| |
| |
| |
Koninklijke Vlaamsche Academie
Secretarie.
Boekenmagazijn en Verzending der uitgaven.
Verslag over het dienstjaar 1905.
Mijne Heeren,
Nauwelijks had ik mijn ambt van Bestendigen Secretaris der Academie aanvaard, of algauw kon ik bemerken hoe hoogst dringend en hoe noodzakelijk het was ons Boekenmagazijn behoorlijk in te richten en een Dienst voor de verzending der uitgaven onzer Academie op redematigen voet in het leven te roepen. Zonder eenigen uitstel sloeg ik derhalve de handen aan het werk en liet ik de noodige registers vervaardigen.
Eerst en vooral werd een register opgemaakt, waarin ik, met behulp van verstrooide aanteekeningen in papieren aangetroffen door wijlen mijnen voorzaat den heer Frans de Potter nagelaten, verschillende verzendingen deed boeken, welke door hem waren bezorgd geweest. Het spijt mij echter ten zeerste te moeten verklaren, dat in dit boek vele en gewichtige leemten zouden dienen aangevuld te worden, maar dat de daartoe noodige inlichtingen geheel en al ontbreken.
| |
| |
In een tweede boek, van gelijk formaat en waarin de namen van personen, genootschappen, enz., in dezelfde volgorde als in het eerste zijn ingeschreven, liet ik de verzendingen opteekenen, door mij, sedert den 1n Januari 1905, gedaan. Dit boek is aldus de voortzetting van het eerste en kan daarmede onmiddellijk in verband gebracht worden. Overigens, bij allebei gaat een omstandig Repertorium, dat de te doene opzoekingen vereenvoudigt.
Een derde register, dat wel het voornaamste is, werd verder nog door mij aangelegd. Het mag om zoo te zeggen het Grootboek van ons Boekenmagazijn heeten, omdat men daaruit, - althans te beginnen met 1n Januari 1905, op elk oogenblik als het ware den voorhanden voorraad van ieder uitgave der Academie opmaken kan. In dit boek zijn immers, bij wijze van Debet en Credit, onze uitgaven (Verslagen en Mededeelingen, Jaarboek, Verhandelingen en Bekroonde werken), elk op een afzonderlijk blad ingeschreven, met aanwijzing der onderscheidene afleveringen, jaargangen of deelen waar het pas geeft. Daarbij gaan nu, in daartoe geschikte kolommen, eerst de opgave van het getal exemplaren die, van elk boek, op 1n Januari 1905 in het Magazijn aanwezig waren, - ofwel de opgave van het aantal exemplaren waarin het gedrukt is geworden, wanneer het een werk geldt dat sedert dien verschenen is; - vervolgens, de datums der in 1905 gedane ver- | |
| |
zendingen, en ten slotte de namen der genootschappen, onderwijsinrichtingen, bijzondere personen, enz., wien de uitgegane boeken werden toegestuurd.
Hoezeer moet ik het betreuren, dat ik, bij mijn in dienst treden, talrijke werken of verzamelingen in ons Boekenmagazijn heb aangetroffen, waarbij het eerste deel of ettelijke afleveringen of deelen ontbreken, en welke aldus totaal onbruikbaar zijn geworden! Ze worden evenwel zorgvuldig bewaard, met de hoop dat ze later, hier of daar, tot aanvulling van onvolledige collecties zullen kunnen dienen.
Al onze registers worden, onder mijne leiding, door den heer Ivo de Vreese, onzen ijverigen klerk, met de meeste orde en regelmatigheid gehouden. Het doet mij een waar genoegen nogmaals te mogen verklaren, dat ik over dezes voorbeeldige arbeidzaamheid uiterst tevreden ben.
***
Bij het in orde brengen van ons Boekenmagazijn, heb ik eerst al de werken naar hunnen rang van uitgave in de rekken laten plaatsen. Dadelijk heb ik er ook voor gezorgd, dat een tiental volledige verzamelingen onzer uitgaven zouden worden bijeengebracht: in buitengewone omstandigheden zal de Academie over die verzamelingen kunnen beschikken. Jammer genoeg, bij
| |
| |
drie daarvan ontbreekt de Bibliographie der Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde, door L. Petit: edoch, bij gelegenheid zal ik trachten de noodige boeken voor rekening der Academie aan te koopen.
In het magazijn is een bijzondere plaats voor de volledige verzamelingen: deze zijn ingepakt en voorzien van een gedrukt etiket met volgnummer. Verder heb ik aldaar de blokjes of photogravures laten overbrengen, welke het eigendom der Academie zijn.
