Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1905
(1905)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 81]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zitting van 22 Februari 1905.Zijn aanwezig de heeren G. Segers, bestuurder; J. Broeckaert, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris; de heeren Dr. Claeys, Jhr. de Pauw, Obrie, Coopman, Bols, K. de Flou, Claes, Janssens, Jhr. de Gheldere, Prayon-van Zuylen, de Ceuleneer, Dr. de Vreese, Muyldermans, Boucherij en Joos, werkende leden. De heeren Simons en Baron J. de Bethune laten weten, dat zij verhinderd zijn de zitting bij te wonen.
De heer Gailliard, bestendige secretaris, leest het verslag der Januarizitting voor. - Dit verslag wordt goedgekeurd.
Afsterven van den heer Edw. van Even, werkend lid. - De heer bestuurder deelt het afsterven mede van den heer Edward van Even, en wijst op de velerlei gaven van geest en hart, waardoor ons diepbetreurd medelid uitblonk. De heer van Even, zegt hij, was een zeer befaamd oudheidkundige en geschiedschrijver: zijne studiën op het gebied der letterkundige en kunstgeschiedenis waren voor hem krachtige middelen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
om het nationaliteitsgevoel en de vaderlandsliefde te versterken.
Op voorstel van Jhr. de Pauw, beslist de Academie dat de toespraak van den heer bestuurder, alsook de lijkrede, die hij ten sterfhuize van wijlen M. van Even uitsprak, in de Verslagen en Mededeelingen zullen opgenomen worden.
Aangeboden boeken. - Daarna deelt de bestendige secretaris de lijst mede der | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aangeboden boeken.Door de Regeering:
Académie royale de Belgique. Biographie nationale. Tome XVIII, 1er fascicule (Ponceau-Quynckere). 1904.
Id. Commission royale d'histoire. Table chronologique des chartes et diplômes imprimés concernant l'histoire de la Belgique, par Alph. Wauters. Tome X. 1904.
Recueil des anciennes coutumes de la Belgique. Coutumes des Pays et Comté de Flandre. Quartier de Gand, Tome IX: Coutumes des Seigneuries enclavées dans le Vieuxbourg de Gand, par D. Berten, conseiller à la Cour d'appel de Gand. 1904.
Ministère de l'Intérieur et de l'Instruction publique. Catalogue des Manuscrits de la Bibliothèque royale de Belgique, par J. Van den Gheyn, S.J., conservateur à la section des Manuscrits. Tome premier: Ecriture sainte et Liturgie. - Tome deuxième: Patrologie. - Tome troisième: Théologie. - Tome quatrième: Jurisprudence et Philosophie. 1904.
Le Musée belge. Revue de phílologie classique. 9me année. No 1, 15 Janvier 1905. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Revue de l'Université de Bruxelles. 10me année. No 3, Décembre 1904-05.
Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, revue de philologie classique. 9me année. No 1, 15 Janvier 1905.
Bulletijn der Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde te Gent. 12e jaar, nr 9, 1904.
Ministère de l'Industrie et du Travail. Revue sociale catholique. 9me année, Janvier et Février 1905.
Ministerie van Nijverheid en Arbeid. Arbeidsblad, uitgegeven door het Arbeidsambt van België. IXe jaargang. December 1904.
Ministère de l'Agriculture. Bulletin de l'Agriculture. 1904. Tome XX, livr. 6.
Bibliographie de Belgique. 1o Livres. No 24, 1904; nos 1 et 2, 1905. - 2o Publications périodiques. No 24, 1904; nos 1 et 2, 1905. - Bulletin mensuel des sommaires des périodiques, nos 11-12, Novembre-Décembre 1904.
Door de Académie royale d'Archéologie de Belgique, te Antwerpen:
Bulletin. 1904, IVe livraison. Annales. LVI, 5me série, tome VI, 4me livraison.
Door het Kgl. Danske Videnskabernes Selskab, Vestre Boulevard, 34, Kobenhavn B.
Oversigt over dit Kongelige Danske Videnskabernes Selskabs Forhandlinger, 1904, no 6. - Bulletin de l'Académie royale des sciences et des lettres de Danemark, Copenhague.
