De nummers
4 (
), en
3 (Imperium facile) kunnen geenerwijze in aanmerking komen.
Men mag hetzelfde zeggen van nummer 7 (Viert het Jubeljaar), nummer 9 (In alias terras) en nummer 10 (Het voegt U Belgen), nummers die eene soort transitie zijn tot iets beters.
Dat iets beters vinden wij in Nr 6 (Flamands, Wallons).
Nr 1 (Dus priset elkerlijc zijn lant) staat in dichterlijke verdienste hoog en alleen, maar beantwoordt slechts gedeeltelijk de gestelde vraag, heeft als compositie weinig waarde en is in zijn onderscheiden deelen in opzicht van kunst zeer ongelijk.
Merkwaardige stukken ontmoet men in Nr 2 (De kleinste leeuwerk), in Nr 8 (Deus nobis haec otia fecit) en in Nr 5 (Dat kleine land).
Deze beoordeeling zal door een aanhangsel, met uittreksels en bewijzen ter inzage neergelegd, toegelicht worden.
In den keurraad, bij het niet toekennen van den uitgeloofden prijs (750 fr.), is tot bespreking gekomen de mogelijkheid eervolle meldingen of belooningen toe te staan. De Academie zal, na kennisneming van het aanhangsel, daarover beslissen.
H. Claeys.
Namens den Keurraad bestaande uit de heeren Bols, Boucherij, Claes, Claeys en Janssens.