***
Een woord nu over onze verzendingen.
Het is ongetwijfeld plicht voor de Academie hare nieuwbenoemde Leden met hare uitgaven te vereeren. Met toestemming van het Bestuur, werden derhalve de nog beschikbare boeken geschonken aan den Weled. heer Baron de Bethune, gouverneur van West-Vlaanderen, tot werkend lid verkozen, - aan de heeren Mr. Bellefroid, Dr. hoogleeraar Lecoutere en Dr. Eug. Van Oye, briefwisselende leden, - en aan den heer Dr. Jostes, hoogleeraar te Munster, buitenlandsch eerelid.
Enkele uitgaven werden op hun verzoek gestuurd naar de heeren Hugo Verriest en Omer Wattez, briefwisselende leden, en aan Dr. J.W. Muller, hoogleeraar te Utrecht, buitenlandsch eerelid.
| |
| |
Van verschillende zijden was mij bericht toegekomen, dat gestichten en bijzonderen, die reeds vroeger de uitgaven der Academie ontvangen hadden, ettelijke daarvan in hunne boekerij misten. Mijn eerste zorg was de aangewezen leemten aan te vullen. In dit opzicht werd dan ook de gewenschte voldoening gegeven aan den zeer Eerw. Heer J. Van de Ven, S.J., den geachten stichter van ons Van de Ven-Heremans' Fonds; - aan de boekerij der Hoogeschool van Upsala, die onze Koninklijke Instelling ook van haren kant met het zenden van hare veelvuldige uitgaven vereert; - aan de Boekerij der stad Bremen, tot aanvulling der werken haar nagelaten door wijlen ons buitenlandsch eerelid Dr. Karl Tannen; aan de Boekerij van het Aartsbisdom van Mechelen, van den Cercle archéologique dier stad, alsook van de kloosters der Eerw. Paters Minderbroeders Recolletten te Gent en te Antwerpen. Aan het verzoek van bijzonderen werd ook dienaangaande gevolg gegeven, namelijk van de heeren hoogleeraar Dr. J. Vercoullie, priester Soens, leeraar aan het Sint-Lievensgesticht, Lievevrouw-Coopman, letterkundige, allen te Gent, alsook van de heeren Adriaensen, geschiedschrijver en gemeentesecretaris te Hoogstraten, en Loos, kantonalen schoolopziener te Oudenaarde.
Op aanbeveling vanwege den Weled. Heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar
| |
| |
Onderwijs, of vanwege ettelijke onzer Leden, ofwel nog op aanvraag door bijzondere personen of door Genootschappen bij de Academie ingediend, en steeds op last van het Bestuur, werden, in den loop van het dienstjaar 1905, de volgende buitengewone verzendingen gedaan:
1o) Van al de nog beschikbare uitgaven, aan:
Onderwijsinrichtingen: de Normaalschool te Sint-Niklaas, het Klein Seminarie te Hoogstraten, het Sint-Gommaruscollege te Hier en het Sint-Augustinuscollege te Edingen;
Kring: de Vak- en Studiebibliotheek, Holstraat, te Gent;
Bijzondere personen: den heer Florimond van Duyse, krijgsauditeur; van Hauwaert, leeraar aan het Atheneum; Alf. Vermast, bestuurder der Middelbare School; Edm. Fabri, arbeidsopziener; Ivo de Vreese, klerk der Academie, allen te Gent; - Edw. Coremans, ambtenaar aan het Ministerie, te Brussel, en Dr. Buitenrust Hettema, te Zwolle.
2o) Van enkele uitgaven aan:
Het Provinciaal Bestuur te Antwerpen.
Onderwijsinrichtingen: de Normaalschool te Mechelen en het Sint-Johannes Berchmanscollege te Diest;
Genootschappen en Kringen: Het Kersouwken te Leuven en de Volksmaatschappij ‘De Veldbloem’, te Laken;
Bijzondere personen: de heeren Mertens, senator te Cruibeke; - Max Rooses, conservator van het Plantijn-Museum, Adelf. Henderickx, gemeenteraadslid en Dr. Fred. Venesoen, alle drie te Antwerpen.