Door den Wel. heer Burgemeester van Deventer:
De Cameraars-Rekeningen van Deventer, uitgegeven door Mr. J. Acquoy. Zesde deel. Tweede stuk. 1384-1385. Deventer, 1904. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door Jhr. Mr. Napoleon de Pauw, werkend lid der Academie:
L'Adhésion du Clergé de Flandre au pape Urbain VI et les évêques Urbanistes de Gand, 1379-1395.
Door den heer Jan Boucherij, werkend lid der Academie:
De Vlaamsche Kunstbode: Kunsten, letteren, wetenschappen. December 1904 en Januari 1905. Bonte's Graf. Vlaamsche legende uit de XIVe eeuw, door Jan Boucherij. Tweede uitgaaf. 1904.
Door den heer Amaat Joos, werkend lid der Academie: Waasch Idioticon, bewerkt door Amaat Joos, bestuurder der bisschoppelijke Normaalschool van Sint-Niklaas, met de medehulp van veel taalminnende Wazenaars. Sint-Niklaas, 1904.
Door den heer Ridder A. de Corswarem, briefwisselend lid der Academie:
Eenige korte uitleggingen over de Wet van 24 December 1903, betreffende de Arbeidsongevallen. 1904. Het Vlaamsch Bestuur. Maandelijksch tijdschrift voor Gemeente- Kerk- en Armbesturen. 15e jaargang. 1904.
Door den Eerw. heer P.-J. Goetschalckx, pastoor te Donk, onder Eekeren:
Bijdragen tot de Geschiedenis bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant. Januari 1905.
Door den heer A. Van der Schelden, boekdrukker-uitgever te Gent:
Beknopte Geschiedenis der Nederlandsche Tale door A. Ypey, lid van de maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leijden, enz. Utrecht, 1812. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door den heer August Cuppens: Een Rooske van Overzee. 46e boekdeel van Dit is de Duimpjes-uitgave. Maldeghem, 1904.
De laatstverschenen afleveringen van:
Wallonia, 1905. 1e aflevering; - St. Cassianusblad, 1905, 2e aflevering.
Ingekomen brieven. - De bestendige secretaris deelt aan de Academie de volgende ingekomen brieven mede:
1o) Brief van 14n Februari 1905, waarbij de heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, voor de Archieven der Academie een afschrift stuurt van het koninklijk besluit in dato 8n Februari, houdende goedkeuring der verkiezing van den heer Amaat Joos tot werkend lid. De heer bestuurder wenscht den Eerw. heer Joos geluk met zijne benoeming tot werkend lid. Spreker drukt den wensch uit, dat de heer Joos, zoowel binnen als buiten de Academie, zijne beste krachten zal besteden, om het verheven doel na te streven, dat wij allen beoogen. De heer Joos stuurt den heer bestuurder en de leden der Academie de volgende woorden van dank toe:
Achtbare Heeren,
Welgemeend bedank ik den heer Bestuurder voor zijne hertelijke gelukwenschen, en U allen, voor de toejuichingen waarmede gij mijne goedgekeurde benoeming onthaald hebt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De heer Bestuurder drukt de hoop uit dat ik werkzaam zal zijn. Die hoop, ik meen het vast, zal niet ijdel zijn. Mijn werklust, altijd onderhouden door mijne liefde tot de taal, zal zeker nu nog aangevuurd worden door het schoon voorbeeld van zoovelen onder u, die vergrijsd zijn in den strijd voor onze taal. Mij zal 't een geluk en eene groote eer zijn uit uw geleerd midden dieper kennis van de taal te putten en, waar 't mij mogelijk is, aan uwe zijde mede te werken tot verheerlijking van ons aller moedertaal. Laat mij toe U hier te herhalen wat ik ter gelegenheid mijner benoeming aan onze leerlingen zeide: ‘Nu meer dan vroeger nog is het voor mij een strenge plicht te waken, opdat, in het gesticht dat ik de eer heb te besturen, de moedertaal grondig onderwezen, vlijtig beoefend en deftig gesproken worde’. Achtbare Heeren, nog eens, aan U allen mijn besten dank.
