Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1904
(1904)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 242]
| |||||||||
Verslag
| |||||||||
I. - Leden.Op 1en Januari 1903 bestond de Academie
| |||||||||
[pagina 243]
| |||||||||
Door den dood werden ons ontrukt de heeren S. Daems, werkend lid, Dr. N. Beets en Dr. H.J.-A.-M. Schaepman, buitenlandsche eereleden. Ter aanvulling der opengevallen plaatsen werden door U benoemd: tot werkend lid de heer J. Muyldermans, briefwisselend lid; tot briefwisselend lid de heer J. Bouchery, letterkundige te | |||||||||
[pagina 244]
| |||||||||
Antwerpen; tot buitenlandsche eereleden de heeren Dr. A. Kuyper, letterkundige en minister van binnenlandsche zaken te 's-Gravenhage, en Dr. B. Symons, hoogleeraar te Groningen. Die benoemingen werden door koninklijk besluit goedgekeurd en bekrachtigd. | |||||||||
II. - Bestuur en Commissie van Rekendienst.Het Bureel der Academie voor het jaar 1903 was samengesteld uit de heeren Mr. A. Prayon-van Zuylen, bestuurder; H. Sermon, onderbestuurder, en F. de Potter, bestendigen secretaris. De Commissie van Rekendienst bestond uit de drie leden van het Bureel en de heeren Dr. H. Claeys, A. de Ceuleneer en Jhr. Mr. N. de Pauw, door de Academie daartoe aangewezen. De Commissie heeft drie zittingen gehouden. Het eigenlijke Bestuur is vijftienmaal bijeengekomen. Wat vooral de aandacht van het Bestuur in beslag nam was de financieele toestand van onze instelling. De werkzaamheden der Academie nemen alle jaren in belangrijkheid en in omvang toe en hare inkomsten blijven onveranderd. Het gevolg daarvan was dat het Bestuur zich bij zijne aanstelling voor een te kort van meer dan fr. 7000 bevond. Op dien bedenkelijken staat van zaken werd de ernstige aandacht van de Regeering en inzon- | |||||||||
[pagina 245]
| |||||||||
derheid van de heeren ministers van financieën en van binnenlandsche zaken schriftelijk en mondeling gevestigd, terwijl men aan die hooge ambtenaars duidelijk bewees dat er te kiezen valt tusschen eene beperking van onze werkzaamheden en eene vermeerdering der gewone credieten waarover wij beschikken. De heeren ministers hebben beloofd de zaak welwillend te zullen onderzoeken en mogelijk een voorstel in dien zin bij de staatsbegrooting voor 1905 in te dienen. Laat ons dus hopen dat er aan onze billijke aanspraken zal worden voldaan. Intusschen beijverde zich het Bestuur om het te kort te dekken en, dank vooral aan het beleid van onzen bestendigen secretaris, was op het einde van 't jaar de schuld zoo goed als vereffend. Wij mogen echter daaruit niet besluiten dat het mogelijk is onze uitgaven blijvend te verminderen, tenzij wij tevens bereid zijn onzen werkkring beduidend te beperken en onzen arbeid grootendeels te staken, iets dat zeer zeker in alle opzichten hoogst betreurenswaardig zou wezen. Indien wij in 1903 minder drukkosten gehad hebben dan vroeger, was zulks aan gansch buitengewone omstandigheden te wijten, bepaaldelijk aan het feit dat verscheidene prijsvragen onbeantwoord bleven. Dat zoo iets telkenjare gebeuren zal is niet te voorzien en ook niet te wenschen. Het loopt dus in het oog dat de Regeering ons de middelen dient te gunnen, die wij volstrekt noodig hebben om de | |||||||||
[pagina 246]
| |||||||||
taak te vervullen waarmede de stichters der Academie haar belast hebben. Een ander punt waarmede het Bestuur zich bijna op elke zitting onledig hield, is de vraag van onze vergaderzaal. Men weet dat de Regeering uit eigen beweging besloten heeft die zaal te verbeteren en rijkelijk te versieren. Met dankbare vreugde heeft de Academie dit nieuw bewijs begroet van de belangstelling waarmede 's Lands Bestuur ons vereert. Maar sedert bijna twee jaren hebben wij onze vergaderzaal moeten ontruimen en onze zittingen houden in eenen salon, dat daarvoor hoegenaamd niet geschikt is. En sedert lange maanden zijn de werken onderbroken en liggen stil, zoodat het moerlijk valt te gissen wanneer zij eindelijk zullen voltrokken worden, te meer daar men met nieuwe plannen voor den dag komt, o.a. het bouwen van eene gaanderij, die wij noch vragen, noch wenschen, ja waartegen wij ons uitdrukkelijk verzet hebben. Om hieraan een einde te maken is het aftredend Bestuur vruchteloos op alle deuren gaan kloppen. Wij willen hopen dat onze opvolgers beter zullen slagen. Daar wij nu bij openbare plechtigheden de plaats hebben verkregen, welke ons als staatslichaam toekwam, heeft het Bestuur de Academie op de te Gent gezongen Te Deum's vertegenwoordigd. De Bestuurder werd ook door den heer staatsminister Beernaert uitgenoodigd om deel uit te maken van de commissie, die het feest ter eere | |||||||||