| |
| |
3o) Van uitgaven van bijzonderen aard, zooals Vakwoordenboeken, Idiotica, Middelnederlandsche werken enz., aan:
Het Rijksarchief te 's Gravenhage, alsook aan het Justus Perthes Geographische Anstalt, te Gotha;
Onderwijsinrichting: de Nijverheidsschool te Schaarbeek;
Genootschappen en Kringen: Société d'Emulation pour l'étude de l'histoire et des antiquités de la Flandre, te Brugge, en het tijdschrift Mercure de France, te Parijs;
Bijzondere personen: de heeren Dr. hoogleeraar Logeman, Goossenaerts, student, en Sacré, kunstphotograaf, allen te Gent; de Looze, opziener van het Muziekonderricht te Doornik; Mr. Flor. Heuvelmans, oud-volksvertegenwoordiger, te Antwerpen; Jef de Buck, student te Sint-Amandsberg; van Criekinge, bouwkundige te Aarschot; Dr. Reismann-Grone, te Essen-Ruhr (Duitschland).
4o) Zeven Noordnederlandsche Tijdschriften ontvingen, ten slotte, de twee eerste deelen van de Bibliographie van den Vlaamschen Taalstrijd, door Th. Coopman en J. Broeckaert.
***
Met het oog op het beheer van ons Boekenmagazijn, wensch ik nog enkele woorden te zeggen over onze gewone verzendingen.
1o) Van al de uitgaven der Academie ontvangt het Ministerie van Binnenlandsche Zaken 74 exemplaren. Op blz. 117-118 van het Jaar- | |
| |
boek voor 1906, staat de Lijst van de verschillende inrichtingen (Officieele Korpsen en Instellingen Staatsarchieven, Openbare Boekerijen, Hoogescholen, Koninklijke Athenea, Staatsnormaalscholen en Staatsmiddelbare Jongensscholen), waaraan door het Departement, die exemplaren worden verzonden.
2o) Buiten onze werkende en briefwisselende Leden, alsook ons binnenlandsch eerelid den weled. heer Dr. Ferd. van der Haeghen, ontvangen nog onze uitgaven:
a. | De Buitenlandsche Eereleden. |
| |
b. | Dom Ursmer Berlière, bestuurder van het ‘Instituto Storico Belga’, Piazza Rusticucci, 18, te Rome. |
| |
c) | In België:
Het Ministerie van Buitenlandsche Zaken; - het Ministerie van Justitie; - het Rijksarchief te Brussel; - het Staatsarchief te Antwerpen; - het Stedelijk Archief en de Stadsboekerij te Antwerpen; - de Stadsboekerij te Gent; - de Abdij van Maredsous; - de Académie Royale d'Archéologie en de Antwerpsche Bibliophilen te Antwerpen; - de Oudheidkundigen Kring van Dendermonde; - de Oudheidkundigen Kring van het Land van Waas; - de Bibliotheek der Germanisten aan de Hoogescholen te Gent en te Leuven.
Verder de heer Frans de Potter, hulparchivaris van den Staat te Gent, zoon van onzen afgestorven eersten Bestendigen Secretaris, en, op enkele uitzonderingen na, al de gestichten en bijzonderen, wier namen hooger vermeld staan. |
| |
d) | De volgende genootschappen in het Buitenland: Bibliothek der Universität te Strassburg; - Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid en Taalkunde te
|
| |
| |
| Leeuwarden; - Historisch Genootschap, in de Bibliotheek der Hoogeschool te Utrecht; - Kgl. Danske Videnskabernes Selskab te Kjobenhavn; - Koninklijke Academie der Wetenschappen te Amsterdam; Koninklijke Bibliotheek te 's Gravenhage; - Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden; - Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen te 's Hertogenbosch; - Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Middelburg. |
Ten slotte zij herinnerd, dat onze Verslagen en Mededeelingen tegen ettelijke Tijdschriften geruild worden. De Lijst daarvan (tot op 15 December 1905) komt voor op blz. 119-120 van ons Jaarboek voor 1906. Over de inrichting van den Ruildienst, zie overigens de Verslagen voor 1905, op blz. 149, 150, 178 en 819-822.
Ik heb de eer gehad Ued. mede te deelen, dat ik de noodige maatregelen getroffen heb, opdat de uitgaven der Academie voortaan zouden verzonden worden, niet meer zooals vroeger éenmaal 's jaars, maar dadelijk nadat zij van de pers zullen zijn gekomen. Sedert de maand Januari van dit jaar wordt die maatregel toegepast. Zij die, in de werkzaamheid onzer Koninklijke Instelling belang stellen, zullen zich verheugen over het invoeren daarvan en de Academie daarvoor dankbaar zijn
De Bestendige Secretaris,
Edw. Gailliard.
Gent, den 20 Maart 1906.
|
|