Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1903
(1903)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 91]
| |||||||||||||||||||
Zitting van 30 September 1903.Aanwezig de heeren Prayon-van Zuylen, bestuurder, Sermon, onderbestuurder, de Potter, bestendige secretaris; de heeren Claeys, jhr. de Pauw, Gailliard, Alberdingk Thijm, Obrie, Coopman, de Vos, Broeckaert, van Even, Coremans, Bols, de Flou, Claes, jhr. de Gheldere, Simons, de Ceuleneer, Segers, de Vreese, werkende leden; de heer Boucherij, briefwisselend lid. Het verslag over de vorige zitting wordt goed bevonden en de lijst overgelegd der | |||||||||||||||||||
Aangeboden boeken.Door de Regeering: Statistique de la Belgique. Population. Enseignement général. (31 Décembre 1866.) Idem. (31 Décembre 1880.) Idem. (31 Décembre 1890.) Idem. (31 Décembre 1900.) Revue de l'Université de Bruxelles. 1902-1903, nos 8-10. Coutumes des pays et comté de Flandre. Quartier de Gand, VIII. Revue sociale catholique. 1903, no 10 en 11. | |||||||||||||||||||
[pagina 92]
| |||||||||||||||||||
Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques. 1903, nos 4-7. Annuaire de la législation du travail. 1902. Annuaire statistique de la Belgique. 1902. Arbeidsblad. Juli 1903. Annales des travaux publics de Belgique. 1903, no 4. Bulletin des Commissions royales d'art et d'archéologie. 1902, nos 9 en 10. Mémoires couronnés publiés par l'Académie royale de Belgique, tome LXIII. Bibliographie de Belgique. 1903, nos 13-16. Bibliotheca Belgica. Afleveringen 160-162. Bulletin des Musées royaux à Bruxelles. Aug. 1903. Wallonia. 1903, nos 8 en 9. Revue néo-scolastique. 1903, nos 3.
Door den heer Edm. Fabri: Het Alpenmeer en eenige andere verzen.
Door den heer P.-J. Goetschalckx: Bijdragen tot de geschiedenis, bijzonderlijk van het aloude hertogdom Brabant. Aug. en Sept. 1903.
Door de Société d'Archéologie de Bruxelles: Annales. 1903, nos 1 en 2.
Door den heer E. Gielkens: Une visite à la cour. Comédie.
Door de Société d'Emulation van Brugge: Congrès archéologique et historique, tenu à Bruges, du 10 au 14 Août 1902. Compte rendu. | |||||||||||||||||||
[pagina 93]
| |||||||||||||||||||
Door het Leesgezelschap van Hasselt: Limburgsche Bijdragen. 1902.
Door den heer Ern. Martin: Wolframs von Essenbach Parzival und Titurel, herausgegeben von Ern. Martin. Ie en IIe deelen.
Door de Koninklijke Academie van Wetenschappen te Amsterdam: Sectarianism andreligiouspersecution in China, bij J.-J.-M. de Groot. Beitrage zu einer vergleichenden Lautlehre der baskischen Dialecte, von C. Uhlenbeck. Les mots maritimes empruntés par le Grec aux langues romanes, par D. Hesseling. Van den vogel Charadrius, door J. Huizinga. Jaarboek der Koninklijke Academie van Wetenschappen. 1902. Verslagen en Mededeelingen. 1903.
De laatstverschenen afleveringen van Biekorf, De Student, De Vlaamsche Kunstbode, St-Cassianusblad, De Tuinbouw, Het Katholiek Onderwijs.
De heer Bestuurder wenscht namens de Academie den heer Jhr. de Pauw geluk wegens zijne bevordering tot commandeur in de Leopoldsorde, waarop Jhr. de Pauw in hartelijke bewoordingen zijnen dank uitspreekt, en zegt verheugd te zijn dat de hem bewezene eer terugstraalt op de Academie, voor welke hij, in de toekomst, de beste wenschen koestert. (Toejuichingen.) | |||||||||||||||||||
[pagina 94]
| |||||||||||||||||||
Door den heer Bestuurder wordt vervolgens aan de vergadering mededeeling gedaan van het onderhoud, hetwelk het Bureel gehad heeft met den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs aangaande den financiëelen toestand der Academie. Verder deelt hij mede dat, niettegenstaande de belofte, zes weken geleden aan het Bureel gedaan door het Beheer der Staatsgebouwen, om de zittingzaal, zonder verder vertoef, te doen voltooien, tot heden geen hand aan het werk is geslagen en de Leden dus nog gedurende den aanstaanden winter zullen verplicht zijn in de al te geringe, niet behoorlijk te verwarmen zaal te moeten bijeenkomen.