[pagina 247]
| |||||||||
van Baron Lambermont heeft ingericht. Het was mijn voorrecht bij die plechtige gelegenheid de gelukwenschen der Academie aan den grijzen staatsman te mogen aanbieden en van zijnen mond de betuiging te vernemen van de belangstelling waarmede hij onze werkzaamheden gadeslaat. | |||||||||
III. - Commissiën.Ga naar voetnoot(1)A. - Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal en Letteren.In 1903 heeft de Commissie voor Middelnederlandsche Taal en Letteren slechts drie zittingen gehouden, namelijk op 15 April, 20 Mei en 21 October. Vier nieuwe werken zijn in den loop van dit jaar, aan de Commissie ter uitgave aangeboden geweest:
| |||||||||
[pagina 248]
| |||||||||
Door het afsterven van den Heer S. Daems verloor de Commissie een harer ieverigste leden. In zitting van 21 werd de heer Dr. Willem de Vreese in zijne plaats benoemd. De overige leden waren de heeren Dr. P.-P.M. Alberdingk Thijm, J. Broeckaert, K. de Flou, Jhr. Dr. K. de Gheldere, Jhr. Mr. N. de Pauw, F. de Potter, E. Gailliard, Dr. C.-J. Hansen en E. van Even. | |||||||||
B - Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal en Letteren.Deze bestendige Commissie was samengesteld uit de heeren D. Claes, Dr. H. Claeys, Theo Coopman, S. Daems, Dr. A. de Vos, Prof. Dr. W. de Vreese, Dr. C.-J. Hansen, Prof. Mr. J. Obrie, Mr. Prayon-van Zuylen en Dr. A. Snieders. De heeren D. Claes, ontslagnemer, en S. Daems, overleden, werden vervangen door de heeren Prof. Dr. J. Mac Leod en I. Teirlinck. Twee andere leden - de heeren Dr. C.-J. Hansen en Dr. A. Snieders - werden door den staat hunner gezondheid bij voortduring belet aan de werkzaamheden deel te nemen. | |||||||||
[pagina 249]
| |||||||||
Voorzitter der Commissie was de heer Mr. A. Prayon-van Zuylen; ondervoorzitter, de heer Dr. A. de Vos, en secretaris, de heer Theo. Coopman. De Commissie heeft zes zittingen gehouden. In die van 18 Februari gaf de heer Mr. Prayon-van Zuylen lezing van een opstel getiteld: De Nieuwere Richting in de Vlaamsche Letterkunde. Terwijl hij hulde bracht aan de vele verdiensten der jongere schrijvers, waarschuwde hij hen tegen de strekking om, zooals Stijn Streuvels, in een soort van kunstmatig dialect te gaan schrijven en spoorde hen aan liever het voorbeeld te volgen van Maurice Maeterlinck en andere Fransch-Belgische schrijvers, die zich beijveren de letterkundige taal zoo zuiver mogelijk te bezigen en aldus eenen degelijken en blijvenden arbeid leveren. Hierop volgde eene zeer belangrijke bespreking. De heer Dr. W. de Vreese was het met den spreker eens, maar betwijfelde of Maeterlinck's Fransch wel zoo onberispelijk is als men het denkt. De heer Mr. Prayon-van Zuylen wees op La Vie des Abeilles, een kunstjuweel. De heer Daems zei dat de verkeerde strekking, waar men over klaagt, aan den invloed te wijten is van Guido Gezelle, die noch Nederlandsch, noch Westvlaamsch, maar ‘Gezellesch’ schreef. In denzelfden zin sprak de heer Dr. H. Claeys en wees er op dat de navolgers van Gezelle veel verder gaan dan hij en er toe gekomen zijn eene ‘basterdtaal’ te schrijven. Door den Avelgemschen | |||||||||
[pagina 250]
| |||||||||
