twee personen zullen door hunne taal in haren geest meer dan eens het leven der Vlaamsche woorden opbeuren: de bedelaar, wanneer hij haar, rijke vrouw, om Gods wil eene aalmoes vragen zal; en de priester, wanneer hij van op den predikstoel haar, christene vrouw, heure plichten zal voorhouden. Zij is moeder. Luister wanneer zij met haar zoontje speelt. Als natuurlijk stijgen uit de diepte van haar geheugen de liefdenamen die haar eigene moeder haar eens gaf en - wangedrochtelijk mengsel van de verfranschte vrouw en het Vlaamsche kind - de meest streelende | |
[pagina 236]
| |
namen die zij vinden kan, zijn Fransche woorden met den lieven uitgang ken. Zij zal grijs en krank worden. Dan zal haar geheugen zachtjes wegbrokkelen en, daar, volgens de geheugenwet, het jongste eerst verdwijntGa naar voetnoot(1), zal zij het Fransch vóor het Vlaamsch vergetenGa naar voetnoot(2). En... hare kinderen, die zij heel verfranschte, zullen de taal niet verstaan die hunne moeder op haar sterfbed spreken zal. |
|