2o) Brief van 19n Januari 1905, waarbij de heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs de Academie uitnoodigt, ten spoedigste mogelijk maatregelen te nemen tot regeling der Van de Ven-Heremans' Stichting. - Het Bestuur stelt voor het onderzoek van de zaak aan de Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde op te dragen. De heer Coopman doet opmerken, dat die Commissie reeds vroeger dienaangaande bepaalde voorstellen gedaan heeft. De zaak zou in de toekomende vergadering der Academie ter bespreking kunnen gelegd worden. - Aangenomen. - | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Intusschen, zal de bestendige secretaris aan den heer Minister laten weten, dat de Academie in de Maartzitting tot het bespreken van het gewenschte reglement zal overgaan en dat het bestuur dit reglement, zoohaast het gestemd is, aan zijne goedkeuring zal onderwerpen. Op voorstel van den heer Th. Coopman, besluit verder de Academie, aan de leden opnieuw het ontwerp van Reglement voor de bedoelde stichting mede te deelen, dat door de Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde in de Academische vergadering van den 21n October 1903 werd overgelegd. De heer Obrie zegt, met betrekking tot het gemeld ontwerp van reglement, dat hij dit destijds officieus aan den Eerw. Pater Van de Ven heeft medegedeeld, en dat deze hem toen verklaard heeft daarmede volkomen vrede te hebben.
3o) Brief van 2n Februari 1905, van den heer J.-W. Enschedé, te Amsterdam, betrekkelijk de prijsvraag over het Drukkersvak door de Academie uitgeschreven. - Op voorstel van den bestendigen secretaris wordt die brief naar de Commissie voor het voorstellen van prijsvragen verzonden.
4o) Brief van 6n Februari 1905, waarbij de heer F. Booten, secretaris der Rhetoricakamer te Mechelen, de Academie verzoekt om over verschillende vragen van grammaticalen aard, door hem gesteld, uitspraak te willen doen. - Verzon- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 88]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den naar de Commissie voor Nieuwere taal- en letterkunde.
5o) Brief van 15n Februari 1905, waarbij de heer Van Moerenhout, wonende te Gent, de aandacht der Academie vestigt op ettelijke gebrekkige benamingen of vertalingen van namen van straten te Gent, en hare tusschenkomst inroept om aan dien toestand verbetering te doen brengen. - Verzonden naar de Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde.
6o) Brief van 16n Februari 1905, waarbij de heer L. Homblé, namens de juffrouwen Marie en Eugenie van Even, de Academie bedankt voor de vele blijken van genegenheid, haar bij het afsterven van haren broeder, den heer Edw. van Even, gegeven. - De Academie beslist dat, in haren naam, door het bestuur een brief van rouwbeklag aan de juffrouwen van Even zal gezonden worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mededeelingen.1o, Commissie voor Middelnederlandsche letteren. - De heer K. de Flou, secretaris dier Commissie, brengt het volgende verslag uit over hare zitting van 21 December 1904: De heer Jhr. K. de Gheldere, op verzoek van Dr. Wm de Vreese, deelt eenige inlichtingen mede omtrent den Duinkerkschen dichter De Jonghe, van wien een bundel Gedichten aan de Commissie voor Bio- en Bibliographie werd medegedeeld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 89]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De heer Edw. Gailliard kondigt aan, dat zijne Memorie over den Riddertol van Antwerpen en over de fragmenten van den Wapene Martijn binnen kort persklaar zullen zijn. Er wordt besloten ter zitting van 21 December aan de Algemeene vergadering oorlof te vragen, om het nieuw fragment van Maerlant's Spieghcl historiael, door den heer de Flou met bijgaande ophelderingen aan de Commissie voorgelegd, in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. De heer J. Broeckaert legt een blad versregels uit de XVe eeuw ter tafel. Naar het oordeel van den heer K. de Flou komen daar passages in voor, die ook in den Spieghel historiael en in den Leekenspiegel voorkomen, hoewel in eene andere redactie. - Het blad wordt tot onderzoek aan den heer W. de Vreese in mededeeling ter hand gesteld. Daarna wordt overgegaan tot het aanduiden van twee candidaten ter aanvulling van de plaats van lid der Commissie, die opengevallen is door het afsterven van den heer Alberdingk Thijm.