tongval te gebruiken heeft Streuvels aan zijne beschrijvingen een eigenaardig kleur willen geven. Voor ons is dat geen nieuws, voor de Hollanders wèl: vandaar ook zijn bijval in het Noorden. Maar zijn Lenteleven is aanstootelijk realistisch. De heer Dr. W. de Vreese deed opmerken dat Gezelle voor het Woordenboek vele werken uit de XVIe eeuw excerpeerde en in dien arbeid door zijnen neef Stijn Streuvels werd geholpen. Deze heeft die excerpten benuttigd en een aantal zestiendeeuwsche woorden en wendingen weer ingevoerd. De heer D. Claes bewees door persoonlijke voorbeelden dat Streuvels' taal door de eenvoudige lieden uit 's schrijvers eigene streek niet verstaan wordt. Hoe kunnen dan Hollanders haar begrijpen? Verder vroeg de heer Claes of het Belgisch-Fransch - le belge - wel zoo slecht is als men het beweert. De heer Prayon-van Zuylen antwoordde dat hij de erbarmelijke taal der gazetten, der beambten en der minder ontwikkelde burgers in 't oog had. Het Fransch van den geletterden Vlaming is doorgaans zeer goed, ja zuiverder dan de taal van vele geborene Franschen, getuigen Maeterlinck, Eekhoud, Verhaeren en anderen. Eveneens is het Duitsch van den Hannoveraan - alhoewel voor dezen eene aangeleerde taal - beter dan dat der eigenlijke Hoogduitschers uit Beieren of Zwaben. In de Aprilzitting werd de quaestie te berde gebracht van de bevoegdheid der Commissie met | |||||||||
[pagina 251]
| |||||||||
het oog op de studie der dialecten, een punt dat tot onderhandelingen met de Commissie voor Middelnederlandsche Letteren reeds vroeger aanleiding had gegeven. Waarna de heer D. Claes lezing gaf van eene belangrijke studie over Eenige onuitgegeven Gedichten van Jan van Beers. De Junizitting werd door huishoudelijke zaken in beslag genomen De vraag of de werkkring der Commissie zich tot de dialecten uitstrekt werd weer besproken. Op de Augustusvergadering werd na discussie een gunstig advies uitgebracht over het opnemen in de Verslagen en Mededeelingen van een opstel des heeren Prenau getiteld De zuivere Nederlandsche taal. Door den heer secretaris werd eene schets van inrichtend reglement voor de Van de Ven-Heremans stichting voorgelegd. Voormeld ontwerp van verordening werd in de zitting besproken en aangenomen en er werd besloten het aan de Academie voor te stellen. De heer Mr. Prayon-van Zuylen bracht een gunstig advies uit over het uitgeven van een werk van den heer Mr. Dosfel (Kern van het Burgerlijk Wetboek). De Commissie, mits zekere voorbehoudingen, verklaarde, zich eveneens voor het opnemen in de Verslagen van een nieuw opstel des heeren Prenau (Het jongste zuiverste Nederlandsch). De Decemberzitting werd aan het bespreken van huishoudelijke zaken besteed. | |||||||||
[pagina 252]
| |||||||||
C. - Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie.Het Bureel voor het jaar 1903 bestond uit de heeren J. Bols, voorzitter; K. de Flou, ondervoorzitter, en J. Broeckaert, secretaris. De overige leden der Commissie waren de heeren Prof. Dr. P.-P.M. Alberdingk Thijm, Jhr. Dr. K. de Gheldere, Jhr. Mr. N. de Pauw, F. de Potter, E. Gailliard, H. Sermon en E. van Even. De Commissie hield gedurende het jaar 1903 zes zittingen, welke regelmatig door de leden werden bijgewoond. De Biographie der Zuidnederlandsche schrijversmaakte in ieder dezer zittingen het voorwerp uit eener grondige bespreking. Door de meeste leden werden daartoe de noodige bijdragen geleverd, en het werk is in zoo verre gevorderd dat de 2e aflevering eerlang zal uitgedeeld worden. Aan den geachten voorzitter komt de eer toe, de dagorde der zittingen met verscheidene belangrijke mededeelingen te hebben aangevuld. Den 21 Januari 1903 bracht hij hulde aan ons eerbiedwaardig medelid den heer van Even, ter gelegenheid der 50e verjaring zijner benoeming als archivaris der stad Leuven. In deze toespraak herinnerde hij de talrijke diensten, door den heer van Even aan taal en vaderland bewezen, en drukte hij de hoop uit dat hij nog lange jaren aan de achting en de genegenheid zijner medeburgers en | |||||||||
[pagina 253]
| |||||||||
