Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1904
(1904)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |
Zitting van 3 Augustus 1904.Aanwezig de heeren Segers, Onderbestuurder, Broeckaert, d.d. secretaris, Dr Claeys, Jhr de Pauw, Gailliard, Obrie, Coopman, Dr de Vos, van Even, Bols, de Flou, Janssens, Dr Jhr de Gheldere, Prayon-van Zuylen, Dr Simons, de Ceuleneer, Dr de Vreese, werkende leden; de heeren Joos en Boucherij, briefwisselende leden. De heeren de Potter, bestendige secretaris, Coremans en Helleputte, werkende leden, en Hugo Verriest, briefwisselend lid, laten weten dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen. Na vaststelling van het verslag over de voorgaande zitting staat de heer Onderbestuurder recht, en deelt aan zijne medeleden het treurig nieuws mede van het overlijden des heeren Bestuurder van de Academie. Met eenparige stemmen werd de heer Sermon tot de waardigheid van Bestuurder verheven. Al de leden erkennen thans, dat de afgestorvene zich dit blijk van vertrouwen en genegenheid heeft waardig getoond. In hooge mate onderscheidde M. Sermon zich door zijne verknochtheid aan de belangen der Academie. Met de grootste stiptheid en nauwgezetheid vervulde hij de plichten, welke het voorzitterschap medebrengt. Zijne taak werd echter vergemakkelijkt | |
[pagina 16]
| |
door zijne beminnelijke persoonlijkheid, zijne welwillendheid en verdraagzaamheid, waardoor hij de harten van al zijne collega's won. Het afsterven van M. Sermon is voor de Koninklijke Vlaamsche Academie een zwaar verlies; de nagedachtenis van dezen bescheiden geleerde en braven mensch zal er steeds in eere blijven. De heer Onderbestuurder stelt voor de zitting te sluiten ten teeken van rouw. M. Prayon sluit zich bij dit voorstel aan, en brengt insgelijks hulde aan de hoedanigheden van geest en hart, waardoor M. Sermon uitblonk. Hij meent echter, dat het derde punt van de dagorde: ‘Vaststelling van de prijsvragen, en van de waarde der toe te kennen belooningen’, zou moeten afgehandeld worden; te meer daar sommige vragen vóór 15 Februari 1905 moeten opgelost worden. De vergadering treedt deze meening bij. De voorstellen der Commissie voor prijsvragen worden goedgekeurd. De heer Boucherij leest vervolgens eene korte schets over het leven en streven van den heer Sermon, zijnen vriend en ambtgenoot. Op voorstel van den heer Onderbestuurder zal dit opstel in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen worden. De vergadering belast den Onderbestuurder in haren naam de lijkrede ter eere van den betreurden Bestuurder uit te spreken. De zitting wordt te drie uur geheven. |
|