2o) Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde. - Namens de Commissie deelt de heer Th. Coopman mede, dat haar bestuur van 1en Januari 1905 tot 31 December 1906 samengesteld is als volgt:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 90]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Commissie stelt voor in de Verslagen en Mededeelingen der Academie op te nemen: Brief van een Gentenaar aan de Kaap ao 1720, medegedeeld door Dr. W. de Vreese, en met dezes commentaar. - Aangenomen.
3o) Bibliographische aanteekening. - De heer J. Bols geeft lezing van de volgende aanteekening:
Van wege den dichter, den heer August Cuppens, heb ik de eer zijn jongste werk Een Rooske van Overzee de Academie aan te bieden. Een woord over het onderwerp. Een tiental jaren geleden, toen de schrijver bij de Zusterkens der Armen te Luik nog rector was, stierf er daar, tengevolge harer zelfopoffering, een heilig nonneken, bijgenaamd het Schoone Zusterken, eene schrikkelijke en tevens hemelzoete dood. Het was jonkvrouw Marget Percy, uit eene adellijke familie van Ierland geboren, en in den vollen bloei harer jeugd gestorven. Niet haar leven beschrijft de dichter, maar in vijf hertroerende en welafgewisselde zangen (De Berechting, Margets keuze, Het Schoone Zusterken, Blinde Hendrik, Pretiosa Mors) zingt hij hare bovennatuurlijke Liefde, hare toewijding tot de oudjes en hare onvergeetbare dood. Alles is naar waarheid afgeschilderd, soms levendig en frisch, soms afgrijselijk en half stootend. Maar uit die afgrijselijkheid zelve slaat de Liefde hare vleugelen uit, zweeft in de hoogste kringen der poëzie, en voert er den lezer mede. De vorm is het vers van Longfellow's Hiawatha, zoo meesterlijk door onzen Gezelle nagezongen, vol zwier en gevoel. De taal is buitengewoon vloeiend, met eene lichte Limburgsche tint. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 91]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In één woord, het Rooske van Overzee is een poëma, dat in onze letterkunde eene eervolle en eigenaardige plaats komt innemen om zijne eenvoudigheid, zijne waarheid, zijne verhevenheid en zijn diep gevoel.
4o) Almanach Royal officiel. - De heer Jhr. de Pauw vraagt dat de bestendige secretaris maatregelen zou nemen, opdat in het vervolg aan de lijst der Academieleden, welke in het Almanach Royal officiel verschijnt, de noodige wijzigingen zouden worden toegebracht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dagorde:Begrooting voor 1905. - De secretaris deelt de begrooting mede voor het dienstjaar 1905, welke door de Commissie voor rekendienst, in hare zitting van heden, is vastgesteld geworden. Met het oog op zekere posten der voorgestelde begrooting, doet de heer Prayon-van Zuylen opmerken, hoezeer het te betreuren is, dat het crediet, waarover de Academie beschikken kan, volstrekt ontoereikend is. Spreker vraagt dat het Bestuur nieuwe pogingen bij den heer Minister van Binnenlandsche Zaken aanwende, opdat in dien toestand voorzien worde. - Aan dien wensch zal door het Bestuur gevolg gegeven worden. De begrooting, zooals zij namens de Commissie voor Rekendienst voorgesteld is, wordt ten, slotte door de Academie goedgekeurd.
Letterkundige wedstrijden voor 1905. - De bestendige secretaris deelt de lijst mede van de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 92]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
antwoorden, die voor deze wedstrijden werden ingezonden: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. - Middelnederlandsch.Een Onomasticon of lijst van persoonsnamen der Middelnederlandsche Letterkunde. (Alleen de persoonsnamen, die in de literaire werken, niet die welke in de oorkonden voorkomen, worden verlangd. Geen bloote nomenclatuur, maar met opgave en uitschrift der plaatsen waar ze voorkomen. Als model kan dienen het Onomasticon Taciteum van Fabia.) Prijs: 600 fr., of een gouden gedenkpenning van gelijke waarde. Steller van de vraag: de heer Dr. W. de Vreese. Een antwoord, met kenspreuk: Finis coronat opus. Worden tot leden van den keurraad aangesteld: de heeren Dr. W. de Vreese, K. de Flou en J. Broeckaert. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. - GeschiedenisWelken invloed hebben de Zuidnederlandsche uitgewekenen van de XVIe eeuw uitgeoefend op de taal en letterkunde, de kunst, den handel, de nijverheid en de staatkundige ontwikkeling van Noord-Nederland. Prijs: 600 fr., of een gouden gedenkpenning van gelijke waarde. Steller van de vraag: de heer Mr. Prayon-van Zuylen.