van zijne collega's der Academie moge bewaard blijven. In de Maartzitting gaf hij lezing van eene bibliographische nota over een handschrift van 1467, getiteld: Guldenboec vander broederscap mijnheeren Sebastiaens, te Linkebeek, hem door zijnen ambtgenoot dier parochie toevertrouwd. In de Meizitting vergastte hij ons op eene Bijdrage tot de geschiedenis der lepersche Rederijkkamer ‘Licht gelaan’ en stelde hij voor, dat er door de Academie eene alphabetische inhoudstafel zou worden opgemaakt van al de belangrijke namen en zaken, voorkomende in de Jaarboeken en in de Verslagen en Mededeelingen, van het ontstaan af der Academie tot nu. Naar aanleiding van dit voorstel gaf de heer Broeckaert in bedenking of het niet wenschelijk ware ook de Bibliographie te laten drukken van de werkende en briefwisselende leden der Academie. Beide voorstellen werden door de Academie in hare zitting van 5 Augustus 1903 aangenomen. Eindelijk gaf de heer Bols in zitting van 18 November lezing van een opstel betreffende oude schilderijtjes met bijschriften, welk opstel, evenals de voren vermelde, in de Verslagen en Mededeelingen werden opgenomen. Als gevolg aan hunne ondernomene taak, werken de heeren Coopman en Broeckaert onverpoosd aan de Bibliographie van den Vlaamschen taalstrijd. Van dit veelomvattend, tijd en geduld | |||||||||
[pagina 254]
| |||||||||
vergend werk zijn reeds 17 vellen afgedrukt, loopende tot 1839, in de geschiedenis der Vlaamsche Beweging gekenmerkt door den zoo hevig hier te lande gevoerden Spellingsoorlog. Van zijnen kant heeft de heer de Potter de Vlaamsche Bibliographie van 1891 tot 1900 klaar gemaakt. De eerste bladen zijn op dit oogenblik ter perse, terwijl de laatste hand is gelegd aan de Historische Bibliographie der Belgische gemeenten, voor welke te Brussel, in de Koninklijke Bibliotheek, te Mechelen, in de stadsboekerij, te Gent, in de Universiteitsbibliotheek, enz. ruim 150 boekdeelen van tijdschriften, op kosten van den verzamelaar, werden geëxcerpeerd. | |||||||||
D. - Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch.Het Bureel voor 1903 was samengesteld uit de heeren Mr. Obrie, voorzitter; J. Bols, ondervoorzitter; en D. Claes, secretaris. De andere leden waren de heeren Dr. P.-P.M. Alberdingk Thijm, A. de Ceuleneer, Dr. W. de Vreese, Dr. J. Mac Leod, J. Muyldermans, G. Segers en H. Sermon. | |||||||||
Zitting van 21 Januaribijgewoond door den heer Bestuurder.
Dagorde: de Uitspraak in de lagere school.
Er wordt een brief voorgelezen van den Minis- | |||||||||
[pagina 255]
| |||||||||
ter van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs aan de inspecteurs, waarbij de zuivere uitspraak in de scholen wordt aanbevolen. Segers: Het is van het grootste belang dat de onderwijzer zelf zuiver spreke; maar vele onderwijzers spreken niets dan hun dialect. De oorzaak daarvan is dat de zuivere uitspraak in de normaalscholen verwaarloosd wordt. Claes doet opmerken, dat in de oefenschool der normaalschool van Brugge de leerlingen zuivere taal spreken, dank aan de gedurige bezorgdheid der onderwijzeressen. Bestuurder: De kinderen moeten de verkeerdheden van hun dialect afleeren en de klanken zuiver leeren uitspreken, maar het Hollandsch accent hebben wij niet noodig. | |||||||||
Zitting van 18 Maart.De heer Bestuurder woont de zitting bij.
Er wordt aangenomen dat de leden, die over een bepaald onderwerp het woord willen voeren, aan den secretaris eene beknopte noot van het door hen verhandelde zullen mededeelen.
Dagorde: de Uitspraak in de lagere school.
de Vreese: Men moet niet uit het oog verliezen dat de beschaafde uitspraak eener taal die is van het dialect dat de hegemonie heeft. | |||||||||
[pagina 256]
| |||||||||
Bestuurder: Er moet een onderscheid gemaakt worden tusschen louter dialectische vormen en andere, die in heel België nog in zwang zijn. Segers: Wij moeten ons bij geene betwistbare punten ophouden, maar ons toeleggen op het zuiver leeren uitspreken van klanken en medeklinkers: | |||||||||
Zitting van 20 Mei.De heer Bols brengt een voordeelig verslag uit over eene verhandeling van den heer Segers: Onze taal in het onderwijs. Er zal aan de Academie gevraagd worden dat opstel te laten drukken.
Dagorde: de Uitspraak in de lagere school.
De Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde, die zich sedert geruimen tijd met de zaak bezighoudt, verlangt met de Academie mede te werken om haar door den Minister te laten regelen. (N.B. Dit voorstel werd in de Mei-zittting door de Academie verworpen.) De wensch wordt geuit dat hetgeen in deze commissie belangrijks gelezen of gezeid wordt door de Academie zou gedrukt worden, gelijk dat in 1901 gebeurde. | |||||||||
Zitting van 15 Juli.Bijgewoond door den heer Bestuurder.
