rechtsbeoefenaren iets worde beproefd om met die rechtstaal vertrouwd te raken. Hun die taak te vergemakkelijken was het doel van dit werk.
Wanneer wij nu de vraag stellen of het werk, dat wij hier voor ons hebben liggen, wezenlijk aan dat doel beantwoordt, dan kunnen we geen oogenblik aarzelen volmondig te verklaren dat het in elk opzicht de eischen vervult, die daaraan konden gesteld worden.
De wijze, waarop dit overzicht van ons geldend burgerlijk recht werd ingedeeld, en waarbij de indeeling van het Burgerlijk Wetboek op den voet werd gevolgd, achten wij uitnemend geschikt om de kennismaking daarmede te bevorderen. Terwijl noodelooze uitweidingen zorgvuldig werden vermeden, kan er van getuigd worden dat hier volledigheid niet door beknoptheid wordt uitgesloten: veilig kan men zeggen dat de schrijver alles leverde wat door hem met het oog op den beperkten omvang van zijn werk moest en kon gegeven worden.
Ook in het opzicht van den vorm is het te beoordeelen werk allerverdienstelijkst. Bij het vaststellen zijner terminologie is de heer Dosfel niet aan het smeden van allerlei samenstellingen van woorden gegaan, zooals Ledeganck in zijne vertaling van het Burgerlijk Wetboek maar al te veel deed, maar hij is de rechtstermen gaan opsporen daar, waar zij werkelijk te vinden waren, in de Nederlandsche rechtswetgeving en bij de Nederlandsche rechtsgeleerde schrijvers, omdat ook hij,