Een antwoord, met kenspreuk:
Aldaer ghij niet en syt, daar is ons vaderlandt.
De vogel is alleen geboren om te snijden
Met vleughelen de tocht, de peerden om te rijden;
De muylen om het pack te draghen of te lijn
Te trekken met den hals, en wij om vrij te syn.
(D. Heinsius, Nederduytsche Poemata.)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 93]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Worden tot leden van den keurraad aangesteld: de heeren Mr. Prayon-van Zuylen, de Ceuleneer en Dr. W. de Vreese. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. - Vak- en Kunstwoorden.Eene volledige Nederlandsche vakwoordenlijst van het drukkersvak, zooveel mogelijk met opgave van de Fransche, Hoogduitsche en Engelsche benamingen en met afbeelding van de vermelde voorwerpen. Prijs: 500 fr., of een gouden gedenkpenning van gelijke waarde. Steller van de vraag: de heer Th. Coopman. Vier antwoorden met de volgende kenspreuken, zijn ingekomen:
Worden tot leden van den keurraad aangesteld: de heeren Th. Coopman, Edw. Gailliard en J. Broeckaert. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. - Folklore.Eene zoo volledig mogelijke verzameling en nauwkeurige beschrijving van de oude en hedendaagsche Volksspelen in Vlaamsch-België, met aanteekening der daarbij gezongen liederen (woorden, en in zoo ver mogelijk is, de muziek). Prijs: 800 fr., of een gouden gedenkpenning van gelijke waarde. Steller van de vraag: de heer Th. Coopman. Een antwoord ingekomen, met kenspreuk: Arbeid vergt rust en uitspanning. Worden tot leden van den keurraad aangesteld: de heeren Th. Coopman, J. Bols en A. Joos. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 94]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1830-1905.
|
1o) | Dus priset elkerlijc zijn lant.
Maerlant. |
2o) | De kleinste leeuwerk zingt
Als 't zonken helder blinkt, Door wolk en luchten dringt En in zijn nestje pinkt. |
3o) | Imperium facile his artibus retinetur, quibus initio partum est. |
4o) | |
5o) | Dat kleine land is iet heerlijks. |
6o) | Flamands, Wallons, ne sont que des prénoms:
Belge est notre nom de famille. Antoine Clesse. |
7o) | Viert het jubeljaar. |
8o) | Deus nobis haec otia fecit. |
9o) | In alias terras peregrinari Mars et circumferre bellum, hic armorum sedem fecisse videtur.
Strada. |
10o) | Het voegt U, Belgen, niet voor anderen te wijken. |
Worden tot leden van den keurraad aangesteld: de heeren kanunnik Claeys, J. Bols, Jhr. de Gheldere, J. Boucherij en Janssens.
VI. - Geschiedkundige verhandeling.
Volksboek.
Leopold I en Leopold II, in verband met den zederijken en stoffelijken vooruitgang, het algemeen welzijn en de toekomst van België.
Prijs: 750 fr. of een gouden gedenkpenning van gelijke waarde.
Steller van de vraag: Wijlen de heer Frans de Potter.
Drie antwoorden zijn ingekomen, met de volgende kenspreuken:
1o) | (a) In het heden, ligt 't verleden,
In het nu, wat worden zal. |
2o) | Pro patria. |
3o) | (b) In het verleden
Ligt het heden, In het nu, wat worden zal. Bilderdyck. |
Worden tot leden van den keurraad aangesteld: de heeren Segers, Bols, de Ceuleneer, Mr. Prayon- van Zuylen en kanunnik Muyldermans.
75e Jaarfeest van 's Lands onafhankelijkheid. - Bespreking van het voorstel van den heer Th. Coopman. - Die bespreking wordt tot de volgende zitting verschoven.
De zitting wordt om 4 1/2 uur gesloten.