Op die uitgave wordt herhaaldelijk aangedrongen. | |||||||||
[pagina 257]
| |||||||||
Bestuurder doet opmerken dat de geldmiddelen der Academie zulks voor 't oogenblik niet toelaten. | |||||||||
Zitting van 30 September.In deze zitting wordt in het kort samengevat hetgeen in de vorige zittingen voor de zuivere uitspraak is uitgebracht geworden. | |||||||||
Zitting van 18 November.Het jongste schrijven van den heer Prenau tegen den heer Bols wordt bij hoog dringendheid voorgelezen, onderzocht en beoordeeld. Zeven leden tegen twee verklaren zich tegen het opnemen van dat schrijven in de Verslagen en Mededeelingen. | |||||||||
IV. - Algemeene werkzaamheden der Academie.A. - Zittingen en Voordrachten.In den loop van het jaar heeft de Academie dertien vergaderingen gehouden, met inbegrip der plechtige openbare zitting. De werkende leden, ter uitzondering van de heeren Dr. C.J. Hansen en Dr. A. Snieders, wier gezondheidstoestand hun niet toeliet hierheen te reizen, hebben de zittingen met groote regelmatigheid bezocht. Verscheidene briefwisselende leden waren ook herhaaldelijk aanwezig, namelijk de heeren Dr. J. | |||||||||
[pagina 258]
| |||||||||
Mac Leod (6 maal), Bouchery (6 maal), Muyldermans (2 maal), Teirlinck (2 maal) en Joos (2 maal). De ijver van die geachte collega's is des te prijzenswaardiger, daar briefwisselende leden noch zitpenning, noch vergoeding voor reis- en verblijfkosten ontvangen. Het ware te wenschen dat de Regeering dien toestand wijzige: het is immers volstrekt noodig dat briefwisselende leden, die natuurlijk bestemd zijn om op tijd en stond tot werkend lid bevorderd te worden, intusschen zoo geregeld mogelijk aan de werkzaamheden der Academie deel nemen; zulks strookt overigens met den tekst en met den geest van onze Wetten. Een kort begrip van het verhandelde op de zittingen komt hier te pas. | |||||||||
Zitting van 21 Januari.De Bestuurder voor 1903 bij het aanvaarden van zijn ambt bedankt de Academie voor de hem bewezen eer, brengt hulde aan de verdiensten van zijnen voorganger (Mr. J. Obrie), alsook aan die van den onderbestuurder (den H. Sermon) en van den bestendigen secretaris. Ten slotte beschrijft hij met korte woorden de loopbaan van den onlangs overleden Julius Vuylsteke èn als schrijver èn als Vlaamsche strijderGa naar voetnoot(1). De heer Bols, namens de Commissie voor | |||||||||
[pagina 259]
| |||||||||
Geschiedenis, wenscht den heer van Even geluk met zijne vijftigjarige werkzaamheid als archivaris der stad LeuvenGa naar voetnoot(1). De Bestuurder voegt er bij dat de geheele Academie zich bij dit huldebetoon aansluit en de heer van Even spreekt zijnen hartelijken dank uit. De heeren Dr. H. Claeys, A. de Ceuleneer en Jhr. Mr. N. de Pauw worden tot leden der Rekeningscommissie voor 1903 gekozen. | |||||||||
Zitting van 18 Februari.Aan de vergadering wordt er medegedeeld dat de heer J. Van de Ven, priester te Aalst, aan de Academie een kapitaal van fr. 20,000 heeft geschonken, waarvan het inkomen dienen zal om werken over natuur- en geneeskundige wetenschappen, over rechtsgeleerdheid en over het vak van den ingenieur uit te geven. De stichting uit deze gift te spruiten zal den naam dragen van Stichting van de Ven-Heremans, ter herinnering aan wijlen Prof. Dr. J.-F.-J. Heremans, oom des schenkers. De Academie neemt de schenking met dankbaarheid aan en zal de voorwaarden ervan stipt naleven. De Bestuurder geeft kennis aan de vergadering van het overlijden van Dr. H.J.A.M. Schaep- | |||||||||
[pagina 260]
| |||||||||
man, buitenlandsch eerelid, en schetst in breede trekken de schitterende levensbaan van den afgestorveneGa naar voetnoot(1). Melding wordt er gemaakt dat er op de uitgeschreven prijsvragen slechts twee antwoorden zijn ingekomen. Op voordracht der Commissie voor Nieuwere Taal en Letteren wordt besloten het opstel van Mr. A. Prayon-van Zuylen over De nieuwere richting in de Vlaamsche Letterkunde in de Verslagen en Mededeelingen op te nemenGa naar voetnoot(2). Door vijf leden wordt een voorstel ingediend strekkende tot het benoemen eener commissie, die onderzoeken zal welke veranderingen aan de Wetten mogelijk dienen toegebracht te worden. De heer D. Claes verzet zich daartegen en vraagt dat de Academie verklare dat er geene redenen bestaan om de Wetten te wijzigen. Die motie geeft aanleiding tot eene lange en levendige discussie. | |||||||||
