Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1903
(1903)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVoor 1905.Bij de reeds vroeger uitgeschreven prijsvragen: | |
Geschiedenis.Welken invloed hebben de Zuidnederlandsche uitgewekenen van de XVIe eeuw uitgeoefend op de taal en letterkunde, de kunst, den handel, de nijverheid en de staatkundige ontwikkeling van Noord-Nederland? Prijs: 600 fr. of een gouden gedenkpenning van gelijke waarde. | |
Voor 1906.Reeds 2 vragen zijn uitgeschreven. Daarbij komen: | |
Middelnederlandsch.Eene critiek op het woordenboek van Geer. van der Schueren. (Een boek wordt verlangd in den trant van Dr. Kluyver's Proeve eener critiek op het Woordenboek van Kiliaan; een onderzoek naar het ontstaan en de betrouwbaarheid, naar het dialect en den woordenschat van den Theuthonista. Dr. Kluyver's boek kan als model dienen.) Prijs: 600 fr. of een gouden gedenkpenning van gelijke waarde. | |
[pagina 35]
| |
Geschiedenis.Eene verhandeling over: aantal, invloed en beschaving der Nederlandschsprekenden buiten Vlaamsch-België en Nederland, voorheen en thans. Prijs: 600 fr. of een gouden gedenkpenning van gelijke waarde. | |
Onderwijs.Eene verhandeling over de gebreken der schoolboeken die in het lagere onderwijs gebruikt worden bij de in het Nederlandsch onderwezen worden. Hoe kunnen die gebreken verdwijnen? Prijs: 600 fr. of een gouden gedenkpenning van gelijke waarde. | |
Gewesttaal.Men vraagt een zoo volledig mogelijk Zuid-Limburgsch Idioticon. Prijs: 500 fr. of een gouden gedenkpenning van gelijke waarde. | |
Voor 1907.Reeds éene vraag is uitgeschreven. Er wordt bijgevoegd: | |
Vak- en Kunstwoorden.Men vraagt eene volledige vak- en kunstwoordenlijst over het Landbouwbedrijf, met inbegrip van veeteelt en paardenfokkerij, zooveel mogelijk met bijvoeging van de afbeelding der opgegeven voorwerpen en van de Fransche benamingen. Prijs: 800 fr. of een gouden gedenkpenning van gelijke waarde. | |
Zuidnederlandsche Folklore.Men vraagt een zoo volledig mogelijk geographisch Sagenboek, met inbegrip der legenden, van Vlaamsch-Brabant. (Arrondissement Brussel en Loven). Prijs: 600 fr. of een gouden gedenkpenning van gelijke waarde. | |
Voor 1908.Gewesttaal.Men vraagt eene verklarende studie over de tongvallen van Oost-Vlaanderen met kaarten (in den zin van Dr. Jan te Winkel's | |
[pagina 36]
| |
werk: de Noordnederlandscke Tongvallen. Atlas van Taalkaarten met tekst). Prijs: 800 fr. of een gouden gedenkpenning van gelijke waarde.
In naam der Commissie voor het stellen der prijsvragen leest de heer Gailliard de volgende nota: Mijne Heeren, Als voorzitter van de jongste Commissie belast met het voorstellen van prijsvragen, heb ik de eer, namens die Commissie, de algemeene vergadering een paar wenschen over te maken. De Academie heeft eenen gelukkigen maatregel getroffen met, binnen de bepalingen van hare wetten, die Commissie voortaan samen te stellen uit de Voorzitters der vier bestendige Commissiën en hun het Lid toe te voegen dat, sedert de inrichting der wedstrijden, bijna onafgebroken van de bedoelde Commissie deel uitmaakt: dit bewijst reeds het aanzienlijk aantal onderwerpen van prijsvragen, welke haar ditmaal tot onderzoek werden voorgelegd. De eerste proef belooft dus het beste voor de toekomst; en daarover mogen wij ons alleszins verheugen, want de Academische wedstrijden behooren immers tot de hoofdwerkzaamheden der Academie. Overbodig te doen uitschijnen, dat zij van het meeste belang zijn voor onze instelling en voor den vooruitgang van de taal en letterkunde. Daarom is het wenschelijk, dat de jaarlijksche programma's onzer wedstrijden door de grootst mogelijke verscheidenheid van prijsvragen uitmunten. Om dat doel te bereiken vraagt de Commissie: | |
[pagina 37]
| |
‘Dat het Bestuur der Academie, elk jaar, in den loop van April, op den uitnoodigingsbrief tot bijwoning der algemeene vergadering dier maand, de Bestendige Commissiën zou verzoeken hare eerstvolgende zitting geheel of gedeeltelijk te wijden aan het bespreken van door haar te stellen onderwerpen; de Voorzitter van elke Commissie zou vervolgens de voorgestelde vragen overleggen aan de Commissie voor prijsvragen, welke in Juli vergadert’. De tweede wensch betreft de eenheid in de werkzaamheid dier Commissie en, derhalve, de eenheid in het plan van uitvoering. Voortaan zal de Commissie voor prijsvragen, volgens het door de Academie nieuw aangenomen stelsel, gedurende twee jaar uit dezelfde leden bestaan. Maar na dien tijd, zullen andere leden benoemd worden, aangezien de Voorzitters van de meeste Bestendige Commissiën na twee jaar aftreden en, in die hoedanigheid, niet onmiddellijk herkiesbaar zijn. Dit zou, natuurlijk, de beoogde en noodzakelijke eenheid niet bevorderen. Om die reden heeft de Commissie voor het jaar 1903 den wensch geuit dat de Academie in de toekomst, evenals in het verleden, den heer Coopman steeds verkiezen zou tot het vijfde lid dier Commissie, waarvan hij fertelijk, sedert zoovele jaren, de ijverige secretaris is.
De heer Bestuurder antwoordt dat de Academie de wenschen, door den heer Gailliard uitgedrukt, in overweging zal nemen en zoo noodig daarover beraadslagen en beslissen. | |
[pagina 38]
| |
Nu doet de heer Bestuurder lezing van het volgende opstel: |
|