De heer Bestuurder herinnert aan de vergadering het in de dagbladpers zoo druk besproken incident met betrekking tot de Congoquaestie, naar aanleiding van wat daarover in Engeland is gezegd geworden. Het groote werk van Z.M. Leopold II is onrechtvaardig aangerand, en bereids hebben tal van officiëele korpsen, benevens andere, daar een krachtig protest tegen aangeteekend. De heer Bestuurder stelt voor dat, op hare beurt, de Koninklijke Vlaamsche Academie hare stem zou laten hooren en onderwerpt aan de vergadering de volgende motie:
Sire, Geheel België heeft met verontwaardiging de aanvallen vernomen, die in Engeland tegen het beheer van den Congostaat worden gericht. | |||||||||||||||||||
[pagina 95]
| |||||||||||||||||||
Met beperkte middelen en in weerwil van schier onoverkomelijke moeilijkheden heeft Uwe Majesteit in Midden-Afrika een beschavingswerk ondernomen en doorgedreven, dat op de dankbare bewondering van alle edeldenkenden aanspraak mag maken. En thans, daar de toekomst van het grootsche plan verzekerd schijnt en men de eerste vruchten ervan begint te plukken, moeten wij beleven dat zij, die niets deden om het doel te bereiken, zich de verkregen uitslagen wenschen toe te eígenen en niet aarzelen tot leugen en laster hunne toevlucht te nemen. De openbare meening in België en in alle beschaafde landen heeft die oneerlijke kuiperijen naar verdienste geschandvlekt. Men zal, hopen wij, niet dulden dat aan den Congostaat hetzelfde lot als aan den Oranje Vrijstaat en aan Transvaal worde beschoren. De Koninklijke Vlaamsche Academie acht het haren plicht hare stem te voegen bij die der duizenden, welke reeds verzet hebben aangeteekend tegen pogingen, waarvan nijd en baatzucht de eenige drijfveeren zijn. Zij drukt de hoop en het vertrouwen uit dat Uwe Majesteit, door die algemeene blijken van deelneming gesteund, bij voortduring het hoofd zal breden aan de belagers van Hare verheven levenstaak. Wij teekenen ons, met diepen eerbied, U.M. getrouwe en gehoorzame dienaars. | |||||||||||||||||||
[pagina 96]
| |||||||||||||||||||
De vergadering juicht den spreker uitbundig toe en betuigt hare hooge ingenomenheid met het voorstel.
De heer Claes, namens de Commissie voor onderwijs, stelt voor: Aan den heer Minister te verzoeken maatregelen te nemen ten einde de zuivere uitspraak van het Nederlandsch te bevorderen,
De vergadering beslist, aan deze voorstellen gevolg te geven.
Door den bestendigen Secretaris wordt medegedeeld dat de heer S. Prenau een nieuw opstel heeft | |||||||||||||||||||
[pagina 97]
| |||||||||||||||||||
ingezonden over de uitspraak, namelijk over waard of weerd, welk onderwerp in de Junizitting laatst door den heer Bols is behandeld. - Dit opstel zal worden onderzocht door de Commissiën voor Nieuwere Taal en Letteren en voor Onderwijs.
| |||||||||||||||||||
Dagorde.De vergadering gaat over tot de kiezing van een werkend lid, ter vervanging van wijlen den heer S. Daems. Wordt gekozen de heer J. Muyldermans, briefwisselend lid.
De heer Coopman, secretaris der Commissie tot onderzoek van het Woordenboek der Nederlandsche Taal, brengt verslag uit over de laatstverschenen aflevering dier uitgave. - Dit verslag zal, gelijk met de vorige is gedaan, gezonden worden naar den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs. De heer de Ceuleneer vraagt dat het Bureel den heer Minister zou oorlof vragen om die verslagen, met veel kennis en groote zorg door den heer Coopman opgesteld, te laten drukken. Die stukken hebben tot heden niemand gebaat; zelfs de Redactie des Woordenboeks krijgt er, officiëel, geene kennis van. Het is derhalve verloren werk. De heer Coremans vraagt het woord. | |||||||||||||||||||
[pagina 98]
| |||||||||||||||||||
Indien bewuste verslagen (zegt het achtbaar lid) enkel voor de Regeering bestemd zijn, toch kan er geen bezwaar zijn dat een beknopt overzicht worde gemaakt van hetgeen door de Opstellers van het Woordenboek werd geleverd vóór dat de Academie door de Regeering aanzocht werd over de naderhand verschenen afleveringen verslag uit te brengen; daarbij zou kunnen gevoegd worden de beknopte inhoud der hier voorgedragen Verslagen. De vergadering betuigt hare instemming met dit voorstel en de heer Coopman verklaart zich bereid het gevraagde te leveren.
De heer Sermon zet zijne lezing voort over Reinhard-Antoon Falck. Hij zal dit werk voltrekken na kennis genomen te hebben van de onlangs verschenen ambtelijke brieven van den vermaarden Staatsman. Nadat de heer Bestuurder den heer Sermon dank gezegd had voor zijne mededeeling, van welke het vervolg met belangstelling wordt te gemoet gezien, wordt de zitting gesloten. |
|