Zitting van 18 Maart.Het overlijden van het buitenlandsch eerelid, Dr. N. Beets wordt door den Bestuurder aan de Academie met eenige woorden van hulde en rouw medegedeeldGa naar voetnoot(3). | |||||||||
[pagina 261]
| |||||||||
Bibliographische aanteekeningen worden medegedeeld door den heer Mr. J. Obrie over Het Beginsel der weerloosheid geschiedkundig en waardeerend behandeld door Dr. J. Haller von Ziegesar en, door den heer Theo, Coopman, over Dr. L. Scharpé's Sunte Elizabetten LegendeGa naar voetnoot(1). De heer A. de Ceuleneer vestigt de aandacht der vergadering op de onbekookte aanvallen tegen de Academie, welke voorkomen in Prof. van Veerdeghem's biographie van J.-L.-D. Sleeckx in de Levensberichten der afgestorven medeleden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, alsook op de nog hatelijkere en ongegrondere aantijgingen in het opstel van Prof. Dr. Paul Fredericq, dat in het Annuaire de l'Académie royale de Belgique werd gedruktGa naar voetnoot(2). De bestuurder spreekt in denzelfden zin en weerlegt punt voor punt Prof. Fredericq's beschuldingsacteGa naar voetnoot(3). Met beide redevoeringen laat de vergadering hare volle instemming herhaaldelijk blijken. | |||||||||
Zitting van 15 April.De Academie besluit: 1o op voorstel der commissie voor Geschiedenis tot het opnemen in de Verslagen en Mededeelingen van een bericht | |||||||||
[pagina 202]
| |||||||||
des heeren J. Bols betreffende het Guldeboek van St Sebastiaansbroederschap te LinkebeekGa naar voetnoot(1); 2o op verslag der heeren H. Sermon en K. de FlouGa naar voetnoot(2) van eene Mededeeling van den heer L. Maeterlinck aangaande de Nederlandsche spreekwoorden handelend voorgesteld door Pieter Breughel den OudeGa naar voetnoot(3). De Academie gelast de heeren H. Sermon, onderbestuurder, en F. de Potter, bestendigen secretaris, haar den 20 April op het Gezellefeest te Kortrijk te gaan vertegenwoordigen. De motie van den heer D. Claes tegen de herziening der Wetten wordt met 11 stemmen tegen 7 en ééne onthouding aangenomen. De heer Dr. P.-P.M. Alberdingk Thijm wijst op de noodzakelijkheid om bij de door de Academie uit te geven werken behoorlijke inhoudstafels te voegen. | |||||||||
Zitting van 20 Mei.De Bestuurder bedankt den heer E. van Even, die aan de Academie eene purke verzameling boeken heeft geschonken. Hij wenscht den heer A. Janssens geluk met zijne benoeming tot lid der Academie Arcadia te Rome. | |||||||||
[pagina 263]
| |||||||||
Een voorstel van de Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde betreffende de uitspraak onzer taal wordt tot de volgende zitting verschoven. De heer Dr. H. Claeys deelt eene bibliographische nota mede betreffende de Spraakleer van den heer E. Bauwens.Ga naar voetnoot(1) De lijst der candidaten voor de openstaande plaatsen van briefwisselend en buitenlandsch eerelid wordt vastgesteld. De verslagen der keurrechtersGa naar voetnoot(2) (Dr. W. de Vreese, K. de Flou, E. Gailliard, Th. Coopman, J. Broeckaert en A. Janssens) over de ingekomen prijsvragen worden ingediend. De heer A. Joos draagt een opstel voor getiteld Het Onderwijs der Moedertaal in de Normaalschool te St. NicolaasGa naar voetnoot(3), waarin hij opkomt tegen zekere beweringen in St. L. Prenau's Verhandeling over het nut van de zuivere uitspraak der Nederlandsche taal. Door den heer J. Bols wordt ingelijks naar aanleiding van dat werk onder den titel Weerd of Waard, Hert of Hart, Bie of Bij, eene belangrijke mededeeling gedaan.Ga naar voetnoot(4) De bestendige secretaris doet verslag van het | |||||||||
[pagina 264]
| |||||||||
feest te Kortrijk ter eere van Guido Gezelle gehouden.Ga naar voetnoot(1) | |||||||||
Zitting van 17 Juni.De vergadering gaat tot de dagorde over naar aanleiding van een vertoog van het Brusselsch ‘Comiteit ter verdediging van de Zuidafrikaansche Boeren’ waarbij de Academie wordt opgeëischt zonder eenig verwijl de voorstellen aangaande de vereenvoudiging der spelling ernstig en grondig te onderzoeken en.. goed te keuren. Er wordt overgegaan tot de kiezingen voor één briefwisselend en twee buitenlandsche eereleden. De uitslag ervan werd onder de hoofding Leden medegedeeld. De prijs voor eene Vergelijkende Klank- en Vormleer der verschillende middelnederlandsche dialecten wordt, met eenparige instemming des Keurraads, toegekend aan den heer J. Jacobs, leeraar te Boom. Eveneens wordt de prijs voor een Idioticon over het Zuiden van Oostvlaanderen toegewezen aan den heer J. Teirlinck, briefwisselend lid der Academie. De heer Dr. P.-P.M. Alberdingk Thijm geeft eenige wenken voor het Woordenboek over de beteekenis van het woord middeleeuwenGa naar voetnoot(2) en de | |||||||||
