wordt van hen, die het ambt van leeraar aan de Gentsche hoogeschool verzoeken. De voorwaarden van dergelijk exaam worden voorop afgekondigd door het Staatsblad. Zulk onderzoek is, althans het mondelinge, bovendien openbaar.
Door den heer Segers wordt medegedeeld dat de Vlaamsche candidaat, de heer d'Hulst, die reeds gedurende 21 jaren aan de Gentsche muziekschool, als repetitor, uitstekende diensten heeft bewezen, een knap kunstenaar is en door den aftredenden professor, den heer Tilborghs, zeker een der meestbevoegde mannen om in dit geval een woord te laten hooren, den heer Minister warm was aanbevolen.
De heer Prayon-van Zuylen vat de gedachten, uitgedrukt door de vorige sprekers, samen. Uit hetgeen is gezegd, blijkt:
Men verlangt dat de Koninkl. Vlaamsche Academie vragen zou, dat er een einde kome aan de strekking, welke men in zekere bestuurskringen waarneemt om de Gentsche Muziekschool te verfranschen;
dat er eene wet of eene kracht van wet hebbende verordening dient gemaakt om het aanwerven van alleszins bekwame leeraren in de openbare onderwijsgestichten van Vlaanderen te bevorderen;
dat, om dit doel te bereiken, een exaam behoort te worden ingericht, gelijk door den heer Mac Leod is aangeduid.