[pagina 265]
| |||||||||
heer Dr. L. Simons geeft eene nalezing op Ekkehard en Virgilius.Ga naar voetnoot(1) De bespreking van het voorstel der Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde wordt begonnen. | |||||||||
Plechtige openbare vergadering van 24 Juni.De zitting grijpt plaats in het Provinciehuis. Onder het publiek bemerkt men de heeren Mr. R. Baron de Kerchove d'Exaerde, gouverneur van Oost-Vlaanderen; Mr. Jul. Lammens, oudsenator; Mr. F. Tuncq, eere-eerste voorzitter van het Beroepshof: de consuls van Nederland en van Duitschland, leden van provincie- en gemeenteraden, hoogleeraars, enz, alsmede verscheidene dames. De Bestuurder deelt mede dat het onlangs gekozen buitenlandsch eerelid, de heer Dr. A. Kuyper. die voornemens was de zitting bij te wonen, op het laatste oogenblik verplicht werd zijne plannen te wijzigen, maar belooft zich eerlang naar Gent te zullen begeven om met zijne collega's der Academie kennis te maken. De Bestuurder houdt dan eene toespraak over De Koninklijke Vlaamsche Academie als steun en hoogste uitdrukking der Vlaamsche Beweging, waarin hij den oorsprong en de lotgevallen onzer instelling schetst en o.a. herinnert dat zij in den loop van zeventien jaren reeds 95 boekdeelen heeft | |||||||||
[pagina 266]
| |||||||||
uitgegeven, behalve 416 verhandelingen van allen aard, die in de Verslagen en Mededeelingen verschenen.Ga naar voetnoot(1) Daarna verleent hij het woord aan den heer G. Segers, die lezing geeft van eene diep doordachte en goed gedocumenteerde studie over Onze Taal in het Onderwijs.Ga naar voetnoot(2) Ten slotte worden door den bestendigen secretaris de uitslagen der verkiezingen en der letterkundige wedstrijden bekend gemaakt. De bekroonden komen uit handen van den Bestuurder het diploma en de uitgeloofde belooning ontvangen. | |||||||||
Zitting van 15 Juli.Lezing wordt gedaan van brieven der nieuwgekozen buitenlandsche eereleden, de heeren Dr. A. Kuyper en Prof. Dr. B Symons, waarbij zij hunnen dank betuigen en met warme belangstelling van de Vlaamsche Beweging en van het werk der Academie spreken.Ga naar voetnoot(3) Op voorstel van de Commissie van Geschiedenis, Bio- en Bibliographie, wordt besloten eene verhandeling van den Eerw. heer Schoutens over Willem van Ruysbroeck in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen.Ga naar voetnoot(4) | |||||||||
[pagina 267]
| |||||||||
De heeren Bols, Coopman, Dr de Vos, Gailliard en Mr. Obrie worden tot leden gekozen der Commissie gelast met het voorstellen van prijsvragen. Het voorstel der Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde betreffende de uitspraakleer onzer taal wordt afgewezen, daar de Academie het antwoord inwacht van de Regeering op eene vraag dienaangaande door haar gedaan. De heer Prof. Dr. J. Mac Leod wordt tot lid der Commissie van Nieuwere Taal en Letteren gekozen. | |||||||||
Zitting van 5 Augustus.De Bestuurder meldt het afsterven van den heer S. Daems, werkend lid, en brengt hulde aan zijne vele verdiensten.Ga naar voetnoot(1) De heer Dr. H. Claeys deelt eene bibliographische aanteekening mede over het Alpenmeer van E. Fabri.Ga naar voetnoot(2) Door den heer G. Segers wordt insgelijks het werk van H Jacobs, Het Bestuur der Provincie Antwerpen van 1838 tot 1903, aangeboden en gunstig beoordeeld.Ga naar voetnoot(3) Door de heeren van Even en Sermon wordt een goedkeurend verslag uitgebracht over de ingezonden verhandeling van den heer Maeterlinck, | |||||||||
[pagina 268]
| |||||||||
Pieter Breughel de OudeGa naar voetnoot(1) Het stuk, met platen versierd zal in de Verslagen en Mededeelingen verschijnen.Ga naar voetnoot(2) Op verslag der heeren Dr. de Vreese en Dr. de Vos wordt er besloten het opstel van den heer Prenau getiteld De zuivere Nederlandsche taal eveneens op te nemen.Ga naar voetnoot(3) De vergadering stelt de lijst der ingeschreven prijsvragen vast Dienaangaande wordt er door den heer Gailliard namens de Commissie eene nota gelezen, die verscheidene wenschen en wenken inhoudt.Ga naar voetnoot(4) De Bestuurder leest een opstel voor getiteld De Aanslag van den Brusselschen Tuchtraad op de taalvrijheid van den advocaat, waarin hij verzet aanteekent tegen eene beslissing die het recht om in onze taal te pleiten kortwiekt.Ga naar voetnoot(5) De vergadering sluit zich bij dit verzet aan en stemt eenparig een protest waarvan de tekst aan de Regeering zal worden medegedeeld.Ga naar voetnoot(6) | |||||||||
Zitting van 30 September.De Bestuurder wenscht den heer Mr. de Pauw geluk met zijne benoeming tot commandeur der Leopoldsorde. | |||||||||
[pagina 269]
| |||||||||
Op voorstel van het Bestuur sluit zich de Academie eenparig aan bij het protest tegen degenen, die in het buitenland, het grootsche werk, door onzen Koning in Congoland verricht, beknibbelen en belasteren.Ga naar voetnoot(1) De heer D. Claes stelt voor aan de Regeering eene reeks wenschen betreffende de uitspraakleer over te maken.Ga naar voetnoot(2) Het voorstel wordt aangenomen. De heer Muyldermans wordt tot werkend lid gekozen. De heer Coopman doet verslag van de laatste aflevering van het Woordenboek der Nederlandsche Taal. Ter gelegenheid daarvan wordt door verscheidene leden de wensch uitgedrukt dat die belangrijke verslagen zouden gedrukt en uitgegeven worden. De heer Sermon leest eene andere brok uit zijne studie over Reinhard-Antoon Falck. | |||||||||
Zitting van 21 .Deze zitting werd besteed tot het bespreken en regelen van zaken van louter huishoudelijk belang. | |||||||||
Zitting van 18 November.De Bestuurder wenscht de heeren Mr. Obrie | |||||||||
[pagina 270]
| |||||||||
en Dr. Mac Leod geluk met hunne benoeming in de Leopoldsorde. Hij bedankt de heeren van Even en Bouchery voor een nieuw en belangrijk geschenk in boeken. Bibliographische nota's worden ingediend, door den heer Fr. de Potter over het maandschrift De Kouter van Th. Sevens,Ga naar voetnoot(1) en door Mr. Obrie over Omer Wattez' werk, De Vlamingen in het Walenland.Ga naar voetnoot(2) Op voordracht der Commissie voor Geschiedenis Bio- en Bibliographie, besluit de vergadering tot de opname in de Verslagen en Mededeelingen van eene bijdrage des heeren Bols betreffende Oude schilderijtjes met opschriften in verzen.Ga naar voetnoot(3) Worden benoemd: Tot bestuurder voor 1904, de heer Sermon; tot onderbestuurder, de heer G. Segers; tot lid der Commissie voor Middelnederlandsche taal en letteren, de heer Dr. W. de Vreese; tot lid der Commissie voor Nieuwere taal en letteren, de heer I. Teirlinck. Een ontwerp van reglement betreffende de Van de Ven-Heremans stichting door de Commissie voor Nieuwere taal en letteren ingediend wordt besproken. De beslissing wordt uitgesteld. | |||||||||
[pagina 271]
| |||||||||
Zitting van 16 December.Bibliographische aanteekeningen worden medegedeeld, te weten door den heer Muyldermans over Hilda Ram's Schetsen, Novellen en Vertellingen,Ga naar voetnoot(1) en door den heer Dr. W. de Vreese over de opstellen van Prof. C. Lecoutere betreffende Oudindische Romans en Vertellingen.Ga naar voetnoot(2) De rekening over het jaar 1903 wordt goedgekeurd. Een voorstel tot herziening van eenige artikelen der Wetten door vijf leden ingediend, wordt ingetrokken. De vergadering neemt kennis der verslagen van de heeren Mr. Prayon-van Zuylen, Dr. de Vos en D. ClaesGa naar voetnoot(3) over een nieuw opstel van den heer Prenau en besluit dat stuk niet op te nemen. | |||||||||
B. - Uitgaven der Academie.Gedurende het jaar 1903 heeft de Academie de volgende werken uitgegeven:
| |||||||||
[pagina 272]
| |||||||||
| |||||||||
C. - Boekerij.De bibliotheek der Academie wordt alle jaren rijker ten gevolge van giften, aankoopen, enz. De aanwas is zoo groot dat er reeds gebrek aan plaats is om die duizenden boeken te huisvesten. De noodzakelijkheid om voor de boekerij een afzonderlijk en naar behooren ingericht gebouw te bezitten, zal zich eerlang onweerstaanbaar opdringen.
Uit het voorgaande blijkt dat onze Academie gedurende het afgeloopen jaar met ernstigen iever aan de haar opgelegde taak heeft gewerkt. Moge in de toekomst haar arbeid meer en meer heilzame vruchten afwerpen tot grooteren luister van onze Taal en van ons Vaderland!
Januari 1904. |
|